© L.A.W.V.VIA-VIA

Nu voor enkelen van ons de zomervakantie alweer voorbij is en het arbeidzame leven weer zijn gewone gang heeft genomen, wordt het toch tijd om de afspraak om eens per maand te gaan wandelen op te pakken. Was het in juni de laatste keer de Steenbergse Vliet Route, die op het programma stond, nu heeft Charles een variant op de Nergena Route uitgestippeld. Via mailcontact wordt afgesproken om woensdag 23 september te reserveren. Wat Charles eigenlijk had moeten weten, is het feit dat Peter op deze dag jarig is. Maar deze laat hiervan niets merken. Het zijn Marlien en Jan Willem die de rest hiervan op de hoogte brengen en ze stellen voor een kleine verassing te regelen onderweg! En zoals het hoort, heeft Peter hiervan geen weet. Peter heeft ook zijn fietsmaat Friso weten te strikken om met ons mee te lopen.

Op de afgesproken woensdag is het rond 8.00 uur verzamelen in Loon op Zand. Vanhier vertrekt het gezelschap, dat bestaat uit Marlien, Jan Willem, Peter, Friso en Charles met één auto naar Esch, waar we vanaf het Marktplein zullen vertrekken. De voorafgaande dagen is het stralend weer geweest, maar op deze dag zijn de vooruitzichten minder rooskleurig. Het is somber en er wordt regen voorspeld. De autorit naar Esch roept bij Friso enige verwarring op. Goed bekend met de route naar Esch, waar een broer van hem woont, is hij hoogst verbaasd dat we via Oisterwijk rijden. Maar alles komt goed en zon kunnen we omstreeks 9.00 uur in Esch van start gaan.

De wandelroute van vandaag is een afwisselende route, die een groot deel van de Nergena Route in het gebied tussen Boxtel en Esch volgt. Zo wandelen we vanuit Esch langs de gekanaliseerde Essche Stroom en Landgoed Den Eikenhorst tot de Halse Barrier aan de A2. Hier verloopt de wandeling door de fietstunnel aan de andere zijde van de A2 door Landgoed Wihelminapark tot aan de volgende fietstunnel onder de A2, terug naar Landgoed Den Eikenhorst. We wandelen door Landgoed Sparrenrijk en komen door Molenwijk en het buitengebied van Boxtel. Langs Roond en het natuurgebied Smalwater steken we de spoorlijn over naar het gehucht Tongeren en Nergena om vandaar naar Esch terug te keren.

We starten in het centrum van Esch. Het dorp Esch wordt al vermeld in akten uit 712 en uit de 13e eeuw als “Hesc”, wat zoveel betekent als: een plaats waar essen groeien. Maar het gebied is ten tijde van de Romeinen zeker al bewoond, waarschijnlijk vanwege de geografische ligging bij een punt waar de riviertjes de Beerze, de Reusel en de Leije samenkomen. En de Romeinen hebben hier hun sporen achtergelaten, wat we weten uit de opgravingen die er gedaan zijn. Er zijn maar liefst zeven rijke Romeinse tumulusgraven blootgelegd tussen 1950 en 1961. Die graven zijn aangelegd tussen 175 en 250 na Christus. De Romeinen krijgen van alles mee in hun graf. Zo is er in Esch naast veel luxe glaswerk, twee barnstenen hangertjes en vier mantelspelden, een barnstenen beeldje van de god Bacchus met zijn halfgod Sater gevonden. Het originele beeldje is te bewonderen in het Noord-Brabants Museum in 's Hertogenbosch. De replica komen we tegen op de route en wel op de dorpspomp in Esch.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We vertrekken vanaf het Marktplein bij het oude gemeentehuis en de St. Willibrorduskerk, die uit 1927 dateert naar ontwerp van architect Jan van Groenendael en gebouwd als opvolger van een Neo-Gotische kerk uit 1857 van architect Hendrik van Tulder. De toren stamt echter uit de tweede helft van de 15e eeuw. In de kerk vinden we een 16e eeuws notenhouten beeld van Antonius Abt. Het is in 1948 door de toenmalige pastoor S.H. Hackfoordt op de zolder van de kerktoren gevonden gerestaureerd, waarna het een plaats krijgt tegen de zuidelijke vieringpilaar. Het stelt de kluizenaar Antonius Abt voor met een zware baard en zijn gebruikelijke attributen: de krukstaf met belletjes in de rechterhand, het regelenboek in de linkerhand, ketting, bel en het varken aan zijn voeten, die overigens niet meer zichtbaar zijn. Rondom de onderzijde van het beeld zijn de vlammen van het St. Antoniusvuur gesneden. Het beeld is niet gepolychromeerd en 91 centimeter hoog. Blijkens een getuigenis van een voormalige hulpkracht op de pastorie zou het beeld al omstreeks 1910 op de houtzolder van de pastorie hebben gelegen. Deze Antonius Abt wordt in Esch aangeroepen als beschermer tegen veeziekten voor de paarden van de boeren uit het dorp en de directe omgeving. Zo is de paardenzegening tot 1966 verricht op het pleintje voor de kerk. Nadien is uitgeweken naar een wei achter de kerk en het gemeenschapshuis aan de Groenweg. Nu is deze traditie verleden tijd.

