STADSWANDELING VESTINGSTAD HEUSDEN


Het door wallen en een gracht omsloten fraai gerestaureerde vestingstadje Heusden ligt in het Land van Heusden en Altena in het stroomgebied van Maas en Waal. Heusden heeft een rijke historie. Dit blijkt al uit het feit dat er al in het jaar 722 wordt geschreven over Hunsata Super fluvium Mosam, d.w.z. Heusden boven de rivier aan de Maas. Aan het einde van de 13e eeuw kreeg Heusden stadsrechten. In de 12e eeuw werd door de heer van de Heerlijkheid Heusden een begin gemaakt met de bouw van wat later een der oudste waterburchten van NW-Europa zou blijken. Dit kasteel lag op een uiterst strategische plaats: noordelijk en zuidelijk omsloten door waterlopen. Bij het kasteel ontstond na 1200 een nederzetting op de stroomrug ten zuiden van de Maas. Weer zuidelijk van deze nederzetting stroomde de Oude of Romeinse Maas.

Heusden lag precies op de grens van het Graafschap Holland en de Hertogdommen Brabant en Gelre. Regelmatig vond er strijd plaats tussen de Graven van Holland en de Hertogen van Brabant om de stad. In de loop van de dertiende eeuw versterkten de Brabantse leiders de nederzetting met een gracht en een stadsmuur uitgebreid met rondelen en poorten om Holland dwars te zitten. Heusden behoorde tot een van de eerste Hollandse steden die door een muur werden omringd. Tijdens de 80-jarige oorlog was Heusden trouw aan de de Spaanse koning. In deze periode is het rivierengebied rondom Heusden meerdere malen een strijdtoneel geweest. Op den duur boden de oude stadsmuren nauwelijks voldoende veiligheid, doordat het geschut zich steeds verder ontwikkelde. Heusden besloot in 1577 de kant te kiezen van de Prins van Oranje. Dit bracht veel gunstige ontwikkelingen teweeg. Vanaf 1581 werden de verdedigingswerken gemoderniseerden in opdracht van de prins ging Hollands bekendste ingenieur en vestingbouwer, Adriaen Anthonisz Van Alkmaer zich bemoeien met de verbetering van de weerbaarheid. Hij ontwierp de eerste vestingwerken, wallen, grachten, bastions en ravelijnen, die in de jaren daarna steeds weer werden verbeterd. Heusden kreeg een reputatie als 'onneembare' stad.

Vestingstad Heusden na de restauratie
Toch hebben ook verschillende rampen Heusden in de loop der tijden geteisterd. Meerdere keren werd de stad getroffen door de pest. In 1572 werden vele huizen, het stadhuis en de Catharinakerk in de as gelegd door een grote stadsbrand. Het trotse kasteel veranderde in een ruïne toen in 1680 de bliksem in de kruitopslag insloeg. Maar de meest tragische gebeurtenis vond plaats tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen tijdens de strijd om de Heusden de terugtrekkende Duitsers hun heil achter de Bergsche Maaszochten. Zij lieten de hoge punten in de vesting, het stadhuis en twee kerktorens, opblazen. Maar liefst 134 Heusdenaren, die zich schuil hielden in de kelder van het stadhuis, kwamen om het leven. Destijds was dit 10% van de totale bevolking! Heusden kwam zwaar gehavend uit de strijd, en lange tijd wist men niet hoe dit ooit goed moest komen. Maar in samenwerking met hogere overheden werd gekozen voor een totale restauratie. In 1968 werd gestart met de restauratie van de vesting. Deze restauratie werd uitgevoerd naar de kaart van Blaeu uit 1649. In 1980 werd Heusden hiervoor onderscheiden met de hoogste Europese restauratieprijs 'Urbes Nostrae'.


ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING HEUSDEN


Deze stadswandeling brengt ons over de prachtige vestingwallen, langs de stadshaven en verstilde straatjes en steegjes met monumentale panden naar het mooie plein, de Vismarkt. Vanaf de vestingwallen hebben we een weids uitzicht op het gebied buiten om de vesting, dat een beschermd stadsgezicht is. We starten onze wandeling vanaf de grote parkeerplaats ten zuiden van Heusden. Deze is bereikbaar vanaf de A58 de route naar Heusden volgend, via Oudheusden. We volgen de de Steenweg tot aan het punt waar we de vesting Heusden binnenlopen. Hier gaan we meteen naar links en nemen het voetpad dat ons direct via een trapje op de omwalling en het Zuider Bolwerk brengt. Links van ons hebben we in zuidwestelijke richting een prachtig uitzicht op de gestaureerde waterpartij van het Oude Maasje. We volgen de route over de wal tot voorbij het Wester Bolwerk. Hier komen we bij de Bromsluis, een uitwatering van de stadsgracht de Demer, onder de vestingwal door. Net voorbij de Bromsluis zien we rechts de contouren waar eens het kasteel van Heusden heeft gestaan.

De resten van het Heusdense kasteel hebben jarenlang verborgen gelegen onder de oppervlakte. In 1948 werd begonnen met de opgravingen onder leiding van de archeoloog Dr. J.G.N. Renaud. In 1987 begonnen de werkzaamheden om het kasteel weer zichtbaar te maken. De fundamenten werden opgemetseld en delen van het poortgebouw en de grachten werden "hersteld", zodat zichtbaar werd hoe het middeleeuwse kasteel van Heusden er uit heeft gezien. De eerste grondslagen voor het Heusdense kasteel werden gelegd rond 1200 en onderzoek heeft aangetoond dat het een van de allereerste waterburcht in Europa is. De bouwers haalden er tufsteen voor uit de Duitse Eifel. In 1335 breidt Hertog Jan III van Brabant het kasteel uit en bouwt een zware 8-kantige Donjon van 40 meter hoog, met muren van 4 meter dik. Deze toren werd Dikke Brabander genoemd. Hertogin Johanna van Brabant, de dochter van Jan III, voltooit de Dikke Brabander. In een latere periode verblijft Jacoba van Beieren regelmatig in het kasteel.

Ruim drie eeuwen heeft het kasteel van Heusden bestaan en eindigde haar feitelijke bestaan in 1680. Toen sloeg de bliksem opnieuw in in de Donjon, die als kruitmagazijn werd gebruikt. In de toren bevond zich op dat moment 16000 pond buskruid, handgranaten en stinckpotten. Het gehele kasteel werd een ruïne en veel huizen in de omgeving werden vernield. Een gedeelte van één van de vierkante torens bleef gedeeltelijk overeind. Deze toren werd weer opgebouwd en maar uiteindelijk werd de kasteelruïne rond 1823 geheel gesloopt. We weten vrij nauwkeurig hoe het kasteel er uit heeft gezien. Zo heeft Blaauw het in zijn stede-atlas van omstreeks 1630 opgenomen en werd het kasteel onder meer ook getekend door de befaamde en betrouwbare tekenaar Roelant Roghman, die leefde van 1627 tot 1692.

Heusden - Wijkse Poort
We lopen door over het Noorder Bolwerk en hebben naar de bebouwing toe zicht op de kort na de tweede wereldoorlog gebouwde katholieke St. Catharinakerk in Grieks/Romeinse Basilicastijl, op de plaats, waar vroeger de voorburcht van het kasteel van Heusden lag. Zo bereiken we de Wijkse Poort, een van de vier oorspronkelijke toegangspoorten tot de vestingstad. Hier kun je de stad in westelijke richting verlaten. Van bovenaf op deze Wijkse Poort heb je een prachtig uitzicht op de noordelijk gelegen jachthaven. Vanaf de Wijkse Poort gaan we rechtsaf de Wijksestraat in richting Vismarkt. Hier vinden we enkele historische panden zoals het voormalige Hotel Het Wapen van Amsterdam. Verderop lopen we rechtdoor de Drietrompetterstraat en komen even verderop aan de Stadshaven. De Stadshaven is in de huidige vorm ontstaan door de uitbreiding van de vestingwerken na 1580. De westelijke helft in de denkbeeldige lijn trekken tussen het bruggetje en de huidige Visbank werd later gegraven. Nadat Rijkswaterstaat in 1890 begonnen was met het graven van de Bergsche Maas, werd in 1904 de Stadshaven gedempt. Voor de haven kwam een strook te liggen. De Stadshaven werd in de zeventiger jaren in zijn oorspronkelijke vorm hersteld en doet nu dienst als jachthaven.

