De Église St. Maclou is een treffend voorbeeld van de flamboyant-gotische stijl. Met de kwaliteit van de versieringen heeft de bouwmeester Pierre Robin zichzelf overtroffen en een juweel van een kerk voor het nageslacht neergezet. Alleen de torenspits van de klokkentoren is modern. De eenduidigheid van de bouw is schijn. Naast de flamboyant-gotische façade bevat de kerk diverse Renaissance elementen, zoals de deuren, de ramen en de houten orgelgalerij. En het zijn de in renaissancestijl gesneden deuren die de kwaliteit van de hier geponeerde gotiek evenaren, zo niet overtreffen. De deuren bevinden zich in twee van de drie porta- len van de hoofdgevel. Het portaal aan de Rue Martainville heeft twee schitteren- de deuren in rijke renaissancestijl. Het linker Porte des Fonts illustreert onder meer de vier seizoenen. Binnen valt de laat-gotische architectuur nog meer op. De kapitelen werden in de late gotiek vaak achterwege gelaten. Zo is de vloeien- de lijnvorming van sluitsteen tot pijlersokkel nergens doorbroken. De scherp aandoende ribben zorgen in de Église St. Maclou voor een elegante lijnvoering. Opmerkelijk in het interieur is de open wenteltrap uit 1517 die naar de orgelgalerij voert (1517) en de orgelgalerij in Renaissancestijl die wel weer kapitelen bevat.
Als we de Église St. Maclou verlaten slaan we rechtsaf de Rue Damiette in. Tegen de kerk aan zien we nog de fontijn, die we zouden kunnen karakteriseren als het “manneken pis van Rouen”. Deze fontijn stamt uit 1540. Ook hier vakwerk- huizen met bepleisterde, met balken gestutte muurvlakken. Van de verderop gelegen Église St. Ouen is de centrale vieringstoren goed zichtbaar. Zo komen we op de Place du Lieutenant-Aubert en lopen door Rue des Boucheries naar de Rue Faulx en staan aan de zuidgevel van de Église Abbatiale St. Ouen, die gelegen is aan een parkachtige omgeving.
|
Rouen - Orgel en rozetvenster Église Saint Maclou
|
Voor de Cathédrale Notre-Dame kijken we recht de Rue du Gros Horloge in. Deze straat is de kortste verbinding tussen de kathedraal en de Place du Vieux Marché. De Rue du Gros Horloge is de voornaamste winkelstraat van Rouen. De huizen op nr. 9 en nr. 11 geven aan tot welke hoogten de herenhuizen in de 18e eeuw konden reiken. Midden in deze straat vinden we de Gros Horloge. Waar ooit een stadspoort toegang gaf tot het oude Rouen, werd tussen 1527 en 1529 een bouwwerk in Renaissancestijl neergezet, de zogenaamde Gros Horloge. Onder de kroonlijst met schapen, die wijzen op het belang van de wolbewerking, lijkt de klok met één oog op het winkelende publiek neer te kijken. Dat ene oog is feitelijk de wijzerplaat van de klok. In de bewegingen van de klok verschijnen de diverse maanfasen en mythologische figuren. Zo wordt elke dag van de week door een Romeinse god uitgebeeld met een of twee tekens van de dierenriem. Het Lamgods, dat in het centrum onder de wijzerplaat zit, staat symbool voor St. Jan, patroon van Rouen en komt terug in het stadswapen. De vergulde wijzerplaat boven de poortopening van het paviljoen bevat slechts één wijzer. Een zorgvul- dige restauratie in 1969 heeft het bouwwerk aanzienlijk meer waarde gegeven. Onder de poort, op het plafond van de boog, is beeldhouwwerk te zien, onder andere Christus als de Goede Herder tussen zijn schapen.
Het poortgebouw van de Gros Horloge wordt geflankeerd door een klokkentoren uit 1390. Dit laatste restant van het oude stadhuis bevat het eigenlijke uurwerk- mechanisme van de Gros Horloge. Bovendien hangen hier twee 13e eeuwse klokken. Een meer dan 160 treden tellende trap leidt naar boven vanwaar je een uitstekend panorama over de stad hebt. Aan de westzijde van de Gros Horloge vinden we nog een fontein, die oorspronkelijk stamt uit 1456, maar in zijn huidige vorm in 1733 door de architect Jean-Pierre Defrance in opdracht van de Duc de Luxembourg, gouverneur van Normandië is gebouwd. Het stelt de riviergod Alpheus voor tezamen met zijn geliefde de waternimf Arethuse.
|
Rouen - Le Gros Horloge plafondversiering
|