THEMA 3: HERINNERINGEN AAN HET JOODS VERLEDEN

Al vele eeuwen kent de Joodse gemeenschap in Berlijn een bewogen geschiedenis. Zo krijgen een aantal welgestelde Joodse families, die uit Wenen verdreven zijn, in 1671 toestemming van de Keurvorst van Brandenburg Frederik Willem I (1620-1688) om zich in Berlijn te vestigen. Zij vormen zo de kern van de later omvangrijke Joodse gemeenschap, die in de daarop volgende eeuwen een belangrijke rol speelt in de opbloei van het culturele leven, de handel en de industrie. Ondanks gelijkberechtiging, die de Joden bij de stichting van het Duitse keizerrijk in 1871 krijgen, blijven vooroordelen en discriminatie van de Joodse inwoners van Berlijn bestaan en komt de Joodse gemeenschap toch tot bloei. Men probeert zich aan te passen aan de Duitse cultuur, wat soms ten koste gaat van eigen etnische identiteit. Als bankier, advocaat, arts, ondernemer of koopman leveren zij een belangrijke bijdrage aan de economische vooruitgang van de metropool Berlijn en ook in het wetenschappelijke en vooral culturele leven van de stad is hun invloed duidelijk aanwezig. Maar aan het eind van de 19e eeuw blijkt aanpassing aan de Duitse cultuur toch geen garantie te bieden tegen sociaal isolement en antisemitisme. Illustratief voor die onzekere situatie van de Joden in het Duitse openbare leven is de opkomst en val van de Joodse industrieel, politicus, publicist en schrijver Walther Rathenau (1867-1922), die in 1922 na vijf maanden minister van Buitenlandse Zaken in de Weimarrepubliek vermoord wordt door aanhangers van extreemrechts en het groeiende nationalisme. Na de machtsovername door de nazi's in 1933 worden de Joden volledig van hun rechten beroofd met als dieptepunt in de hun geschiedenis de Holocaust, de geplande vernietiging van het Jodendom door de Nationaal Socialisten in 1939 als onder Adolf Hitler WOII uitbreekt. Van de 160.000 Joden die het vooroorlogse Berlijn telt, emigreert de helft en van de rest overleven er slechts zesduizend het Hitler Regime.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Oranienburgerstrasse - Dakconstructie trappenhal Neue Synagoge
We starten wandeling langs het bewogen Joods verleden in Berlijn aan de Oranienburgerstrasse in de Spandauer Vorstad ook wel Scheunenviertel genoemd, een wijk waar vanaf de 17e eeuw veel joden wonen. Hier vinden we de Neue Synagoge, vanouds het centrum van de Joodse cultuur in Duitsland. De oorspronkelijke synagoge met een imposant roodbakstenen gevel met daarop een vijftig meter hoge, gouden koepel tussen twee rijk versierde kerktorens wordt in september 1866 op het Joods Nieuwjaar Rosch ha-Schana ingewijd en is dan de grootste van Duitsland. Plaats biedend aan meer dan drieduizend gelovigen. Het gebouw baart in die tijd veel opzien door de kleurrijke decoraties, de geraffineerde verlichting, het rijke metselwerk en zijn technisch gewaagde koepel met duidelijk Moorse trekken en met Neo-Gotische ramen. Het ontwerp is dan ook van de christelijke architect Karl Heinrich Eduard Knoblauch (1801-1865) en Friedrich August Stüler (1800-1865). De Nieuwe synagoge is namelijk niet alleen een religieus, maar ook een belangrijk cultureel centrum van de stad Berlijn. De oorspronkelijk uit de 19e eeuw stammende synagoge wordt beschadigd tijdens de Kristallnacht van 9 november 1938, waarin de Nazi’s doelgericht de Joden en hun Synagogen aanvallen. Door het ingrijpen van de Duitse politieofficier Luitenant Wilhelm Krützfeld (1880-1953), die met zijn wapen de SA op afstand weet te houden door een beroep te doen op de monumentenstatus van de synagoge, wordt erger voorkomen. Een plaquette op de huidige gevel herinnert aan deze daad. Een Brits bombardement op 23 november 1943 doet daarna het verwoestende werk 23 en tenslotte wordt het gebouw in 1958 afgebroken met uitzondering van de gevel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neue Synagoge - Gedenkmonument fundamenten Neue Synagoge
In de DDR periode wordt in 1995 onder leiding van de 38-jarige architect Bernard Leisering met de herbouw van de Neue Synagoge begonnen. Alleen de voorbouw met hal en tentoonstellingsruimte worden gereconstrueerd en op de binnenplaats is als kunstwerk enkel nog de fundering zichtbaar van de eigenlijke niet herbouwde synagoge, waar een halve cirkel in zwartgraniet de voormalige apsis met de Thorarollen markeert als indrukwekkende gedenkplaats. Bij de bouw doen bouwvakkers na het opruimen van de kelders een bijzondere vondst: een Nér Tamit, een lamp die voor de Heilige Ark hing. De inscriptie van deze Nér Tamit luidt: Adolf und Casilie Jacoby sowie Julius und Lydia Jacoby, en stamt uit het joodse jaar 5626 (1866). Deze is nu te zien in het Centrum Judaïcum van de synagoge. Als je door de strengbewaakte hoofdingang met erboven een Hebreeuwse spreuk van de profeet Jesaja binnengaat kom je in een aantal ruimtes die duidelijk maken welk een diepe wonden WOII in het Joodse leven in Berlijn heeft geslagen. Allereerst staan er maquettes van de oorspronkelijke synagoge zoals deze in 1866 is gerealiseerd en vinden we er restanten van na de brand en afbraak. Maar ook vooraanstaande personen die een bijdrage hebben geleverd aan het rijke Joodse verleden van de Stad Berlijn.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neue Synagoge - Nér Tamit (1866)
Zo is er in de tentoonstellingsruimte een plek ingeruimd voor de Duits Joodse filosoof Moses Medelsohn (1729-1786), die bijna zijn hele leven in Berlijn heeft gewoond en gezien kan worden als belangrijkste grondlegger van de Joodse Verlichting, wat hem niet altijd in dank is afgenomen. Ook de bekende Berlijnse Joodse schilder Max Liebermann (1847-1935), voorzitter van de Preussische Akademie der Künste, is prominent aanwezig met een zelfportret en een van zijn laatste schilderijen uit 1934: “De thuiskomst van Tobias”. Zijn werk is impressionistisch als volgeling van de School van Barbizon en raakt zo in zijn Parijse periode bevriend met Gustave Courbet (1819-1877). Voor studie is hij tussen 1874 tot 1914 in de zomermaanden regelmatig in Nederland o.a. in het Brabantse Dongen, waar hij Pieternella Verhoeven als spinster schildert. Als in 1933 het politieke landschap in Duitsland totaal verandert en het Nazi regime van Adolf Hitler aan de macht komt, wordt Max Liebermann als Jood getreiterd en artistiek geïsoleerd. Hij ondergaat dit en typerend is zijn uitspraak: "Ach, weet U, ik kan helemaal niet zoveel vreten als ik zou willen kotsen." als de bruinhemden van de SA langs zijn deur marcheren.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neue Synagoge - Max Liebermann (1847-1935)                           Schilderij "Thuiskomst van Tobias" (1934)          