Langs de noordzijde van de Stadshaven komen we over het pitoreske ophaalbruggetje aan de toegang tot de haven bij de eerste van de drie standerdmolens die hier op de stadsomwalling in het noorden aan de Bergse Maas staan. Deze molen is uit het Belgische Lommel afkomstig. Op vier teerligen staat het houten bouwwerk rotsvast. De standerdmolen is een in de Middeleeuwen in Vlaanderen ontwikkeld molentype. De plek is zorgvuldig gekozen. De zeilen kunnen de westenwinden vangen. Vijandelijk geschut zal vooral van landzijde vuren en konden de molens nauwelijks bereiken. Het gehele huis van de molen draait rond om een spil of staander die tot beneden doorloopt. Afhankelijk van de omstandigheid of het ondergedeelte geheel gesloten dan open is (de onderconstructie van balken op stenen ondersteuningen of stiepen is dan zichtbaar), spreekt men van een gesloten of open standerdmolen. In de zijkanten van het huis bevinden zich enige ronde gaten waar de wind doorheen speelt. Verandert de wind van richting, dan bemerkt de molenaar dat en gaat de molen dan kruien om het wiekenhuis weer goed op de wind te zetten. We lopen over de omwalling door tot de Waterpoort, waar een volgende molen staat en zien bij de Wiel de laatste standaardmolen.

Heusden - Toegang tot de stadshaven met ophaalbruggetje en standaardmolen
De Water- of Veerpoort stond er al in de 14e eeuw om met een muurdoorgang het voetveer richting Nederhemert te beveiligen. De poort van nu is gereconstrueerd op oude in de wal terug gevonden fundamenten. Het verdedigingswerk achter de Veerpoort werd vroeger ook wel aangeduid als het 'Halve Maantje'. In de vestingkunde is een halve maan een met de punt naar buiten gekeerd eiland in de gracht recht op de as van een bastion. Eilanden met dezelfde vorm maar dan loodrecht op de verbinding (courtine) tussen twee bastions worden een ravelijn genoemd. Voor Heusden ligt één halve maan. Die is te vinden bij de Wijkse Poort voor het Noorder bolwerk. Het werk bij de Waterpoort is een bastion.

Hier verlaten we de stadsomwalling en lopen de Hoogstraat in. In de Hoogstraat staan enkele opmerkelijke panden. Zo zien we tegenover de Zustersteeg een imposante laat 19e eeuwse woning. De bouw van het huis werd door de Erven Verhoeven gestaakt. Aan de toren boven de hoofdingang is te zien dat alleen de linkervleugel afgebouwd werd. Op dit punt slaan we de Zustersteeg in, die de verbinding vormt naar de Putterstraat. De 'Suster-steegh' dankt haar naam aan een nonnenklooster. Het klooster werd in de 15e eeuw gesticht door Gijsbert van Randwijk, een vermogend persoon die in het gezelschap van de hertogen van Gelre verkeerde. Door de goedgeefsheid van Gijsbert vestigden zich hier in 1482 de zusters van de Derde Regel van Franciscus. Achter het klooster stond een zogenaamde 'dubbelkerk'. De kerkgangers namen vanaf de begane grond deel aan de viering, de kloosterlingen volgden vanaf de eerste verdieping, onzichtbaar voor 't gewone volk, de dienst. Door de wijziging van katholiek naar protestant gezag werd in 1577 besloten dat geen nieuwe zusters meer werden aangenomen. Een jaar eerder telde de kloostergemeenschap 18 zielen, geleid door overste Catharina Beris. De laatste non vertrok tenslotte naar Den Bosch. De kerk werd in 1637 door Graaf Willem van Nassau, gouverneur van de in Heusden gelegerde troepen, gerestaureerd voor de diensten van de Waalse en Engelse kerk. De voor de strijd ingehuurde Walen en Engelsen hadden behoefte aan een eigen bedehuis. Later werd in het gebouw achtereenvolgens de Latijnse school gevestigd. Maar ook bierbrouwerij De Drie Hoefijzers had er een onderkomen. Na zeer ingrijpende verbouwingen is het gebouw nu opgedeeld in woonruimten. Met heel veel moeite kun je er nog resten van de eertijds imposante 15e eeuwse balkconstructies zien.

