CATHÉDRALE NOTRE DAME - STRASBOURG

Strasbourg - Rechter portaal van de Cathédrale Notre Dame

Dit enorme gotische bouwwerk is het symbool bij uitstek van een zelfverzekerd Strasbourg. Met haar hoog opgetrokken front en die ene spitse toren domineert de kerk de horizon van stad en wijde omgeving. Een Franse kathedraal aan de oever van de Rijn, een voorbeeld voor andere Duitse steden. Van hieruit verspreidde de Gotiek zich verder over Zuid-Duitsland. Bij een bezoek aan deze Elzassische Notre Dame word je overweldigd door de enorme hoeveelheid boeiende, intrigerende bezienswaardigheden.

Bouwgeschiedenis van de kathedraal begint omstreeks 1015 met de bouw van een basiliek in Ottoonse stijl. Op de fundamenten van die kerk zal later de Gotische kathedraal verrijzen. Van deze 11e eeuwse kerk blijft alleen de crypte bewaard. Na een reeks branden tussen 1176-1220 ontstaan plannen voor een nieuwe kathedraal in Romaanse stijl. Het oudst zijn de oostmuren van de dwarsbeuk, nog met ronde bogen tot 1190. Het polygonale koor, het noordtransept en het grootste deel van het zuidtransept worden tussen 1190 en 1220 gebouwd in een Laat-Romaanse stijl met nog vrij stompe spitsbogen en kruisgewelven. De voltooiing van de gevel van het zuidtransept gebeurt tussen 1225-1235 en moet het werk zijn geweest van een atelier dat al onder invloed van de Franse Gotiek staat. De bouwmeesters zijn wellicht afkomstig uit Chartres en er zijn invloeden uit Bourgondië. Het beeldhouwwerk van het zuidportaal en de engelenpijler stammen uit deze tijd, evenals de Chapelle St. Jean. De bouw van het schip volgens het schema van de Franse Gotische kathedralen gebeurt op de fundamenten van de 11e eeuwse kerk in de periode 1236-1275.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cathédrale St. Etienne - Retabel in noordtransept
De bouw van de westgevel verloopt in een aantal fasen en begint in 1277 en loopt tot 1439. In die eerste fase heeft een zekere meester Erwin von Steinbach (1244-1318) daarbij de leiding. Het oorspronkelijke, extreem verticaal gelede ontwerp, de zogenaamde 'Riss B' wordt al vrij snel weer verlaten ten gunste van de klassieke Franse indeling in verdiepingen. In de tweede helft van de 14e eeuw wordt ook daar weer van afgeweken. Het is de Zuid-Duitse bouwmeester Michael Parler die de ruimte tussen de inmiddels twee verdiepingen hoge torens laat dichtbouwen met een extra etage, waarin de klokken een plaats krijgen. Zo ontstaat dat voor de Kathedraal van Strasbourg zo karakteristieke heel hoog opgetrokken gevelfront. Michael Parler heeft ter bekroning van dit front een klein torentje in het midden gedacht, maar na 1399 wordt teruggegrepen op het oorspronkelijke idee om twee torens te bouwen. Het blijft uiteindelijk bij een toten, de noordtoren. Tussen 1419 en 1439 bekroont de Keulse bouwmeester Johannes Hültz de fraai opengewerkte torenachthoek met een ranke spits met een hoogte van totaal 142 meter. De bouw van de Chapelle St. Laurent en het Portail St. Laurent gebeurt eind 15e / begin 16e eeuw.

