© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij de vooraankondiging van een nieuwe etappe van het Hertogenpad laten Marlien en Jan Willem weten niet beschikbaar te zijn op woensdag 23 maart. Zij hebben in die week een paar vakantiedagen gepland op het Drentse land. Dit betekent dat we deze dag met een vijftal krasse knarren op pad zullen gaan: Arie, Karst, Harrie, Peter en Charles. Zijn we de laatste dagwandeling uitgekomen bij Café Restaurant De Roestelberg in Kaatsheuvel, het nieuwe traject van het Hertogenpad start vanaf Café Restaurant De Roestelberg en voert ons langs de noordzijde van Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen, waar Project Stuifzand van Natuurmonumenten met massale boomkap het stuifzandgebied weer openlegt. Via Giersbergen zullen we naar het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen wandelen we. Hier betreden we het overlaatgebied van de Maas en lopen naar Nieuwkuijk. Over de Meerdijk en Heidijk langs het Nieuwkuijkse Wiel gaat de route in oostelijke richting door natuurgebied De Moerputten en zo bereiken we over de imposante Moerputtenbrug het buurtschap Deuteren onder de rook van ’s Hertogenbosch.

Voor de organisatie betekent dit dat we verzamelen in het Buurtschap Deuteren bij ’s Hertogenbosch. Hier parkeren we één auto bij Garagebedrijf Tiesje Verhoeven aan de Deutersestraat. Van hier rijden we met de auto van Karst over de A59 terug naar Café Restaurant De Roestelberg. De uitspanning ligt er rond de klok van 9.00 uur nog verlaten bij en de parkeerplaats is zo goed als leeg. Van het beloofde zonnige weer is nog geen sprake. Het is mistig en nog wat kil en dit betekent dat we nog even op een waterig zonnetje moeten wachten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We vertrekken voor deze dagetappe van het Hertogenpad bij Café Restaurant De Roestelberg. Hier bij ANWB-paddestoel P-22556) wandelen we voor Café Restaurant De Roestelberg langs en beklimmen direct een stevige zandheuvel. Al meteen zien we dat in de omgeving van de Roestelberg duidelijk de massale boomkap te zien is, die deel uitmaakt van het Project Stuifzand van Natuurmonumenten dat nog tot 2014 doorloopt. De kaalslag van een vrij groot deel van het bos (73 hectare) is in dit gedeelte van de Loonse en Drunense Duinen nodig om het stuifzandgebied open te leggen en de openheid te herstellen die een stuifzandlandschap kenmerkt. Volgens Natuurmonumenten is dat belangrijk voor het behoud van dit bijzondere natuurlandschap. Op de open vlakte kan de wind dan weer voldoende kracht opbouwen om het zand aan de voet van de randwal en in het noordwestelijke deel van het centrale stuifzandgebied weer in beweging te zetten. Zo zal ook hier het stuifzand ’levend’ blijven en niet verder dichtgroeien. Niet iedereen heeft het overigens begrip voor deze bomenkap. Toch is volgens Natuurmonumenten ook veel begrip voor deze actie om andere natuur de ruimte te geven en het landschap in ere te herstellen.

Voor ons zien we na ongeveer 50 meter het wandelrouteknooppunt NR-46 van het wandelnetwerk Loonse en Drunense Duinen. Hier voert de route linksaf over het stuifzand de paaltjes met de gele pijlen volgend. Door het kappen van dit bosgedeelte en het plaggen van de heide is het lastig de routemarkering te vinden, die door de zware bosbouwmachines en vrachtwagens die het zand verplaatsen, verloren zijn gegaan. We zijn aangewezen op de kaart en het kompas om ons niet te verlopen! Op de plaats waar het bos verdwenen is, is een grote open vlakte ontstaan. Karakteristieke ingestoven eiken en dennen, dode bomen en bomen met holten zijn blijven staan om als voedselbron voor insecten, als zangpost voor allerlei vogels en als nestgelegenheid te dienen. De eikenformaties op die wal zijn gebleven en dienen nu als oriëntatie in noordelijke richting op de wal bij de Roestelberg. Zo bereiken we met behulp van kaart en kompas de bosrand met naar links het bospad dat ons naar wandelrouteknooppunt NR-44 brengt bij het geasfalteerde fietspad. Dit fietspad steken we over om dan meteen linksaf het ruiterpad te volgen. Na goed 250 meter slaan we linksaf een beukenlaan in. We komen hier in natuurgebied Plantloon, een landgoed ten zuidoosten van Waalwijk gelegen op het grondgebied van de Gemeente Loon op Zand. Het gebied is 262 hectare groot en is eigendom van Natuurmonumenten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het natuurgebied Plantloon sluit in het zuiden aan op de Loonse en Drunense Duinen en in het noordoosten, aan de overzijde van het Afwateringskanaal 's-Hertogenbosch-Drongelen, op de Baardwijkse Overlaat. Sinds 1994 maakt het deel uit van het Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen, maar het heeft een ander karakter, namelijk een landgoedkarakter. Er zijn beukenlanen, weilanden, bossen en enkele boerderijen. Door het beukenlaantje komen we in een bijzonder schilderachtig deel van Landgoed Plantloon: de Achterste Hoeven. Een kleine eeuw geleden hebben hier drie boerderijen bij elkaar op een driesprong. Door één brand worden ze alle drie verwoest en later zijn ze meer verspreid opgebouwd. Het gebied rond deze driesprong met enkele weilanden met houtwallen dankt zijn naam aan het feit het als de "achterkant" wordt beschouwd van het duinengebied en daar komt de naam Achterste Hoeven vandaan. Het heeft een afwisseling van bos en landbouwgronden. In de bossen broeden uilen en roofvogels als buizerd en havik. Ook komen er zeldzame planten voor, zoals moerashertshooi. Over het kruispunt met de Achterste Hoeven en bij de slagboom op de driesprong wandelen we naar rechts en komen langs wandelrouteknooppunt NR-48 en NR-47 bij wandelrouteknooppunt NR-49. Hier gaat de route even naar rechts en direct naar links tot wandelrouteknooppunt NR-41. Rechtsaf volgen we even het fietspad door een beukenlaan en lopen rechtdoor naar wandelrouteknooppunt NR-39.