We komen nu uit in de Putterstraat en slaan rechts af. De Putterstraat is de langste straat in de vesting. Het woord is een verbastering van ‘potter’ en dat was in vroeger tijden een pottenbakker. Het schijnt dat in de 13e en 14e eeuw in Heusden typerend aardewerk is vervaardigd dat zo hier en daar door opgravers wordt herkend. In de Putterstraat staan enkele opvallende woonhuizen. Zo staat op nummer 31 het Sint Vincentiushuis. Het beeld van deze Vincentius á Paulo, die leefde van 1581 tot 1660 in Frankrijk en bekend staat om zijn liefdadigheid, vinden we in de gevel. Vincentius richtte verschillende orden op die werkzaam waren op het gebied van armenzorg en het opvangen van vondelingen. Later ontstond in 1833 de eerste Vincentiusvereniging ter ondersteuning en hulp aan de armen. Vincentius werd in 1737 heilig verklaard door paus Clemens XII.

Heusden - Putterstraat - Sint Joris en de draak
Een ander markant gebouw is de dubbelwoning met de nummers 42A-B. In de gevel zien we Sint Joris en de draak. Het gebouw herbergde van oorsprong het schuttersgilde van St. Joris en werd ook wel aangeduid als de Schuttersdoelen of Schutskamer. Het ‘collegie van oude schutters van den voetboog van St. Joris te Heusden’ bestond al voor 1356. In dat jaar kregen zij van Johanna van Brabant bepaalde privileges. Het schuttersgilde was een burgermilitie, die in tijden van onrust de vesting verdedigde. In 1515 werd een tweede schuttersgilde opgericht, de jonge Colvenierschutters. De naam kwam van de colver, een soort musket. Zowel de oude als de jonge schutters ontwikkelden zich steeds meer als broederschappen met de daarbij behorende rituelen. Later troffen zich hier de meer vermogenden en invloedrijken als lid van een der beide colleges. De Colveniers stopten er in 1837 mee en vond een fusie plaats. In 1905 werd de oude schutskamer voor fl. 6500,- verkocht aan het R.K. kerkbestuur. In de volksmond kreeg het gebouw daarna vooral de naam het Patronaatsgebouw. Tijdens de restauratie kon het gemeentebestuur de originele gevelsteen weer terugkopen.

