© L.A.W.V.VIA-VIA

Hebben we aan het einde van onze laatste wandeldag op het terrasje in ’s Heerenhoek de afspraak gemaakt in juni nog eenmaal een etappe van het Grenslandpad te plannen voor de zomervakantie, de afgesproken woensdag 11 juni blijkt plotseling een onoverkomelijk probleem op te leveren. Op die dag is het examenvergadering en moet de uitslag van het VMBO-examen op het Hanze College besproken worden. Voor Charles een verplichting en dit betekent eigenlijk automatisch een verschuiving in het wandelprogramma. Een mailtje maakt duidelijk dat de aansluitende donderdag voor iedereen geschikt is. Zo gezegd zo gedaan. Op donderdag 12 juni weer een traject van het Grenslandpad. Is Eetcafé Zomerlust aan de Maastrichterweg in Schaft ons laatste vertrekpunt geweest. Nu wordt dit eindpunt van een nieuw stuk LAW11. In de planning ligt de etappe van Lozen naar Eetcafé Zomerlust een afstand van 23 kilometer.

Voor deze dag geven in eerste instantie ook Lorenz, Wilma en Harrie aan van de partij te zullen zijn. Maar onze Tukkers moeten verstek laten gaan omdat er nog het een en ander in Huize Andres moet worden geklust en Harrie heeft te veel last van hielspoor en wil zich sparen om meer leed te voorkomen. Zo melden zich op de dag van vertrek Peter, Jan Willem, Jan en Charles. Maar als we op donderdagmorgen 12 juni wakker worden, blijkt het al meteen dat de keuze om van de traditionele woensdag als wandeldag af te wijken, niet bepaald een goede keuze is geweest. De regen valt met bakken uit de hemel en het ziet er niet naar uit dat daarin geen verandering gaat komen, als we buienradar moeten geloven.

Toch gaan we vol goede moed op weg en worden we nauwelijks gehinderd door enige file op het drukke traject van Tilburg naar Eindhoven. Vanaf afslag 33 van de A67 en via Waalre en Valkenswaard bereiken we op het vastgestelde tijdstip van 8.30 uur de plaats van afspraak: Eetcafé Zomerlust. Het is hier ook troosteloos en nat ondanks de uitbundige oranje uitdossing van het eetcafé, als uitnodiging om hier de prestaties van het Nederlands elftal tijdens Euro2008 op groot scherm te komen bekijken. Er volgt enig beraad onder de paraplu om de etappe van vandaag met 7 kilometer in te korten en een ander vertrekpunt te kiezen dan oorspronkelijk gepland. De kaart wordt bestudeerd en we besluiten in het buurtschap Winter te starten. De auto van Charles blijft op de parkeerplaats achter en over de Maastrichterweg rijden we naar Achel. Vanhier gaat het naar Hamont om door het centrum naar het buurtschap Winter te rijden, dat ten zuiden van Hamont ligt. Met de wandelkaart in de hand zoeken we de Giskens, waar we zullen starten voor een nieuw traject van het Grenslandpad. De markering is snel gevonden en dus op weg richting Hamont.

