Die aantrekkingskracht van het bijna 900 jaar oude Chamonix komt vooral door de gelukkige locatie: het ligt aan de voet van de Mont Blanc en dat is met haar 4807m de hoogste berg van West-Europa. Daardoor is de Franse plaats al bekend sinds 1786, toen voor het eerst waaghalzen de top van deze monsterpuist bereiktten. Sindsdien is de aantrekkingskracht van Mont Blanc en Chamonix gebleven. En in 1924 werden er de eerste Olympische Winterspelen gehouden.
Volgens de lokale autoriteiten leeft minimaal de helft van de mensen van het toerisme. Maar de Mont Blanc is hier meer dan een inkomstenbron. De inwoners van Chamonix dat zich na een presidentieel decreet van 1921 Chamonix Mont Blanc mag noemen, ook al ligt de berg zelf niet op haar grondgebied - ontlenen er hun trots aan. Zij moeten wel zuinig omgaan met hun natuurschat en inkomstenbron: het hele Mont Blancgebied boven de 2.000 meter is beschermd nationaal park. |
'An American climber in Chamonix 1884' luidt het bijschrift onder een haast kartonnen, antieke foto. En vele malen een tableau du groupe van berggidsen. Maar dat is dan ook een traditie die al vele jaren in ere wordt gehouden. De gidsen verzamelen zich eens per jaar, op 15 augustus, voor de kerk voor een groepsfoto en daarna vieren ze het Feest van de Berggidsen. De oudste foto's tonen pionierskoppen, gelooid en geplooid.
Maar er zijn veel meer intrigerende foto's te zien. Diverse afdrukken tonen hoe mensen vroeger met ezels omhooggebracht werden. En er zijn lugubere prenten te bekijken van afgereten lichaamsdelen. De anekdote rond kapitein Arkwright wordt er geillustreerd. Deze goede man beklom in 1866 met drie gidsen de Mont Blanc, maar het gezelschap werd door een fatale lawine verrast. Pas 31 jaar later werden hun stoffelijke resten gevonden. Net als de zee, geeft en neemt de soms meedogenloze Mont Blanc. |
|