Als we de Putterstraat verder door lopen zien we rechts van ons de Grote of Catharijnekerk, genoemd naar de martelares St. Catharine van Alexandrië, patrones van Heusden. Zij werd destijds gemarteld en geradbraakt. Al in het jaar 1210 wordt van een houten kerk te Heusden melding gemaakt. In 1328 wordt de kerk uitgebreid met een noorder- en zuiderzijbeuk en toren in Romaanse stijl. In 1555 wordt in plaats van de noordbeuk een transept gebouwd en komen er drie traveeën met lagen baksteen, z.g speklagen in natuursteen in Gotische stijl. Ook komte er een koor in Kempische Gotiek. Naast de toren wordt een doopkapel aangebouwd en in de kerk bevinden zich dan 10 altaren. De stadsbrand van 1572 aan het begin van de tachtigjarige oorlog vernielt grote delen van de kerk. In 1578 komt de kerk in Protestantse handen. In 1579 valt de kerk ten prooi aan de “Heusdense beeldenstorm” door Bossche Protestanten van het Schermersgilde, die uit het dan nog Spaanse ’s Hertogenbosch verjaagd zijn. In 1587 en in de periode 1628-1638 volgen enkele restauraties. De spits van de toren wordt in 1811 door Napoleon gesloopt en vervangen dor een optische seinpost naar het principe van de Fransman Chappe. Door terugtrekkende Duitse troepen wordt in de nacht van 4 op 5 november 1944 het restant van de in Romaanse stijl gebouwde toren, een groot deel van het middenschip en het pas gerestaureerde monumentale orgel opgeblazen en verwoest. Na de oorlog wordt de kerk aan de westzijde op sobere wijze afgesloten en gerestaureerd. De toren, de westelijke kapellen en de verwoeste travee zijn niet herbouwd. De omtrek van de fundamenten is aangegeven in de bestrating.

Heusden - Grote of Catharijnekerk
De nu Nederlands Hervormde Kerk heeft een fraai gerestaureerd Lohmanorgel uit de 18e eeuw. Ook zijn in deze kerk het graf van de 17-jarige zoon van Graaf Willem van Nassau, Maurits Frederik, die hier in 1638 met militaire eer is begraven, en het praalgraf van Johan Theodoor baron van Friesheim te bewonderen. Het ontwerp van dit grafmonument is van Jacob Marot en het beeldhouwwerk is uitgevoerd door Jan Baptist Xaverij. Van Friesheim was van 1711 tot 1733 commandeur-gouverneur van Heusden en heeft zijn praalgraf laten bouwen in 1728 terwijl hij nog leefde. Hij wordt hier in 1733 begraven met ook een fraaie grafzerk in het voormalig priesterkoor. Hij is dan Gouverneur van ’s Hertogenbosch.In de kerk vinden we ook, naast andere fraaie grafzerken, rouwborden en tekstborden uit de 16e en 17e eeuw, klokken uit 1334 (Angelusklokje uit de eerste Romaanse toren), 1501 en 1518. Een klok uit 1412 hangt nu in de dakruiter.

Voorbij het kruispunt met Pelsestraat en Lombardstraat en enkele karakteristieke oude gebouwen links is er in de bocht achter de Catharijnekerk de idyllische ingang van het Gouverneurshuis op nummer 14-16. Achter de stoere poort ligt een fraaie binnentuin. Het hoofdgebouw dateert blijkens de jaartalsteen in de zij(trap)gevel uit 1592. De meer dan beroemde predikant/ theoloog/ oprichter van de Universiteit van Utrecht, Gisbertus Voetius zag ergens in de Putterstraat het levenslicht in 1588. In 1617 wordt deze woning de pastorie van Gisbertus Voetius. Waarschijnlijk heeft hij hier gewoond tot 1629, dan vertrekt hij naar ’s Hertogenbosvh om daar de protestantse gemeenschap op poten te zetten. Later gaat hij naar Utrecht als hoogleraar in oosterse talen en Theologie aan de universiteit. Tot zijn dood predikt hij in de dom van Utrecht. Hij is een zeer orthodoxe dominee, fervent Contra-Remonstrant, verwikkeld in de strijd met de Remonstranten.

De woning diende regelmatig als verblijfplaats voor de Heusdense gouverneurs, waaronder Johan Theodoor baron van Freisheim (1711-1733), die het bevel over de vesting en de in de directe omgeving gelegen schansen voerden. Een eeuw later werd de woning in Empire-stijl gemoderniseerd. Het Gouverneurshuis was lang eigendom van de familie Merkx die o.a. handelde in tabak en wijn.. Sinds 1982 biedt het onderdak aan het Historisch Museum van Heusden en het Streekarchief voor het Land van Heusden en Altena is nu ondergebracht in de voormalige wijnschuur. Het Gouverneurshuis stelt een collectie tentoon van gildenzilver, symbolische gebruiksvoorwerpen, Chinees porselein uit de 17e en 18e eeuw en andere attributen en historische opgravingen uit de streek. Aan het monumentale pand uit 1592 grenst een prachtige ommuurde tuin.

