© L.A.W.V.VIA-VIA

De laatste wandeldag over het traject van het Grenslandpad heeft ons een verrassende kijk gegeven op het Zeeuwse landschap. Het is dan ook niet moeilijk vol goede moed een woensdag te plannen voor een nieuwe wandeling over de LAW11 in Zeeland. We besluiten 21 mei vast te leggen en Charles wacht af wie zich zal melden. Uit de berichtgeving blijkt dat we met 6 personen aan dit voorlopig laatste traject in Zeeland zullen starten. Jan, Jan Willem, Harrie, Charles, Peter en ook Lorenz zullen van de partij zijn. Voor Lorenz is het de eerste keer na zijn verhuizing naar Enschede om weer met ons op pad te gaan. Hij reist al op dinsdag naar het voor hem verre zuiden af, waar hij genoeg “heilige huisjes” heeft om te overnachten. Door de “massale” opkomst op de dag vertrekdag moet er enig logistiek denkwerk worden verricht om het vervoer van ons zessen te regelen. We kunnen immers maar met maximaal 5 personen in één auto. We kiezen voor de makkelijkste oplossing: 2 auto’s op het eindpunt en met 2 auto’s naar het vertrekpunt.

Plaats van afspraak is de R.K. St. Willibrorduskerk in ’s Heerenhoek, waar iedereen zich rond het afgesproken tijdstip van 8.30 uur meldt. De auto’s van hen, die zich het eerst hier gemeld hebben blijven ter plaatse. Peter en Jan rijden naar het startpunt aan de Oude Schoorsedijk bij Kapellebank. We zijn benieuwd hoe het traject ons door het mooie kleinschalige kleinschalig landschap in de Zak van Zuid-Beveland, dat gekenmerkt wordt door kleine polders en talloze binnendijken, zal voeren, langs de Westerschelde om dan langs de oude zeearm naar ’s Gravenpolder te komen. Over binnendijken en door oeroud heggengebied zal de route ons naar Nisse leiden met zijn pittoresk dorpsplein met oude dorpspomp, muziekkiosk en vijverpartij. Vanuit Nisse naar het eindpunt in de katholieke enclave ’s Heerenhoek leidt de route ons opnieuw over dijken, die de grens vormen tussen oude en nieuwe polders.

We vertrekken vanaf Kapellebank in de bocht van de dijk langs de Westerschelde en wandelen direct buitendijks over het asfalt in westelijke richting. Vanaf de dijk hebben we een prachtig uitzicht over de Westerschelde, waarvan vroeger de hoofdvaargeul langs Hoedekenskerke en Hansweert liep. Geulen en zandbanken zijn echter voortdurend in beweging. Zo blijkt in 1980 deze hoofdvaargeul snel dicht te slibben en ontstaat bij het Gat van Ossenisse meer diepte. Daarom is dat nu de nieuwe hoofdvaargeul. Na goed 2 kilometer ter hoogte van de Kreekweg bereiken we de plek waar het Franse stoomschip "Danae" in 1955 tijdens plotseling opkomende mist op de glooiing van de Willem Annapolder op de dijk gelopen is. Daarbij worden 28 betonen palen vernield en in enkele ogenblikken wordt een schade van F. 6.600,- aangericht, voor die tijd een aanzienlijk bedrag.

