WANDELEN IN DE MORVAN GR13
TRAJECT VÉZELAY - ST.LÉGIER-SOUS-BEUVRAY
Bourgondië betekent voor de meesten lekker eten en drinken. Maar wie de GR-13 door het Bourgondische Parc Naturel Régional du Morvan volgt, ontdekt gaandeweg dat er meer is, veel meer. De natuur is er gemaakt op maat van de mens en dat betekent dat men hier op avontuur kan gaan zonder de risico's van het hooggebergte, terwijl de streek toch alle kenmerken van een berggebied heeft. Weidse vergezichten, diepe kloven en dalen.
We starten onze wandeling over de GR-13 in Vézelay. Het is meer dan een stadje op een heuvel. Van beneden oogt het als een filmdecor en boven stelt het niet teleur. Zoals in veel Franse stadjes is de geur van de middeleeuwen nog volop aanwezig. De Basilique Ste. Madeleine is een juweel. Haar kapittelen vertellen een gebeeldhouwd verhaal, dat je ademloos leets. Vanaf de muur die Vézelay omgeeft, kijk je ver over de bossen en heuvels van het Parc Naturel Régional du Morvan, zoals het officieel heet. Het landschap heeft alle kleuren groen en bruin. Felgele koolzaadvelden, een dorp met grijze huizen en witte zeilwolken in een heldere lucht maken het spectrum bijna compleet. We pakken vanaf de zuidmuur de GR-13 op. Niet dat die roodwitte strepen ons altijd op het goede pad houden. De 1:25.000 kaarten verleiden herhaaldelijk tot afwijkingen, maar het is wel gemakkelijk: kwastje verf op de bomen volgen, kaart in de rugzak en het kompas alleen gebruiken om te zien waar de zon opkomt, zodat je die 's morgens in de luifel hebt.
Het is doodstil achter Vézelay. Via St. Pére-sous-Vézelay volgen we de rood-witte markering van de GR13 en over de Mont Liboeuf dalen we af naar Foissy-les-Vézelay. Zo komen we op het landweggetje naar Pierre-Perthuis. De huizen van dit mooie dorp staan binnen de muren van een oude feodale kasteelvesting. Hier woonde ooit de beroemde maarschalk Vauban. Even voorbij Pierre-Perthuis, over de oude bruggen, voert een diep pad, uitgehold door water en voetstappen, door dicht verwilderd bos vol rottend hout. We passeren langs het riviertje de Cure de oude Moulin de Gingon. Het is nog vroeg in het voorjaar. Onder naaldbomen liggen nog plakken sneeuw, wellicht pas gevallen, terwijl op de open plekken al boshyacinten en zelfs aardbeiplantjes bloeien. De beuken en eiken zijn nog kaal, maar wilde vruchtbomen bloeien uitbundig. Winter, lente en zomer tegelijk, een fuga van jaargetijden.
Het pad is hier en daar overgroeid en we wandelen in een tunnel, speleologie in de frisse lucht. De hoeveelste zijn we die hier sjouwen met onze rugzakken? Welke kooplieden en pelgrims gingen ons voor, wie is hier overvallen? De modder, diepe plassen en stroompjes vergen aandacht en behendigheid. Waar het riviertje de Cure in de lengte de loop van het pad verkiest, moeten we zelfs de hoge kant beklimmen en een weg door het woud zelf zoeken. We zijn in het Bois d’ Usy en bereiken St.André-en-Morvan. Aan het eind van de middag eindigt het pad abrupt op het asfalt in Castellux-sur-Cure. Dit gehucht lijkt zo goed als uitgestorven. Er wonen nog slechts een handjevol inwoners. Een heus kasteel overheerst het beeld. We vragen naar een kampeerplekje en men wijst ons naar het naburige meertje.
De volgende ochtend verlaten we Castellux-sur-Cure en vervolgen weer in zuidelijke richting de GR-13, die in zijn 150 kilometer lengte sporadisch gehinderd wordt door asfaltwegen. De Grand Randonnée voert door open landschap met heggen en daarachter roomkleurig vee. Enkele bronstige stieren tonen machogedrag, alsof we een rivaal zou zijn voor hun harem. Een beest stampt dreigend op ons af. Vanachter een veilige ondoordringbare heg voelen we ons veiliger. Ook de kettinghonden in de gehuchten laten duidelijk weten, dat zij de grondeigenaars zijn. Een beetje water vragen wordt een gevaarlijke onderneming.