Vanaf het Marktplein wandelen we naar rechts langs de dorpspomp met erop de god Bacchus met de halfgod Sater. In Esch bestaat de traditie om éénmaal per paar uit die pomp bier te laten vloeien. De route brengt ons het dorp door over de Haarenseweg tot aan de brug bij de Essche Stroom. Over de brug rechts ligt het Oude Mannenhuis van Esch, een bijzonder historisch rijksmonument en nu in particulier bezit. Bij testament bepaalt Maarten van Elmpt en zijn vrouw Ida Roetaert in 1491 het stichten van een Oude Mannengasthuis, schilderachtig gelegen in het dal van de Essche Stroom. Het pand is herhaaldelijk verbouwd, maar is zowel van binnen als van buiten goed bewaard gebleven. De zes kamers van de oude mannen zitten er bijvoorbeeld nog steeds in. De mannen die er hun oude dag komen slijten, zijn verplicht karweitjes te verrichten in Esch en de tuin bij te houden. Een nieuw bejaardenhuis maakt pas in 1953 het Oude Mannenhuis overbodig, maar dat is. De laatste ‘gasthuisman’ is Janus Vorstenbosch, de laatste huishoudster Mieke van Lierop.


Deze monumentale boerderij stamt uit het begin van de 17e eeuw. Het is een kortgevelboerderij met een dwarsdeel en een dak, dat zowel met riet als met pannen is gedekt. Op het erf staat een dwarsdeelschuur met een rieten schilddak. Een andere schuur en het bakhuis zijn bij de restauratie in 1971 gesloopt. De oudst bekende eigenaar, Melchior Jan Donckers, wordt al in 1611 genoemd. Vijftig jaar later is Elias Donckers eigenaar. In de 18e eeuw komen we militairen tegen als eigenaar: van 1726 tot 1746 Kapitein Johan Sayer en van 1746 tot 1781 Generaal Samuel Chambrier. De boerderij raakt daarna in handen van de adellijke familie graven Van Limburg-Stirum. Al die tijd wordt het bedrijf door pachters gedreven. In de 19e eeuw zijn het Essche boeren die de boerderij in eigendom hebben en het bedrijf runnen. In 1927 koopt Jan van Wanrooy de boerderij die in de familie blijft tot 1968. In de jaren ’70 wordt het gebouw grondig opgeknapt en puur als woning in gebruik genomen. Vanaf die tijd wordt er dus niet meer geboerd.