We zijn hier in het buurtschap Winter, het gebied waar op 17 september 1944 tijdens de grootscheepse Operatie Market Garden de troepen van de British 3rd Infantry Division van het 2nd British Army oprukken. Op 19 september wordt het nabijgelegen Kempisch Kanaal overgestoken door de infanteriecompagnies van de Lincolns en de Ulster Rifles. In de nacht van 19 op 20 september zuivert de 2nd Battalion East Yorkshire Regiment, die met het 1st Battalion Suffolk Regiment en het 1st Battalion South Lancashire Regiment deelt uitmaakt van de 8th Infantry Brigade o.l.v. brigadegeneraal Cass, het gebied ten westen van Winter van vijandelijke tegenstand. Om 4 uur in de mistige ochtend van 20 september 1944 neemt het 1st Battalion Suffolk Regiment de aanval over van de 2nd Battalion East Yorkshire Regiment en rukken via de Achterhoek op naar Hamont, dat wordt ingenomen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als het ware in de voetsporen van de Britse bevrijders slaan we aan het einde van de Giskens rechtsaf Winter in en aan het einde linksaf de Kievitstraat in. Nog steeds houden we dezelfde richting aan nu de Kievietsstraat is overgegaan in de Bevrijdingsstraat. Bij een pleintje in het buurtschap Achterhoek passeren we een kapel, de H. Hartkapel van de Achterhoek. Deze kapel is oorspronkelijk het gebouw van de melkerij “De Eendracht”, opgericht in 1896. Deze melkerij wordt in 1921 omgebouwd tot kapel en op 29 juni 1921 ingewijd door deken Smeets. De Eerwaarde J. Habraken, pionier van de Christelijke Arbeidersbeweging Limburg, draagt er als buurtbewoner de eerste mis op. De glas-in-lood vensters geven dit verleden weer. De Bevrijdingsstraat wordt in Hamont bij de spoorlijn de Salvatorstraat.

We lopen hier langs de “lJzeren Rijn”, waarvan de aanleg in 1869 gestart is. Door het Scheidingsverdrag uit 1839 wordt de onafhankelijkheid van België erkend en vermeldt het recht voor België om op eigen kosten een weg of kanaalverbinding aan te leggen door het toenmalige kanton Sittard tot aan de Pruisische grens. Dit doortochtrecht is later uitgewerkt in het lJzeren Rijn Verdrag uit 1873, waarin de verbinding tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied wordt vastgelegd. In 1879 is de spoorlijn in gebruik genomen en aanvankelijk rijden er veel treinen op dit traject. Door de jaren heen zijn het er steeds minder geworden en sinds 1990 is er geen doorgaand verkeer meer, omdat het tracé door een natuurgebied gaat tussen het Nederlandse Roermond en de Duitse grens en Nederland weigert het tracé weer open te stellen. België wil na de uitspraak van het Permanent Hof van Arbitrage van 24 mei 2005 op basis van het lJzeren Rijn Verdrag uit 1873 de spoorlijn weer openen. Men gaat nu uit van ingebruikname van de doorgaande verbinding in 2010.

Bij de spoorwegovergang aangekomen wandelen we linksaf het spoor over. Het oog van Peter valt op de gesloten Frites tent. Hier hebben Peter en Lorenz op hun eerste fietsdag naar Rome halt gehouden voor een echte Belgische Frites met mayonaise!! Voor ons is er vandaag geen frites. We volgen de Stationsstraat, later Stadswaag, naar het centrum van Hamont. Hamont heeft een rijk verleden getuige een viertal grafheuvels uit de Bronstijd en een belangrijke muntschat uit de Romeinse tijd. In de vroege Middeleeuwen behoort Hamont samen met Achel en Sint Huibrechts-Lille tot het kloosterdomein van Sint Servaas in Maastricht. Na 1257 wordt het kloosterdomein in verschillende fasen eigendom van de Heren van Boxtel. Zij stichten er omstreeks 1367 de Heerlijkheid Grevenbroek, voor het eerst vermeld in 1367. Deze vrije Heerlijkheid gaat over in verschillende handen tot ze in 1401afhankelijk wordt van de Prins Bisschop van Luik, die de Heerlijkheid Grevenbroek in 1585 in volle eigendom aankoopt. Hamont heeft binnen de Heerlijkheid een speciaal statuut. Zo wordt het in de loop van de 14e eeuw door bossen omgeven en krijgt het beperkte stadsrechten. In 1307 vestigen zich hier een aantal Lombarden uit de beroemde Noord-Italiaanse bankiersfamilie en bloeit de handel met de Noord-Brabantse steden op. Vanaf de 15e eeuw raakt Hamont en de Heerlijkheid Grevenbroek in verval en in de 16e en 17e eeuw dompelen oorlogsgeweld en talloze epidemieën de streek in armoede. Zo ontstaan de Teuten, rondreizende handelaars en ambachtslui, die vanuit hun thuisbasis met hun koopwaar op de rug negen maanden per jaar naar Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en sommigen zelfs tot naar Denemarken trekken. Hamont is in de 18e en19e eeuw een van de voornaamste centra van die teutenhandel.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we op de Stadswaag rechtsaf slaan naar het Marktplein komen we voorbij enkele oude herenhuizen, zogenaamde teutenhuizen uit de 19e eeuw. Allereerst het Teutenhuis Feyen, nu bekend als “Villa Christina” dat na een grote brand van 1758, die de helft van de stad Hamont verwoest heeft, volledig herbouwd is op de gewelfde kelders, die behouden gebleven zijn. Jan Claes heeft het herbouwd en het vervolgens uitgebaat als herberg. Van 1795 tot 1879 wordt het pand bewoond door verschillende Teutenfamilies. In 1879 verhoogt Adriaan Feyen het huis en versiert het met een lijstgevel in Eclectische stijl en een Barok uitziende siergevel. De familie Geusens wordt in 1919 eigenaar van de voormalige Teutenherberg. Deze familie heeft twee dochters waarvan er één Christina heet, die ook na haar huwelijk in het ouderlijke huis blijft wonen, waar ze in 1997 kinderloos overlijdt. De huidige eigenaars kopen dit prachtige herenhuis, weliswaar in vervallen toestand, van de familie. Na een grondige restauratie met respect voor alle historische details, heeft het huis nu haar oorspronkelijke bestemming van “herberg”’ teruggekregen en is er een luxe Bed & Breakfast ondergebracht.Deze 18e eeuwse klassieke stadswoning staat nu op de monumentlijst. Het zogenoemde dubbelhuis wordt aan de achterzijde omgeven door dienstgebouwen voor stalling van koetsen en paarden.

