STADSWANDELING DOOR LEEUWARDEN

L.A.W.V.VIA-VIA


Leeuwarden heeft alles mee om een toeristische attractie van formaat te zijn. Het is de hoofdstad van Friesland, het was de hofstad van de Friese stadhouders, culturele hoofdstad van Europa in 2018 en monumentenstad met een schitterende oude binnenstad binnen de stadsgrachten. En toch wordt het imago van Leeuwarden nog te vaak bepaald door de Elfstedentocht, als het zich even het centrum van de wereld mag wanen. Het probleem van Leeuwarden is het probleem van de onbekendheid door de excentrische ligging buiten de economische as Rotterdam-Amsterdam-Lelystad-Groningen. Maar de eens rijke en machtige Friese hoofdstad werkt met veel elan aan zijn allure. Kansen liggen er in recreatie en cultuurtoerisme met een aantrekkingskracht, die zichtbaar is in de verrassende historische binnenstad en een rijk cultureel aanbod, gezellige horeca en een bruisend winkelhart binnen een fraaie grachtengordel! Gelukkig ligt de toekomst van Leeuwarden in de haar geschiedenis.


ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING LEEUWARDEN

L.A.W.V.VIA-VIA

We beginnen de stadswandeling aan het Hofplein voor het Stadhouderlijk Hof, eeuwenlang de residentie van de Friese stadhouders. De geschiedenis van het Hof gaat terug tot 1587, als Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg na de moord op Willem van Oranje als stadhouder van Friesland dit huis op stand met zijn vrouw en nicht Anna van Nassau in Leeuwarden betrekt. De Staten van Friesland kochten hiervoor de residentie van Boudewijn van Loo, rentmeester van Filips II van Spanje. In 1603 wordt het aangrenzende Dekemahuis bij het Stadhouderlijk Hof getrokken. Hierdoor krijgt het pand haar opmerkelijke u-vorm, waarbij tussen de vleugels een pleintje voor de hoofdingang ontstaat. Als in 1747 de laatste stadhouder uit Leeuwarden vertrekt, blijft het Stadhouderlijk Hof in het bezit van de familie Oranje -Nassau. Maar het Hof raakt in verval, dient als kazerne voor de Franse troepen, als weeshuis, school, hospitaal en pakhuis. In het jaar 1814 maakt Koning Willem I het complex weer tot koninklijk paleis. Maar in de 20e eeuw doet het dienst als ambtswoning van de Friese Commissaris van de Koning respectievelijk Koningin. Maar in 1971 komt het gebouw in handen van de Gemeente Leeuwarden. Na ingrijpende verbouwingen krijgt het Stadhouderlijk Hof in 1996 de status een Hotel-Paleis, waar de sfeer uit het verleden van de Nassau-dynastie n nog aanwezig is.

Eerste Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg voor het voormalig Stadhouderlijk Hof
Opvallend op het Hofplein is het bronzen standbeeld van de eerste Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg, die als een strijdbaar man, stoer met staf en zwaard hoog op een sokkel het Hofplein overziet. Hij heeft zicht op het Raadhuisplein met het Leeuwarder stadhuis uit 1715, dat later in de 18e eeuw is uitgebreid met een flinke raadzaal aan de achterzijde. De eerste steen van dit gebouw is ooit gelegd door de drie jaar oude Willem Karel Hendrik Friso (1711-1751), ook wel bekend als Willem IV van Oranje-Nassau. Het stadhuis is in Classicistische stijl gebouwd met hardstenen trappen, een bordes, hoge ramen, allegorische beelden, Latijnse spreuk boven de deuren carillon op het dak. Het stadhuis is feitelijk leeg, er zijn alleen nog de kamers van B en W en de raadszaal.De andere bezienswaardigheid op deze locatie is de kolossale Wilhelminaboom, een lindeboom geplant ter Herinnering aan de Troonsbestijging van H.M. Koningin Wilhelmina op 31 augustus 1898 en aangeboden door de Vereeniging voor Vaderland en Oranje en omgeven door een ruim cirkelvormig smeedijzeren hek met poortje.