We passeren het stuwmeer van de Crescent en bereiken Marigny-l’Église. Even verderop volgt het pad opnieuw de oever van de Cure. De rood-witte verfstrepen voeren ons door een beukenbos. We voelen ons nietig in het landschap. Zo bereiken we ons nachtverblijf. De gîte heet La Chaume aux Renards, en het is een boerderij op een boshelling. De boerin ontvangt ons hartelijk, stookt de kachel extra op om onze sokken te drogen. Om zeven uur staat het eten klaar. We eten mee met wat de pot schaft en zo'n dagelijkse vijfgangenmaaltijd in dit Bourgondische gezin doet ons begrijpen, waarom over de hele wereld de menu's in het Frans geschreven worden.
De nieuwe dag voert ons door het Bois de la Roche Bogol via Le Vieux Dun en Bonaré naar Dun-les-Places. We verlaten even de GR13. In Dun-les-Places is het markt. Een dorpsstraat met vlaggen, kraampjes, muziek. Alle wijnen en kazen uit de buurt zijn er; er wordt druk geproefd. De slager etaleert versierde varkenskoppen en menigeen tikt goedkeurend tegen de billen van de te koop staande ossen op het kerkplein. Iedereen kent iedereen.
Maar het GR13 lokt verder. Terug naar de Pont du Montal. De route voert door de uitgestrekte bossen van het Foret Dominiale de Breuil Chenue en opnieuw een stuk langs het riviertje La Cure met veel water en nog meer bloemen. Een bioloog kan zijn hart ophalen aan de vele verschillende soorten. Het oversteken van met rotsblokken bezaaide zijriviertjes is soms lastig. Hier is ook een gele markering naar de Dolmen de Chevresse, een reusachtig hunnebed. We lopen door en bereiken Gouloux. Natuurlijk even een kijkje nemen bij de Saut de Gouloux.
De volgende dag opnieuw zuidwaarts. Zo bereiken we het Lac des Settons. De route voert langs de westelijke oever. Via La Chaise komen we in het Foret Dominiale d”Anost en langs La Grande-Vermoy arriveren we even later Joux en Anost. Tijd om op de camping een plaatsje te zoeken voor de nacht. Welterusten.
Even buiten de camping pakken we de rood-wit gemarkeerde route op. Nog steeds gaat het richting zuiden. We komen door Athez en les Pignots. Hier stuiten we op de geel-rood gemarkeerde Tour du Morvan en pikken deze route op omdat deze hier een paar kilometer verderop door Gorges de la Canche stroomt. Deze kloof staat immers bekend als zeer bezienswaardig. Dus eerst over de Mont Robert en langs een vakantiekolonie en in Roussillion-en-Morvan zoeken we even een rustpauze.
Weer op pad steken we even verderop de D978 over en daar begint de Gorges de la Canche, waar de riviertjes wispelturig om ons heen stromen. De verfstrepen sturen ons vaak door het koude water. Het is een van de interessantste wandelingen die je in de Morvan kunt maken, maar het pad is niet overal even gemakkelijk te bewandelen. Op een gegeven moment wijst het geel/rood naar beneden om je een blik te gunnen op een watervalletje. Met enkele halsbrekende toeren kun je helemaal afdalen tot in de beekbedding, maar uiteindelijk moet je toch weer naar datzelfde punt terug om de tocht verder te kunnen vervolgen. Het pad is goed aangegeven, afwisselend loopt men op de linker- of op de rechteroever van de beek, die een reeks van kleine watervalletjes vormt. We komen voorbij een kleine stuw met stuwmeertje dat een electriciteitscentrale voedt. Nog steeds over de Tour du Morvan klimmend door het Bois de Velleret naar Crot aux Meuniers.
Dan weer omhoog langs de Roches de Glenne. Met die wonderlijke kasteeltoren middenin het bos, besef je dat het zuiden van de Morvan er anders uitziet dan het noorden. In het noorden open velden, meer bosranden dan bossen, in het zuiden meer dichte geheimzinnigheid. Misschien komt dat wel, omdat de Kelten hier vroeger hebben gewoond. We volgen de route en naderen St. Prix waar we de nacht doorbrengen.