Door de grote poort keren we terug in de Putterstraat en vervolgen onze route. Even verderop nemen we naar links een steegje naar de Demer, de oorspronkelijke stadsgracht, die als vestinggracht met de Maas verbonden was. Door een slim systeem van sluizen die bij eb en vloed op tijd werden gesloten of geopend, spoelde de Demer enkele keren per dag door. De aanleg van de Demer gebeurde onder Albrecht van Beieren in 1384. Nu is deze stadsgracht niet meer dan een smalle “watergang”, gelegen binnen de bebouwing van het vestingstadje. We volgen de Demer richting brug Sterrestraat en slaan naar rechts de Wittebroodstraat in. De naam is al eeuwen oud en komt voor in verschillende geschriften over Heusden. Onder andere maakt omstreeks 1651 Jacobus van Oudenhoven, schrijver van 'Beschrijvinge der Stadt Heusden' melding van 'd'Wittebroods-straet'. De naam is al eeuwen oud en komt voor in verschillende geschriften over Heusden. Onder andere maakt omstreeks 1651 Jacobus van Oudenhoven, schrijver van 'Beschrijvinge der Stadt Heusden' melding van 'd'Wittebroods-straet'. De straat is genoemd naar de woning ‘Het Wittebroodskint’ dat zich vooraan in de Sterrestraat nr. 2 bevindt.

Op de kruising lopen we rechtdoor de Kerkstraat in met rechts van ons opnieuw de Grote of Catharijnekerk. Het kerkhof rond de kerk is interessant om te bezoeken. De graven van Protestante lieden die in Heusdens verleden een opvallende rol speelden, zijn er te vinden. Pal achter het koor staat de licht beschadigde tombe van Pieter Laurensz. Honcoop en zijn echtgenote. Honcoop was burgemeester in Heusden van 1880 tot 1918. Hij maakte het graven van de Bergsche Maas tussen Heusden en Geertuidenberg mee. Honcoop stelde alles in het werk om de brug bij Heusden te krijgen. Honcoop kwam daarnaast minder gunstig in Heusdens historie terecht als een van de initiatiefnemers tot het opheffen van het eeuwenoude St. Jorisgilde in 1905.

Heusden - Engstraat
Bij de Pelsestraat gaan we naar links, passeren vier fraaie gevels waaronder ‘De Moriaen’ en staan direct bij het nieuwe Stadhuis. Eens stond op deze plek het laat-Gotische stadhuis uit 1588. Maar toen vanaf 4 november 1944 twee brigades van de Schotse Highlanders in het kader van Operation Pheasant ondersteund door heftig artillerievuur een offensief uitvoerden tegen de Duitsers richting Heusden, werd in de vroege ochtend van 5 november door de Duitsers, onder leiding van onderofficier Bottnick, op beval van hun commandant Pfühl, de spitse toren van het stadhuis opgeblazen. Met donderend geweld stortte het gebouw in. Hierbij vonden 134 inwoners van Heusden de dood. Zij hadden beschutting gezocht in het stadhuis. Diezelfde middag rolden de tanks van de 51e Highland Division Heusden binnen en ze vonden slechts puin en verslagenheid in het vestingstadje. De daders werden nooit berecht en zo bleef de stadhuisramp van Heusden een onbestrafte massamoord.