Op het Marktplein komen we langs het beeldje van de Kaarsenmaker (1989), dat symbool staat voor de Hamontenaren, die al meer dan 100 jaren met bijenwas als natuurproduct werken. Want de in 1853 opgerichte wasblekerij is uitgegroeid uit tot een bekende kaarsenfabriek. “Aanvankelijk kaarsen met een vlam vol avondlicht, nu kaarsen met een wiek gezelligheid, feestelijkheid en zachte romantiek. Walm die van de aarde naar de hemel stijgt.” geeft de spreuk aan bij de sculptuur. Aan de gevel van het Gemeentehuis valt de gedenkplaat op van de bevrijding van Hamont-Achel op 20 september 1944 door 1st Battalion Suffolk Regiment. In de Molenstraat botsen deze Britse bevrijders op Duitse soldaten, waarbij in de schermutseling minstens één Duitse soldaat en twee Britse bevrijders sneuvelen: de soldaten Leonard Hollis en Arthur Robinson,die op de gedenkplaat vermeld staan.

Tegenover het gemeentehuis staat een Renaissancistisch huis “De Poel” uit 1655 met een eigenaardige bovendorpel met dubbel familiewapen. Het is het oudste huis van de streek.. en gebouwd één jaar na de totale verwoesting van de stad Hamont door de troepen van Karel van Lotharingen, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden tussen 1741-1744 en 1749-1780. Het pand wordt sinds 1786 bewoond door de Teutenfamilie Rijcken. Naar rechts staat de Sint Laurentiuskerk, een Neo-Gotische bakstenen kruiskerk met dito versiering, uit 1903-1904 van de architecten Jos Th. J. Cuypers (1861-1949) en Jan Stuyt (1868-1934) uit Amsterdam. Het schip heeft een brede middenbeuk en de zijbeuken zijn opvallend smal. Het transept is vijfbeukig en de westertoren heeft een spits tussen vier hoektorentjes met bovenaan een galerij en in de top een kroon. De twee torenklokken zijn van Gaspar en Willem Moer uit 1502. Het Neo-Gotische interieur is ingericht door het atelier van Cuypers & Stoltzenberg uit Roermond. We zien er een 14e eeuwse Sedes Sapientiae en de beelden van St. Laurentius, St. Brigitta, St. Rochus, een Piëta, en Sint-Anna-ten-Drieen dateren alle uit de vroege 16de eeuw. Het beeld van St. Nepomuk stamt uit de 18e eeuw en er hangen schilderijen uit de 19e eeuw. De Neo-Gotische pronkmonstrans is van Atelier Esser uit Weert uit het begin van de 20ste eeuw. De glasramen van Gust Ladon (1863-1942) zijn van hoge kwaliteit.

