DER MALERWEG - DAG 5
Traject Buschmühle- Räumichtmühle - Altes Zeughaus- Grosser Winterberg - Schmilka 13 KM

© www.fotoblick.de - Jan Lipowski
Buschmühle - Oude prentbriefkaart van omstreeks 1930

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek






Gasthaus Buschmühle
Ongeveer 13 km
Deze etappe start vanaf de Buschmühle stroomopwaarts tot aan de T-splitsing naar Ottendorf. Hier verloopt de route direct op de kruising rechts de helling van de Arnstein op. Rechts aanhoudend passeren we de Kleinsteinhöhle en komen bij de Sturmhauers Eck en de S165. Naar rechts door de Mühlschlüchte voert de Malereweg ons langs de Kleine Pohlshorn en de Grosse Pohlshorn omlaag en weer omhoog naar het Altes Zeughaus. Over de Rosssteig komen we op de Grosser Winterberg. Het laatste stuk naar Schmilka is een inspannende afdaling van 400 meter over een afstand van 2 kilometer naar de oever van de Elbe.

ROUTEBESCHRIJVING

De dagetappe van de Malerweg start vanuit Gasthaus Buschmühle en de Buschmühle, een van de vele watermolens aan de Kirnitzsch in het romantische grillige Kirnitzschtal. Deze watermolen wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1592. Het is Andreas Storm die op 26 februari 1710 toestemming krijgt om een molen te exploiteren voor het malen van graan. Aan het einde van de 18e eeuw wordt de molen door brand getroffen. Heeft de watermolen tot dan toe op de noordelijke oever van de Kirnitzsch direct aan de toegang tot het Ottendorfer Loch gestaan, nu wordt hij even verderop stroomafwaarts herbouwd op de zuidelijke oever op de huidige plek. Hierover staat echter weinig vermeld. Vermoedelijk wordt in 1784 met de bouw van deze nieuwe Buschmühle begonnen en het jaartal 1785 als oudste jaartal op een markeringssteen van het molengebouw geeft wellicht aan dat de watermolen in gebruik genomen is als looimolen, die eikenschors vermaalt of plet tot run. Run is een vloeistof die gebruikt wordt bij het looien van leer om het zijn kleur te laten behouden. Later wordt de molen ook als houtzagerij ingericht.

