BUTZERBACHTAL ROUTE 14 KM
Langs watervallen en grotten

© L.A.W.V.VIA-VIA
Naturschutzgebiet Butzerbachtal

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek






Kordel
Ongeveer 14 km.
Deze rondwandeling voert vanuit Kordel naar de voet van de Burg Ramstein. Vanhier gaat het stroomopwaarts door het Butzerbachtal, een klein riviertje met watervallen en hangbruggen naar Pützlöcher, een voormalige Romeinse kopermijn. Dan wandelen we naar de ruïne Burg Ramstein, vanwaar we zuidwaarts langs de Klausenhöhle en Genovevahöhle doorlopen naar het panoramauitzicht Hochburg. Terug gaat de route via Geyersley met uitzicht op de Kyll naar Burg Ramstein en dan naar het vertrekpunt Kordel.

ROUTEBESCHRIJVING

Het uitgangspunt van deze dagwandeling is Kordel, gelegen in het het romantische Kylltal. Het riviertje de Kyll ontspringt nabij de Belgische grens en is met zijn 142 km het langste stroompje in het Eifelgebied. Kordel, dat zich “Tor zur Eifel” noemt, heeft 2300 inwoners en is gesitueerd op de westoever van het brede dal van de Kyll, waar ook de Kimmlinger Bach en de Welschbilliger Bach in de Kyll stromen, omgeven door een groot bosgebied. Het wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1023 als Cortellum, en als aartsbisschoppelijk landgoed, gelegen nabij de burcht Ramstein, in 1138. De geschiedenis van dit gebied gaat echter veel verder terug. Talrijke archeologische vondsten in de buurt van de Genovevagrot, waaronder steekbijlen, duiden al op bewoning in de Late Steentijd. Maar ook resten uit de tijd van de Kelten. Belangrijk wordt Kordel ten tijden van de Romeinen, die hier het zandsteen halen voor de bouw van de beroemde Porta Nigra, maar er ook kopererts delven. Er zijn resten van een glasfabriek, Romeinse muren en villa’s. Ook in de Middeleeuwen neemt Kordel een belangrijke positie in, getuige de Burcht Ramstein (1325). We vertrekken vanaf de parkeerplaats bij de Neogotische parochiekerk St. Amandus en St. Vedastus.(1865) van de uit Trier afkomstige architect Pleimes. We lopen het centrum in en langs het station op de westoever van de Kyll voert ons een smalle weg naar een parkeerplaats onder aan de voet van de Burg Ramstein. Een groot informatiebord maakt ons duidelijk dat hier wel een heel bijzondere wandeling start langs de Butzerbach.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op Kordel aan de Kyll
De routemarkering van deze wandeling door het Butzerbachtal die te boek staat als archeologische wandeling, wordt aangeduid met de parmantig stappende Romeinse soldaat Marcus als mascotte. De Butzerbach stroomt het over een lengte van 3,3 km vanaf de bron naar de monding in de Kyll en heeft een verval van 170 meter. Al in 1911 heeft de Eifelverein een pad langs de beek aangelegd en na de tweede Wereldoorlog is op initiatief van Johann Pauli dit pad behouden met restauraties in 1977 en 1982. Het is een echt avonturenparcours, waarbij je over een afstand van een paar kilometer meermaals het riviertje oversteekt via stapstenen en bruggetjes. Op veel plaatsen zijn mooie watervalletjes, in totaal zo’n acht met soms een verval van wel 4 meter. Ook de rotsformaties in het dal zijn fascinerend. Na de dubbele hangbrug met een lengte van wel 30 meter verlaten we via steile trappen het dal.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Butzerbach