We wandelen voor de Sint Laurentiuskerk langs de Pastoor Lemmensstraat in tot op de kruising met de Burg. Hier even naar links en vervolgens rechtsaf de Brouwersstraat in. Daarna linksaf, Houtakker in en deze straat steeds rechtdoor blijven volgen. De Houtakker gaat over in Kapelstraat. Aan de rechterzijde komen we bij een oud winkelpand, in de volksmond ’t Boerke genaamd uit het begin van de 20e eeuw, kort voor de Eerste Wereldoorlog gebouwd door P.J. Geusens-Kwanten. Hij vestigt er een handel in ijzerwaren. Naast de winkel zijn een herberg, een beugel- en kegelbaan ingericht. ’t Boerke is bekend in heel Noord-Limburg. Door de gevel met zijn rijk versierde beeldhouwwerk staat het op de monumentenlijst. In het pand is nu het Kinderdagverblijf “Miep en Lies” ondergebracht. Het heeft binnen een grondige aanpassing ondergaan door Architectenbureau Inge Hegge, waarbij een deel van het oude winkelinterieur van de ijzerwarenhandel en de trap functioneel behouden zijn.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voorbij lopend aan het Kinderdagverblijf “Miep en Lies” klinkt deze naam Charles wel erg bekend in de oren. Al gauw legt hij het verband met een vriendin van zijn Belgische schoonzus. Dit is natuurlijk koren op de molen van de anderen: Het zal weer eens niet waar zijn dat Charles hier ook iemand kent!! Hier voorbijgaan zonder even “goede dag” te zeggen kan niet en dus maar even aanbellen. Lut komt zelf opendoen en is overrompeld en verbaasd. We worden uitgenodigd om tussen de enigszins verbaasde kinderschaar, die beduusd zijn door die 4 opa’s, een kopje koffie met een stuk vlaai te nuttigen. Dit is even een hele verademing en onderbreking van een tot nu toe zeer natte wandeling. Na goed een half uur vertrekken we weer nog nagenietend van deze onvoorziene pauze en gastvrijheid in Kinderdagverblijf “Miep en Lies”.

Aan het eind van de Kapelstraat staat in het buurtschap De Haart de kapel van De Haart, een verkleind model van de kapel van Onze Lieve Vrouw van Banneux. Zij is gebouwd op initiatief van de buurtgemeenschap na een belofte die tijdens de Tweede Wereldoorlog is uitgesproken. Op 10 augustus 1952 is de kapel ingezegend door Mgr. Kerkhofs, bisschop van Luik. Aan de gevel zien we een gedenksteen waarop de herinnering wordt levend gehouden aan de dramatische nacht van 2 februari 1943 ten tijde van WOII, die de laatste vlucht betekent voor de bommenwerper Lancaster III ED488 VN-M en neerstort in De Haart .