Naast het huidige gastenverblijf, dat oorspronkelijk als stal en schuur in gebruik is geweest vinden we op de rots het jaartal 1787. In het jaar 1791 wordt de Sandsteinweg aangelegd, die naar boven naar de Buschmüller of Glasers Räumicht leidt, zoals valt af te lezen op een paal met daarbij de initialen "G. G." voor Gottlieb Glaser. Niet veel later wordt in 1797 ook nog een smidse gebouwd naast de molen aan de voet van de rotsen, maar deze bestaat niet meer. In 1813 wordt de houtzagerij weer in gebruik genomen, ofschoon Johann Gottlieb Glaser tevergeefs probeert hiervoor vergunning te krijgen. De molengracht in de binnenhof wordt in 1848 met een zandstenen gewelf overbouwd en kort daarna in 1854 wordt de met waterkracht aangedreven houtzagerij met een derde deel uitgebreid. Hier bevindt zich nu nog de zaagstelling, een kleine slijperij voor zaagbladen en een schaafbank.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Buschmühle - Oude zaagstelling van de houtzagerij
Een nieuwe brand in 1948 kan op tijd worden bedwongen. Een vonkenregen van de stoommachine, die dient als hulpmotor en gestookt wordt met afvalspaanders zorgt voor nachtelijk onheil. Maar de toevallig aanwezige brandweerhond slaat alarm en zo kan erger worden voorkomen. In diezelfde tijd wordt er ook een markante toren met silo gebouwd. Na WOII is de molenaar zelf verantwoordelijk voor het graan, omdat er in de hongerjaren uit de schuren van de omliggende dorpen te veel graan verdwijnt. Iedere molen moet van de Russische bezetters een bepaalde hoeveelheid graan in opslag hebben. Maar ook blijft de houtzagerij nog steeds in bedrijf. Met het opheffen van de DDR komt er ook een einde aan het in bedrijf houden van de watermolen. De laatste zak meel verlaat in mei 1992 de Buschmühle. De graanmolen en houtzagerij worden stilgelegd, maar blijven intact. Sindsdien drijft het waterrad nog enkel een kleine stroomgenerator aan van ongeveer 7,5 kW/h voor eigen gebruik.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Ets Kleinsteinhöhle van Adrian Ludwig Richter (1803-1884)
Als we de Buschmühle verlaten volgen we het Kirnitzschtal stroomopwaarts over de S165 tot aan de afslag naar Ottendorf, daar waar de Dorfsbach in de Kirnitzsch uitstroomt. We zien dat de Kirnitzsch hier gestuwd wordt door een muur in de beek. Op dit kruispunt gaat de route van de Malerweg naar links, precies in de hoek van de afslag. Na een korte klim verloopt de route over een breed bospad in de helling van de Arnstein naar rechts. We laten de restanten van de voormalige Burg Arnstein links liggen. Deze burcht, die ook bekend staat als Ottendorfer Raubschloss, is in de 14e -15e eeuw een van de belangrijkste burchten in de Sächsische Schweiz in bezit van de Berk von der Duba. Als de burcht in 1451 overgaat in handen van Saksen verliest het aan betekenis en raakt in verval. NU zijn er enkel nog de restanten van stenen trappen, balken en een 5 meter diepe kerker. De Malerweg komt verderop onder langs de Kleinsteinhöhle, een rotspoort, die 10 meter hoog, ongeveer 10 tot 12 meter breed en 5 tot 7 meter diep is met prachtig uitzicht en bereikbaar over een trap. Van deze Kleinsteinhöhle is in 1820 door de landschapschilder Adrian Ludwig Richter (1803-1884) een ets gemaakt. Links van de toegang tot de rotspoort vinden we het jaartal 1586. Van de Kleinsteinhöhle voert de wandeling ons langs Sturmhauers Eck naar de S165 in de richting van Hinterhermsdorf.

Op de S165 wandelen we 350 meter naar links tot even voor de Räumichtmühle, een oude graanmolen, die sinds 1952 tot Gasthaus is omgebouwd. We steken naar rechts de Kirnitzsch over en klimmen uit het dal door de Mühlschlüchte. Dit steile bospad met groffe grote stenen en hoge zijkanten laten duidelijk zien dat hier bij aanhoudende regen een wilde beek kan ontstaan. De route voert ons zuidwaarts langs een schuilhut in de richting van de Kleine Pohlshorn met een hoogte van 417 meter. Naar rechts om deze uitzichtberg heen komen we na 600 bij de Grosse Pohlshorn. De route van de Malerweg buigt net voor de toegang naar dit uitzichtpunt de van de Grosse Pohlshorn naar links. Even van het uitzicht genieten over de beboste hellingen van de Sächsische Schweiz is de moeite waard! We dalen af over steile treden door dichte dennenbossen naar de Kirnitzsch, die hier nog een onbetekenend beekje is, om dan over het bruggetje aan de andere zijde het dal weer uit te klimmen via de Dreisteigensteig met rotsen en boomwortels tot aan de voet van de Grosser Teichstein. We kiezen voor de route van de Malerweg en wandelen richting Altes Zeughaus en Grosser Zschand.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kirnitzschtal - Das Alte Forsthaus am Grosser Zschand
Grosser Zschand is het langste dal zonder beken en riviertjes is de Sächsische Schweiz en verloopt over een afstand van 6 kilometer van de Neumannmühle in het Kirnitzschtal naar Rossmaulwiese in de Böhmische Schweiz. Nog voor de ontsluiting van de Sächsische Schweiz wordt dit dal als handelsroute gebruikt tussen Böhemen en Saksen. Het terrein is in trek als jachtgebied en de bossen op de hellingen worden tot in de jaren 80 van de vorige eeuw benut voor de bosbouw. Over een goed begaanbaar bospad komen we voorbij aan een oude boswachterswoning en bereiken we het Altes Zeughaus, nu een uitspanning.

