DE OUDE BUISSE HEIDE
WANDELEN OP HET LANDGOED VAN
HENRIĖTTE ROLAND HOLST



Ze wordt wel de muze van het socialisme genoemd en maakte de Nederlandse tekst voor het strijdlied, de 'lnternationale'. Henriėtte Roland Holst schreef sociaal bevlogen dichtbundels als 'Opwaartsche wegen'. Een groot deel van het jaar verbleef 'tante Jet' op Iandgoed de Oude Buisse Heide, een plek zoo lieflijk, vredig en idyllisch bekoorlijk'. Ze vond er de inspiratie voor haar mooiste werk. In 1945 vermaakte ze het landgoed aan Natuurmonumenten, dat er onlangs 'Henriėttes wandeling' uitzette. Henriėtte Roland Holst-biografe Elsbeth Etty ging er kijken.

[IMAGE]
De Oude Buisse Heide bij het Brabantse Zundert is in het leven van Henriėtte Roland Holst van grote betekenis geweest. De meeste van haar dichtbundels, biografieen en politieke boeken heeft ze er geschreven, ze ontving er beroemde schrijvers en politici, ze maakte er twee wereldoorlogen mee en verstrooide er de as van haar overleden echtgenoot.

Henriėtte, die in 1869 in Noordwijk werd geboren als dochter van notaris Van der Schalk en diens echtgenote Anna van der Hoeven, zou uitgroeien tot Nederlands beroemdste dichteres en meest gevreesde politica. In 1897 was ze getrouwd met de beeldend kunstenaar Rik Roland Holst. Twee jaar later stierf haar oma Van der Hoeven, waarna Henriėttes moeder de Oude Buisse Heide erfde. Oorspronkelijk bestond dit landgoed uit de Buisse Heide en de Moeren, sinds de zestiende eeuw in bezit van de familie Van der Hoeven. Na de dood van Henriėttes grootmoeder werd het landgoed gesplitst: haar moeders broer verwierf de Moeren.

Op de 199 hectaren tellende Oude Buisse Heide stonden verpachte boerderijen, een boswachterswoning en een hoeve, maar Henriėttes moeder besloot er ook een villaatje voor Rik en Jet te laten neerzetten. Dat werd de Angora Hoeve, kortweg 'de Hoeve', een wit landhuisje onder een rieten kap, dat door Rik was ontworpen en in het voorjaar van 1900 werd ingewijd. Ze gingen er elke zomer heen, vaak met vrienden. Onder de gasten van het eerste uur waren de dichter Herman Gorter en zijn vrouw. De Gorters kwamen er tot 1910 vrijwel elke zomer en Henriėtte beschreef die vakanties als puur geluk tussen de zomerse heerlijkheid van bos en hei, het hanengekraai en geloei van de beesten op de boerderij.

'De dagen gingen voorbij met veel wandelen, fietsen en zwemmen, luieren in het bosch of op de veranda van het kleine, iets boven den weg liggende landhuisje, dat van den zuidkant uitziet op een weitje, afgesloten door een rij oude, knoestige wilgen. Een plek zoo lieflijk, vredig en idyllisch bekoorlijk, dat etk mensch, die daar komt, door haar stilte, blije harmonie getrofen wordt.'

[IMAGE]

Wie er nu gaat kijken, kan met eigen ogen zien wat de dichteres toen beschreef: alles ligt er nog precles zo bij. Zo ook de sfeer in de 'heerkamer' van het gastenverblijf in de Buisse Hoeve hangt, waar Henriėtte en Rik tijdens de zomervakanties de avonden doorbrachten samen met hun vrienden. Ze zaten dan om een ronde tafel in het licht van de olielamp te lezen en te praten. Henriėtte was verzot op het landgoed, dat haar heeft geinspireerd tot vele natuurgedichten, waarvan Aan den Bosch vijver uit de bundel Tussch en Tijd en Eeuwigheid misschien wel het mooiste is. Henriėtte heeft verteld dat dit gedicht is ontstaan bij de vijver, die zij als zwembad gebruikte.