We blijven de route buitendijks volgen en hebben naar de Willem-Anna Polder zicht op het windmolenpark, waar een 10-tal windmolens voor schone energie zorgen. Met een hoogte van 70 meter en een rotordiameter van 52 meter leveren zij samen een vermogen van 20 miljoen kWh per jaar, dat ruim voldoende is om alle inwoners van Kapelle-Biezelinge, Wemeldinge en Schore van stroom te voorzien. Als een hek ons het buitendijks verder wandelen onmogelijk maakt leidt een trap ons naar de kruin van de dijk en steken over naar de asfaltweg onderlangs de dijk. We zijn hier ter hoogte van de Franse Weg en lopen naar links voorbij de waterzuiveringsinstallatie. Met de bocht mee in de richting van een gemaal lopen we over de Weg langs de Zeedijk, origineel gekozen. Buitendijks ligt hier een inham, de Biezelingsche Ham, die vroeger vooral bekend is uit strandingen van vaartuigen van of naar Antwerpen, omdat de vaargeul er een scherpe bocht maakt en dicht onder de kust ligt. Nu is de vaargeul verlegt. Op de splitsing met Heer Jansdijk en Populierendijk ongeveer 50 meter voor Gemaal Maelstede aan de Heer Janz Polder, voert ons de rood-witte markering rechtsaf verder over de Populierendijk. Na 150 meter linksaf de Langedijk op, die na een bocht naar links overgaat in Weeldijk met boerenhoeve als Weelzicht en landgoed Koornpolder. We hebben naar links zicht op het ’s Gravenpolderse Weel, oorspronkelijk een zeearm, die uitkwam in de Biezelingse Ham.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we bij het plaatsnaambord 's-Gravenpolder het dorp binnenlopen gaan we linksaf de Haagdijk op. ’s Gravenpolder is een van de weinige dorpen in Zeeland waarvan de precieze ontstaansdatum bekend is. In 1315 geeft de Hollandse Graaf Willem III opdracht om de hooggelegen schorren voor de kust van het gehucht Voirtrappe te bedijken. Dat is tevens het begin van een kleine nederzetting midden in de polder van de Graaf, die aanvankelijk Voirtrappe wordt genoemd. Later wordt de naam ‘s Gravenpolder steeds meer gebruikt. Ten noorden van 's-Gravenpolder liep ooit de zuidgrens van het Graafschap Holland, in de tijd dat Zeeland nog betwist gebied is tussen de Graven van Holland en die van Vlaanderen. Eeuwenlang heeft het dorpje aan het diepe vaarwater van de Zwake, een zeearm van de Westerschelde, een haven. Deze zeearm scheidt het eiland Zuid-Beveland van Borsele. Aan deze situatie komt in 1445 een einde, als ter hoogte van ‘Gravenpolder een dam wordt aangelegd, de huidige Lenshoekdijk en de haven verdwijnt.

De Haagdijk vervolgend hebben we door de Raadhuisstraat zicht op de midden in het dorp gelegen monumentale Gotische Nederlands-Hervormde Kerk daterend uit de 14e eeuw en wordt in de 15e en 16e eeuw tot kruiskerk verbouwd. De toren is van het type dat we ook in Overzande en Gapinge vinden. Op de toren staat een haring als windwijzer, een herinnering aan de tijd dat het dorp nog een haven heeft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt in 1944 de toren zwaar beschadigd. Maar deze staat er nu weer fier bij na een restauratie tussen 1957-1961. Voorbij het kerkhof, waar ooit de haven van ’s Gravenpolder heeft gelegen, aan de Lenshoeksdijk volgen we de route even naar links en meteen rechtsaf de KorenhaImdijk op.

Voor ons rijst aan de rand van 's-Gravenpolder de molen “De Korenhalm” op, een ronde, uit baksteen opgetrokken stellingmolen uit 1876. De kap van de molen is gedekt met dakleer en de molen heeft een vlucht van 23,50 meter. De hoogte van de stelling is 9,50 meter. Het is een beeldbepalende molen die van alle kanten goed zichtbaar is. De Korenhalm is gebouwd in plaats van een molen die in 1873 is afgebrand en even verderop gestaan heeft. De versiering op de kap bestaat uit een groene baard met witte bies van plaatijzer en vermeldt: de Graanhalm Anno 1876. Wit gekalkte boogjes boven de vensters en deuren sieren het geheel. De molen heeft in de loop der tijd een aantal eigenaars gehad en molenaar P. Snoep is vanaf 1960 de laatste beroepsmolenaar. In 1992 laat de nieuwe eigenaar, Stichting Molen De Korenhalm, de stelling vernieuwen. Het moleninterieur is nog vrijwel authentiek met als maalinrichting een buil, pletter en hijsinrichting. De meng- en graanschoningsmachine zijn verwijderd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Rechtdoor blijven we lopen langs een industriezone en de KorenhaImdijk gaat over in de Lange Mairedijk. Bij de voorrangsweg. De Baarlandseweg steken we over en volgen we rechtdoor de onverharde Lange Mairedijk. Even verderop kruisen we het spoorlijntje van de voormalige Spoorweg-Maatschappij Zuid-Beveland, aangelegd in 1924 voor het vervoer van personen en goederen langs 35 haltes over het eiland. Door de opkomst van het busvervoer en het feit dat de stations ver buiten de dorpen liggen wordt tussen de meeste dorpen het personenvervoer al na 10 jaar gestaakt. Als "bietenlijntje" blijft het nog dienst doen tot eind 1971. Sindsdien laat de Stichting Stoomtram Goes-Borsele een nostalgische stoomtrein als toeristische attractie rijden tussen Goes en Hoedekenskerke. In de zomer klinkt de stoomfluit en passeert de stoomtrein hier enkele dagen in de week.

