RONDWANDELING OMGEVING NASSOGNE
Traject Nassogne - Masbourg - Fourneau St. Michel 19 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nassogne - Arduiner trap in de Rue du Parvis

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Nassogne
Ongeveer 19 km.
Deze rondwandeling van 19 kilometer vertrekt vanuit Nassogne en is een pittige tocht vol beklimmingen en afdalingen, die loopt door de mooiste wouden van de Ardennen met uitgestrekte bossen, prachtige dalen van riviertjes en beken, grazige weiden, omzoomd met hagen van meidoorn en andere struiken. We wandelen ver van de bewoonde wereld door rustieke Ardeense gehuchten als Masbourg en Mormont en komen langs het “Musée de la Vie rurale en Wallonie”. Inspannend is de 4,2 kilometer lange en steile klim langs de Ruisseau de la Diglette en ook terug naar Nassogne moet de steile helling “Thier des Gates” nog worden genomen.

ROUTEBESCHRIJVING

We vertrekken vanaf de Place Communale in het oude centrum van Nassogne, dat met bijna 5000 inwoners vermoedelijk één van de oudste plaatsen van de Ardennen is. Tijdens opgravingen zijn er immers neolithische overblijfselen gevonden en aan de hand van de plaatsnamen kan worden afgeleid dat er in de streek tal van megalieten zijn ontdekt zoals menhirs, dolmens, hunebedden. In de Romeinse tijd ligt het dorp aan de heirbaan van Bavay naar Trier. De geschreven geschiedenis van Nassogne begint in de 4e eeuw van onze tijdrekening, in 372 om precies te zijn, als Romeinse keizer Valentinianus er wetten afkondigt.Nassogne is dan keizerlijk jachtgebied; over de plaats waar de Romeinse villa ooit heeft gestaan, hebben de historici echter nog geen consensus bereikt. In de 7e eeuw speelt de Ierse heremiet Mono een belangrijke rol in de geschieden van Nassogne. Volgens de legende is St. Mono omstreeks 600 in Ierland of Schotland geboren. Op een pelgrimstocht naar Rome om er gewijd tot diaken gewijd te worden, ontmoet hij Jean l’Agneau, de bisschop van Tongeren-Maastricht die van de Eeuwige Stad terugkeert.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nassogne - Kerktoren Église St. Mono (1782)
Met de hulp van bisschop Jean l’Agneau vestigt Mono zich in Gallië dichtbij de bron Nassonia. Hij richt er een oratorium en een hermitage op en begint het evangelie te verkondigen in de streek. Zijn enige metgezel is een getemd everzwijn. Op een dag graaft het met zijn snuit een wonderbaar metalen klokje op. Als Mono dit klokje luidt, weergalmt het tot in alle uithoeken van het bos en komen de mensen van overal toegestroomd om naar de prediking van de heilige man te luisteren. In 636 wordt Mono echter door jaloerse schurken overvallen en met een zwaard gedood. Na de plechtige begrafenis gaat de menigte naar zijn graf en smeekt hem om vrede en genezing. Al gauw gebeurden er wonderen en het nieuws van zijn dood verspreidt zich over heel het land. Heilig verklaard, geniet St. Mono een talrijk gehoor en volgens de “Legenda Aurea” heeft hij tal van zieken genezen.

Vandaag de dag wordt hij nog altijd vereerd, in het bijzonder tijdens de processie van de “Remuages”, de zondag na Hemelvaartsdag. Bisschop Jean l’Agneau laat na zijn dood onmiddellijk een kerk oprichten op de plaats waar de martelaar heeft geleefd. Tijdens een pelgrimstocht naar Nassogne verheft Pepijn de Korte (715 – 768) een eeuw later die kerk tot collegiale kerk en richt er een kapittel op van zes kanunniken en een proost, dat stand houdt tot de Franse Revolutie. Zo is Nassogne ongetwijfeld één van de eerste en grootste parochies van de streek en naar verluid strekt de invloedssfeer van Nassogne, op het einde van het Karolingische tijdperk, zich uit over een gebied van ongeveer 20.000 hectare.