Van het Hofplein wandelen we langs de Wilhelminaboom door de Weerd en steken door naar de grachtengordel. We komen aan het spiegelende water van de Nieuwestad, waar hoog oplopende, gemetselde boogbruggen af en toe de gracht onderbreken. De gracht toont een bonte afwisseling van fraaie gevels uit de elkaar opvolgende stijlperioden van Renaissance tot Art Nouveau. Hier is Leeuwarden op zijn charmantst. Er is van alles te zien: winkels en warenhuizen, caf s met terrassen aan het water. We komen naar links bij de historische Boterwaag. Dit pand stamt uit 1598. In die tijd was het verplicht voor een marktkoopman om zijn goederen te laten wegen op de waag. Deze verplichting gold vooral voor handelaren in vlees en zuivel. Het product dat op de waag in Leeuwarden de overhand had was zuivel, en dan vooral boter en stond daarom ook wel bekend als de boterwaag . Boter werd op de wekelijkse marktdagen in groten getale aangevoerd. De waag in. Er werden natuurlijk ook wel andere producten gewogen. Ter illustratie: tussen 1830 en 1860 werd jaarlijks gemiddeld 1.656.922 kg boter, 225.905 kg kaas en slechts 24.326 kg aan andere goederen gewogen. De Waag op de Nieuwestad is tot 1880 in gebruik geweest. In het waaggebouw is een lunchroom gevestigd en ervoor staat vaak een lange rij wachtenden. Niet voor boter, maar voor geld uit de muur!

Ets De Waag omstreeks 1900
We wandelen op de kade van de Nieuwestad langs de gracht westwaarts tot we op de hoek met de Kleine Kerkstraat bij het bronzen beeld (1981) op een basalt lava sokkel van Anne Vondeling, een werk van de kunstenaar Jentsje Popma, komen. De prominente politicus van de PvdA Anne Vondeling was onder andere minister van Financi n en vicepremier in het kabinet Cals en voorzitter van de Tweede Kamer. Lange tijd was hij woonachtig in Leeuwarden van waaruit hij vele maatschappelijke functies in Friesland bekleedde. De wandelroute gaat door de Kleine Kerkstraat, die in 2010 en 2012 nog is uitgeroepen tot de leukste winkelstraat van Nederland. Zo komen we op het Oldenhoofster Kerkhof, waar we naar links over het plein zicht hebben op de Oldenhove, de scheve toren van Leeuwarden, die kan concurreren met de scheve toren van Pisa. Als een gedoofde waskaars, zo staat daar die stompe, half afgebouwde torenromp uit 1532. Hoe komt dat eigenlijk, dat die toren niet af is? Slappe grond, is de korte verklaring van de vrijwilliger die in het torenportaal de kaartjes voor de torenbeklimming verkoopt om zo vanaf 40 meter hoogte het panorama over Leeuwarden aan te bevelen. De Friezen wilden hier in 1529 een kerk neerzetten met een toren hoger dan die van de Dom van Utrecht. Maar Leeuwarden is Utrecht niet en daarom is het maar een halve toren geworden die nog scheef staat ook: twee meter uit het lood. De bijbehorende kerk is in 1567 tijdens een storm ingestort. Voor de Oldenhove staat het standbeeld van Pieter Jelles Troelstra (1860-1930), advocaat, journalist en politicus; maar ook Fries schrijver en dichter. Hij is vooral bekend geworden als de leider van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij , die in november 1918, in navolging van de omwenteling in Duitsland, in Nederland de socialistische revolutie wilde uitroepen.