Doorlopend over de Lange Mairedijk wordt onze aandacht getrokken door een informatiebord dat uitleg geeft over de Zeeuwse Boerderij, die we hier in het landschap vinden. Kenmerkend is het is het bakstenen woonhuis, vaak van geelachtige ijselsteen, dat op enige afstand van de houten schuur staat om brand te voorkomen en om minder last te hebben van ratten. De schuur is opgebouwd uit gepotdekselde wanden van geteerde planken en voorzien van een rieten dak. Zij bestaat uit een ruimte, waarbij de stal langs de lange zijde is ingericht. Opvallend zijn de witte randen rond deuren en ramen, die niet enkel voor versiering zijn aangebracht, maar die in het donker als oriëntatie dienen voor de boer. In de hoge staldeuren vinden we een klein toegangsdeurtje, het klinket, zodat de grote deuren voor de karren niet hoeven te worden geopend. De Zeeuwse boer heeft een gemengd bedrijf en houdt zich bezig met de fruitteelt.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van de Lange Mairedijk zien we aan onze linkerzijde het Zwaaksche Weel. Een weel of wiel is een stukje verdronken land, een kolkgat dat ontstaan is na een dijkdoorbraak, zoals overal in heel Zeeland verspreid voorkomend. Bij dijkherstel kiest men dan meestal de weg van de minste weerstand, en legt de nieuwe dijk buiten- of binnenom de kolk. Deze blijft daardoor bestaan als een aantrekkelijk landschapselement. Zo is het Zwaakse Weel door de stormvloed van 1014 ontstaan als een ware binnenzee tussen Walcheren en Zuid-Beveland. De diepe geul ontwikkelt zich tot een zeearm van formaat: de Zwake. In de late Middeleeuwen is het de belangrijkste vaarweg tussen de havens van Antwerpen en Middelburg. Tussen 1200 en 1550 wordt de Zwake stap voor stap ingedijkt door kleine poldertjes te maken, vanaf de Zuiderlandpolder tot aan de Midden- en Oosterzwakepolder. De Zwaakse Weel is de langgerekte kreekrest die overgebleven is van deze zeearm en nu een beschermd natuurgebied met riet- en graslanden, het domein van vele soorten vogels.

Na de bocht bij het Zwaaksche Weel gaat de Lange Mairedijk over in de Vleugeldijk. En bij de N666 aangekomen steken we de verkeersweg over en wandelen rechtdoor de Essendijk met grindweg op. Bij een T-splitsing nemen we naar links de Koedijk. We kruisen de voorrangsweg, de N665 naar Nisse en blijven rechtdoor de Koedijk volgen ook waar de weg onverhard rechtdoor gaat. Aan het einde van de dijk linksaf de Zwaakweg op en na 150 m bij bocht naar links rechtdoor de halfverharde Valdijk volgen. Na nog eens 150 m wandelen we bij picknickplaats rechtsaf de dijk af langs hekken het Heggengebied van Natuurmonumenten in. We volgen de gemarkeerde route door dit heggenreservaat 'De Poel', één van de mooiste delen van Zeeland. Van dit oeroude meidoornheggengebied rondom Nisse is bij de laatste ruilverkaveling van 1967 een klein deel van 52 hectare gespaard gebleven. De meidoornheggen zijn ooit op de drogere randen van het gebied geplant als veekering. Een mooi gebied voor de flora met heggenrank en bitterzoet tussen en er komen ook veel verschillende vogels en insecten voor. Aan het einde van het kronkelend parcours door dit heggenreservaat slaan we op de verharde weg linksaf.