Henriėtte is haar hele volwassen leven politiek actief geweest: eerst als revolutionair socialiste, toen - tot 1927 - als communiste en vervolgens als religieus socialiste. Alleen in Brabant kwam ze tot rust en kon ze het wereldleed vergeten. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de zomer van 1914, toen het haar aanvankelijk totaal ontging dat de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken. Na haar moeders dood in 1914 werd het landgoed eigendom van Henriėtte en haar broer, maar die kwam niet zo vaak. Rik voelde zich de landheer en hield het in rood leer gebonden gastenboek van de Oude Buisse Heide bij, met foto's en namen van alle beroemdheden die er logeerden. Dat boek bevindt zich nu in het Letterkundig Museum in Den Haag en biedt een schat aan informatie over het landgoed en zidn bewoners. Rik stierf eind 1938. In het gastenboek schreef Henriėtte een paar maanden later: 'Den 13den Mei was ik hier om de beschikking van Rik ten uitvoer te brengen, dat zijn asch in de bosschen van de Buissche Hei gestrooid zou worden. Ik bleef een nacht; het was volop lente en tooverachtig mooi.'

Ze zou er nog vaak terugkomen, zelfs in 1940, een maand na de Duitse inval. Het landgoed was ideaal voor onderduikers. In 1941 namen Henriėttes achternichtje Jos Wibaut en haar man, de joodse kunstschilder Lex Horn, hun intrek in het atelier van Rik. Overdag plukten ze bessen, bramen en cantharellen, zwommen in de vijver, wandelden of deden boodschappen in Achtmaal. 's Avonds zaten ze bij hun gastvrouw in de Angora Hoeve, bij kaarslicht en bij het haardje. Als de dichter Adriaan Roland Holst in de Angora Hoeve logeerde, wilde zijn tante dat hij gelijk met haar naar bed ging.Tot grote hilariteit van Jos en Lex sloop de 53-jarige dichter echter zodra zij sliep naar het atelier, waar hij tot diep in de nacht bleef praten. Dan kroop hij via een raam weer terug in het huisje van tante Jet.

In juni 1944 overleed Henriėttes broer, waardoor het landgoed in zijn geheel aan haar toeviel. Ze bleef er tot ver in het najaar. In de schuilkelder van de Moeren wachtte ze in de laatste dagen van oktober met de familieVan der Hoeven de bevrijding van Zuid-Nederland af. Op 29 oktober gaven de Duitsers zich over. Een dag later ging Henriėtte, over een weg die bezaaid was met mijnen, naar de Oude Buisse Heide om poolshoogte te nemen. Ze trof er het onbeschadigde gastenboek aan met de namen van de illustere vrienden die er hadden gelogeerd. Een Duitse officier, Riedel, had er zijn eigen naam bijgeschreven, onder een hoffelijk briefje waarin hij bedankte 'für die gegebene Gastfreundschaft'.

[IMAGE]

Halverwege 1945 vermaakte Henriėtte het landgoed aan Natuurmonumenten, waarbij ze zelf het vruchtgebruik behield. Ze bleef er haar zomers doorbrengen, maar haar gezondheid ging achteruit. Ze hechtte niet meer aan het leven, schreef ze begin 1952 aan een vriend. Slechts een ding verlangde ze nog: 'Naar de Buisse Heide gaan, daar nog eens te zijn en van zon, bosch en weide te genieten voor mijn dood.' Die zomer bracht ze nog in de Angora Hoeve door. Nauwelijks leesbaar noteerde ze: 'In augustus genooten wij weken lang van het zonnig lichtbosch.' Het zijn de laatste woorden die ze in het boek van de Buisse Heide schreef. Eind augustus werd ze ernstig ziek en moest ze haar lievelingsoord verlaten. 'Ze was niet verdrietig,' vertelde een gedienstige van het landgoed, 'ze dronk een kopske thee, nam hartelijk maar heel fier afscheid van ons allen, en zo zagen wij onze mevrouw voor 't laatst gaan. Achter de hoge beuken rond de Hoeve, een auto die wegreed, een flits van haar witte haren en van de bloemen op haar japon. 't Was voor altijd, dat wisten we zeker.'

Sinds de Open Monumentendag 1999 weten we dat het niet voorgoed was. Dankzij de Vereniging Natuurmonumenten, die 'Henriėttes wandeling' over het landgoed, compleet met gedichten van Roland Holst, heeft mogelijk gemaakt, is 'tante Jet' teruggekeerd op de Oude Buisse Heide. Het is te hopen dat velen de wandeling zullen maken om, tussen de bomen, een flits van haar op te vangen.

Tekst Elsbeth Etty

[IMAGE]

Uit: Natuurbehoud, november 1999
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 31-05-2000 door C.P.J. Aerssens