Dan voert de route ons langs de drukke Runsdijk de spoorweg over van de lijn Boxtel naar ‘s Hertogenbosch, in de richting van Landgoed Den Eikenhorst. Over het spoor links staat een mooie boerderij met schop erachter. Naar links hebben we ook mooi zicht op het beekdal van de Essche Stroom. Rechts vinden we aan de Gestelseweg het voormalige klooster St. Monica, decennia lang het onderkomen van de witte missiezusters O.L.V. van Afrika en nu gekocht door Cornelis Huygens Projectontwikkeling om er appartementen en woningen in onder te brengen. In de bocht gaan we naar links het bos in en volgen de geel-witte markering van de Nergena Route. Dit bos hoort bij Landgoed Den Eikenhorst.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We wandelen door het parkachtige boslandschap van dit landgoed. Dit natuurgebied, dat in handen is van Stichting Brabants Landschap, heeft een aantal verrassende bomen op zijn grondgebied. Landgoed Den Eikenhorst is één van de mooiste voorbeelden van een park, aangelegd volgens de opvattingen van de Engelse Landschapsstijl. Het belangrijkste element is de vijverpartij. Dat "beekje" slingert en doorsnijdt bosschages en fraai gewelfde graslandjes. Zo'n tuinplan is als het ware opgezet als een landschapschilderij met vrijstaande bomen, boomgroepen en lage struikbeplanting en zo gerangschikt dat vanuit iedere hoek een boeiend doorzicht te ervaren is. Er wordt gezegd dat Engelse en Nederlandse landschapsschilders, waaronder Constable, Turner, Rembrandt en Ruysdael van grote invloed zijn op het ontwerp van Louis Paul Zocher (1820-1915), telg uit een beroemd tuinarchitectengeslacht en ook ontwerper van het Vondelpark in Amsterdam en vele andere tuinen en parken in de Randstad. Het park stamt uit in het midden van de 19e eeuw en heeft ook een gigantische sequoia, die door zijn grootte en vorm een echt afwijkende boom in het Nederlandse landschap is.

Landgoed Den Eikenhorst is echter al in 1806 aangelegd als zomerverblijf van de Bossche familie van wijnhandelaren door de broers Joseph en Antoon de Wijs, broers van Franciscus de Wijs en leden van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Het is een deel van de toenmalige Halsche Heide. Zij hebben ook een grote oppervlakte land in de gemeenten Boxtel en Esch ontgonnen. De broers de Wijs worden opgevolgd door Carolus van Rijckevorsel, die met een nichtje van de broers de Wijs is getrouwd. Eén van hun zeven kinderen, Alphons van Rijckevorsel, volgt hem op. Hij is van 1891-1895 burgemeester van Boxtel geweest. Tot 1907 is het landgoed veel groter geweest dan de huidige omvang, maar komt dan in handen van de familie Windstosser en daarna in die van de familie Henket. De laatste familie brengt het landgoed onder in een stichting en stelt het in 1933 open voor het publiek.

Langs het westelijk deel van Landgoed Den Eikenhorst voert de route ons naar het Halsche Water, een afgesneden arm van de gekanaliseerde Essche Stroom. Hier komen we eeuwenoude beuken tegen. Zo'n oude boom herbergt geschiedenis. Een traditie van ingekerfde harten met initialen die nog in stand gehouden wordt, kijk maar naar de zijkant. Aan deze meanderende waterstroom zijn regelmatig ijsvogels te zien. Een kronkelpad en een dijkje brengen ons weer in de richting van de Essche Stroom, die we opnieuw volgen over een dijkje tot aan de A2. Al meteen passeren we een stuw, waar kanovaarders hun kano even moeten overdragen. De Essche Stroom is hier gekanaliseerd en in het landschap zijn de oude armen nog wel terug te vinden. Links over her water heen hebben we zicht op de verschillende broekbossen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Rechts kijken we in de verte op het buurtschap Hal met voor ons de drukke A2 met de fietstunnel naar de Halse Barrier. In 1470 is er hier een brug over de Essche Stroom, de Halse Brug geheten, waar ooit een hoeve en een brouwerij met herberg gestaan hebben. Vanouds trekt hier veel verkeer langs. Als in 1741 de Steenweg van Eindhoven naar 's-Hertogenbosch wordt aangelegd komt er hier in 1742 een tolboom en ontstaat de Halse Barrier om gebruik te mogen maken van de verharde weg, een bijzonderheid in die tijd! De stad 's Hertogenbosch heeft een kaarsrechte steenweg aan laten leggen, dwars door de Meierij. Het moet een snelle verbinding worden met Eindhoven en van daar naar de belangrijke handelsstad Luik. Om de weg te kunnen bekostigen wordt op vijf plaatsen tol geheven, steeds op drie kwartier loopafstand van elkaar. Pas in 1818 is het hele traject van ’s Hertogenbosch naar Luik verhard. Voor een groot deel loopt over deze historische talweg nu de A2. Aan de rechterkant herinnert Huize Oude Tol nog aan dit stukje geschiedenis.