Vanuit de Neue Synagoge wandelen we verder over de Oranienburgerstrasse de Joodse wijk in. De buurt ademt nog steeds de joodse geschiedenis en de sporen en herinneringen van het Joodse stadsleven van weleer zijn hier en daar nog terug te vinden. Zo zijn op een groot aantal plekken in het plaveisel de namen van de verdwenen joodse mannen, vrouwen, kinderen en soms hele gezinnen als “Stolpersteinen” zichtbaar. Nieuwe koosjere restaurants en Joodse scholen hebben inmiddels weer hun deuren geopend en de oude Joodse begraafplaats aan de Grosse Hamburgerstrasse is opgeknapt. Ook het aantal Joden in buurt is de afgelopen decennia weer toegenomen. We komen langs het Monbijoupark, gelegen tussen de Oranienburgerstrasse en de Spree. Hier heeft tot 1959 het Slot Monbijou gestaan, waarvan de overgebleven ruïne van na WOII uit politieke overtuiging verwijderd is in de DDR periode en er dan in 1962 een park is aangelegd. In 2006 en 2007 is het park naar plannen van tuin- en landschapsarchitectenbureau Lützow 7 opnieuw ingericht en er is een brede oeverpromenade langs de Spree aangelegd. Op de Monbijou Platz aangekomen loont het de moeite om even de Hackische Höfe in te lopen, een reeks van acht binnenpleinen die met elkaar verbonden zijn en zo een heel complex vormen en tussen 1905 en 1907 aangelegd. Het Hackesche Höfe complex wordt beschouwd als een van de mooiste voorbeelden van industriële Jugendstil architectuur in Duitsland. Het centrale plein wordt omringd door gebouwen die betegeld zijn met geglazuurde tegels en versierd met Moorse mozaïeken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ebertstrasse - Holocaust Monument
Vanaf de Monbijou Platz nemen we de S-Bahn naar de Brandenburger Tor om dan vervolgens een bezoek te brengen aan het Holocaust Mahnmal in de Ebertstrasse. Dit Holocaustmonument is een monument ter herdenking van de Jodenvervolging waarbij 6 miljoen Joden in Europa zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een ontwerp van de Amerikaanse architect Peter Eisenman en het geheel bestaat uit 2711 betonblokken variërend in hoogte van 20 cm tot 4,5 meter met een onderlinge tussenruimte van 95 cm. Het veld met de golvende blokken op een oppervlakte van 19.000 m² roept volgens hem een gevoel van desoriëntatie en isolement op en is symbolisch voor de ervaringen van de Joodse bevolking tijdens het nazibewind. Motto van het monument is een tekst van de Italiaanse schrijver Primo Levi, zelf overlevende van het vernietigingskamp Auschwitz: “Het is gebeurd, en daarom kan het weer gebeuren. Dat is de kern van wat wij te zeggen hebben.” Het monument werd op 10 mei 2005 ingewijd. Onder het monument kun je een informatiecentrum vinden waar de geschiedenis van het joodse volk wordt verteld. We laten het Holocaust museum achter en wandelen met de gedachten aan die 6 miljoen Joden die in WOII onder de gruwelijkste omstandigheden aan hun einde zijn gekomen, naar de Potsdamer Platz. We gaan vanhier door de Stresemannstrasse naar de Niederkirchnerstrasse, die ten tijde van het Derde rijk als Prinz Albrecht Strasse op de kaart staat. Na WOII verloopt de versterkte grens tussen de Amerikaanse en Russische zone dwars door deze straat en komt hier aan de zuidkant in 1961 de beruchte Berlijnse Muur, die hier ook na de val van die muur in 1989 nooit gesloopt is en daarmee het langste segment is dat nog steeds zichtbaar is.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Museum un Dokumentationszentrum Topographie des Terrors
In de Niederkirchnerstrasse komen we aan een opmerkelijk museum: het Museum en Documentatiecentrum Topographie des Terrors, waar een tentoonstelling uitgebreid aandacht besteedt aan de Nazi misdaden van het Derde Rijk in de periode 1933 tot 1945. Het staat op de plek waar aan de Prinz Albrecht Strasse en de Wilhelmstrasse de gruwelijkste Nazi instanties gevestigd zijn onder het Nazi Regime: het hoofdkwartier van Reinhard Heydrich (1904-1942) met de Sicherheitsdienst (SD), de Gestapo met Heinrich Müller (1900-1945) als hoofd en het hoofdkwartier van de Schutzstaffel (SS) met Heinrich Himmler (1900-1945), rechterhand van Adolf Hitler en een van de hoofdverantwoordelijken voor de Holocaust en daarmee een van de grote oorlogsmisdadigers uit WOII. Na WOII worden deze drie gebouwen gesloopt, maar in 1987 bij de viering van de 750e verjaardag van Berlijn wordt in de voormalige martelkelders van de Gestapo een tentoonstelling over deze Nazi misdaden ingericht en in 1992 moet de start van het nieuwe project Topographie des Terrors een permanent overzicht geven van het schrikbewind van het Nazi Regime. Toch heeft de realisatie van dit delicate project vanaf het begin al veel voeten in de aarde en wordt pas in 2010 voltooid. Zo wordt het eerste ontwerp van de Zwitserse architect Paul Zumthor na een begonnen en dure bouwfase in 2004 opgegeven en start een nieuwe poging om het project opnieuw van de grond te krijgen. Het is het ontwerp van de Berlijnse architect Ursula Wilms in een nuchtere, strakke stijl met veel glas, dat op deze vlakte verrijst, waarin op het buitenterrein ook de restanten van de voormalige martelkamers zijn opgenomen. De expositie het Museum en Documentatiecentrum Topographie des Terrors maakt de objectieve bezoeker duidelijk dat Duitsland nog moeite heeft met dit verleden!!