Boven aangekomen, bereiken we een bredere weg, eerst naar rechts de route volgen naar de voormalige Romeinse kopermijn en dan even verderop naar links de aanduiding Pützlöcher, nog 600 meter. Bij een open plaats in het bos komen we bij Pützlöcher. Deze oude kopermijn dateert uit de Romeinse tijd uit het midden van de 2e eeuw en onder begeleiding van een gids kun je in de zomermaanden in de tunnel afdalen. Van oktober tot mei is de mijn gesloten vanwege de vleermuizen, die er huizen. Hier vinden we nog sporen van het delven van erts vanaf de tijd van de Romeinen tot in de 19e eeuw. De schachten zijn 9 tot 18 meter diep, die rond 1781 en later door nieuwe gangen met elkaar verbonden zijn. Al ten tijden van de Romeinen levert de winning van kopererts weinig rendement en wordt de locatie een steengroeve. De stenen worden gebruikt voor de Porta Nigra in Trier. Een oorspronkelijk Romeins opschrift boven de ingang van de mijnschacht is aan het begin van de dertiger jaren van de vorige eeuw verdwenen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Routemarkering
We dalen door het bos naar links af verder tot bij enkele hotels met terrassen. Achter het Hotel-Restaurant “Burg Ramstein“ leiden trappen naar de ruïne van Burg Ramstein. Vanuit het dal gezien toornt deze voormalige burcht, gelegen op een uitstekende zandsteen rots, hoog boven de omgeving uit. De oorsprong van dit kasteel gaat terug tot 915 als de Aartsbisschop van Trier dit gebied bij Kordel in bezit krijgt, wat vermeld wordt onder de naam Runnesstein en Castrum Ruynstein. Aan het begin van de 14e eeuw wordt met de bouw van de burcht begonnen door Diether van Nassau, aartsbisschop van Trier, en voltooid door Balduin von Luxemburg in 1325. De bouw gaat niet zonder slag of stoot. In 1328 krijgt ridder Johann von der Fels met zijn vrouw Jutta von Reuland en hun zoon Wilhelm von Manderscheid de burcht voor de helft in leen. Later geven de bisschoppen van Trier het kasteel nog te leen aan Abdis Irmgard von Gymnich en bisschop Ruprecht von Hoheneck. Er ontstaat onenigheid over het bezit van de burcht en zo komt de burcht weer aan het aartsbisdom Trier. Door gebrek aan financiële middelen en belegeringen raakt de Burg Ramstein in verval.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Ruïne Burg Ramstein
Het is met bisschop Dietrich von Stein na 1488, zijn opvolgers Heinrich von Hartenrode en Aartsbisschop Johann II von Baden dat de burcht wordt hersteld. In de 16e eeuw bewoont Aartsbisschop en Keurvorst Richard von Greiffenklau zu Vollrads Burg Ramstein. Hij lost het probleem met de watervoorziening op door een waterleiding aan te leggen vanaf een bron in het bos naar de burcht. Een gedenksteen geeft dit nu nog aan. Tijdens de 30-jarige oorlog is Burg Ramstein in Franse handen tot het bevrijd wordt door de Keizerlijke troepen, die de burcht versterken. Op 18 september 1689 wordt Burg Ramstein door Franse soldaten onder commando van Maarschalk François-Joseph, marquis de Créquy (1662-1702) in brand gestoken en op twee hoeken opgeblazen. Wat dan rest is een ruïne, die in 1803 door de uit Trier afkomstige advokaat Josef Fritsch voor 9000 Francs wordt gekocht. Franz-Ludwig Britz krijgt het in 1826 in bezit en begint er het gelijknamige Hotel-Restaurant “Burg Ramstein“ dat nu in handen van de familie Moll is.