Op de avond van 2 februari 1943 vertrekt een geallieerde luchtvloot van 161 vliegtuigen, voor een luchtaanval op de stad Keulen in Duitsland. Hiervan maken 8 Lancaster bommenwerpers deel uit die gestationeerd zijn op de R.A.F.-basis in het Engelse Skellingthorpe (Lincoln). Van die succesvolle missie keert de LANC III ED488 VN-M met zijn bemanning niet terug. Op weg naar huis wordt het toestel van Flying Officer Al Power aangevallen door de Duitse nachtjager Messerschmitt Bf110 van piloot Majoor Werner Streib, een van de meest gelauwerde gevechtsvliegers van de Duitse Luftwaffe, en radio-operator Helmut Fischer. De twee koepelschutters Sergeant Stanley Beadon en Flight Lieutenant Jack Bousfield openen onmiddellijk het vuur op het Duitse vliegtuig, maar worden bij een tweede aanval dodelijk gewond. Het stuurmechanisme wordt beschadigd en het vliegtuig vat vlam. Omdat het vliegtuig helemaal buiten controle raakt, geeft Flying Officer Al Power zijn bemanning het bevel om het vliegtuig te verlaten. Maar als hij als laatste man het vliegtuig verlaat, gaat zijn parachute niet meer open. Lancaster III ED488 VN-M vliegt dan laag over de boerderij van de familie Tijskens in het buurtschap De Haart en stort om 21.27 uur neer in een moeras, dat “Het Papebos” wordt genoemd. Alleen Sergeant Norman Clark, Sergeant Holland, Sergeant Victor Mitchell en Flying Officer Tom Church, die het brandende vliegtuig tijdig hebben kunnen verlaten, overleven de oorlog in een Duitse gevangenkamp. De namen van Pilot Officer Al Power en de twee koepelschutters Sergeant Stanley Beadon en Flight Lieutenant Jack Bousfield zijn vermeld op de gedenksteen aan de kapel.

Bij de kapel van Onze Lieve Vrouw van Banneux voert de route ons noordwaarts naar het buitengebied Kleine Haart. We steken de Nobelstraat over en volgen de markering langs het Boskerkhof, aangelegd in 1978. Hier zijn de graven in cirkels geplaatst, geïnspireerd op de verderop aan de halfverharde Boskerkhofweg gelegen ronde grafheuvels. Zo komen we aan de plek van die grafheuvels op de Haarterheide. Het zijn een tweetal gedeeltelijk gereconstrueerde grafheuvels uit de late Bronstijd omstreeks 1400 voor Christus. Ze zijn opgebouwd uit heideplaggen en omgeven met een palenkrans. Deze heuvels bevatten de lijkresten, die in een boomstamkist zijn bijgezet. Er zijn urnen gevonden met daarin de beenderresten van de overledene, nadat hij op een brandstapel is verast. Naast de urnen zijn er ook potjes en gebruiksvoorwerpen gevonden. Alle vondsten worden bewaard op het gemeentehuis van Hamont-Achel.

Bij deze grafheuvels slaan we rechtsaf het bosgebied van de Haarterheide in en volgen de rood-witte markering van het Grenslandpad over de kaarsrechte bospaden. Die de percelen scheiden. Bij de Zonneberg maken we een omtrekkende beweging en bereiken het asfalt van de Beverbeek, waar we naar links afslaan. De route voert ons langs Laathoeve Beverbeek, een boerderij uit de 14e eeuw. Het gebouwencomplex bestaat uit meerdere gebouwen met een langgerekt gedeelte met woonhuis, stallingen en een losstaand bakhuis. De gebouwen zijn aangepast in de 18e eeuw. Opvallend is het bakhuis met zijn indrukwekkende afmetingen, dat lang gebruikt is om er brood in te bakken. De oven staat zelf binnenin het bakhuis zelf. Vermoedelijk heeft er dan ook een schouw gestaan, die waarschijnlijk uit het dak kwam op de plaats waar dit nu ingevallen is. Het bakhuis is nu leeg en wordt gebruikt als stalling voor vee. Het erf en de inrijpoort zijn beschermd dorpsgezicht en de boerderij staat op de monumentenlijst. Het geheel wordt door zomereiken omzoomd.