De geel-witte markering van de Transardeense Route volgend komen we langs de Collegiale kerk St. Mono, die in verhouding met het dorp erg groot is. Het is een getuige van een cultus die zich rond St. Mono steeds verder heeft verbreid. Door de eeuwen heen is ze meerdere keren verbouwd. In 1661 wordt ze zelfs bijna volledig herbouwd, wat te lezen is in de datum, die als chronogram boven het portaal is aangebracht. Gelukkig blijft de Romaanse structuur van het koor bewaard. De bolvormige klokkentoren dateert van 1782. Binnen zien we een barok hoofdaltaar onder een schilderij van de Luikse schilder Englebert Fisenne (1655-1733), een preekstoel uit 1751 in Lodewijk XV stijl. In de zijbeuken vinden we vier engelen, die worden toegeschreven aan de beroemde Luikse Barok beeldhouwer Jean del Cour (1631-1707), leerling van de Italiaanse meester Gian Lorenzo Bernini, of aan zijn school, en verscheidene werken van hedendaagse kunstenaars, In het schrijn van St. Mono, een barokke sarcofaag uit het einde van de 17e eeuw in eik en linde, bevinden zich enkele beenderen en kledingstukken van de heilige alsook een scheenbeen van Jean l’Agneau. Het schrijn maakt deel uit van de “schat” van de kerk, evenals een reliekhouder uit de 13e eeuw, een monstrans die dateert van 1554, en vooral het ijzeren klokje, zogezegd van St. Mono, in een kastje met zilveren gravures (1594). Rondom de kerk ligt een oud kerkhof en een laan met lindebomen die geplant zijn in 1804.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nassogne - Route d'Ambly
Door de Rue du Parvis komen we bij de Rue du Masbourg, die we oversteken en in westelijke richting door de Rue St. Fiacre verlaten we de bebouwing van Nassogne. Hier passeren we een kapelletje gewijd aan St. Fiacre, een Ierse monnik die een klooster in het Franse Meaux heeft gesticht en die een van de belangrijkste heiligen in Frankrijk is. Talrijke kerken en kapellen zijn aan hem gewijd, ook in België. We volgen het asfalt en dalen af door het Bois des Taureaux naar de kleine vallei van de Ruisseau de Warlet. Als we voorbij het bruggetje zijn waar de weg over het beekje loopt, volgen we aan onze linkerhand voor het wegkruis in een klein bosje een smal weggetje, de Route d’Ambly, dat glooiend oploopt door weiden en velden van Biermontoy. Ongeveer een kilometer verder nemen we niet de asfaltweg die rechtstreeks naar Masbourg afdaalt; maar wel een hobbelig pad aan onze linkerhand dat om een sparrenbos heen loopt en tenslotte afdaalt naar het gehucht Masbourg. Vlakbij het naar links in het bos gelegen kapelletje en een wegkruis bereiken we de eerste huizen van het dorpje. Een bankje biedt een mooie rustplek.