De oorsprong van dit Altes Zeughaus gaat terug tot het jaar 1642 en het huidige gebouw stamt uit omstreeks 1870. Een Zeughaus is normaal gesproken een gebouw voor de opslag van wapens en munitie. Hier in deze streek van Sächsische Schweiz met veel wild wordt een dergelijk gebouw voor de jacht gebruikt. De jachtopziener van de Kurfürsten heeft hier de opslag van vallen, strikken, netten en ander vangmateriaal. Maar ook een speciale kar voor het vervoer van levende beren, die in hier gevangen worden om naar de Bärengarten in Hohnstein of de berengevechten in Dresden getransporteerd te worden. Later wordt het een uitspanning voor houthakkers, voerlieden, smokkelaars en deserteurs. Maar ook de landschapschilders van de Duitse Romantiek overnachten hier. Met de bouw van een boswachterswoning rond 1900 komen op deze plek meer gebouwen en ten tijden van de DDR verrijzen er als vakantieverblijven voor leden van het Ministerium für Staatssicherheit der DDR, de Stasi, drie grote appartementengebouwen. In 1974 wordt het Altes Zeughaus gesloten en zijn de wandelaars op hun eigen ”knapzak” aangewezen. Het Stasi-verblijf is nog tot 1996 als Hotel in gebruik en staat dan leeg tot 2000. Dan komt het complex in bezit van Marc Henkenjohann en Marcus Ziegler, die de verplichting hebben het Stasi-verblijf af te breken, en het Altes Zeughaus om te bouwen tot restaurant.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Uitzicht vanaf de Goldstein (429 meter)
Net voor Gasthaus Altes Zeughaus gaat de route van de Malerweg naar links en klimt over de Rosssteig opnieuw flink om aan het einde van de klim naar rechts af te buigen. Ongeveer 100 meter naar links ligt de Goldstein met een mooi vergezicht. We wandelen verder over de Reitsteig zonder veel klimmen en dalen tot aan de markante rotsformatie van de Katzenstein op een hoogte van 453 meter. Achter deze vrijstaande rots gaat het naar links en meteen weer naar rechts op de Fremdenweg, die ons omhoog leidt naar de Grosser Winterberg. Met een hoogte van 556 meter is deze Grosser Winterberg de op één na hoogste top in de Sächsische Schweiz en hij dankt zijn naam al in de Middeleeuwen aan het feit dat de top lang en vaak met sneeuw bedekt is. Het bovenste gedeelte van deze berg bestaat uit basalt, die boven een basis van zandsteen uitsteekt. De Grosser Winterberg maakt deel uit van een groter samenhangend bergmassief dat ook de Kleiner Winterberg, de Affensteine en de Schrammsteine omvat en aan de zuidzijde de grens met Tsjechië vormt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Uitzicht vanaf de Grosser Winterberg van Johann Gabriel Friedrich Poppel (1807–1882)
Op de Grosser Winterberg wordt in 1819 op de zuidelijke top een eerste onderkomen gebouwd waar in datzelfde jaar ook de schrijver Julius August Walter von Goethe (1789-1830) verblijft. Maar in 1821 brandt dit huis af en wordt herbouwd. In 1835 wordt een eerste uitkijktoren opgericht en 1840 en 1846 bouwt men het nu nog bestaande Berghotel Grosser Winterberg in Zwitserse Landhuis stijl met uitkijktoren op de noordelijke top. Het Berghotel staat onder Monumentenzorg en heeft in de loop der jaren, ook in DDR tijden, een groot aantal hoteleigenaren gehad. Tijdens de onderdrukking van de Praagse Lente met het opbloeien van het democratisch socialisme in Tsjecho-Slowakije is de Grosser Winterberg van augustus 1968 tot juni 1969 bezet door het Russische rode leger. Daarna is er nog grenscontrole ondergebracht en staat het na de hereniging van Duitsland 1990 en 1994 leeg. Het Berghotel Grosser Winterberg wordt sinds 1994 gepacht door dezelfde eigenaren als het Altes Zeughaus. Vanaf de uitzichttoren hebben we prachtig panorama landschap van de Sächsische en Böhmische Schweiz met hun uitgestrekte bossen en rotsformaties van het Lausitzer Gebirge, het Isergebirge, het Riesengebirge, het Erzgebirge en het dal van de Elbe.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Schmilka - Ets Schmilkische Mühle van Adrian Ludwig Richter (1803-1884)
