SOUTH DOWNS WALK 2
Traject Exceat - Alfriston - West Firle 16km

© L.A.W.V.VIA-VIA


Vroeg uit de veren lieten we ons het typisch Engelse breakfast goed smaken. Zo kon de dag niet meer stuk. Charles had intussen de topografische kaart goed bestudeerd en de wandelroute van deze dag uitgestippeld. We zouden het eindpunt van gisteren aan Exceat Bridge bij de bushalte naar Eastbourne als startpunt voor deze dag nemen. Er was een grote parkeerplaats voor de dagjesmensen die naar Cuckmere Haven liepen of het Seven Sisters Country Park bezochten. Opnieuw wilden we vandaag een gedeelte van de South Downs Way lopen nu echter meer landinwaarts met de wetenschap toch prachtige vergezichten richting zee te krijgen.

Tegen 10.00 uur reden we weg uit Ringmer. De route wisten we nog van de vorige dag, dus zoeken hoefden we niet meer. Op de parkeerplaats was op dit vroege uur nog plaats genoeg en we konden de auto in de schaduw parkeren. De wandelschoenen werden aangedaan en de rugzakken gepakt. Proviand hadden we genoeg: Peter had voor alles gezorgd. In goede samenwerking zorgden Jan en Peter voor belegde boterhammen voor iedereen en werd de drank verdeeld. Zo konden we op weg.

Meteen achter het bezoekerscentrum ging de goed gemarkeerde South Downs Way door een weiland meteen steil omhoog in noordoostelijke richting. Boven aangekomen moesten we door en over een houten hekwerk. Dit soort hekjes zouden we de komende dagen op onze wandelingen nog talloze malen moeten bedwingen. Op dit hoogste punt hadden we een prachtig uitzicht op de meanderende Cuckmere River in dit estuarium dat bij Cuckmere haven in zee uitmondt. De zon liet zich al vriendelijk zien en het betekende dat het opnieuw een mooie dag zou worden.

Door het bos daalden we af naar Westdean, een gehucht gelegen in Friston Forest. Een beekje overstekend en langs enkele rustieke Engelse landhuizen moesten we opnieuw klimmen. Nog steeds ging het door frisse bossen, eerst richting noordwesten, later naar het noorden. Hier kwamen we al enkele vroege wandelaars tegen die in tegenovergestelde richting liepen. Je kunt het geloven of niet het waren Nederlanders. We zouden er vandaag nog verschillende ontmoeten. Na goed een kilometer kreeg het landschap een meer open karakter. Aan onze linkerzijde ontwaarden we op een krijtrotsheuvel aan de oever van Chuckmere River een in het gras gemarkeerde figuur van een paard. Op de kaart aangegeven als White Horse. Hier in deze streek komen dit soort in kalk gekerfde figuren vaker voor. Bekender is The Long Man in Wilmington vlakbij Eastbourne. Ze stammen vaak uit de Saksische tijd. Langs tarwevelden en door weiden bereikten we de eerste huizen van Litlington. Over een smal voetpad naast een rode Engelse telefooncel kwamen we aan de lage dijk, die direct langs Cuckmere River liep. Deze dijk wekte niet de indruk bij erg hoog water voor veel bescherming te kunnen zorgen. Maar op deze zonnige zondagmorgen leek Cuckmere River leek eerder op een wat breed uitgevallen, rustig voortkabbelend beekje.

Stoomopwaarts liepen we nu naar Alfriston. Dit was het volgende doel op onze wandeltocht. Eerst nog een bruggetje over. Alfriston is een sfeervol, schilderachtig plaatsje in de Cuckmere vallei met oude inns en leuke uit hout en steen gebouwde huisjes. Van de 14de-eeuwse St. Andrew's Church is weinig meer te vertellen dan dat hij ook wel de kathedraal van de Downs wordt genoemd. Een bezoekje was op dit tijdstip niet mogelijk omdat de kerkbezoekers er bezit van hadden genomen. Naast de kerk staat Clergy House, de rietbedekte vakwerkpastorie, die van 1350 dateert. Dit is het eerste gebouw dat door de National Trust werd aangekocht. Men heeft er in 1896 10 pond Sterling voor neergelegd. Het gedrongen landhuis werd eigenlijk voor plaatselijke predikers gebouwd, maar met het grote dak en de vrijstaande schoorsteen ziet het eruit als een klassiek Yeomen's House, een huis van die typische vrije boeren van het zuidoosten, die half landbouwer en half gentlemen waren.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In de oude dorpskern waar eens de smokkelaars woonden, staan nog vele oude huizen in de typische bouwstijl van deze streek. Het zijn zogenaamde "Tilhung houses". Vanaf de eerste verdieping zijn de huizen bekleed met leien, die zo voor een extra be-scherming tegen het weer zorgen. Opvallend in de dorpsstraat is de Star Inn uit de 14de-eeuw met ervoor een felrood geschilderde houten leeuw. Het schijnt het boegbeeld te zijn van een in 1672 in Het Kanaal vergane Hollands schip. Het hout van deze Star Inn en dat van vele andere huizen in het dorp is meer dan 500 jaren oud.

