GRENSLANDPAD - LAW11
Traject Rattekaai - Krabbendijke - Waarde - Kruiningen - Kapellebank 25 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Onderweg op Zusterzand naar Waarde

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek






Rattekaai
Ongeveer 25 km.
Dit traject voert ons vanaf Rattekaai buitendijks langs de Oosterschelde met zijn slikken, schorren, geulen en platen naar Krabbendijke. Van hier maken we een doorsteek zuidwaarts naar de Westerschelde. Aan deze zeearm met zijn drukke scheepvaartverkeer voor de haven van Antwerpen wandelen we opnieuw grote delen buitendijks. De route leidt ons via Kruiningen naar de sluizen van Hansweert aan het Kanaal door Zuid-Beveland. Vanhier opnieuw buitendijks naar een ruime bocht in de Westerschelde naar het eindpunt Kapellebank.

ROUTEBESCHRIJVING

We vertrekken vanaf het oude getijdenhaventje van Rattekaai en volgen de dijk Middenhof zuidwaarts. De route loopt met een haakse bocht naar rechts. Goed 2 km wandelen we buitendijks over Westgat langs het Verdronken Land van Zuid-Beveland. In dit gedeelte van Zuid-Beveland hebben vroeger achttien dorpen en de stad Reimerswaal gestaan. Ze zijn in 1530 door de Sint Felixvloed verzwolgen. In de loop der eeuwen hebben zich dit schorren- en slikkengebied gevormd, dat nu onderdeel van Nationaal Park Oosterschelde is, het grootste Nationaal Park met 35.000 hectare getijdenwater met schorren, slikken en platen en binnendijks kreken, inlagen en karrevelden. Er is veel ruimte voor de bodem- en waterdieren, vogels en bijzondere planten. De natuur staat er bovenaan en vervolgens komen visserij, scheepvaart en recreatie. Op de grens van land en water valt altijd veel te zien en te beleven. Er groeit strandkweek en Engels slijkgras, een grassoort die zich hier snel uitbreidt en daarom ook wel ’schorrenpest’ wordt genoemd. Andere plantensoorten in het gebied zijn zeekraal, lamsoor en gewone zoutmelde. Op de schorren broeden wilde eend, bruine kiekendief en steltlopers als kluut, tureluur en scholekster.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op het vervallen getijdehaventje Rattekaai
Als we bij een afrastering van een schapenwei komen, gaan we links via een trap de dijk over. Hier hebben we zicht op de Tweede Bathpolder. Het gaat naar rechts door een stalen hek met toegangspoortje voor wandelaars en we lopen op een halfverharde weg. Na 2 km nogmaals een zelfde stalen hek door en het halfverharde pad onderlangs de dijk verder blijven volgen tot de plek waar deze een dijk oversteekt. De dijk via de halfverharde grindweg oversteken en binnendijks langs de blijven lopen over Tarweplaat. Deze Tarweplaat gaat met een bocht naar rechts over in Pietermanskreek langs boomgaarden. Duidelijk is dat de fruitteelt dominant aanwezig is in dit gebied. Vooral na 1900 is de fruitteelt die op Zuid-Beveland altijd al aanwezig is geweest, zich sterk uitgebreid heeft. Naast de toegenomen exportrnogelijkheden via de aangelegde spoorweg en havens, heeft ook de intensivering van de fruitteelt door het beschikbaar komen van allerlei nieuwe rassen en teeltmethoden daaraan meegeholpen. In plaats van grote hoogstambomen zien we hier lage en speciaal gesnoeide fruitboompjes met hoge en dichte windschermen om de boomgaarden heen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Boomgaard Zuid-Beveland
We passeren een stalen slagboom, waarna de grindweg overgaat in een asfaltweggetje. Zo bereiken we de huisjes van Roelshoek. Waar de dijk een scherpe bocht naar links maakt, zien we rechts een dijktrap. We gaan hier naar boven en komen uit bij een klein strandje met primitief haventje. We hebben zicht op het gedeelte van de Oosterschelde dat op de topografische kaart staat aangeduid als Schoudee. De oudste geschiedenis van dit gebied is in nevelen gehuld. Waarschijnlijk is de stormvloed van 1134 de aanleiding om de hoger gelegen delen in dit gebied systematisch te gaan bedijken. Dat gebeurt door monniken van de Cisterciënzer orde van de Abdij en van Ten Duinen (Kokszijde) en Ter Doest (bij Brugge). Dankzij hun omvangrijke bedijkingswerk ontstaan vanaf de 12e eeuw er tal van parochies: Krabbendijke, Waarde, Schoudee, Valkenisse, Kruiningen. In eerste instantie worden alleen de hoogst gelegen delen van de schorren die bij vloed niet of nauwelijks meer overspoelden omdijkt. Op die hoogste gronden worden boerderijen en dorpen gesticht en de kerken gebouwd. De lager gelegen gronden worden benut als weide- en moerneringsgrond voor het afgraven van het veen om turf als brandstof te graven of er zout uit te winnen. Bij de hoge stormvloeden van 1530 en 1532 gaan grote delen van dit nieuwe land ten noorden van Krabbendijke weer verloren, zoals Nieuwlande, Schoudee, Loodijke en Reimerswaal.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Roelshoek - Uitzicht op Schoudee
Rechtdoor een slagboom voorbij op de Noordschans houden we naar rechts het buitendijks pad met betonnen tegels aan. Aan het einde hiervan lopen we links via een dijktrap de dijk over en steken het asfaltweggetje Platte Bank over en vervolgen de route op de Verlengde Noordweg, die na de Karelpolderweg schuin naar links verder loopt. Aan de andere zijde van de Noorddijk lopen we rechtsaf Krabbendijke. Hier steekt de Verlengde Noordweg de spoorlijn Roosendaal-Vlissingen over en gaat als Noordweg het centrum in. Het huidige Krabbendijke is eigenlijk een nieuw opgebouwd dorp. Het oude dorp is bij de vloed van 1530 verdronken en na de herbedijking van de polder in 1595 ontstaan. Het dankt zijn naam aan het Middeleeuwse woord "crabbe", dat dijkversterking met een rij palen in het water als golfbrekers betekent. Het dorp heeft niet bepaald een uitbundige uitstraling. Wellicht ligt de oorzaak hiervoor in het feit dat Krabbendijke een van de strengst protestants-christelijke dorpen van Zeeland is, waar de Staatkundig Gereformeerde Partij een grote aanhang heeft. Het maakt deel uit van de “Bible Belt”, een aanduiding voor bepaalde streken in Nederland waar relatief veel streng gereformeerden wonen die tot de zogenaamde “Zwartekousenkerk” behoren. We wandelen rechtdoor tot de kruising met de Dorpsstraat. Hier steken we over en vervolgen onze route op de Johan Willem Frisostraat.