Beeld Anne Vondeling van kunstenaar Jentsje Popma (1981)
Op de hoek van de Kleine Kerkstraat met het Oldenhoofster Kerkhof slaan we rechtsaf de Grote Kerkstraat in. Hier ligt aan de linkerzijde het Princessehof met het Keramiekmuseum. Deze grote patrici rswoning in de stijl van de Franse paleisbouw wordt vanaf 1731 bewoond door Prinses Maria Louise van Hessen-Kassel, die in 1709 trouwt met Stadhouder Johan Willem Friso van Nassau-Dietz , maar die al in 1711 overlijdt. Als haar zoon Willem Carel Hendrik Friso van Nassau-Dietz in 1731 stadhouder wordt en haar taak als regentes erop zit, verhuist Maria Louise van het Stadhouderlijk Hof naar haar eigen paleis in de Grote Kerkstraat, waar ze tot haar dood in 1765 woont. Maria Louise heeft hiervoor in de Grote Kerkstraat drie panden aangekocht, die zij door hofarchitect Anthony Coulon tot het Princessehof laat verbouwen. In latere tijd wordt het Princessehof opgesplitst in Keramiekmuseum en wordt het middelste huis eind 19de eeuw bewoond door de beroemde graficus M.C. Escher, die hier in 1898 is geboren. Aangrenzend laat Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz in 1680 de stadhouderlijke stallen met een manege bouwen, waar tientallen paarden en vele koetsen onderdak hebben. Als de laatste stadhouder in 1747 uit Leeuwarden vertrokken is, bleven de stallen en de manege in gebruik bij Prinses Maria Louise. Na haar dood worden ze door hoge officieren gebruikt. In 1854 wordt de Gemeente Leeuwarden eigenaar van het complex, dat daarna vele bestemmingen gehad heeft en vaak verbouwd is. Het wapenschild boven de toegangspoort uit 1795 is in 1990 weer voorzien van het wapen van Nassau. Sinds 2002 maakt het gebouw deel uit van het Keramiekmuseum.

wapenschilden boven de toegangspoort voormalige stadsmanege
We vervolgen de Grote Kerkstraat, die iets stijgt, tot we aan een opmerkelijk woonhuis aan de rechterzijde komen: het Julius van Gheelhuis, gebouwd in 1545 door procureur-generaal Julius van Gheel op fundamenten van een stadsstins. Het huis kent in de loop der tijd verschillende eigenaren. Een van de meest illustere bewoners van het huis was Eyso de Wendt, die na een succesvolle carri re bij de VOC, als directeur van de Chinahandel, in 1762 terugkeert als een zeer gefortuneerd man en het huis in de Grote Kerkstraat 28 betrekt. Van 1883 tot 1890 woont in het patriciershuis de familie Adam Zelle (1840-1910), winkelier in hoeden en petten, die veel geld had verdiend met speculaties. Maar bekender is hun dochter Margaretha Geertruida Zelle (1867-1917). Zij krijgt bekendheid onder de naam Mata Hari. Haar leven als de onweerstaanbare courtisane, spionne en femme fatale eindigt op 5 oktober 1917. Dan wordt haar vonnis op beschuldiging van spionage voor Duitsland voltrokken door een Frans vuurpeloton op een militair oefenterrein even buiten het kasteel van Vincennes. Van 1977 tot 2002 is in het pand het Frysk Letterkundich Museum en Dokumentaasjesintrum gevestigd en het is nu een woonhuis.

Infopaneel geboortehuis Mata Hari
Verderop in de Grote Kerkstraat passeren we de Waalse kerk, waar vroeger de kerkdiensten in het Frans werden gehouden. Deze kerk was ooit de kapel van een groot kloostercomplex van de Dominicanessen met een zusterhuis, een ziekenzaal, enkele woningen maar ook een bakkerij, een spinnerij en een bierbrouwerij. Na de Hervorming in 1580 ging het complex over aan de Protestanten. De kapel bleef leeg achter. Maar op verzoek van de Staten van Friesland wordt onder de Nassaus de kloosterkapel in bruikleen geven de Franse gemeenschap en heet sindsdien de Waalse Kerk. Nu is het in gebruik bij de Remonstrantse Gemeente. Heel bijzonder is het orgel uit 1740 , gebouwd door Johan Micha l Schwartzburg en geschonken door Anna van Hannover. Gedeputeerde Staten geven in 1742 Jaan Oenema opdracht het imposante rugstuk van het orgel te snijden, met de wapens van de prins en de prinses. Bij de restauratie van de kerk in de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft het orgel zijn oorspronkelijke kleuren teruggekregen. Eind 2001 zijn de orgelpijpen gerestaureerd.

