BARAQUE DE FRAITURE 2
Traject Regné - Montleban - Petit Langlire 22 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA


De wandeling van vandaag ligt in de buurt van de Baraque de Fraiture, dat met 652 meter hoogte als het op een na hoogste punt van België moet worden aangerekend. De route voert ons door drassig hoogveen en dichte Ardeense wouden, langs oude heirbanen en door sluimerende gehuchten waar de tijd lijkt stil te staan. De totale lengte van deze wandeling bedraagt 22 Km en moet als pittig omschreven worden. Als uitgangspunt is gekozen voor het gehucht Regné, 2 Km ten oosten van Baraque de Fraiture aan de N89 richting Vielsalm.

Bij het sportveld aan het begin van het dorp parkeren we de auto, steken de N89 over en nemen de onverharde weg in zuidelijke richting. Er volgt eerst een lichte klim en vervolgens voert het pad ons dalend naar La grande Fagne, Fagne du Plateau des Tailles. De dreigende regenwolken geven dit uitgestrekte hoogveengebied op deze natte octoberdag een triest aanblik. We steken de Ruisseau de St. Martin over en merken dat de route vastloopt in weilanden. Over prikkeldraad en tussen verdwaasd kijkende koeien bereiken we de laatste huizen van het gehucht Petites Tailles. Hier voert ons de route in oostelijke richting. Voorbij een verweerd wegkruis nemen we een brede beukenlaan rechtsaf, opnieuw gaat het richting zuid. Na bijna een kilometer gaat deze statige beukenlaan over in een bospad. Door het dichte bladerdak valt weinig licht en lijkt het alsof de dag al ver gevorderd is.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het bospad loopt uit in opnieuw een drassig hoogveen gebied: Fagne Pisserotte. Het sopt onder onze wandelschoenen en we moeten goed opletten om in dit terrein niet tot onze enkels weg te zinken in de nattigheid. Zo springen we van pollen stermos naar pollen stermos. Weer is er een beekje dat we moeten oversteken: Ruisseau de Rôlaye. Nu bereiken we de nederzetting Pisserotte, enkele vervallen huizen en schuren en vervolgen de route in zuidelijke richting. Na goed een kilometer bereiken we de oude heirbaan Chemin La voie des Hesses. Nu gaat het zo’n 4 Km in zuidoostelijke richting over een breed bospad, zo nu en dan modderig vanwege de brede bandensporen van boswerkzaamheden. Bomen worden er hier in dit seizoen gerooid.

Er is tijd voor een lunchpauze en de boterhammen komen uit de rugzakken. Ook is er gelegenheid om in het landschap aan de hand van de hoogspanningsmasten te kijken waar we ons bevinden. Montleban is dichtbij. Het beeld van Hubertus op een dikke eik geeft aan dat we weldra de bewoonde wereld bereiken. Maar op dit vroege middaguur lijkt Montleban uitgestorven. Zelfs het bekende orgel in de parochiekerk zwijgt. Slechts kort volgen we de doorgaande weg en bij Poncheau Gerlache gaat het linksaf richting Lomré. De verharde weg volgend nemen we in de bocht naar links een onduidelijk voetpad in noordelijke richting. Het is te merken dat niet veel wandelaars dit pad de laatste tijd gebruikt hebben. We banen ons een doorgang door het struikgewas en de brandnetels. Als het echt onbegaanbaar wordt, besluiten we over prikkeldraad te klimmen en door de wei onze weg te vervolgen. Een machtige stier kan ons slechts verdwaasd nakijken. Voorbij een forellenvijver van de plaatselijke visclub kunnen we het pad vervolgen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Links van ons zien we opnieuw de hoogspanningsmasten. Deze blijken een goed oriëntatiepunt te zijn. Het bospad blijft klimmen tot we over een modderige vlakte waar een groot perceel bomen is gerooid de verharde weg bereiken. Deze brengt ons naar Langlire en vervolgens licht dalend langs een kapel en over de Pont de Langlire naar Petite Langlire. Hier stuiten we op een GR-route met zijn rood-witte markeringen. Het blijkt de GR 578 te zijn. De route loopt nu in westelijke richting en we passeren wederom de hoogspanningsmasten. Dit is niet voor het laatst.

Via Pont de Bièvre naar rechts en onder de masten door de eerste weg linksaf. De masten staan nu links van ons. Zo bereiken we de weg van Ottré naar Bihain. Nog steeds volgen we linksaf de rood-witte markeringen van de GR 578. Na een paar honderd meter verlaten we de verharding en slaan rechtsaf. Vanaf hier hebben we een prachtig zicht in zuidwestelijke richting op Bihain. Bij dit plaatsje wordt coticule of oliesteen gedolven. Een zeer harde slijpsteen, die voor het scherpen van scheermessen kan worden gebruikt. Deze steensoort gaf aanzet tot een belangrijke industrie in dit gebied. Het Musée Coticule besteed aandacht aan de historische en sociale aspecten van deze industrie. Ook een naam als Sur les Minières duidt op deze industrie. We passeren dit gebied en duiken even verderop het bos weer in.

Nog slechts enkel kilometers scheiden ons van het vertrekpunt. We besluiten nog een pauze te houden en de laatste restjes uit de rugzakken te nuttigen. Wat in in het bos hier opvalt zijn de vele kratervormige kuilen die overal verspreid liggen en ons doet vermoeden dat dit restanten zijn van gevechthandelingen tijdens het Ardennenoffensief van november 1944. Een andere verklaring kunnen we niet bedenken. Het blijkt dat in de 2e W.O er in Regne hevig is gevochten en Regne in 1944 zes keer is gebombardeerd, zo ook de kerk. Wonderbaarlijk genoeg zijn er maar twee mensen omgekomen. Op dit moment worden er nog steeds oude restanten van de oorlog opgegraven.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is intussen gaan motregenen en de regenjassen worden voor deze laatste etappe voor de dag gehaald. We verlaten het bos en tussen de weilanden hebben we zuidelijk van hier een goed overzicht op het in de druilerige regen sompige Fagne du Plateau des Tailles. Zo bereiken we na goed een kilometer ons vertrekpunt van vanmorgen bij het sportveld van Regné, waar we de auto’s geparkeerd hebben.

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 55/7-8 Odeigne - Bihain
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 20-10-2000 door C.P.J. Aerssens