We namen ruim de tijd voor een rustpauze en kochten enkele kaarten. Postzegels kopen was een groter probleem. Het plaatselijke postkantoor bleek gesloten en in de verschillende winkels kon men ons niet helpen. Zelfs de postbode van de Royal Mail, die de brievenbus kwam lichten, kon ons niet van dienst zijn. Dit betekende dat de kaarten in de rugzak verdwenen en pas bij thuiskomst weer voor de dag kwamen.

De routemarkering volgend verlieten we Alfriston in westelijke richting door een kleine, moderne woonwijk. Net buiten het dorp werd het weer even flink klimmen, er moest een kleine 100m worden overwonnen. Aan het pad was het goed te zien dat we in een kalkgebied zaten. De weg was hard en wit en op enkele plaatsen uitgesleten door het hemelwater. Het was nu omstreeks het middaguur en de zon stond hoog aan de hemel. Het was intussen behoorlijk warm geworden, gelukkig hadden we de zon schuin van achter, want we liepen in noordwestelijke richting.

Het landschap bood een wijds uitzicht naar alle kanten omdat we op een soort richel van de South Downs liepen en nog steedsin hoogte klimmend van ongeveer 100m naar 217m bij Firle Beacon. Het ging wel zeer geleidelijk, soms met een kleine daling om van de ene heuvelrug de volgende te bereiken. Dit alles over een lengte van meer dan 4 kilometer. Links van ons hadden we uitgestrekte landbouwgebieden met tarwe en andere granen. Daar waar de South Downs Way liep, was er een brede grasbaan, die rechts van dit pad steil 130m tot 150m naar beneden ging nu en dan bevolkt door een schaapskudde. Door de openheid van dit landschap was naar het zuiden toe de zee op verschillende plaatsen goed zichtbaar aan de einder ondanks de soms wat heiige horizon. Maar Jan moest er wel duidelijk van overtuigd worden, omdat het voor hem meer een Fata Morgana was. Voor dit sprookje kon hij beter terecht in de Efteling!! Rechts van ons ontvouwde zich een totaal ander landschap: kleine akkerperceeltjes, weilanden en bosschages wisselden elkaar af met daarin gelegen kleine dorpjes en gehuchten of afgelegen boerderijen.

Ook hier kwamen we op deze zondag vele wandelaars tegen en natuurlijk ook landgenoten, sommigen zelfs in de stijl van "Jo-met-de-banjo". Tegen 13.00 uur vonden we het tijd om een flinke middagpauze in te lassen. De inwendige mens moest worden gesterkt en Jan en Bert vonden het nodig een tukje te doen. Even werden de shirtjes uitgedaan om te laten drogen van het overvloedige transpiratievocht. Wel was het oppassen nu geen kou te vatten omdat er zo nu en dan een verraderlijk zeebriesje opstak. De rust deed eenieder goed en de boterhammen werden snel soldaat gemaakt. Vanaf onze rustplaats hadden we een prachtig uitzicht over het afwisselende landschap van East Sussex en Kent. Onder ons lag bijna binnen handbereik het gehucht Berwick met zijn beroemde kerkje. Het kerkje is een simpel 12de-eeuws gebouwtje. Verrassend zijn de schilderingen in de kerk vervaardigd tussen 1941-1943. De bijbelse verhalen spelen zich af in het landschap van de plaatselijke omgeving en voor de bijbelse figuren hebben onder andere de bisschop van Chichester en de rector van Berwick model gestaan.

Uitgerust togen we na een klein uurtje weer op pad en vervolgden onze weg in noord-westelijke richting voortdurend licht klimmend en dalend. We kwamen voorbij een niet meer in gebruik zijnde kalkgroeve. Na goed 2 kilometer bereikten we het hoogste punt Firle Beacon 217m. Opnieuw hadden we zonder het op dat moment te beseffen zicht op een bekend bouwwerk uit de Engelse cultureel erfgoed: Charleston Farmhouse. Op deze idyllisch gelegen boerderij woonde en werkte vanaf 1916 Vanessa Bell, de beroemde zus van Virginia Woolf. Het ademde een sfeer die op de tijdgenoten van Vanessa Bell grote aantrekkingskracht uitoefende. De econoom Maynard Keynes had hier een eigen kamer; de kunstcriticus Clive Bell, officieel nog steeds de echtgenoot van Vanessa, kwam er met zijn minnaressen; biograaf Lytton Strachey logeerde er graag, evenals schilder en criticus Roger Fry en schrijver E.M. Forster.

