STADSWANDELING DOOR BUREN



Op een klein oppervlak presenteert het Gelderse Buren de glorieuze nalatenschap van rumoerige eeuwen, bouwlustige graven en bezielde bouwmeesters. Het vestingstadje is vooral om in te wandelen. Maar het laat ook met zich kwartetten. Benodigdheden voor het Burens Spel: 1 speelbord, 30 kanskaarten, 10 jokers, 6 gevangenenkaarten, 6 handlangerkaarten, 6 hulpmiddelenkaarten, 6 straatkaartenn, 6 huisnummerkaarten, 30 dukaten, 1 dobbelsteen en 6 pionnen.

De zes hoofdrolspelers, in chronologische volgorde: Alart, Heer van Buren, Frederik van Egmond, Maximiliaan van Egmond-Buren, Anna van Buren, Maria, prinses van Oranje-Nassau en Philips van Hohenlo. Tussen Alant en Philips lagen in werkelijkheid ruim twee eeuwen. In het spel wordt wat vrijmoedig met de geschiedenis omgesprongen. Niet echter met het stratenplan. Vandaag de dag ligt de Herenstraat nog steeds in het verlengde van de Rodeheldenstraat - of andersom - en gaat de Peperstraat over in de Voorstraat - of andersom.

Op het met liefdevolle, maar amateuristische hand getekende speelbord komen slechts twee monumenten voor: de uit 1776 daterende Prins van Oranje-molen, die deels schuil gaat achter het portret van Maria van Oranje-Nassau, en de Culemborgse Poort. De Lambertuskerk is niet te bekennen. Toch werd het Burens Spel in 1979 op de markt gebracht als een van de middelen om de restauratie van deze kerk te financieren.

In het Vierstedenkwartet Buren-Culemborg-IJsselsten-Leerdam (uitgebracht ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van H.M. Koningin Juliana) is de kerk wel present. (Net als de molen, de poort, het weeshuis, en het voormalige stadhuis.) Terecht want de rood-oranje kerktoren is als een spil in het alledaagse leven van Buren. Hij is een baken voor wie vanuit Asch of Buurmalsen door het vlakke Neder-Betuwse land komt aanrijden, hij is het visitekaartje van de architect Pieter Post, de kroon op een historisch vestingstadje, de bewaker van adellijke graftombes. Over adel gesproken, dan was er ook nog in 1986 - wat overigens niets met de Lambertuskerk te maken heeft - een zekere W.A. van Buren die deeInam aan de Elfstedentocht. Toevallig ook een spel, zij het beduidend uitputtender dan het gooien met dobbelstenen. Zijn schaatsen liggen te kijk in het museum Buren & Oranje, ooit stadhuis.

Het Gelderse Buren is natuurlijk veel meer dan een spel met kaarten of schuilnamen. Buren is op een klein oppervlak de glorieuze nalatenschap van rumoerige eeuwen, bouwlustige graven en bezielde bouwmeesters. En van het gemeentebestuur - het zij geprezen - dat een jaar of vijftig terug de onbehouwen aanbeveling van politiek Den Haag (’Rij de bulldozer er maar doorheen!') negeerde. Dat riep binnen de stadswallen de verkrotting een halt toe en werkte zorgvuldig aan Burens herrijzenis, daarmee het verleden weer volop toekomst biedend.

Buren is om in te wandelen. Het bewijs dient zich als op afroep aan. Met veel moeite wringt zich een brouwerswagen vanuit de smalle Achter Bonenburg rakelings langs het Boerenwagenmuseum terug de Voorstraat in. De eters in restaurant De Swaen houden even de adem in, maar het geschuur van blik langs steen blijft uit.

Buren is ook van alle jaargetijden. Van de lente wanneer op de Molenwal de honderd jaar oude kastanjebomen hun bloesem laten openspringen, van de herfst wanneer op de Commanderij de notenbomen zich laten knuppelen, van de zomer wanneer hotel De Prins zijn terras naar de Korne-oever verhuist, van de winter wanneer de sneeuw de contouren van de twee kanonnen ‘Vogelgrijp' en 'Vogelgrijp zijn zusje' verzacht. En altijd, het hele jaar door, zijn er vanaf de stadswallen die verassende doorkijkjes die zicht bieden op gerestaureerde straatjes en huizen en monumenten waarmee Buren tot de rand is gevuld.