Masbourg in de lage vallei van de Masblette wordt ongetwijfeld al sinds onheugelijke tijden door de mens bewoond. Tijdens opgravingen zijn er immers een neolithische bijl en Romeinse graven teruggevonden. Toch is er over de geschiedenis van Masbourg nagenoeg weinig bekend. We weten alleen dat het dorp, dat nu onder het bestuur van de Gemeente Nassogne valt, in de Middeleeuwen een leengoed is van de heer van Mirwart. De economie steunt er nog altijd vooral op landbouw en bosbouw, immer 60 % van het grondgebied is bebost. Van architectonisch belang is de Église St. Ambroise, gebouwd in 1712, met een kleine kerkhofje en de twee oude linden voor het kerkportaal, de omliggende Ardeense huizen en vooral de grote boerderij met vierkante binnenplaats bij het verlaten van het gehucht.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Masbourg - Église St. Ambroise
De Transardeense route volgt vanaf ons rustpunt de hoofdweg 200 meter om vervolgens de brug over de Masblette over te steken. We slaan meteen rechtsaf en bij de tweesprong loopt de weg naar links in de richting van de Église St. Ambroise. Hier kiezen we voor de Rue de Mormont, die ons vanuit Masbourg naar Mormont voert.. De geel-witte tekens zijn duidelijk zichtbaar. Vanaf de boerderij klimt de weg vrij steil naar omhoog en slingert zich door het landschap met enkele mooie uitzichten op het dorp en de heuvels. Het is weer klimmen, want we verlaten opnieuw het dal. De route loopt door het uitgestrekt bosgebied. We volgen het asfalt van Rue de Mormont. Op de top loopt de asfaltweg in een vrij lange, rechte lijn door en draait plotseling linksaf. Hier gaat de Rue de Mormont over in de Rue Léon Herman. De tocht loopt verder langs de rand van het bos, op de hellingen van het gehucht Mormont, dat nog verschillende oude huizen in vakwerk bezit. Midden in het gehucht staat de in 1948 ingewijde Chapelle Notre Dame de Fatima met een opvallend klokje aan de gevel, dat aan de buitenzijde geluid kan worden.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mormont - Chapelle Notre Dame de Fatima
Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op de vallei van de Masblette met het “Musée de la Vie rurale en Wallonie”. We volgen het asfalt en houden buiten het dorpje de richting naar Awenne aan. Na goed één kilometer met het bos aan onze linkerzijde slaan we op een kruispunt met onverharde paden linksaf en dalen door het bos naar de Masblette. Zo komen we op de verharde weg uit, steken de Masblette ver naar links en staan bij de ingang van het “Musée de la Vie rurale en Wallonie”. Het lijkt een vreedzaam Ardeens dorp dat er bij nader inzien toch niet geheel levensecht uitziet. Originele hoeven en andere gebouwen werden na 1970 namelijk steen voor steen uit de diverse gebieden van de Ardennen naar hier overgebracht en weer opgebouwd. Het hele domein beslaat 32 hectare met daarop een 50-tal gebouwen, die zijn voltooid en toegankelijk voor het publiek, andere worden gereconstrueerd. Naast boerderijen, huisjes met strooien daken en ambachtswoningen, is er ook een school, een openbare wasplaats, een tabaksschuur, verscheidene broodovens, een varkensstal, een pakhuis, een kapel, een smederij, een stroopfabrieken een houthakkershut. Ieder gebouw werd ter plaatse zorgvuldig uit elkaar gehaald, gerestaureerd en vervolgens opnieuw geconstrueerd. Je krijgt een beter inzicht in de oude bouwtechnieken.