We zijn nu op de Vemoyenen Sluishoekweg en gaan op de T-splitsing met de Van der Poest Clementstraat rechtsaf en direct daarna linksaf het voetpad van de Akerweg in. Aan het einde van het pad steken we schuin rechts de duiker van een kruisende sloot over en volgen rechtdoor de onverharde die met de bocht mee tot tussen de velden door naar de eerst huizen van Nisse loopt aan de Van der Poest Clementstraat. Naar links bereiken we het centrum van Nisse.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Nisse is één van de kleinste, maar tevens één van de mooiste dorpen van Zuid-Beveland en wordt gedomineerd door de karakteristieke 14e eeuwse kerktoren, die in de wijde omgeving te zien is. In de uit de 15e eeuw stammende kerk vinden we een bijzonder fraai interieur met fresco's en oude grafzerken. Het dorp heeft een prachtig centrum en draagt met recht het predikaat 'beschermd dorpsgezicht'. De eerste vermelding van het dorp dateert uit 1205. Het oudste deel van het dorp is het voormalig kasteelterrein. De kasteeltuin van de familie Poley geniet nationale bekendheid. Het hierbij behorende pand Dorpsplein 25 is de voormalige kasteelhoeve. De bij het voormalig slot Ter Nisse behorende 18e eeuwse poort bevindt zich aan de Zuidweg. De resten van de grachten en waterpartijen zijn nog steeds zichtbaar in het landschap. Op het, door fraai gerestaureerde woningen omgeven dorpsplein, bevinden zich de "kerkevaete", een waterpoel die in vroeger tijden als drinkplaats voor het vee gebruikt is, een muziekkiosk en een uit ongeveer 1750 stammende dorpspomp. Een idyllische plek voor een middagpauze, maar je kunt ook niet voorbij gaan aan de bakkerij-theetuin Jikkemiene, gevestigd in een monumentenpand op het Dorpsplein. De medewerkers zijn cliënten van de Stichting Het Gors die met de begeleiding zoveel mogelijk proberen zelfstandig te werken. Ze willen je graag verrassen met hun “Jikkemiene”, de Zeeuwse naam voor een bolus, een heerlijke, plakkerige, lekkernij.

Wij strijken neer in de bakkerij-theetuin Jikkemiene, waar we ons op een heerlijk kopje koffie met een echte Jikkemiene laten trakteren. Buiten op het terras worden we met enthousiasme bediend, al is het even lastig om een kopje koffie cafeïnevrij geserveerd te krijgen. Alles komt goed!! Omdat we ook tot zijn aan onze lunchpauze zoeken we daarna een plekje in de zon op het dorpsplein, daarbij belaagd door een tiental eenden, die ons weinig rust gunnen om lekker te kunnen eten. Zeker als een paar mensen in het gezelschap ook de eenden bij de lunch betrekken. W blijven dan ook niet al te lang zitten!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Waar het park ophoudt, bij bakkerij-theetuin Jikkemiene, slaan we linksaf de Paul Krugerstraat in. Aan het eind, waar de Paul Krugerstraat over gaat in de Notenboomdijk, wandelen we rechtsaf de verharde Grotedijk op om na een bocht naar rechts linksaf de dijk af te lopen en de verharde Nissezandweg in te slaan. Zo komen we over de Schouwerweelsche Watergang en langs de Gerardushoeve. Aan het eind voert de route ons linksaf de Zuidzaksedijk op. Bij een volgende splitsing met de hogere Oude Kamersedijk linksaf langs enkele grenslindes. Dit zijn oude lindebomen, die soms op kruisingen van dijken staan en daar ooit geplant zijn om de grens tussen ambachtsheerlijkheden aan te duiden, of om een oude dijkdoorbraak te markeren. Als we bij het Schouwerweel zijn aangekomen, opnieuw een kolk omzoomd door oude kromme knotwilgen, nemen we rechtsaf de Nieuwe Kamerseweg. Waar de richting naar de schaapskooi met infocentrum staat aangegeven, slaan we bij een bocht naar links rechtsaf een grindpad in. Deze schaapskooi is de thuisbasis voor de Zeeuwse schaapskudde en tevens informatiecentrum voor het gehele Waardevol Cultuurlandschap van Zuid-Beveland. Van hier trekken de schapen dagelijks met herder en honden langs de vele dijken in het gebied. Ze zijn van belang bij het beheer van de bloemdijken, als "levende grasmaaiers en opruimers". Door dit speciaal beheer krijgen bijzondere en kwetsbare planten kans te groeien en te bloeien, waaronder: aardakker, ijzerhad, kruidelige marjolein, wollige distel en agrimonie. Maar ook: fluitenkruid, witte dovenetel, koekoeksbloem, madelief, en klaproos.