Door die straatjes trok in juli 1551 de bruidsstoet van Willem van Oranje, bijgenaamd de Zwijger, en Anna van Egmond-Buren naar de Lambertuskerk. Rond 1630 wandelde stedendwinger Frederik Hendrik er rond, op bezoek in zijn zomerverblijf met 172 kamers. De belegeringen van dat Burense kasteel waren sinds de twaalfde eeuw legio omdat vooral de plaatselijke graven en die van Egmond menige keer met elkaar overhoop lagen. Toch ging het gebouw niet tenonder aan de burentwisten, maar doodgewoon aan het verval en uiteindelijk in 1883 aan de sloop. In het Plantsoen aan de westelijke zoom van Buren zijn bij langdurig droog weer nog de vage omtrekken van de fundering te ontwaren. Grof materiaal van het kasteel kwam in de Hondsbosse zeewering terecht. . .

De oude gevels zagen ook talloze lijkkoetsen voorbij trekken, op weg naar de Lambertuskerk. In 1548 bijvoorbeeld die van Maximiliaan van Egmond-Buren, en in 1616 die van Maria van Oranje Nassau. Zij was de jongste dochter van de Zwijger en in 1613 stichteres van het overweldigende weeshuis, tot op de dag van vandaag met zijn ijzeren kantwerk op de nok, zijn consoles onder de goten en zijn geelgroene luiken het pronkstuk van Buren. Hierin is nu het Marechaussee Museum gevestigd.

Volop historische grond dus waarover we door de Culemborgse Poort (zeshonderd jaar oud) Buren binnenlopen. Daar valt te kiezen voor rechtdoor langs de uitdagende en vooral lange spreuk op de trapgevel van Voorstraat 3 ('Sy mogen my lyden en laeten leven die my benyden en niet leven als 't God behaegt? Beter benydt dan beklaeght. 1633'). Langs de met een gouden kroon opgesmukte rode beuk, twintig jaar terug geplant voor Juliana. Langs de stenen pump die de burgerij tot troost wil zijn wanneer er, net als in 1575, weer een grote stadsbrand uitbreekt (Grasante flamma sum civibus solatio).

Of voor rechtsaf over de kinderkopjes langs het rijtje unieke muurhuizen van de Kniphoek, waartoe - op het Jodenkerkplein - ook de vroegere synagoge (uit 1804) behoort. Richting Korne, het stroompje dat zich halverwege Buurmalsen-Buren van de Linge losmaakt, zelfstandig in nederige omvang verder gaat en aan de vestingmuren van Buren het aanzien van een slotgracht ontleent. Of zelfs voor achteruit, naar het Plantsoen, elf hectare loofbos aan de overkant van de ogenschijnlijk altijd groene Dreef waar onder het asfalt nog een kasteelbrug met vijf gewelfbogen schuil moet gaan, en naar de Toeren, wandelpaden in klavervorm die werden aangelegd ten tijde van Frederik Hendrik.

Rechts, links, rechtdoor, achteruit, kriskras, het is om het even. Wie er een uurtje of twee voor uittrekt, komt vanzelf alles tegen wat Buren met zijn 2800 inwoners te bieden heeft. Bij voorbaat geeft zo'n gedachte een voldaan gevoel. Niets zal in Buren onopgemerkt blijven.


ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING BUREN


Het begin en het eindpunt van de stadswandeling is bij het parkeerterrein aan het Plantsoen/Buitenhuizenpoort/Onderdreef. Van dit punt loopt u de Buitenhuizenpoort op in de richting van

1. de Huizen- of Culemborgsepoort, ook wel Stadspoort genoemd uit de 14e eeuw. Hier bovenuit torent de kerktoren, die zo het stadsbeeld verfraait. Rechts van de poort zie je café de Knip, naamgever voor het straatje onder de poort, direkt rechts: de Kniphoek. Je gaat na de poort direkt naar links.

2. Je loopt nu langs het Boerenwagenmuseum met een prachtige collectie boerengerij, een complete wagenmakerij, smederij etc. Geopend van Pasen t/m 31 oktober van 13.00 - 16.30 uur. Het museum is alleen gesloten op maandag. Je komt nu op de Molenwal.