© L.A.W.V.VIA-VIA
Topographie des Terrors - jodenvervolging onder Nazi Regime                       Adolf Hitler zijn zijn trawanten                      
Vanaf het Museum en Documentatiecentrum Topographie des Terrors gaan we op weg voor een laatste bezoek van deze themawandeling naar het Joods Museum. Door de Wilhelmstrasse en linksaf de Franz Klühstrasse in komen we in de Lindenstrasse uit waar we naar links direct bij het Joods Museum staan, dat uit een tweetal gebouwen bestaat. De entree is via het monumentale pand met Barokke façade uit 1734, ontworpen door architect Philipp Gerlach (1679-1748), en uit de tijd van Koning Frederik Willem I (1713-1740). Opvallend aan de voorkant zijn het portaal met balkon en het driehoekige fronton met het Pruisische wapen en allegorische voorstellingen van de Gerechtigheid en de Wijsheid. Indrukwekkender en in groot contrast met het Barokke pand is het naastgelegen nieuwe moderne Joods Museum uit 2001, dat geldt als een van de belangrijkste moderne bouwwerken van Berlijn, ontworpen door de wereldberoemde Amerikaanse architect Daniel Libeskind, wiens ouders de Holocaust overleefd hebben. Het ongebruikelijke avant-gardistische ontwerp van pand is vormgegeven als een zigzag, wat verwijst naar een gebroken Davidsster.