Aan het einde van de Grote Kerkstraat komen we op een klein pleintje met de Grote of Jacobijnerkerk, de oudste en bouwkundig belangrijkste kerk van Leeuwarden en daarmee een van de gaafste monumenten uit de vroege Leeuwarder geschiedenis. De torenloze kerk werd in de 13e eeuw gesticht als onderdeel van een dominicanenklooster en in de laat 15e eeuw vergroot met de brede zuidelijke zijbeuk en een angelusklokje. De kerk is opgetrokken uit gele en rode kloostermoppen. Bij de hervormingen in 1580 wordt de Grote of Jacobijnerkerk de hoofdkerk van Leeuwarden. Onder het koor was de grafkelder voor de stadhouderlijke familie: de Graven van de Friesche Nassau's, de Graven van Nassau-Dietz, de latere Prinsen van Oranje-Nassau, die tussen 1623 en 1765 in tien lijkkisten zijn bijgezet. In de kapel boven de kelder stonden nog eens zes kisten. Daartoe kwam er in de zuidoostelijke koorgevel een natuurstenen poort met een console met een uitstekend fronton. Tijdens de Bataafse Revolutie en de beeldenstorm van 1795 werden de graftombes, de grafmonumenten en veel kunstwerken vernield en zijn de sporen voor altijd verdwenen. De sacristie krijgt in de 17e eeuw de naam broodkamer , omdat er brood aan de armen werd uitgedeeld. In de Grote of Jacobijnerkerk bevindt zich nog de 17e-eeuwse preekstoel en het beroemde Müllerorgel uit 1724-1727.

Art Nouveau gevel van de 'Centrale Apotheek' aan de Voorstreek
Het Jacobijnerkerkhof is een plek vol stilte met hofjes, een plantsoen en wat eens de joodse buurt was met de Joodse School (1886-1943), die in het verleden de Dusnus-school heet en vernoemd is naar een opperrabijn van Friesland. Vanaf 1941 is de Dusnus-school de enige onderwijsinstelling voor joodse kinderen in de Friese hoofdstad, maar al snel worden de absentielijsten op de Dusnus-school schrikbarend lang, joodse kinderen duiken onder of worden weggevoerd en in maart 1943 zijn alle schoolbanken leeg. Op een gedenksteen in de gevel staat een tekst uit Genesis die je doet huiveren: 'Het kind is er niet meer’. Via Bij de Put gaat de stadswandeling langs Loge De Friesche Trouw, de oudste en de grootste vrijmetselaarsloge van het Noorden in 1782 opgericht als de twintigste vrijmetselaarsloge in Nederland. Als embleem is gekozen voor een landman die een edelman de hand schudt, symbool voor vrijheid, gelijkheid en broederschap. We steken rechtover de Sacramentsstraat in en komen aan het eind op de gracht van de Voorstreek uit. De gracht toont een bonte afwisseling van fraaie gevels uit de elkaar opvolgende stijlperioden van renaissance tot art nouveau. Zo hebben we naar links zicht op de Art Nouveau gevel van de 'Centrale Apotheek' met een verrukkelijk tegeltableau. Volgens W.F. Hermans het fraaiste pand van Leeuwarden