3. Aan hel eind de Korenmolen Prins van Oranje uit 1776, die elke zaterdag in bedrijf is en dan ook bezichtigd kan worden. Hier komt het meel voor de plaatselijke molenbroden vandaan. Je volgt om de molen heen het voetpad, dat bovenlangs de Commanderij gaat. Hier heb je een mooi gezicht op het stadje.

4. In de volgende bocht staat op de Weeshuiswal het stoere kanon Vogel Grijp. Vanaf deze door een muur verstevigde wal zie je neer op het riviertje de Korne, een natuurlijk onderdeel van Burens vroegere verdedigingswerken.

5. Je volgt de wal naar rechts en komt bij het glorieuze Weeshuis uit 1616, een stijlvol voorbeeld van Hollandse renaissancebouw. In de zijmuur ontdek je de toegang van het Museum der Koninklijke Marechaussee, Dit kun je bewonderen in de periode van april tot eind oktober, van maandag t/m vrijdag van 12.30-16.30. Op zaterdag, zondag en feestdagen: 13.30-17.00.

Links in de wal staat de gerestaureerde poort, die naar de Korne leidt. Voor het Weeshuis langs wandel je de Weeshuisstraat in. Halverwege het hek ziel u het mooie Begijnenpoortje,

6. Je gaat rechtdoor tot de Herenstraat, waar enkele mooie panden slaan, en linksaf naar de Markt met schuin op de hoek de St. Lambertuskerk uit de 14e eeuw. Interessant interieur. Er tegenaan gebouwd staat de Waag, waar tot 1948 vee en allerhande goederen werden gewogen. Ervoor staat de stadspomp uit 1732.


7. Er tegenover op de hoek van de Rodeheldenstraat het voorname Stadhuis, wat in 1554 door de burgemeesters van Buren werd gekocht en sindsdien altijd stadhuis is gebleven. In de Voorstraat (aan het eind de Huizen- of Culemborgsepoort, waardoor we het stadje hebben betreden) op het tweede huis aan de linkerzijde een leerzame spreuk (1663). De wandeling voert je vervolgens rechtdoor de Rodeheldenstraat in. Deze straat eindigt tegen de Kornewal (vernoemd naar het langsstromende riviertje). Aan de oever daarvan vormt een steiger het laatste overblijfsel van de Sleyger- of Waterpoort.

8. Halverwege de Rodeheldenstraat opent de huizenrij aan de rechterkant zich voor het Jodenkerkstraatje, dat zich verbreedt tot het besloten Jodenkerkplein. Het huis waar u recht tegen aan loopt (geen herkenningsbord) is de voormalige Jodenkerk of Synagoge uit 1804. Dit is een verbouwde muurwoning (oorspronkelijk gebouwd tegen en in de stadsmuur). Meer voorbeelden van deze muurhuizen zie je zowel rechts als links in de Oranjestraal. Deze straat volg je naar links tot de Kornwal.

Daar kun je kiezen. Of je gaat naar rechts de Kornewal op en kiest bijna onmiddellijk weer rechts (bij hel voetpadbord) het overschaduwde pad 't Stek, dat achter de tuintjes van de muurhuizen langs (hier lag vroeger de stadsgracht) bij het parkeerterrein/bushalte terug komt. Of je volgt de Kornewal nog een eind verder naar rechts. Vlak voor het punt waar van rechts een zijweg komt, ga je naar rechts het lommerrijke kastanjelaantje op. Het komt naast de herberg de Uitspanning uit in de Buitenhuizenpoort, waar de wandeling begonnen is.

Wil je nog zien waar vroeger het Kasteel van Buren heeft gestaan, dan vervolg je de Buitenhuizenpoort naar links, steek de Dreef over en loop het pad op het Plantsoen in. Voorbij de eendenvijver rechts, de toegang tot hel kerkhof.

9. Links daarvan, onder de bomen (met op de achtergrond het sportveld) het muurmonument, ter herinnering aan die historische plaats.

Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT) Rivierenland
Telefoon: 0900 63 63 888
www.rivierenland.nl

www.burenoranjestad.nl

Bron: Volkskrant - Traject 6 november 1999 Frans van Schoonderwalt



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gewijzigd op 20-07-2006 door C.P.J. Aerssens