We wandelen langs de picknickplaats, waar Marlien eigenlijk al een feestje voor Peter wil bouwen. Maar we zijn nog te kort onderweg om al een pauze in te lassen, want dit is helemaal tegen het principe van Peter om al vroeg te gaan zitten en de koffie uit de rugzak te halen. Maar Marlien kan haast niet wachten met de verassing. We gaan gewoon verder over het Tolpad onder de A2 door en komen aan het Landgoed De Halse Barrier, waaraan deze wandeling haar naam ontleent. Het is een particulier landgoed van 13 hectare, dat in het noorden grenst aan het dal van de Essche Stroom en in het zuiden aan het Wilhelminapark en is een landschapspark met een waterpartij, een ven en betrekkelijk grote hoogteverschillen. Er groeien onder meer veel koningsvarens en langs het ven vind je gagelstruwelen en moerashertshooi. Op de T-splitsing van het Tolpad en de Halse Barrier gaat de route naar links en we lopen door tot huisnummer 28, waar we rechts het bos inlopen. Hier even opletten en links aanhouden langs een stuk weiland tot we op een dijkje uitkomen. Hier verlaten we Landgoed De Halse Barrier en betreden Landgoed Wilhelminapark.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Landgoed Wilhelminapark is een bijzondere ervaring! In 1778 komt het oorspronkelijk Landgoed Dommeloord geheten gebied in bezit van de familie Marggraff, die het gebied omstreeks 1800 ontginnen, waarbij het ook nu nog bestaande dambordpatroon van percelen en dreven ontstaan is. Gedurende de 19e eeuw wordt bos beplant en in de loop van de 20e eeuw wordt het voor agrarisch gebruik ontgonnen. Dit is mogelijk gemaakt door het beschikbaar komen van kunstmest. De overblijvende bospercelen zijn met grove den en eik beplant. Het landgoed van de erven Marggraff bestaat nu uit hectaren verwilderd bos, veel omgevallen bomen, akkers en grasland en is een duidelijk geval van laisser faire. Wel is te zien dat er sinds kort begonnen is met boomkap. Al met al moet dit ooit een prachtig landgoed geweest zijn. Een oudoom van Ewald Marggraff koopt eind 19e eeuw het landgoed, dat hij dan naar zijn vrouw vernoemt en steekt er veel geld en energie in om er iets moois van te maken.

Op het landgoed hebben enkele pachtboerderijen gestaan. Maar als achterneef Ewald Marggraff (1923-2003) het Landgoed erft, heeft hij een andere filosofie over het onderhouden van landgoederen. Hij wil alles laten zoals het is en stopt een pachter met boeren dan blijft de boerderij leeg staan en wordt een met de natuur. Zo herbergt Landgoed Wilhelmina 5 ruïnes van boerderijtjes met schuren, die bewoond zijn geweest tot eind jaren zestig van de vorige eeuw. Na de tragische dood van Ewald Marggraff in 2003 komen de landgoederen van Ewald in beheer bij de Marggraff Stichting, die ook Landgoed Wilhelminapark, het oude cultuurlandschap met akkers, weilanden en oud gemengd bos, wat wordt doorsneden door kaarsrechte lanen, beheren.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op het dijkje in Landgoed Wilhelmina doorlopend komen we aan een bospad, dat we naar rechts ingaan tot aan een 4-sprong. Hier wandelen we naar rechts door een eikenlaantje tussen de akkerpercelen en weilanden door, zuidwaarts en parallel aan de A2. Op een kruispunt van paden staan we plotseling oog in oog met enkele ruïnes van boerderijen. Als deze zo blijven liggen zoals ze er nu bij liggen dan zal het niet al te lang meer duren en er is echt niets meer van over. Vooral de boerderij met de “kloosterramen” is vrij uniek, want er zijn geen Brabantse boerderijen bekend met spitsboogramen. Ook de boerderij er schuin tegenover met zijn driekantige voorzijde en overstekend dak is behoorlijk uniek, maar ook hier is er niet veel meer van over!!