Bij het stadhuis steken we de in elkaars verlengde liggende Breestraat-Botermarkt-Hoogstraat over, een van de twee lange straten die Heusden in noord-zuid richting doorsnijden volgens het laatmiddeleeuwse stadsplan. We komen nu in de Engstraat. Een krap, smal, nauw straatje in het Heusdense winkelgebied. In vroeger tijden, zo gaat het verhaal werden misdadigers op het kasteel veroordeeld. Hun straf, openbare terechtstelling moest voltrokken worden op een schavot voor het stadhuis. Om van het kasteel bij het schavot te komen, moest men door dit straatje en dat was dan best eng (griezelig) voor de angstige crimineel. Met de bocht meelopend naar rechts staan we meteen op de Vismarkt. De Vismarkt, die iets hoger ligt dan de omringende straten, is het centrale punt van het vestingstadje Heusden en doet dienst als marktplaats, feestplein en heeft gezellige terrassen. De Vismarkt is rijk aan monumentale panden met historische gevels. Het behoeft geen aansporing om eens rustig de ogen rond te laten dwalen langs de fraaie gevels of vanaf een der terrassen passanten te bekijken.

Zo staat aan de noordzijde van de Vismarkt een bijzonder mooi gebouw: de Visbank. Dit bouwwerk met zijn twaalf Dorische zuilen vormde eens de verbinding tussen de Vismarkt en de voormalige haven. Het gebouw dateert uit 1796 en is het enige overgebleven gebouw uit de tijd van de Bataafse Republiek met een jaartalsteen. De 18e eeuw is de tijd van de Verlichting. In de Nederlanden slaagden de Patriotten er in om in 1795 de macht te grijpen. We weten dat in Heusden het allereerste patriottische stadsbestuur de macht greep. In de Visbank metselde men een jaartalsteen met de de tekst: Anno Secundo Libertatis Batavae. Dit betekent: in het tweede jaar van de Bataafsche Vrijheid. Met de wetenschap dat in 1795 de patriotten hun Bataafse Republiek uitriepen, komen we uit in 1796 als jaar waarin de Visbank werd gemetseld. Het unieke van dit gebouwe schuilt in het gegeven dat nergens in ons land een ander gedateerd gebouw uit de periode van de Bataafse Republiek (1795 - 1803) bestaat. Aan de rechterzijde van het Commiezenhuis is een gedenkplaat ingebracht ter gelegenheid van het bezoek van koningin Wilhelmina in 1904 bij de opening van de Bergse Maas. Dit opvallend pand ligt direct rechts naast de Visbank. Het Commiezenhuis is al in 1648 gevestigd aan de zuidkant van de haven. In de Franse tijd was dit het onderkomen voor de commiezen, die verantwoordelijk waren voor het innen van tolgelden, accijnzen en invoerrechten. Het gebouw verdween in 1904. Het nagebouwde Commiezenhuis heeft een bordesje en één verdieping minder, zoals op oude foto's te zien is. Het vorige Commiezenhuis was nogal dominant ten opzichte van de Visbank.

Heusden - Commiezenhuis aan de Vismarkt
Op de hoek van de Nieuwstraat ligt Hotel-Restaurant “In de Verdwaalde Kogel” met een verdwaalde kanonskogel hoog in de gevel naast een muuranker. Hiertegenover in het pand “De Pannekoekenbakker” was tot in de 19e eeuw de hoofdwacht van het garnizoen gevestigd. Maar ook de gevel en het interieur van Brasserie-Restaurant “Centraal”, gebouwd in de 17de eeuw, zijn opvallend. Uniek zijn de prachtige muurschilderingen (een vorm van industriële reclame) van begin deze eeuw van de Heusdense schilder Petrus van Engelen (1880-1961). Aan de zuidzijde van de Vismarkt staat het statige pand van 'Vleeschhouwerij' Janson, beroemd om zijn patés en rilettes. We verlaten de Vismarkt via de Ridderstraat en lopen in de richting van de Burchtstraat.