Voormalige Kanselarij van Leeuwarden
We steken naar rechts de gracht van de Voorsteek over en volgen de Tuinen aan de rechterzijde van de waterloop tot we aan de eerste straat rechts komen. Hier slaan we rechtsaf de Turfmarkt in en komen dan bij Turfmarkt 13 aan de voormalige Kanselarij van Leeuwarden, gebouwd op kosten van Filips II van Spanje in de periode 1566-1571 als hoogste gerechtshof van Friesland. In 1621 wordt aan de kanselarij een bordes toegevoegd. Het draagt het Wapen van Friesland. Op het bordes staan vier stenen leeuwen. Deze leeuwen dragen de wapenschilden van de vier kwartieren van Friesland :Oostergo, Westergo, Zevenwouden en de Friese elf steden. Na de opheffing van het hof in 1811 krijgt het gebouw in de loop der jaren een bestemming als ziekenhuis, kazerne, Huis van Bewaring. In 1892 wordt de kanselarij gerestaureerd en is en er het Rijksarchief, de Provinciale Bibliotheek en tot 2013 het Fries Museum gehuisvest in de aan linkerzijde rond 1995 gebouwde modernistische vleugel. Na het vertrek van het museum en een verbouwing is in de Kanselarij de bestuurskunde van de Thorbecke Academie gehuisvest. Voor de Kanselarij staat het standbeeld van Viglius van Aytta (1507-1577) uit het Friese Swichum, die in de 16e eeuw als vooraanstaande staatsman en invloedrijke Europese diplomaat en rechtsgeleerde carri re maakt aan het hof van keizer Karel V in Brussel, waar hij het schopte tot hoogste 'ambtenaar'. Daarnaast heeft hij naam gemaakt als humanist, rechtsgeleerde en verdediger van het katholicisme. Het beeld is gemaakt door kunstenaar Hans Jouta uit Ferwert.

Grote zaal in Huis Van Eysinga
Viglius van Aytta kijkt vanaf zijn sokkel naar de patrici rswoning aan de overzijde van de straat. Hier staat op de hoek van de Koningsstraat het Huis Van Eysinga, een magnifiek herenhuis in Lodewijk XVI-stijl, gebouwd eind 18de eeuw voor Frans Julius Johan van Eysinga. Hij erft in 1773 het pand van zijn grootvader Johan Vegeling van Claerbergen, schrijver, raadsheer, grietman en gedeputeerde. Delen van het pand zijn echter veel ouder: enkele kelders met kruisribgewelven dateren uit de late 16de eeuw. De bouwmeester van het Huis Van Eysinga is niet bekend. Het interieur is afgewerkt met marmeren en houten vloeren, lambriseringen, houtsnijwerk, marmeren schouwen, geschilderde behangsels, bovendeurstukken, damastbespanningen en stucwerk. De trap is voorzien van rijk gesneden houten balustrades. De eetkamer is voorzien van geschilderde behangsel en is via een verborgen deur met daarachter een kleine ruimte verbonden met het trappenhuis. Aan het einde van de gang liggen de grote zaal, de middenkamer, de hoekkamer en een spreekkamertje. De zaal is het grootste en meest representatieve vertrek van het huis. Het heeft een stucplafond dat is gedecoreerd met muziekinstrumenten, kransen, palmtakken en verschillende soorten bladwerk. Op de wanden van de hoekkamer bevinden zich geschilderde behangsel van omstreeks 1806 met daarop een Hollands landschap. In het souterrain is de keuken, de waskeuken en de opslag van proviand en drank. In de keuken zijn de marmeren vloer, de witjesbetegeling, de okergeel geschilderde balken met troggewelfjes, de schouw met gemetselde fornuizen en het aanrecht bewaard gebleven. Tot aan het einde van de 19de eeuw is het pand in gebruik als chique woonhuis en in 1881 wordt in het Huis Van Eysinga het Fries Museum geopend. In 2013 verhuist het Fries Museum naar de nieuwbouw op het Zaailand.