Aan het einde van dit kaarsrechte laantje komen we uit op de Gestelse weg met fietspad. Dit fietspad, als Paterspad aangeduid, volgen we naar rechts door het fietstunneltje onder de A2 door. Hier vinden we in de betonnen muur een opmerkelijke plaquette, die verwijst naar de het voormalige missieklooster Sint Charles van de Witte Paters, dat op deze plek gestaan heeft en in 1987 heeft moeten wijken als de Rijksweg tot autosnelweg A2 wordt uitgebouwd. In 1892 komen de Witte Paters vanuit Frankrijk naar Boxtel en vestigen in het karakteristieke witte klooster Sint Charles hun priesteropleiding. De kloosterkapel wordt ook door de inwoners van het buurtschap Hal bezocht om de H. Mis bij te wonen. In de jaren 60 van de 20e eeuw wordt Sint Charles een kloosterbejaardenoord. In 1987 wordt het klooster gesloopt. De glas-in-loodramen van de kapel worden bewaard en verplaatst naar de inmiddels gesloopte Maria Reginakerk in Boxtel. De gevelsteen blijft gespaard en deze wordt in 1996 als gedenksteen ingemetseld in het fietstunneltje onder A2.

Het Paterspad komt aan de andere zijde van de A2 uit op de Essche Weg. Hier is dan de geschikte picknickplek om de jarige Peter te fêteren. Dat mag nu ook gezien het feit dat we al een groot stuk van de wandeling achter ons hebben. Marlien haalt de appeltaart voor de dag en de koffie wordt ingeschonken. Bij dit gebeuren hoort natuurlijk ook en cadeautje! Ja. Peter staat er goed op met zijn nieuwe wandelsokken, waarvan we hopen dat hij er nog veel plezier aan mag beleven. Het is een verassing voor hem dat we hier even letterlijk in het zonnetje zetten, want het klaart even op en dat is op het juiste moment. Niet veel later is dit weer voorbij. De Gestelse weg volgend tot aan de portierswoning van Landgoed Den Eikenhorst en dan oversteken en het Landgoed Sparrenrijk binnenlopen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Zowel Landgoed Sparrenrijk als Landgoed Den Eikenhorst zijn rond 1800 een deel van de Halsche Heide. Tussen 1865 en 1895 worden deze "woeste gronden" bebost. Het gebied kenmerkt zich door een patroon van rechte, met bomen omzoomde dreven in een rechthoekig patroon. Het westelijk deel bestaat voornamelijk uit naaldbos, terwijl het oostelijk deel ook een aantal landbouwbedrijven kent, afgewisseld met naaldbos. Dit naaldbos wordt in 1912 op rabatten geplant en het hout wordt voornamelijk als stuthout gebruikt voor de steenkoolmijnen in Limburg. Later zijn er ook veel Amerikaanse eiken geplant. Tot 1910 is de familie Van Rijckevorsel eigenaar van dit landgoed. Later leerlooier Van Lieshout. De Gemeente Boxtel koopt Landgoed Sparrenrijk in 1954. Het blijft een productiebos, zij het met andere soorten snelgroeiende naaldbomen als de spar, douglas en tsuga. Met het bospad meelopen naar rechts vinden we vrijwel onmiddellijk rechts een Mariakapelletje. Het is hier gebouwd in 1959 en wordt onderhouden door de buurt. De route door Sparrenrijk is afwisselend: door oude, beukenlanen en langs percelen productiebos.

Aan het einde van de laan die naar de smeedijzeren toegangspoort tot Landgoed Sparrenrijk leidt, staat links een informatiepaneel met picknickplek. Boven in de toegangspoort staat in het metaal de naam van Sparrenrijk te lezen. We verlaten Sparrenrijk en gaan linksaf, de Molenwijkse Weg op. Vlak na het bord met de naam van de Gemeente Boxtel erop en het leegstaande gebouw van de Gezondheidsdienst voor Dieren, gaan we rechtsaf en meteen weer links, het bos in. Dit bos is onderdeel van het park Molenwijk, met sportvelden, een dierenparkje, een speeltuin, statige oude bomen met mooie brede wandelwegen, het Leysenven en een paviljoen met groot terras aan het water. We verlaten het park en gaan Jan van Brabantstraat, waar we aan het einde op de hoek rechtsaf de Van Hornstraat inslaan. Op de T-splitsing met de Tongersestraat lopen we richting de beide spoorwegovergangen en houden richting Oisterwijk aan.