Na de oversteek met de Oude Rijksweg N289 voert de Zuidweg ons door een bedrijventerrein in de richting van het gehucht Gawege. Hier lopen we Krabbendijke uit. Een ruime bocht naar rechts en links onder de verkeersbrug van de A58 door en we komen in het gehucht Gawege dat uit niet meer dan een aantal woningen en boerderijen op een driesprong bestaat. Op deze driesprong lopen we rechtuit de Gaweegsedijk op. Opvallend is hier het grote bedrijf van Franje Onions B.V. Het laat zich makkelijk raden wat er in de Valkenisse polder wordt verbouwd. We blijven de Gaweegsedijk volgen voorbij de Weelweg en in een idyllisch gelegen wiel tot aan een splitsing met de Emanuelpolder. Hier gaan we rechtsaf. De weg volgen we tot deze aan het eind langs enkele boomgaarden uitkomt op de Westerscheldedijk. We zijn verrast door het wijds uitzicht over de Westerschelde. Een bank aan Zusterzand biedt ons de gelegenheid te genieten van het waterrijk panorama met druk scheepvaartverkeer.

Archeologische resten van het verdronken dorp Valkenisse
Vanaf de dijk hebben we zicht op de schorren en de golven van de Westerschelde waar eens het historische dorp Valkenisse heeft gelegen in dit verdwenen gedeelte van Zuid-Beveland. Volgens historische bronnen is het dorp gesticht in 1233 door een adellijke Vlaamse familie die ook het plaatselijke kasteel laat bouwen. De kerk van Valkenisse is in 1233 gewijd en behoort tot het kapittel van Oudmunster te Utrecht. Het dorp op de bedijkte schorren, bestaande uit een aantal houten huizen maar ook een enkel stenen huis, heeft het begin te maken met veel overstromingen. De eerste overstroming dateert van het jaar 1431. Bij de Sint Felixvloed in 1530 worden grote delen van het grondgebied door het water verzwolgen. Door de Allerheiligenvloed in 1570 komt Valkenisse aan de uiterste oostrand van Zuid-Beveland te liggen. Een nieuwe dijk wordt opgeworpen, maar de stormvloed van 1682 is toch fataal. Het hele gebied overstroomt en het dorp en het kort daarvoor aangelegde Fort Keizershoofd verdwijnen in de golven.

Slechts een deel van de Valkenissepolder kan worden teruggewonnen op de zee. Het dorp Valkenisse is voor goed verloren en raakt bedekt onder een dikke laag slib en klei van de Westerschelde. Pas in de jaren negentig van de 20e eeuw wordt Valkenisse weer zichtbaar omdat de bedding van de Westerschelde zich heeft verlegd en de laag slib heel langzaam weer wegspoelt. Oude fundamenten van de kerk, de kerktoren en huizen, en de bestrating, het kerkhof, ronde gemetselde waterputten, kortom, de volledige plattegrond van het oude Middeleeuwse dorp komen weer tevoorschijn bij eb. Er wordt serieus archeologisch onderzoek verricht, wat het dorp weer op de kaart zet. Inmiddels is het onderzoek afgesloten en zijn de resten afgedekt met een dikke laag zand om ze te beschermen tegen schatgravers en grafschenners, die op zoek zijn naar lepels, haarspelden, kannetjes, stenen, beenderen en schedels uit de overblijfselen van het verdronken dorp Valkenisse.

© L.A.W.V.VIA-VIA
"Schapenwolken" op de dijk