Als we de buitenkant van de kathedraal bekijken, zien we een overdaad aan versieringen, vooral aan de westgevel. Deze westgevel heeft drie portalen, bekroond door spitse wimpergen, die de monumentale entree tot de kathedraal vormen. Als we het beeldhouwwerk (1280-1300) van het linker portaal bekijken, zien we op het timpaan taferelen uit Jezus' kinderjaren, waarvan de dagkanten worden bezet door tien figuren in lange gewaden. Zij symboliseren de deugden die de ondeugden overwinnen. In het timpaan van het hoofdportaal onderscheiden we scènes uit het lijdensverhaal, de opstanding en Hemelvaart. Op de dagkanten staan profeten en op de twee buitenste archivolten thema's uit het Oude Testament. Boven het portaal en onder het frontaal, een typisch Gotische driehoekig gevelelement boven een portaal, zien we koning Salomo en Maria met kind. De leeuwen op de trapgevel die naar koning Salomo's troon voert, symboliseren de twaalf stammen van Israël. Op het timpaan van het rechter portaal is het Laatste Oordeel afgebeeld. De dagkanten worden ingenomen door beelden van de dwaze en de wijze maagden. De meest linkse figuur met de appel is de “Koning van de wereld” die de maagden verleidt. Het gaat hier overigens om 19e eeuwse kopieën, waarvan de originelen in het Musée de l'Oeuvre Notre Dame te zien zijn.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cathédrale St. Etienne - Roosvenster in de Westgevel
Midden op de westgevel boven het grote roosvenster vinden we een galerij met beelden van de 12 apostelen, een reconstructie uit het begin van de 20e eeuw. Bijna alle beelden van de bovenste verdiepingen zijn tijdens het Revolutionaire Schrikbewind in de herfst van 1793 verwoest. Het beeldhouwwerk van de portalen is echter tijdig in veiligheid gebracht.

Aan de zuidkant bevindt zich de toegang tot de toren. Een wenteltrap voert hier eerst met 328 treden naar het platform op 66 meter hoogte, dat de rechter torenstomp en het middelste gevelveld overkapt. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op de wijde omgeving en op de karakteristieke steile daken van de oude stad, bekleed met beverstaartdakpannen en bezet met drie rijen dakkapellen boven elkaar. Aan de gevel van het zuidtransept is goed herkenbaar hoe bij de voltooiing van deze façade n de Gotische bouwmeesters de oorspronkelijke Romaanse indeling hebben aangehouden. Maar aan de details van spitsbogen en roosvensters is de nieuwe bouwstijl al wel af te lezen. Het beeldhouwwerk van het Portail de l'Horloge verdient extra aandacht. Links en rechts van dit dubbelportaal staan de twee vrouwenfiguren “Ecclesia” en “Synogoge”, die de christelijke kerk en het jodendom, het Nieuwe en Oude Testament voorstellen. De originelen uit 1230-1240 zijn te vinden in het Musée de l'Oeuvre Notre Dame. Op de reliëfs van de boogvelden zijn de dood van Maria en de kroning van Maria in beeld gebracht. Opvallend aan de gevel van het noordtransept is het weelderige baldakijn van het Portail St. Laurent, den juweeltje van late gotiek stammend uit de periode 1495-1505.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cathédrale St. Etienne - Preekstoel (1487) van Hans Hammer
Als we de Cathédrale Notre Dame betreden, valt het schip op met zijn stijl, op en top klassieke Franse Gotiek. De weinig spectaculaire hoogte-breedte verhouding van 2:1 wordt opgelegd door de fundamenten van de 11e eeuwse voorganger en de (beperkte) hoogte van de triomfboog van de viering, waarop de hoofdbeuk van het schip in het oosten aansluit. Indruk maken allereerst de zeer fraaie glas-in-lood vensters met onder andere de beroemde reeks Duitse keizers in de noordelijke zijbeuk van het schip. De twee roosvensters (1230-1240) zijn gewijd aan het Oude en Nieuwe Testament. In de twee westelijkste traveeën bevinden zich de oudste vensters, nog in Romaanse stijl. Heel mooi is hier het raam waarin een keizer met zijn zoon 'geportretteerd' is. In het noordtransept vinden we het oudste glas-in-lood van de kathedraal uit 1170-1190. De wat stijve figuren van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist doen Byzantijns aan. Losser van stijl is de voorstelling van Salomo's oordeel in de drie medaillons in het rechter raam (ca. 1200). Van weer wat later omstreeks 1230 zijn de twee onderste afbeeldingen van de Koningin van Sheba, David en Goliath, die al duidelijk Gotische trekken vertonen.