© L.A.W.V.VIA-VIA
   Joods Museum - Schrijfrobot Thora                                 Trappenhal van Architect Daniël Libeskind
De tentoonstelling in het Joods Museum geeft een overzicht van het Joodse volk, hun geschiedenis en cultuur en is chronologisch opgebouwd. Het laat in totaal ongeveer 2.000 jaar aan Joodse geschiedenis zien, vanaf de eerste getuigenissen ten tijde van de Romeinen tot het joodse leven in het huidige Duitsland, waarbij de Jodenvervolging in WOII een centrale rol inneemt. De ruimtes in het museum hebben talrijke onregelmatige hoeken, waardoor ze steeds weer een ander gezichtspunt bieden. Grotere en kleine hallen en grotere en kleinere gangen: het museum geeft bewust de indruk van een labyrint. Ben je eenmaal binnen dan voelt alles een beetje vreemd: alles is scheef, de vloeren hellen, een aantal van de displays zijn gekanteld en je verliest je oriëntatie als je door de gangen loopt omdat de indeling verwarrend is en je ronddwaalt en soms in cirkels loopt. Het meest indrukwekkend in het gebouw is de Holocausttoren, een kleine ruimte die zich aan het eind van een doodlopende gang bevindt. Eenmaal binnen valt de deur met een klap achter je dicht. Je staat in een kale ruimte die 24 meter hoog is. Het is er bijna donker. Helemaal bovenin zit een klein raam dat een beetje licht binnenlaat. In de verte klinken heel zwak de geluiden van de stad. Je bent alleen, afgesneden van de wereld en er is niemand die nog iets voor je kan doen.

Op deze themawandeling door het hart van Berlijn zijn nog op veel plekken de herinneringen aan het Joods verleden zichtbaar. Zoals het ooit is geweest, zal het vanzelfsprekend nooit meer worden, want daarvoor heeft de Tweede Wereldoorlog te diepen wonden in het Joodse leven in Berlijn geslagen. Wat blijft zijn de herinneringen en monumenten aan de verschrikkingen van de Nazi terreur.

Charles Aerssens

Dit thema is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

GIDS:

- ANWB Extra - Berlijn, Compacte reisgids met uitneembare kaart, ISBN 978901831480



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gewijzigd op 28-12-2014 door C.P.J. Aerssens