Vanaf het bankje vervolgen we ruim 2 km de geasfalteerde weg Zusterzand in westelijke richting, waarbij we een radarpost en een gemaal passeren. Tenslotte bereiken we via de Schaarweg het dorp Waarde. Hier ligt buitendijks de kleine getijdehaven van Waarde. Een gedenksteen in de basaltblokken geeft aan dat “Onder de directie van den Hoofd Ingenieur van den Waterstaat A. Caland, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Het bestuur van den Hoofd Ingenieur titulair K. Schraver en het dagelijksch toezigt van de Opzigter van den Waterstaat J. Bourdrez, door den Aannemer J. Blokland” dit haventje in 1847 is gebouwd. Dit haventje ligt aan de Schaar van Waarde, in een ruime bocht van de Westerschelde. De werking van eb en vloed is duidelijk merkbaar in deze zeearm die tussen Walcheren en Zuid-Beveland aan de noordzijde en Zeeuws-Vlaanderen aan de zuidzijde grote vrachtschepen toegang tot de haven van Antwerpen verschaft. Dit haventje ligt aan de Schaar van Waarde, in een ruime bocht van de Westerschelde. De werking van eb en vloed is duidelijk merkbaar in deze zeearm die tussen Walcheren en Zuid-Beveland aan de noordzijde en Zeeuws-Vlaanderen aan de zuidzijde grote vrachtschepen toegang tot de haven van Antwerpen verschaft.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Westerschelde - Getijdehaventje van Waarde
Door de Havenstraat gaat de route naar de bewoonde wereld van Waarde. Het gebied van Waarde wordt kort voor 1200 bedijkt door Cisterciënzermonniken van de abdij Ter Duinen uit Koksziide die hier een uithof hebben gesticht. Vanaf 1251 is het een zelfstandige parochie met een 15e eeuwse hallenkerk die in 1589 gedeeltelijk uitbrandt en niet meer is herbouwd, waardoor de late 14e eeuwse toren naast de kerk komt te staan. Het dorp heeft nu een overwegend protestants-christelijk karakter en de meerderheid van de bevolking is lid van de plaatselijke Gereformeerde gemeente.Het dorp heeft vanouds een agrarisch karakter en nog steeds leven veel inwoners van de fruitteelt. Met name appels en peren worden veel verbouwd. Rondom Waarde liggen uitgestrekte landerijen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Waarde- Coupure aan de Westveerpolder
Door de Havenstraat gaat de route naar de bewoonde wereld van Waarde. Het gebied van Waarde wordt kort voor 1200 bedijkt door Cisterciënzermonniken van de abdij Ter Duinen uit Koksziide die hier een uithof hebben gesticht. Vanaf 1251 is het een zelfstandige parochie met een 15e eeuwse hallenkerk die in 1589 gedeeltelijk uitbrandt en niet meer is herbouwd, waardoor de late 14e eeuwse toren naast de kerk komt te staan. Het dorp heeft nu een overwegend protestants-christelijk karakter en de meerderheid van de bevolking is lid van de plaatselijke Gereformeerde gemeente.Het dorp heeft vanouds een agrarisch karakter en nog steeds leven veel inwoners van de fruitteelt. Met name appels en peren worden veel verbouwd. Rondom Waarde liggen uitgestrekte landerijen. In de Havenstraat voert ons de rood-witte markering na 50 m rechtsaf de Westveerpolder in. Hier zien we dat de dijk doorsneden wordt door een zogenaamde “coupure”, een plek die bij dreiging van hoog water wordt gesloten door houten balken in de sleuven te plaatsen.