Nog een dagetappe staat ons te wachten. Vandaag duiken we in de historie van de Keltische Haeduers, de oorspronkelijke bewoners van de Morvan. Vanuit St. Prix nemen we eerst nog de Tour du Morvan in westelijke richting tot Glux-en-Glenne. Hier stuiten we opnieuw op de GR13 en lopen nu zuidwaarts. Het gaat hier bergop naar de Mont Beuvray. Hier komen we bij Bibracte, de Keltische stad op de Mont Beuvray. Ooit hun indrukwekkende hoofdstad en handelscentrum. De opgravingen liggen er verlaten bij. Een informatiepaneel vertelt dat de Romeinse legioenen bang waren voor de furor Gallicus, voor de saters en titanen die hier leefden. Julius Caesar schreef uitvoerig over deze Kelten in zijn klassiek geworden Bello Gallico, verplicht leesvoer voor gymnasiasten. Opgravingen hier op de Mont Beuvray van het Keltische oppidum (=vestingstad) Bibracte hebben veel prijsgegeven van wat zich hier allemaal heeft afgespeeld binnen de vijf kilometer stadsmuur van opgestapelde stenen en afgezaagde boomstammen.
Onder de indruk van wat zich hier in een duister verleden heeft voorgedaan dalen we af naar St. Légier-sous-Beuvray het einddoel van onze meerdaagse trektocht door de Morvan. In het gemeentehuis (de Mairie) van St. Léger-sous-Beuvray trekt een kleine permanente tentoonstelling over Bibracte nog onze aandacht. Voldaan over de vele landschappelijke impressies die we op ons netvlies hebben laten inwerken, keren we huiswaarts met de intentie nogmaals terug te keren en opnieuw de Morvan te doorkruisen
Charles Aerssens
INFORMATIE
De GR-13 is 150 kilometer lang en loopt van Vézelay naar Autun, of omgekeerd. Wie niet van de route afwijkt kan deze in ongeveer 10 dagen afleggen. Maar als ervan houdt af en toe je eigen route uit te stippelen, kun je de tocht naar keuze uitbreiden. Er liggen immers soms interessante plekken in de direckte nabijheid van de gemarkeerde route. De GR-13 loopt door heuvelachtig gebied en is door iedereen met enige wandelconditie goed te doen. In het voorjaar moet je af en toe door een stroompje waden. Er zijn meer goed bewegwijzerde Randonnées, onder andere de Tour du Morvan.
SLAPEN, ETEN EN DRINKEN
Reken er in april niet op dat je in elk dorp op een mogelijkheid tot overnachten hebt. Ook winkels, restaurants en kampeerterreinen zijn dan nog vaak gesloten. In het zomerseizoen ligt dat anders. Gîtes d'étape zijn er ook buiten de dorpen. Info over de gîtes d'étape vind je o.a. in het GR-gidsje. Met wild kamperen op 'niemandsland' ondervind je geen moeilijkheden. Officieel is het in het park verboden..
KAARTEN
Overzichtskaart:
Uitg. IGN, nr. 36 Parc Naturel Régional du Morvan, 1:100.000.
GR-13 en Tour du Morvan staan ingetekend. Voldoende samen met het GR-gidsje. Deze schaal is echter ongeschikt om er je eigen weg mee te zoeken.
Wandelkaarten:
Uitg. IGN, Serie bleue, 1:25.000, ca f. 20,- p.st.
Nodig voor het hele traject:
nr. 2722E; 2722O; 2723E; 2724E; 2823E; 2823O; 2824E; 2824O; 2825E; 2825O.
Stafkaarten zonder ingetekende routes.
Uitg. IGN nr3615, 1:50.000, Carte des Randonnées, Morvan, ca f. 18,50.
Speciale wandelkaart in de serie 'Culture et Environnement' . Met vermelding van gemarkeerde paden, toeristische info en accommodatie.
BRON EN GIDSJES
Op Pad, Tom Lagerweij
GR-13, referentie 125, Traversee du Morvan, uitg. FFRP, ca f. 33,50.
Dit is de door Ton Lagerweij gelopen route. Van Auxerre naar Signal de Mont, en Nolay. Met info over overnachtingsmogelijkheden en bevoorradingsmogelijkheden onderweg.
Elmar Wandelgids, Bourgondie, de Morvan, ca f. 24,50.
Met de GR-13, de Tour du Morvan en ruim 40 rondwandelingen.
GR Pays, Tour du Morvan par les Lacs, referentie 032, ca f. 31,50.
Gedeeltelijke rondwandeling door het Parc Naturel Régional du Morvan.
Guide Michelin, Bourgogne/Morvan, ca f. 25,90.
Dominicus, Bourgogne/Champagne, ca f. 32,90.
Kosmos, Bourgogne, ca f. 22,90.
Cantecleer, Kunstreisgids Bourgondie, ca f. 49,.50.
ANWB Reisgids, Bourgondie, Champagne, ca f. 33,50
Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 26-02-2001 door C.P.J. Aerssens