Nu bij de bocht naar links gaan wij rechtsaf een grindpad in. We betreden hier een klein binnendijkje omzoomd met gedenkboompjes. Het lezen van de vele gedenkplaatjes van overleden kinderen stemt ons tot nadenken. We steken een houten bruggetje over en bereiken verderop opnieuw de Oud Kamerseweg, die uitkomt op de Oude Zanddijk. Hier even naar rechts en dan meteen linksaf tussen Polder ’t Vlaandertje en de Zuiderlandpolder door over de Vlaandertsedijk. We kruisen de Zuidlandseweg en komen langs een vervallen boerderijtje en opnieuw een restant van een vroegere dijkdoorbraak. Bij op de T-splitsing voert de route ons naar links langs een hekje over de Meerkotse Dijk, die de grens vormt tussen nieuwe en oude polders. Hier is in het landschap, maar ook op de topografische kaart, duidelijk de grens te zien tussen de Nieuwland- en Ouwelandsepolder. Aan het einde van dit dijkje rechtsaf de verharde weg Barbesteinweg. We steken de kruising met de Beeldhoeveweg over en wandelen rechtuit door de Werrilaan 's-Heerenhoek binnen, het dorp van Jan Raas. Heb je geluk, zoals wij, dan kom je hem tegen op de fiets, de hond uitlatend!

© L.A.W.V.VIA-VIA

’s Heerenhoek, liggend op de grens van de Nieuwe-Kraaijertpolder (1612), de Borsselepolder (1616) en de West-Kraaijertpolder (1642), is het eindpunt van dit traject van het Grenslandpad LAW11. Het dijkdorp is ontstaan na de inpoldering van de Borsselepolder en het heet dan Calishoek, wat 'arm dorp' betekent. In 1672 wordt hier een Nederlands Hervormde kerk gebouwd. Deze kerk is halverwege de jaren 80 gesloopt en in 1988 herbouwd in het Openlucht Museum te Arnhem. Nu wordt het dorpsbeeld bepaald door de driebeukige Neogotische kruisbasiliek van de R.K. Kerk St. Willibrordus uit 1874 met zijn hoge toren. ’s Heerenhoek is daarmee een van de weinige katholieke enclaves gelegen op het protestante eiland. Dit betekent dat ook Carnaval gevierd wordt en dat het verworden is tot een bekend uitgaanscentrum op Zuid-Beveland. Een opvallende plek naast de R.K. Kerk St. Willibrordus is ingeruimd voor het bronzen beeld van Asmet Selim, de uit Skopje in Macedonië geboren beeldhouwer, dat op krachtige wijze het Zeeuws trekpaard uitbeeldt.

We zijn rond de klok van 14.45 uur weer op de plek waar we vanmorgen de auto’s hebben achtergelaten. Maar alvorens terug te rijden naar Kapellebank aan de Westerschelde willen we nog even nagenieten van opnieuw een stralende wandeldag. Een pilsje op een terras is niet te versmaden!! We sluiten het Grenslandpad in Zeeland af en spreken voor de volgende keer af in de buurt van de Achelse Kluis het Grenslandpad op te pikken. Zo hebben we nog slechts een paar etappes te gaan. Zonder veel problemen halen we de auto van Peter en Jan in Kapellebank op en rijdt eenieder huiswaarts. Voor Lorenz is dit nog een flinke rit. Hij geeft ook te kennen nog niet zeker te zijn of hij de volgende wandeling present kan zijn. We hopen natuurlijk van wel.

Charles Aerssens
29 mei 2008



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 10-05-2008 door C.P.J. Aerssens