Bij een wegkruis, wat verder op de route, gaan we over de Molengraafseweg het buitengebied van Boxtel in. Als we dan aangekomen aan het beekje het Smalwater is er een bankje waar we neerstrijken om te pauzeren en wat te eten en te drinken. Als dit dan niet een geschikte plek blijkt te zijn voor een sanitaire stop, gaan we terug naar de Kapelstraat. Hier ligt café/restaurant ’t Tweespan, waar we dan aangaan. Weer is er gelegenheid om de verjaardag van Peter voort te zetten, want hij trakteert op koffie en gebak! Bovendien wordt duidelijk dat we hier op een juist moment zijn terecht gekomen. De hemel sluit zich en er valt regen uit. Eerst miezerregen maar dan een stevig buitje. Gelukkig zitten we droog en wachten het even af. Gelukkig is de regen niet van lange duur. Toch gaan de jassen aan als we weer op weg gaan door Kalksheuvel. Kenmerkend voor dit gedeelte en de omgeving is het grote aantal boomkwekerijen. Dat heeft onder meer met de samenstelling van de grond te maken. Soms zijn percelen afgezet met heggen van meidoorn en beuken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We steken het Smalwater over en gaan in de richting van het kapelletje van buurtschap De Roond. De naam De Roond duikt voor het eerst op 1352 op en betekent “boomstomp”, omgevallen boom. Deze boom stond wellicht op een opvallende plek of had een opvallende vorm. Hier geen Mariakapel maar één die toegewijd is aan de Heilige Anna, Moeder van Maria en patrones van de huismoeders, van zwangere en kinderloze vrouwen. Het kapelletje is gebouwd in 1954 op initiatief van Deken Broekman door leerlingen van de LTS in Boxtel en wordt onderhouden door de bewoners van het buurtschap De Roond.

Na het kapelletje voert de route ons naar rechts de Geerlingsdijk op, een landelijke weggetje midden tussen de weilanden door. De akkers liggen hier duidelijk hoger en zijn soms afgezet met hakhoutwalletjes. Zo bereiken we het natuurontwikkelingsproject Smalwater, een initiatief van de landbouworganisatie ZLTO. Ook streekcommissie De Leijen, Waterschap De Dommel, Natuurmonumenten en de gemeente Boxtel participeren in het project. We gaan door het klaphekje met informatiebord en betreden de oever van het Smalwater, ook wel Kleine Aa genoemd, die even buiten Esch met de Essche Stroom samenvloeit. Alle kronkels zijn uit het riviertje het Smalwater gehaald en nu slingert het weer zoals het hoort. Klaterend over stroomversnellingen baant het water zich een weg door het landschap. Het landschap langs de beek is weer natuurlijk en gevarieerder worden met aandacht voor de cultuurhistorische kenmerken. Op de aangrenzende oevers worden oude elementen zoals bijvoorbeeld poelen, bosjes en knotbomen weer aangelegd. In het aantrekkelijke kleinschalige landschap waarin de meanderende beek, natte en droge percelen elkaar afwisselen vinden ook onze inheemse planten en dieren weer een plekje. Aan weerskanten van de stroom komt de oorspronkelijke vegetatie terug.

We volgen het wandelpad door het natuurgebied langs Het Smalwater of Kleine Aa stroomafwaarts tot we aan de Voorstraat komen. Rechts af over het bruggetje en doorlopen tot de eerste weg naar links: de Vinkenberg. Deze lopen we uit tot aan de Kapelweg. Als we de bewaakte overweg overgestoken zijn, bevinden we ons in de buurtschap Tongeren. Tot de vijftiger jaren van de vorige eeuw hebben de straten hier geen namen en woon je bijvoorbeeld op Tongeren 111. In dit buurtschap wandelen we door tot aan het complex van de Dienst Levende Have Bereden Politie Afdeling Zuid ofwel het opleidingscentrum voor politiepaarden. Net voor dit complex gaat onze route naar links door de Dorvenseweide tot we op Nergena uitkomen. Dit buurtschap staat tot aan de stafkaart van 1921 als Nergena op de kaart en gaat in dat jaar over als Tongeren. Bij die bewuste stafkaart is óf een foutje gemaakt óf het is bewust geschied: Nergena bestaat niet meer en het hele gebied heet Tongeren. Deze fout is pas rond 1955 hersteld.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op Nergena gaan we rechtsaf en lopen deze straat uit in noordoostelijke richting langs de camping en negeren alle zijwegen tot we op de Esschebaan of Leunisdijk komen. Opvallend is ook hier weer dat er duidelijk verschil is tussen links en rechts van de weg: rechts hogere, bollere akkers en links een gebied dat qua hoogte afloopt naar het beekdal van het Smalwater of Kleine Aa. We verlaten Nergena bij de kruising met de Leunisdijk. Op de hoek staat een boerderij met een fraai bovenlicht! We steken de drukke weg over en gaan de onverharde Koningsweg in die ons verrassend leidt naar een Mariakapelletje aan de Heikant op een plek waar drie landelijke wegen Heikant, Smaldijkje en Koningsweg samenkomen.