Het oostelijke stuk van de kathedraal, uit de tweede helft 11e eeuw, is het oudst. Hier vinden we de crypte en het polygonale koor, dat dateert uit de periode 1190-1220. Er zijn mooi gebeeldhouwde kapitelen met fabeldieren en ranken. De Laat-Gotische beeldengroep met Christus en discipelen op de olijfberg (1498), toegeschreven aan Veit Wagner, staat in het Noordtransept evenals een flamboyant Gotische doopfont (1453) in een Romaanse altaarnis. De Chapelle St. Jean is een Vroeg-Gotische kapel (1225-1235), waarin zich het graf van Konrad von Lichtenberg, de bisschop die de bouw van de westgevel initieerde, bevindt. De tombe met liggende figuur wordt toegeschreven aan Meester Erwin (1299) en het epitaaf(1464) van de Kanunnik Konrad von Busnang is een creatie van de beeldhouwer Nikolaus Gerhaert van Leyden. Midden in het schip staat de preekstoel, een juweel van flamboyante Gotiek uit 1487. Deze is van de hand van Meester Hans Hammer en gemaakt voor de beroemde prediker Johann Geiler von Kaysersberg. De opbouw van het bordes is bezet met beelden van de apostelen en een kruis. Verder versierd met de vier evangelisten en aan de voet beelden van de kerkvaders en figuren uit het Oude Testament.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cathédrale St. Etienne - Horloge astronomique (1547-1574)
Rechts van het koor zien we dat het gewelf van het zuidtransept gedragen door de ranke, fraai gebeeldhouwde Pilier des Anges, waarschijnlijk van dezelfde meester als het beeldhouwwerk aan het Portail de l'Horloge. De twaalf figuren op deze pijler vertonen dezelfde verfijnde stijlkenmerken als de beelden Ecclesia en Synogoge aan het portaal. Ze beelden het Laatste oordeel uit, in drie verdiepingen van onder naar boven: de vier evangelisten, vier engelen die op trompetten blazen om de doden te wekken, Christus als wereldrechter en drie engelen met de lijdenswerktuigen in de handen. Aan de oostmuur van dit zuidtransept bevindt zich de populairste bezienswaardigheid van de kathedraal, de Horloge astronomique (1547-1574), een even ingenieus als curieus uurwerk, opgetuigd met tal van symbolische figuren. Het uur wordt geslagen door de dood, de kwartieren door achtereenvolgens een kind, een adolescent, een volwassene en een grijsaard. Behalve de plaatselijke tijd geeft het uurwerk ook de Greenwichtijd en de sterrentijd aan, evenals de op- en ondergangen en verduisteringen van de zon en de maan. De klok loopt ongeveer een half uur achter op de huidige tijd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cathédrale St. Etienne - zuidelijke zijbeuk en de Chapelle Ste. Catherine
In de zuidelijke zijbeuk en de Chapelle Ste. Catherine vinden we ook een serie glas-in-loodvensters, die van oost naar west, de verschijning van de engel aan Anna en Joachim in de Chapelle Ste. Catherine tot en met het Laatste oordeel uitbeelden. Zo zien we er de geboorte en leven van Christus, zijn lijden en opstanding, maar ook zijn Hemelvaart en het feest van Pinksteren. Deze vensters stammen uit de eerste helft van de 14e eeuw en vertonen een duidelijk verschil in stijl met het glas-in-lood uit de13e eeuw. Hier is een veel grotere plaats ingeruimd voor in lichte kleuren uitgevoerde architectuurmotieven, waardoor ook meer licht naar binnen valt.


Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 08-07-2008 door C.P.J. Aerssens