We lopen door dit park tot aan de Auberge du Prévóst. Het is één van de opvallendste gebouwen in het openluchtmuseum. Nu is er een restaurant gevestigd. Maar het is Interessant om weten is dat dit gebouw uit het dorpje Journal afkomstig is. Het gebouw is achtereenvolgens gemeentehuis, kazerne, school en hoeve geweest. Opnieuw een uitstekend plaats voor een rustpauze. Vanaf de herberg “Auberge du Prévóst”, bij de uitgang van het “Musée de la Vie rurale en Wallonie”, volgen we de hoofdweg N849 een 50-tal meter naar links en slaan in de bocht bij kilometerpaal 10 rechtsaf een asfaltweggetje in, aangegeven met geel-witte tekens. Even verderop moeten we door een hek, dat weer gesloten moet worden na passeren. We zijn nu op de Chemin de la Diglette, een 4,2 kilometer lange en steile klim langs de Ruisseau de la Diglette naar de “Thier de la Diglette”. Over deze afstand overbruggen we 214 hoogtemeters met een gemiddelde stijgingspercentage van 5,3 %. We klimmen van 300 meter op de N849 naar meer dan 510 meter op de top. De route voert ons met een grote inspanning door het majestueuze beukenbos langs het kristalheldere beekje van de Ruisseau de la Diglette.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Musée de la Vie rurale en Wallonie - Auberge du Prévóst
Aangekomen bij een ruime parkeerplaats zitten we op een hoogte van 510 meter, het hoogste punt van de “Thier de la Diglette”. Hier vinden we er een informatiebord dat uitleg geeft over de wijze waarop de bosbouw in dit bosrijke gebied door de jaren heen is bedreven. Tot het begin van de 20e eeuw steunt de economie van Nassogne uitsluitend op de landbouw en bosbouw. Tot op de dag van vandaag is nog 75 % van het grondgebied bebost. Voorheen werkten de inwoners in zagerijen, klompenmakerijen of kuiperijen, die na de Tweede Wereldoorlog zijn verdwenen. Aan het einde van vorige eeuw leven meer dan 30 gezinnen van het vervaardigen van houten stelen, dozen, botervormen, emmerhengsels, weegschalen, kegels, harken en andere houten voorwerpen. In de omliggende dorpen drijft men graag de spot met dit kuiperswerk en de inwoners krijgen de bijnaam “de steelpannen”.

We volgen vanaf “Thier de la Diglette” de geel-witte markering van de Transardeense route over het pad dat goed gemarkeerd is door het majestueuze beukenbos. Het pad slingert naar links door het bos en is soms nauwelijks zichtbaar door de dorre bladeren op de grond. Gelukkig zijn de tekens op de bomen, die geregeld en duidelijk zichtbaar aangegeven zijn, goed te volgen. Na een tijd gaat het pad over in een hobbelig weggetje, de Chemin de Crevai, die in noordelijke richting afbuigt. Aangekomen op een T-splitsing met bospad links aanhouden en door lopen tot de volgende grote T-splitsing waar we opnieuw naar links de geel-witte markering volgen. Na een paar honderd meter op een open plek in het bos slaan we bij de eerstvolgende bospad af naar rechts. We dalen af naar een modderige doorwaadbare plaats in de Ruisseau des Compagnons, waarover gelukkig een bruggetje is geslagen. Even klimmen en na het hek zien we, bovenop de uitloper van het bos, de eerst bebouwing van Nassogne al liggen. Het uitzicht op de helling van de "Thier des Gattes" wordt hier jammer genoeg verstoord door een afgrijselijk modern gebouw. Deze “Résidence Nanfurnal" is oorspronkelijk in 1954 als sanatorium gebouwd door de "Association Luxembourgeoise contre la Tuberculose". Na een faillissement in 1962 wordt in 1968 de Gemeente Nassogne eigenaar en verkoopt de appartementen aan belangstellenden als vakantiewoning of als vaste verblijfplaats.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Thier de la Diglette - Routemarkering Transardense Route
We steken nogmaals een tweede bruggetje over de Ruisseau de Berivaux over en ons wacht een nieuwe, nog steilere beklimming dan de vorige, de “Thier des Gates” of de “geitenhelling” op. Over een afstand van minder dan 2 kilometer moeten we meer dan 100 meter klimmen. Zo bereiken we Nassogne via een asfaltweg die langs de camping loopt, en wandelen langs een vijver door de Chemin des Mésanges en de Rue du Vivier naar het centrum van Nassogne aan de Place Communale. De inspannend wandeling zit erop!

Charles Aerssens

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

KAARTEN:

- TopoKaart NGI 1:25 000, 59 / 3-4 Rochefort - Nassogne
- TopoKaart NGI 1:25 000, 59 / 7-8 Grupont - St. Hubert
- Wandelroute uitgezet in eigen beheer "Via-Via"
- Deel van de Transardeense Route: traject Fourneau St. Michel - Nassogne - Masbourg





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 02-11-2007 door C.P.J. Aerssens