De Essche gemeenschap bouwt in 1954 deze Mariakapel, toegewijd aan Maria Koningin vanwege het eerste eeuwfeest van de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, als een getuigenis van godsdienstzin en Mariaverering. Pastoor Hens is de initiatiefnemer en zijn voorstel wordt enthousiast ontvangen door de Essche bevolking. Architect P. Drijvers uit Oisterwijk ontwerpt het schetsplan voor de veldkapel en maakt een beschrijving voor de uitvoering van het werk. De bouwkosten worden geraamd op f. 4300,-, maar Pastoor Hens gaat er echter vanuit dat deze lager uitvallen door toegezegde “pro Deo et Maria” werkzaamheden. De inzegening van de kapel is op zondag 12 december 1954, nadat na het lof het 18e eeuwse eikenhouten Mariabeeld gezegend is door Pastoor Hens en in processie naar de Mariakapel is gebracht.

De kapel is zowel binnen als buiten opgetrokken in handvormstenen. Het zadeldak is gedekt met pannen. De topgevel is doorgemetseld en eindigt in een klokkenstoel met luias en klokje. Voor de vloer zijn hardgebakken plavuizen en handvormtegels gebruikt. Als je de kapel binnenkomt is niet meer het oorspronkelijke Mariabeeld aanwezig, dit is in 1973 gestolen. Nu zie je een recent Mariabeeld, afkomstig uit Kevelaar, nadat op 28 oktober 1994 het gipsen beeld, voorstellend Maria Onbevlekt Ontvangen, is weggehaald en op de nabij gelegen spoorlijn door een passerende trein aan gruzelementen is gereden. Het huidige beeld staat beveiligd achter glas. In de kapel zijn vier glas-in-loodramen aangebracht in rondboogvensters, ontworpen door Toon Merkelbach uit Oisterwijk. Zij stellen voor Maria uitgebeeld als Moeder van God, Maagd der Maagden, Onbevlekte Ontvangene en Mariahemelvaart. De muurschilderingen in de kapel zijn in 1983 door mevrouw Kat - van Hulten aangebracht. Aan de ene kant is de engel Gabriël afgebeeld die de maagd Maria de boodschap van haar zwangerschap komt brengen. Op de andere zijmuur staat de vlucht naar Egypte met Jozef naast Maria met haar kind op een ezeltje zittend. Het siersmeedwerk van het toegangshek en het kaarsenrek is een ontwerp van Jan Koldeweij en uitgevoerd door broers Ties en Thijn van Schijndel uit Esch.

Bij dit Mariakapelletje voert de route ons linksaf, door over het Smaldijkje, een fietslaantje in de richting van Esch. Nog ieder jaar in de maand mei gaat een processie van de kerk van Esch naar deze kapel over dit laantje. De laatste meters van deze rondwandeling voeren ons langs de nieuwbouw van Esch door De Hofstad, de Willibrordusweg en de Groenweg terug bij het startpunt van de Halse Barrier Route. Weer bij de auto aangekomen kunnen de wandelschoenen worden opgeborgen en rijden we vis de kortse weg huiswaarts. Charles wordt in Loon op Zand afgezet en we maken nog de afspraak om in oktober nog voor het wandelweekend een keer er op uit te gaan. Er zal gemaild worden.

Charles Aerssens
23 september 2009



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 07-10-2009 door C.P.J. Aerssens