Geboortehuis van Saskia van Uylenburgh (1612-1642) aan Ossekop 11
Op dit punt gaat de Turfmarkt over in de Tweebaksmarkt, die we helemaal uitlopen tot we op de het Blokhuisplein uitkomen. Hier wandelen we even rechtsaf het Zwitserswaltje in tot op de kruising met de Ossekop. Het is interessant om even naar rechts door te lopen tot een opmerkelijk pand op Ossekop 11. Het is het geboortehuis van Saskia van Uylenburgh (1612-1642), dochter van de toenmalige burgemeester van Leeuwarden Rombertus Rommertszoon Uylenburgh (1554-1624), burgemeester van Leeuwarden en raadsheer aan het Hof van Friesland. Maar zij is vooral bekend als de eerste vrouw en muze van Rembrandt, die hij in 1633 schilderde als zijn jonge zeer blanke en blozende verloofde. Het statige pand stamt uit de 16e eeuw gebouwd. De statige behuizing toont nog zijn eeuwenoude oorsprong en was tot 1604 het Old Burger Weeshuis. Vanaf 1897 is Ossekop 11 gebruikt als kantoor en magazijn van de Leeuwarder Waterleiding Maatschappij. Daarna is het enige jaren in gebruik geweest als was- en strijkinrichting en vanaf 1921 is er het zusterhuis van het nabijgelegen Stadsziekenhuis gevestigd. In 1999 krijgt het pand zijn huidige bestemming gekregen en biedt ruimte aan het advocatenkantoor van de gebroeders Wim en Hans Anker, Nederlands bekende strafrechtadvocaten.

Blokhuispoort - Voormalige Strafinrichting
We wandelen terug naar het Blokhuisplein en steken hier over naar het Blokhuis complex, nu een Cultureel Bedrijven Centrum, maar in het verleden vooral bekend was als het Huis van Bewaring De Blokhuispoort . De oorsprong gaat terug tot 1661 als het als Huis van Opsluiting en Tuchtiging wordt gebouwd om grote aantal gevangenen op te sluiten. In 1870-1877 worden de bestaande gebouwen vervangen door een nieuwe Bijzondere Strafgevangenis voor straffen langer dan vijf jaar tot levenslang. Maar deze gevangenis is onlosmakelijk verbonden met De Kraak' op 8 december 1944, de beroemde bevrijdingsactie van het Friese verzet. De Duitse bezetters de gevangenis en het Huis van Bewaring al snel na het begin van WOII over. De dagelijkse gang van zaken blijft aanvankelijk nagenoeg gelijk, maar dat verandert in 1942 als Joden tijdelijk gevangen worden gezet om later op transport te gaan naar Westerbork. Begin 1944 sluiten de Duitsers in het Huis van Bewaring mensen op, die verdacht zijn van betrokkenheid bij de illegaliteit. In november 1944 zitten enkele belangrijke verzetsmensen er gevangen. De kans dat ze tijdens de gruwelijke verhoren iets los zullen laten is groot en daarom besluit de leiding van het verzet ze uit de gevangenis te halen. In de vroege avond van 8 december 1944 weet een aantal verzetsmannen toegang te krijgen tot het Huis van Bewaring en 51 gevangenen te bevrijden. In de nacht van 15 april 1945 wordt het Huis van Bewaring door de NBS in bezit worden genomen, bang als men is voor een laatste Duitse wraakactie. Na de oorlog is de gevangenis een van de plaatsen waar oorlogsmisdadigers en collaborateurs wachten op hun rechtszaak en sommigen zitten er later hun door een van de tribunalen opgelegde straf uit. In 1970 wordt de Bijzondere Strafgevangenis, waar op dat moment nog 23 gevangenen verblijven, gesloten.