Van de voormalige Burg Ramstein is slechts weinig behouden. Aan het einde van WOII worden de ruïne van Burg Ramstein nogmaals zwaar getroffen en in 1987 vinden restauratiewerkzaamheden plaats. Zichtbaar zijn delen van de ringmuren en hoektorens, die nog hun oorspronkelijke hoogte hebben. Van de eens 25 m hoge, vier verdiepingen tellende woontoren zien we op een trapezevormig fundament nog de buitenmuren met aan de binnenzijde de gaten van de plafondbalken, zitnissen, schoorsteenschouwen en wenteltrappen. Als enige is de toegangspoort, aan de westzijde van de burcht door een 4,7 meter diepe gracht gescheiden van de hoofdbouw, tamelijk goed behouden.

Het is prettig pauzeren op het terras van Restaurant “Burg Ramstein“. We rusten even uit in de wetenschap dat we vanaf hier nog een toertje lopen door het noordelijk deel van het Pfalzer Wald met bezienswaardigheden als Klausenhöhle, Hochburg, Genovevahöhle en Geyersley. Als we opbreken om aan het tweede deel van onze rondwandeling te beginnen, volgen we tussen de huizen naar links door eerst de verharde weg richting Kordel. Het gaat omlaag en in de eerste haarspeldbocht nemen we naar rechts het bospad. Deze route staat op de Topografische kaart Trier und Trierer land 1:25.000 aangeduid met het getal 4.Het pad voert ons na goed een kilometer stroomopwaarts langs de Laufbach naar de Klausenhöhle. Deze Klausenhöhle maakt deel uit van de zandsteenrotsformatie van de Hochburg en is een voormalige hermitage, waar 200 jaar geleden kluizenaars ver van de bewoonde wereld een vroom leven hebben geleid naar voorbeeld van de Heilige Antonius. Het heeft veel inspanning gekost deze grot voor bewoning in te richten voor een kluizenaar. Binnen vallen op twee meter hoogte de gaten op waarin op gelijke afstand de balken gezeten hebben voor een plafond. Ook is de ruimte ingedeeld en de bovenste nis, bereikbaar via een ladder, heeft gediend als slaapplek voor de kluizenaar. Er is verder een meditatieruimte en een rondbogige nis in de gladgehouwen rots. Een natuurlijke opening in de rotsformatie heeft de vorm van een goed geproportioneerd raam met gebeeldhouwde primitieve gezichten, die aan dodenmaskers doen denken. Op het einde van WOII hebben mensen hier onderdak en bescherming gezocht.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zandsteenrotsformatie Genovevahöhle
Het steile pad volgend komen we bij een volgende imposante grot in de zandsteenrotsen: de Genovevahöhle. Ook deze grot is ontstaan door de langdurige inwerking van stromend water, dat in de smalle spleten het zandsteen weg gespoeld heeft en sterk uitgehold waardoor de grotten ontstaan zijn. Tot in het midden van de vorige eeuw is de grot onder de naam Kuttbachhöhle bekend. Vermoed wordt dat de grot al in de late Steentijd een toevluchtsoord voor bewoning is geweest. Als een ambtenaar tijdens een wandeling deze grot ziet herinnert hij zich de lokale Genoveva legende, die omstreeks 1640 de pater Capucijn Martin uit Cochem verteld wordt. Volgens de legende trouwt Graaf Siegfried met de mooie Genoveva, de dochter van de Hertog van Brabant. Als hij op bevel van de Frankisch koning Karel Martel ten strijde trekt tegen de vijanden van het Christendom, beschuldigt ridder Golo, als beschermer van Genoveva achtergebleven, haar van ontrouw, omdat zij zijn avances niet beantwoordt. Bij thuiskomst wordt Genoveva met haar zoon door Graaf Siegfried verstoten en de jagers, die haar met haar zoon moeten doden, laten beiden vluchten met de boodschap het woud niet te verlaten. Ze houden zich in leven met de bosvruchten en de melk van een ree. Na jaren van berouw vindt Siegfried zijn vrouw en zoon terug in de grot tijdens de jacht. Hij neemt hen mee naar zijn kasteel en in de tijdgeest van de Romaniek krijgt Golo zijn verdiende loon. Zo komt de Kuttbachhöhle aan de naam Genovevahöhle.

Rechts langs de Genovevahöhle voert het steile pad ons omhoog naar een plateau, waar we naar rechts de wegwijzer vinden naar de Hochburg, het vooruitspringend uitgestrekt rotsplateau dat hoog boven het Kylltal uitsteekt, met resten van een natuurlijke versterking die teruggaat tot in de Prehistorie. Onderzoek in 1967 brengt keramieke scherven, bijlen en vuursteen aan het licht van de oude Hunsrück-Eifel-Kultur. Een andere plek duidt op een versterking uit de vroege Middeleeuwen. Vanaf dit Hochburg plateau met zijn loodrechte rotswanden aan noord- en zuidzijde hebben we een wijds uitzicht over de omliggend bossen van de Eifel, het Moezeldal en de Hunsrück met onder ons het steile en smalle dal van de Kyll.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Hochburg met uitzicht over de Eifel in oostelijke richting
Om onze wandeling te vervolgen moeten we terug naar de wegwijzer aan het brede bospad en lopen naar rechts. Even verderop staat een schuilhut. Hier zien we ook de routemarkering van de lange afstandswandeling HWW 4, de Josef Schrammweg, die met een lengte van 189 kilometer in de richting Noord-Zuid dwars door de Eifel loopt van Kreuzau naar Trier. Deze meerdaagse wandeling dankt haar naam aan Dr. Josef Schramm, die tussen 1938 en 1973 voorzitter is geweest van de Eifelverein. Dankzij zijn inspanning is in 1956 de Europese Vereniging voor Eifel en Ardennen tot stand gekomen. Het bospad brengt ons onder de hoogspanningsmasten door met naar het oosten zicht op het Kylltal. Bij de volgende schuilhut op de route maken we na de hoogspanningsmasten opnieuw een uitstapje van de route naar Geyersley, vanwaar we op een hoogte van 262 meter een prachtig uitzicht hebben van de zandsteenrotsen op de Burg Ramstein en het Kylltal.

Vanaf dit uitzichtspunt Geyersley lopen we eerst terug tot de route om dan verder af te dalen naar de Burg Ramstein, waar we al op onze wandelroute een rustpauze hebben gehouden. Ook nu is er voldoende tijd om nog eens na te genieten van de dagwandeling. Ons rest alleen nog de terugweg naar Kordel. Linksom langs de burchtruïne dalen we af naar de parkeerplaats aan de Butzerbach. Hier nemen we het asfalt terug naar Kordel waar we onze dagwandeling begonnen zijn.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- TopoKaart 1:25000, Trier und Trierer Land
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 04-12-2007 door C.P.J. Aerssens