De Ridderstraat werd tot in de 18e eeuw ook wel de Agterstraat genoemd. Aan het einde van de Ridderstraat voltrok zich in 1572 een dramabij de grote stadsbrand. In dat jaar bezette kapitein Waardenburg de stad in naam van de ‘Staaten der Vereenigde Nederlanden’. De Spaansgezinde Jonker Gerard Spiering van Well bood verzet en verschanste zich in het kasteel. Waardenburg besloot de burcht aan te vallen en de soldaten verzamelden zich om een voorraad buskruit in te slaan, maar een brandende lont in een vat veroorzaakte een enorme brand. De huizen en schuren tussen de Ridderstraat, Engstraat, Breestraat en Wittebroodstraat maar ook het Stadhuis en de Catharijnekerk vielen ten prooi aan de vlammen. Ruim een derde van de stad brandde af. Heel opmerkelijk aan de Ridderstraat is de bebouwing. Zoals bekend vormen de straten met hun dwarsverbindingen min of meer rechte huizenblokken met achter de gevels vaak, aan het oog van de wandelaar onttrokken forse tuinen. De Ridderstraat vormt duidelijk, in afwijking van andere straten, oorspronkelijk de achterkant van enerzijds de Wijkse- en anderzijds de Breestraat. De huidige gevelwanden zijn in onze tijd ontstaan. Veel woningen die in de Breestraat staan, hebben nog altijd hun achteruitgang in de Ridderstraat.

We steken de Burchtstraat over en lopen de Schapenbrugstraat in naar de Demer. Voor 1945 was de Schapenbrugstraat aan de buitenste zijde van de bebouwing in de vesting gelegen en werd in vroeger tijden door de vestingboeren gebruikt om via de brug over de Demer hun schapen naar de weelderig begroeide wallen te leiden. Linksaf gaat het naar de Sterrestraat, die de verbinding vormt tussen de Wittebroodstraat en de Oudheusdensestraat en ontstond na 1589 als gevolg van de werkzaamheden aan de wallen en grachten. De brug over de Demer draagt op de sluitsteen het jaartal 1783. We komen door de Sterrestraat in de Oudheusdensestraat en slaan linksaf. Deze straat ontstond pas na de uitbreiding van de vestingwerken omstreeks 1589. Tot die tijd eindigde de stad bij een poort aan het einde van de Wittebroodstraat: de Oudheusdense Poort. Dit gedeelte van de Oudheusdensestraat vanaf de Sterrestraat tot aan de Garnizoenstraat staat vol mooie oude huizen. Zo vinden we in het pand Oudheusdensestraat 5, gebouwd in 1612, een gevelsteen die verwijst naar een touwslagerij. Het werd indertijd pal achter de nieuwe vestingwal gebouwd. De afgelopen twee eeuwen was er een smederij gevestigd, het laatst hoefsmederij Van Beers. De hoefstal, die aan de straatkant lag, moest met de komst van de tram in de jaren dertig wijken. In het pand zijn nog veel autentieke materialen, zoals balken en smeedwerk. In de kelder vinden we een fraai gemetseld booggewelf en de kruiskozijnen zijn nog intact.

RTL5 2 januari 2002

De Oudheusdensestraat uitlopend komen we aan de Garnizoenstraat waar eens de Oudheusdense Poort gestaan heeft. De huidige Garnizoenstraat is pas tijdens de restauratie van de vesting Heusden ontstaan als verbinding tussen de Oudheusdense Poort en de Demer en onleent haar naam aan de tijd dat in Heusden garnizoenen gelegerd waren. Een garnizoen was een afdeling van het leger met een vaste standplaats in een vesting. De militairen brachten vertier en geld naar Heusden. Velen gingen bij burgers die graag wat bijverdienden, in de kost. Er was een gunstig effect op het sociale leven omdat officieren met Heusdense meisjes huwden. De brouwerijen en tapperijen hadden er zo ook hun werk aan. Als na 1815 Heusden als bezuinigmaatregel bij Koninklijk Besluit van Koning Willem I de vesting opgeheven wordt, verdwijnt ook het het garnizoen en slaat de verarming toe.

Tussen de omwalling door staan we weer op de Steenweg en verlaten in zuidelijke richting het vestingstadje Heusden, terug naar de parkeerplaats.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

© L.A.W.V.VIA-VIA


Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 01-09-2005 door C.P.J. Aerssens