Zo komen we verderop ook langs het kasteeldomein van Beverbeek met kasteel Beverbeek. Het kasteel is gebouwd in 1889 in Tudorstijl door Architect Mathieu Christiaens (1865-1934) voor de familie Slegers-Schaetzen. Het voorgebouw in rode steen is in 1936 gebouwd. Het ligt in een ruim, wat verwaarloosd park in landschappelijke stijl met kastanjebomen en zomereiken en een vijver met een eilandje voor het kasteel. Momenteel wordt het domein gerenoveerd. Dit kasteel vormt samen met de Laathoeve Beverbeek een historisch complex. In de onmiddellijke omgeving van het kasteel vinden we dan ook een historisch stabiel bodemgebruik met historisch stabiele bossen en weilanden en akkers op plaggenbodems, grotendeels nog omgeven door bomenrijen en houtkanten van zomereik, beuk, berk en kastanje.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op de T-splitsing gaat de route linksaf de asfaltweg op om dan recht tegenover de oprit van het kasteel rechtsaf een bospad in te slaan. Op een viersprong voor de slagboom lopen we linksaf en volgen een zandpad, dat wordt aangeduid met Grensdijk en grenst aan het bosgebied dat op de topografische kaart wordt aangeduid met Bovenbeverbeek. Na goed een kilometer passeren we een afgelegen woonboerderij en wordt het gebied naar het westen open. Het zandpad gaat over in asfalt. Voor het bos aan de linkerzijde volgen we het graspad langs akker en bos. Door het bos wandelen we tot aan de T-splitsing waar we rechtsaf gaan. Het pad komt uit op een zandweg. Hier even naar links de Binnenheide volgen en over het bruggetje van de Warmbeek. Rechtsaf door klaphekje volgen we het pad op de oever langs de Warmbeek.

Deze Warmbeek is een typische Kempense laaglandbeek, die gevoed wordt door regenwater en ontspringt op het Kempisch plateau. Het riviertje overschrijdt de Belgisch-Nederlandse grens ter hoogte van de Achelse Kluis en stroomt dan als Tongelreep verder in noordelijke richting naar de Maas. De Warmbeek kent een bijzonder klein verval waardoor deze beekvallei van nature erg vochtig is. Kenmerkend is de grote afwisseling van graslanden, broekbossen en populierenaanplantingen. De beekvallei bestaat uit voormalige hooilanden en bevloeiingssystemen die, vaak na een periode van populierenteelt, door de mens of spontaan, omgevormd zijn naar voor de Kempen rijkere gemengde bostypes. Door de landbouw en ontginning van grote stukken heide door de paters en broeders van de Achelse Kluis rondom de abdij de Achelse Kluis, hebben zij de Warmbeek rechtgetrokken voor een betere afwatering en het maken van vloeivelden ten behoeve van nieuwe landbouwgronden. In 1989 doet de abdij een groot stuk van hun bouwland in Nederland over aan Staatsbosbeheer en wordt een begin gemaakt de ontgonnen gronden weer in natuurgebied om te zetten. De Warmbeek weer kronkelen, zijn natuurlijke weg zoeken en sloten worden gedempt. Dat leidt tot verruwing van het landschap. Ook de 350 schapen van de kudde van de abdij draagt bij aan het natuurlijke beheer van het gebied.

Het pad langs de Warmbeek is nauwelijks begaanbaar en overwoekerd door heuphoog gras en overhangende struiken. Op deze uiterst natte en regenrijke dag is het onaangenaam om door deze “bush” te komen. Jas, wandelbroek en sokken zijn binnen de kortste keren drijfnat en het water staat in de schoenen en stijgt bij elke stap. Gelukkig bereiken we na 800 meter bij de St. Ludgardisbrug het asfalt van de Kluizerdijk. Naar rechts hebben we zicht op de Achelse Kluis. Hier wacht ons de gastvrijheid van het klooster, want we zijn toe aan koffie en een echte Trappist uit de eigen brouwerij. Ook is er even tijd om het overtollige regenwater uit de schoenen te gieten, waardoor de indruk gewekt wordt dat we weer droge voeten hebben.