Na 500 m bereiken we de Westerscheldedijk. We beklimmen de grasdijk en gaan deze via het verharde deel van het talud aan de buitendijkse zijde naar rechts volgen. Het asfalt van de dijk volgt hoekig de ruime bocht van de Westerschelde aan de Schaar van Waarde. Duidelijk is te zien hoe geulen en zandbanken voortdurend door de stroming van eb en vloed in beweging zijn. De Westveerpolder gaat over in de Vroondijk en we lopen langs Willebroeksnol, een punt waar de dijk een haakse bocht landinwaarts maakt om na 400 meter opnieuw een scherpe bocht naar de Westerschelde toe te maken. Nog steeds blijven we aan de binnenzijde van de dijk. Na twee kilometer zien we rechts van ons de bossen van het recreatiegebied Den Inkel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op pad op het Grenslandpad LAW11 langs de Westerschelde
Op het punt waar de naar beneden lopende verharde weg van de dijk af gaat en de route van het Grenslandpad ons rechtsaf de Polderweg in leidt, ligt in de dijk een gedenksteen. Het monument is door het Waterschap Zeeuwse Eilanden geplaatst op de plek waar op 1 februari 1953 de stormvloed door de dijk brak en een diepe geul veroorzaakt heeft. Het huidige natuurgebied van Staatsbosbeheer Den Inkel is een restant van deze ramp. Op de Polderweg hebben we een alleraardigste ontmoeting met de heer Koeman. Naar het zich laat aanzien geen familie van de “broertjes Koeman”. We worden door hem aangesproken omdat we weinig oog schijnen te hebben voor zijn paradijsje. Hij laat ons de broedplaatsen van enkel bosuilen zien en leidt ons trots door zijn uitgebreide tuin met waterpartij. We komen bij hem haast niet weg en op de valreep toont hij ons nog hoe we op zijn geheel eigen wijze een kiwi dienen te verorberen, die van zijn kiwistruiken in een oude diepvries worden bewaard. Weer op weg gaan we bij het kruispunt van verharde wegen Polderweg met Blauwhoefseweg links af. Op het einde hiervan, bij een T-splitsing, houden we rechts aan. Links hebben we zicht op de nu verlaten op- en afritten van de in 2003 uit de vaart genomen veerpont Kruiningen-Perkpolder door de opening van de Westerscheldetunnel. Op de nu vervallen veerhaven, zal de komende jaren een nieuwe woonwijk worden gebouw. Bij de verkeerslichten gaan we linksaf en steken een groot kruispunt over. Zo bereiken we Kruiningen.