Voordat we in westelijke richting de route van de Malerweg vervolgen brengen we nog even een bezoekje aan het historische Eishaus, een bijgebouwtje van Berghotel Grosser Winterberg. Hierin is in vroegere tijden de levensmiddelenvoorraad opgeslagen voor het Berghotel en het restaurant. Door de speciale bouw van de dubbele muren kan de spouw in het voorjaar gevuld worden met ijsblokken uit de nabij gelegen vijver en zorgt zo voor koeling. Nu vinden we in dit Eishaus de tentoonstellingsruimte van Nationalpark Sächsische Schweiz met informatie over flora en fauna op de Grosser Winterberg, de toeristische ontwikkeling en het ecosysteem van het bos. De afdaling gaat even over het asfalt om na de afslag naar rechts via trappen af te dalen. Om naar Schmilka te komen betekent dit dat we met de route van de Malerweg over een afstand van 2 kilometer een geweldige afdaling van 400 meter te overwinnen hebben. Het laatste stuk gaat over de Bergsteig naar beneden tot in het dorpje Schmilka. Hier komen we aan de gerestaureerde Schmilksche Mühle met een nieuw waterrad, een watergracht en waterbassin. Deze watermolen die bijna meteen aan de bron van de kleine Ilmenbach ligt, is in het jaar 1665 gebouwd en is een van de eerste gebouwen in het dorpje Schmilka. De watermolen is in de 19e eeuw buiten gebruik gesteld, maar in 2007 gerestaureerd en gereconstrueerd. Als voorbeeld heeft de ets Adrian Ludwig Richter (1803-1884) gediend. Adrian Ludwig Richter is een van die landschapschilders van de Duitse Romantiek die zo’n 200 jaar geleden op de Malerwg in de Sächsische Schweiz onderweg geweest zijn.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Schmilka - Gerestaureerde Schmilkische Mühle
Onder de poort door komen we in het dorpje Schmilka in een straatje met vakwerkhuizen. Schmilka is gelegen aan de Elbe op de grens met Tsjechië en aan de doorgaande weg van Bad Schandau naar Tsjechië. Het dorpje wordt voor het eerst vermeld in 1582 en is lange tijd een dorp van schippers, houtvlotters, steenhouwers en houthakkers. Nu haast uitgestorven en sinds de toetreding van Tsjechië tot de Europese Unie en het opheffen van de grenscontrole nog van weinig betekenis. Hier is het eindpunt van deze dagetappe van de Malerwegen en is de oversteek van de Elbe met het veerpontje het startpunt voor de aansluitende voortzetting van de route van de Malerweg op de zuidoever van de Elbe.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN:

- Topokaart 1:25 000, Wanderkarte Nationalparkregion Sächsische Schweiz mit Malerweg, Leporello Publicpress, ISBN 978-3-89920-451-3, € 4,95
- Topokaart 1:30 000, Wandelkaart 761 Elbsandsteingebirge-NP Sächsische Schweiz, Kompass, ISBN 9783854913689, € 9,95
- Topokaart 1:30 000, Das Wanderkartenset zum Malerweg, Sachsen Kartographie GmbH Dresden, ISBN 978-3-932281, € 6,50

GIDSEN:

- Rother Wanderführer, Elbsandsteingebirge, Die schönsten Touren in der Sächsischen Schweiz, 51 Touren , Franz Hasse, ISBN 978-3-7633-4191-7, € 13,30
- Fernwanderweg Malerweg, Wanderführer und Karte 1:35 000, Verlag Esterbauer, ISBN-13 9783850005142, € 13,90
- Der Malerweg: Wanderführer und Karte, Berg- & Naturverlag Rölke, ISBN: 978-3-934514-19-5, € 18,90





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 07-09-2011 door C.P.J. Aerssens