De Achelse Kluis, de Sint-Benedictusabdij is een cisterciënzerabdij die deels op Belgisch, deels op Nederlands grondgebied ligt. Officieel heet de abdij Onze Lieve Vrouw van La Trappe van de H. Benedictus. Het is een voormalige priorij, ontstaan als omstreeks 1650 katholieken uit Valkenswaard en Schaft een houten kapel, het "Weerderhuis", bouwen vlak over de grens op het grondgebied van Achel, omdat de katholieke eredienst in Nederland verboden is in de periode van 1648 tot omstreeks 1672. In 1686 sticht Petrus Wijnants IJsebrants van Eijnatten uit Eindhoven in de leegstaande pastorie, die bij de grenskapel hoort, de Ermitage van St. Jozef of Achelse Kluis. De kleine communiteit die uit nooit meer dan dertien broeders bestaat, begint met de ontginning van de omliggende moeras-, bos- en heidegronden aan beide zijden van de grens. In 1798 wordt het klooster opgeheven en onteigend. De gebouwen worden verpacht, raken in verval en worden gedeeltelijk afgebroken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In 1845 kopen de trappisten van Westmalle de oude kluis aan om er het in 1838 te Meersel-Dreef gestichte klooster van St. Benedictus in onder te brengen. Vanaf 3 juli 1845 beginnen de monniken met het herstel en inrichting van de resterende gebouwen. De Neo-Gotische abdijkerk, gesitueerd rond een binnenplein, is in 1885 gebouwd naar een ontwerp van de Nederlandse architect Pierre Cuypers. De eveneens uit Nederland afkomstige, maar sinds 1924 in België wonende architect Jos Ritzen ontwerpt een deel van de huidige abdijgebouwen, bestaande uit een poortgebouw, een gastenhuis, voormalige opslagen, de voormalige eremietenkapel, het oud kapittel, en twee haakse vleugels van het oorspronkelijk gesloten geplande nieuwe klooster. Oefenen de monniken oorspronkelijk beroepen uit in de landbouw of in de productie als bakker, kaasmakerij, meubelmaker, drukker of koperslager, nu draait de economie van de abdij vooral op de dienstensector en het brouwen van trappistbier. De Achelse Kluis heeft een brouwerij, een herberg-brasserie, een galerie voor religieuze artikelen, en een Kunsthal waar exposities van vaak religieuze kunst worden gehouden. De Achelse Kluis is daardoor een plek waar veel toeristen in de drukke zomermaanden graag aanleggen en verpozen.

Na vertrek lopen we voor de abdij langs en pikken op de St. Benedictuslaan bij ANWB-paddestoel 21485 de route van de LAW11 weer op. We zijn nu op Nederlandse bodem en slechts een tweetal kilometer verwijderd van onze eindbestemming Eetcafé Zomerlust. Het is oppassen geblazen op de drukke St. Benedictuslaan. Vlak voor de bocht lopen we over de Kluizerbrug van de Tongelreep, die we in België als Warmbeek op het laatste stuk naar de Achelse Kluis al gevolgd hebben. Bij het Kruis gaat de route naar rechts door een bomenlaantje, de Kluizerdijk. Deze klinkerweg gaat over in een zandpad. Voor de bosrand wandelen we naar links en lopen het pad langs die bosrand uit. Als we op het einde linksaf slaan, bereiken we de fietspad, die parallel aan de Abdijweg loopt en staan naar rechts bijna meteen voor Eetcafé Zomerlust op het kruispunt van de Abdijweg en de Maastrichterweg. We zijn op het eindpunt van onze dagwandeling.

We zijn blij bij de auto onze natte schoenen en sokken te kunnen inruilen voor droge spullen. Dit doet goed!! Nog even terug naar het vertrekpunt in het buurtschap Winter om er de auto van Jan Willem op te halen. Tijdens de rit hebben we tijd om een eventueel wandeldagje in het Twentse land te organiseren. Bert heeft naar Peter kenbaar gemaakt om aan het begin van het nieuwe schooljaar zo’n bezoekje te willen plannen, al dan niet met de dames. Om enkel in het weekend met de hele schutterij een uitstapje naar Enschede te maken gaan de handen niet op elkaar. De optie om met de “vaste mannen” een wandeling in het Twentse land te regelen krijgt de voorkeur. Peter neemt het voortouw en gaat inventariseren welke mogelijkheden er zijn: door de week of in het weekend. We wachten de mail af! Eenmaal bij de auto nemen we afscheid en gaat het huiswaarts. De volgende wandeling zal even moeten wachten!



Charles Aerssens
21 juni 2008



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 21-06-2008 door C.P.J. Aerssens