Voordat we de eerste huizen bereiken passeren we de Oude Molen, een achtkantige korenmolen van het type grondzeiler gebouwd in 1801 en tot 1953 in bedrijf. De molen heeft oorspronkelijk verderop gestaan. De eerste eigenaar Thomas de Fouw verkoopt de molen in 1837 en de laatste beroepsmolenaar maalt tot 1953 op windkracht. Na een openbare verkoop wordt de Gemeente Reimerswaal in 1959 moleneigenaar voor 2500 gulden. Bij de restauratie van 1964-1965 is de buil op de begane grond verwijderd. Gelijktijdig is een deel van de ijzeren Pot buitenroede gerepareerd en wordt het in 1937 aangebrachte stroomlijnsysteem Van Riet met remkleppen vervangen door een nieuwe Oudhollandse tuigage op beide roeden. Het wiekensysteem wordt dan voorzien van flink ingekorte roeden met een vlucht van 20,6 meter, waardoor het geheel nogal grof oogt. Na een langdurige restauratie van 1986 tot 1992 staat de molen er weer prachtig bij, maar wordt de directe omgeving van de molen steeds ongunstiger. Zo raakt de vrij kleine molen meer en meer ingebouwd. Als oplossing wordt op 1 maart 2001 de molen, compleet met opgehekte roeden, door een enorme kraan verplaatst naar zijn huidige plek op een kunstmatige heuvel, waardoor de windvang stukken beter geworden is.

Kruiningen - Watersnoodmonument Jan Wolkers (1957)
Door de Slagveldstraat wandelen we Kruiningen binnen en gaan rechtsaf de Couwervestraat in. Meteen weer linksaf de Molenmeet in en vervolgens steeds rechtdoor lopen door de Nijverheidsstraat, Voorhoute en Snelle Markt tot op de Markt. Hier staan we in het centrum waar bij de kerk een indrukwekkend bronzen beeld staat van een jonge vrouw met een verdronken kind op haar arm, ter herinnering aan de watersnoodramp op 1 februari 1953 in Zeeland. Het is de eerste belangrijke opdracht voor Jan Wolkers. Op het monument vinden we ook een gedicht van Henriëtte Roland Holst: "Hoort gij de zee achter mijn hart ? dan zal ik heen zijn en gij zult met de zee alleen zijn. De golven breken in uw hart ". Door die watersnoodramp is ook Kruiningen zwaar getroffen. De dijken aan weerszijden van de voormalige veerhaven breken en de Kruiningenpolder komt helemaal onder water te staan. De kracht van het water is zo groot dat de veerpont losslaat en door het dijkgat naar binnen drijft en 1,5 km landinwaarts terechtkomt. In totaal 62 inwoners in Kruiningen komen in de rampnacht om het leven.