Charleston Farmhouse ligt eenzaam aan de voet van een heuvel. Dat isolement versterkt de suggestie dat hier, net buiten het bereik van de maatschappij, het paradijs is hervonden. Maar natuurlijk was Charleston Farmhouse geen paradijs. Het huis is vrolijker dan de levens die erin werden geleefd. In de bibliotheek hangt een indringend portret van Vanessa Bell, in 1942 geschilderd door Duncan Grant. Wantrouwig, gedesillusioneerd en bedroefd kijkt zij door de hoge ramen naar het lieflijke, glooiende landschap. Met Charleston Farmhouse probeerde Vanessa wanhopig om een thuisbasis te scheppen voor de homoseksuele Duncan Grant, een thuisbasis die hem voorgoed aan haar zou binden, want altijd was er de drei-ging dat hij haar zou verlaten voor een van zijn vele liefdes. Charleston Farmhouse was een van haar belangrijkste troeven in de strijd om hem te behouden. Het kleine paradijs waar hij kon schilderen, ongehinderd door praktische problemen en zorgen over geld. Tot aan haar dood in 1961 schilderden zij elke dag samen in het atelier.

Deze wetenswaardigheden gingen op die zondagmiddag aan ons voorbij. De realiteit was dat we al ons einddoel van de wandeling van vandaag in zicht kregen: West Firle. Om er te komen moesten we nog een zeer steile afdaling doen. Via een steil en smal wandelpad ging het langs Firle Plantation, een groot bosperceel dat tegen de steile helling lag en een natuurlijke beschutting bod aan het dorp om bij heftige regenval overstromingen en mogelijke aardverschuivingen te voorkomen. Het dorp was aan de zuidzijde bovendien afgeschermd door een lange, hoge stenen muur, die hier wellicht om dezelfde reden was opgebouwd.

Het dorp zelf was zo'n typisch Engels plattelands plaatsje. Op deze zondag middag was er op het eerste oog weinig te doen. In de plaatselijke Pub bestelden we een stevig biertje en Jan wilde een koffie. Toen we de rekening zagen schrokken we, maar al gauw werd ons, dus Peter, Bert en Charles, duidelijk dat de koffie hier "schrikbarend" duur was. We probeerden Jan daar tenminste van te overtuigen. We vonden het nog te vroeg om ons gastgezin te bellen, dat aangeboden had ons hier te komen ophalen. Zo werd de rustpauze iets langer en hadden we de tijd te overleggen wat we nog konden ondernemen. We besloten om nog een kleine rondwandeling te maken van ongeveer een uurtje. Zo gezegd, zo gedaan. Een plaatselijk openbaar voetpad zou ons op weg helpen. We liepen richting Firle Place. Het landgoed Firle Place wordt sinds de 15e eeuw bewoond door de familie Gage. Een beroemde nazaat uit deze familie was Generaal Thomas Gage, bevelhebber van het Britse leger aan het begin van de Amerikaanse Onafhankelijkheids Oorlog (1775-1783) Het Tudor landhuis werd grotendeels veranderd in 1730 en bezit een kostbare verzameling schilderijen, verder mooi meubilair en Sèvresporselein.

Slechts vanuit de verte hebben we Firle Place zien liggen, want op deze zondagmiddag waren wij, dat wil zeggen Bert, Peter en Charles, meer geïnteresseerd in de cricket-wedstrijd die er op het prachtig geschoren gazon werd gehouden. Jan snapte al helemaal niets van onze plotselinge interesse in deze sport. We zochten een goed plaatsje om de verrichtingen op het veld te kunnen volgen. Maar verstoken van enige regelkennis van dit zo merkwaardige Engelse excentrieke tijdverdrijf werd het eerder een slaapverwekkende aangelegenheid. Vijftien gentlemen in oogverblindend wit stonden (de meeste tijd schijnbaar verveeld) op het groene grastapijt, wierpen of sloegen op een harde leren bal ter grootte van een tennisbal en begonnen nu en dan te rennen om dan plotseling in luid gejuich uit te barsten. Het merendeel van de spelers van de veldpartij brachten hun tijd door in ledigheid, slechts af en toe applaudisserend voor een goede vangbal van de wicketkeeper. Het spel kan uren duren en een toernooi meerdere dagen. We hebben het geweten!!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Ook van de beide scheidsrechters, gehuld in slagersjassen en met een wit hoofddeksel op, ging weinig activiteit uit en van enig enthousiasme van de toeschouwers, waarvan sommigen hun auto tot aan de uitlijnen van het veld hadden gereden, was ook geen sprake. Wij deden in elk geval ons best om langs de lijn gezeten enig inzicht in de spelregels en het verloop van het cricketspel te krijgen. Tegen 17.00 uur vonden we het welletjes en belde Charles naar Ringmer.

Terwijl Bert en Charles met David naar de parkeerplaats bij Exceat reden om de auto op te halen, gingen Peter en Jan terug naar Ringmer. Zij hadden intussen tijd zich te verfrissen. Die avond zouden we buiten eten en alles werd ervoor in gereedheid gebracht. Het beloofde een warme, gezellige avond te worden. De barbecue kippen en de heerlijke salades lieten we ons goed smaken, daarbij genietend van een stevig glaasje Franse wijn. Opnieuw konden we terugkijken op een geslaagde wandeldag, die ons opnieuw een stuk verder over de South Downs Way gevoerd had.

Charles Aerssens

KAART

- Ordnance Survey 1:25000 Explorer 16 South Downs Way (Newhaven to Eeastbourne)

© L.A.W.V.VIA-VIA



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 15-02-2001 door C.P.J. Aerssens