De verzetsmannen van 'De Kraak' op 8 december 1944
We verlaten de Blokhuispoort en gaan terug naar Blokhuisplein, waar we naar links wandelen en rechtsaf de Nieuweweg volgen langs het water van de Zuiderstadsgracht. We passeren het Beurs- en waaggebouw (1880), een Neo-Classicistisch gebouw naar een ontwerp van architect Thomas Adrianus Romein (1811-1881). Later krijgt het pand de functie van openbare bibliotheek. Sinds 2019 is Campus Frysl n van Rijksuniversiteit Groningen in het gebouw gevestigd. Voor dit monumentaal pand ligt een fontein met het bronzen beeld van Mercurius, de god van de handel, bekroont de fontein. Dit beeld uit 1923 staat op een sokkel met op de hoeken kinderen met vissen in een schaalvormig bassin met vier figuren die stroomgoden en stroomgodinnen verbeelden. De fontein is een ontwerp van Gustav Adolf Bredow (1875 1953) uit Stuttgart. Met de bocht naar rechts staan we op de Willemskade langs de Zuiderstadsgracht. De kade komt in 1868 gereed en heet oorspronkelijk Zuiderkade, maar na bezoek van Willem III in 1873 wordt de naam gewijzigd in Willemskade. In het midden van die kade ligt de Prins Hendrikbrug. In 1898 vestigt de Leeuwarder Stoomboot Maatschappij zich aan de Willemskade. Een ander opmerkelijk pand is Willemskade 12 het kantoor van het Nieuwsblad van Friesland, waar Mindert Hepkema in 1909 de Vereniging De Friesche Elf Steden oprichtte. Aan de zuidwestzijde zien we de hoge kantoorgebouwen: de Achmeatoren (2002), de Averotoren (1991) en kantoren van AEGON. Vanaf 2005 is hier de Museumhave gevestigd, waar ook het museumschip de St nfries X ligt afgemeerd. Dit beurtschip is omstreeks 1910 gebouwd op de werf van Botje Ensink in Groningen en onderhield van 1911 tot 1955 geregelde vracht- en passagiersdiensten tussen Leeuwarden en Amsterdam. In 1954 werd de rederij opgeheven en de St nfries X is in de jaren 2002 en 2003 in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht en opgenomen in het Nationaal Register Varend Erfgoed.

Zuiderstadsgracht - Museumhaven aan de Willemskade
Aangekomen bij de Prins Hendrikbrug wandelen we naar rechts de Prins Hendrikstraat in en komen op het Wilhelminaplein waar we onze stadswandeling afsluiten. Maar de veelgebruikte naam voor het Wilhelminaplein is heeft langzaam plaats gemaakt voor het Zaailandplein. In de naoorlogse jaren is het plein een parkeerterrein en ten tijde van de Koude Oorlog lag er een atoomschuilkelder onder. Maar het Wilhelminaplein heeft een ware metamorfose ondergaan! De openbare ruimte van het plein en directe omgeving hebben vanaf 2009 een totale renovatie ondergaan. Hieraan heeft de nieuwbouw van het Fries Museum een belangrijke bijdrage geleverd. Want na een aantal omzwervingen door de jaren heen heeft dit museum er een definitieve en blijvende plek gekregen en kan er met recht gesproken worden van een aanwinst voor de stad! Samen met het er tegenover gelegen Paleis van Justitie zijn zij beeldbepalend voor deze ontmoetingsruimte midden in het centrum van Leeuwarden.

Naast deze hier beschreven stadswandeling zijn nog meer mogelijkheden om door Leeuwarden te dwalen en kennis te nemen van haar verleden. Zo is er ook een po zieroute. Alleen al uit literair oogpunt vanwege Slauerhoff, Paaltjens, Vestdijk en zelfs Havank is een wandeling door Leeuwarden de moeite waard. Want naast Slauerhoff werden er onder meer ook Fran ois Haverschmidt (Piet Paaltjens) en de populaire detectiveschrijver H.F. van der Kallen (Havank) geboren, en ging de in Harlingen geboren Simon Vestdijk er naar dezelfde HBS als Slauerhoff. Vestdijks meest Leeuwarder roman is uiteraard De Koperen Tuin oftewel de Prinsentuin met muziekkoepel en restaurant.



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 24-05-2022 door C.P.J. Aerssens