Deze Johanneskerk van de Protestantse Gemeente Kruiningen is oorspronkelijk gebouwd als kapel bij het kasteel van de Heren van Cruininghe, waar het dorp Kruiningen rondom gebouwd is. De eerste gegevens over de kerk dateren uit 1203. Het is een houten gebouw, dat al vrij snel wordt vervangen door een stenen gebouw, een kruiskerk met een koor aan de oostkant. De huidige kerk bestaat uit een 15e eeuws pseudo-basilicaal schip en is in oost-west richting ten westen van de toren gebouwd, in de stijl van de Brabantse Gotiek. Het schip is deels opgetrokken uit baksteen met witte Brabantse zandsteen. Bij de Reformatie als de kerk overgaat naar de Protestanten raakt het koorgedeelte in verval en stort op 27 mei 1754 in. Het wordt tenslotte geheel gesloopt. Wel is nog steeds de triomfboog, de overgang tussen het schip en het koor, goed te herkennen, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant van de kerk. Het meubilair, zoals de preekstoel, luifelbanken en doopvont, stamt uit de 15de eeuw. De opvallende glas-in-lood ramen en het "Van-Vulpen-orgel" zijn in 1956 en 1958 na een ingrijpende restauratie na de watersnoodramp van 1953 aangebracht.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Hansweert - Sluizencomplex in Kanaal door Zuid-Beveland
Vanaf de Markt lopen we rechtdoor de Hoofdstraat in en volgen deze een paar honderd meter. Waar de Hoofdstraat naar rechts afbuigt slaan we linksaf de Hansweertsestraatweg in langs het kerkhof. Als de bebouwde kom ophoudt, voert de route ons rechtsaf de Eendenpoelweg in. Aan het einde hiervan gaan we links de hooggelegen Zanddijk op om even verderop naar rechts bij de parkeerplaats de dijk op te lopen. Via de dijk komen we bij het nieuwe sluizencomplex van Hansweert in het Kanaal door Zuid-Beveland, een van de drukst bevaren waterwegen in West-Europa. Vanaf de in gebruikneming van het Kanaal door Zuid-Beveland tot heden zijn douaniers bekende verschijningen op en bij de sluis. Ze controleren de passerende schepen die naar en vanaf België varen. In het dienstgebouw bij de nieuwe sluis is het douanekantoor.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Hansweert - Oude sluizencomplex in Kanaal door Zuid-Beveland
De rood-witte markering van het Grenslandpad volgt het fietspad om het grote sluizencomplex over te steken. Na de sluis wandelen we linksaf de grasdijk op en slaan na ongeveer 200 m voor kijkhuis 'De Nieuwe Wachter' rechtsaf het verhard voetpad Scheldemond op. Hier steken we het drooggelegd, voormalig in 1866 geopende Kanaal door Zuid-Beveland over. Door het in 1839 met België gesloten verdrag, betekent dit kanaal een grote verandering in het tot dat moment rustige boerendorpje aan de Westerschelde. Al in 1869 moet er een tweede sluis worden gegraven en later zelfs nog een derde. Dat brengt een levendige bedrijvigheid met zich mee. In Hansweert vestigen zich sluispersoneel, extra bakkers, slagers, groenteboeren, parlevinkers, bedrijven voor scheepsbenodigdheden, brandstoffen en een scheepswerf. Binnenvaartschepen uit vele landen leggen hier aan en zorgen ervoor dat het dorp zelfs "Klein Antwerpen" en "Petit Paris" genoemd wordt vanwege het grote aantal kroegjes en cafés. Als in 1976 de nieuwe Schelde-Rijnverbinding bij Rilland-Bath wordt opengesteld, loopt het aantal passerende schepen sterk terug. En bij de aanpassing en verbreding van het Kanaal door Zuid-Beveland in de 80-er jaren wordt zelfs geheel Hansweert-Oost gesloopt voor de nieuwe sluizen. Dan is het helemaal gedaan met de bedrijvigheid van het dorp en nu ligt Hansweert klein en stil bij achter de dijk. De oude kleine sluis is nu gedempt en herinnert aan de tijd van toen.

We komen op de Westhavendijk en gaan langs de scheepswerf de Werfdijk op. Verderop gaat de route op de buitenberm halverwege naar het buitendijks talud van de dijk. Voor deze laatste etappe blijven we dicht langs de Westerschelde, passeren nog een tweetal windmolens en een lichtbaken voor het scheepvaartverkeer aan de Schoorse Zeedijk. Na 2, 5 km bereiken we het eindpunt van ons traject bij Kapellebank waar de dijk een scherpe bocht naar links maakt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kapellebank - Schoorse Zeedijk met lichtbaken en windmolen
Aansluitend traject
Kapellebank - 's Gravenpolder - Nisse - 's Heerenhoek

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart 1:25 000, 49D Rilland
- TopoKaart 1:25 000, 49C Krabbendijke
- TopoKaart 1:25 000, 65H Goes

GIDSEN:

- Wandelgids Grenslandpad - LAW11, Wandelen tussen het Zwin en de Maas, ISBN 9071068-62-5, € 18,10





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-04-2008 door C.P.J. Aerssens