Vanaf deze routemarkering wandelen we rechtdoor tot we uitkomen bij de zandverstuivingen van de Drunense Duinen met heide en boomgroepen. Bijna 1,5 kilometer is het goed opletten, omdat het ontbreekt aan duidelijke paden en routemarkering. De bosrand aan de linkerzijde volgen levert de minste problemen. Aangekomen op een zandduin met duidelijke markering van een ruiterpad laten we de zandverstuivingen van de Drunense Duinen, die hier het oostelijk deel van Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen vormen achter ons. De route voert het bos in noordelijke richting naar wandelrouteknooppunt NR-38. Naar rechts slingert zich het bospad, waarbij we enkele ander wegen kruisen tot we bij wandelrouteknooppunt NR-36 aankomen. Hier verloopt de route parallel met het Pelgrimspad LAW 7-1, zoals de routemarkering aangeeft. Bij wandelrouteknooppunt NR-20 gaat het Pelgrimspad zijn eigen weg en wij vervolgen het Hertogenpad naar wandelrouteknooppunt NR-77. Via wandelrouteknooppunt NR-78 en loopt de route naar het gehucht Giersbergen.

Het gehucht Giersbergen is een uithof geweest van de Abdij Ter Kameren in België, een abdij van de Cisterciënserinnen. Giersbergen ontstaat in de eerste helft van de 13e eeuw. De verste bronnen gaan terug tot 1244. Dergelijke uithoven zijn afzonderlijke bedrijfseenheden op enige afstand van de abdij. Op deze grote boerderijen verblijven de lekenbroeders om de uitgestrekte landerijen te kunnen beheren. In 1614 wordt overgegaan tot verkoop van de uithof. De uithof is dan met een gracht omgeven en door een poort toegankelijk. De twee pachthoeven, de Poorthoeve en de Maaihoeve, worden verkocht aan twee rentmeesters. Op de fundamenten daarvan zijn de thans bestaande boerderijen en de met riet bedekte boerenschuren opgetrokken. Het dorpje Giersbergen komt in de 17e eeuw in moeilijkheden door het oprukkende zand. Al lang is hier intensief getracht het stuivende zand vast te leggen door middel van beplantingen. Het is overigens nog niet zo lang geleden dat Giersbergen alleen bereikbaar was over duinpaden. Geleidelijk doet ook de moderne 20e eeuw hier haar intrede. In 1951 krijgt Giersbergen pas een algemene waterpomp ten behoeve van de bevolking en in 1956 en 1965 volgt aansluiting op het elektriciteit- en waterleidingnet.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij wandelrouteknooppunt NR-99 treffen we een kunstwerk: de "Magneettafel", dat de aantrekkingskracht van de kern symboliseert. Dit kunstwerk krijgt Giersbergen aangeboden als de Gemeente Drunen op 1 januari 1997 samengaat met Heusden en Vlijmen. De "Magneettafel" is ontworpen door Tine van de Weyer (1951) en is onderdeel van een serie van drie. Hier passeren we passeren een tweetal monumentale boerderijen: de Maaihoeve en de Poorthoeve. De Maaihoeve, Giersbergen 2a, is de best bewaarde boerderij. Het is een voortzetting van de middeleeuwse boerderij. Het pand staat op de Rijksmonumentenlijst. Achter deze hoeve staat een Vlaamse schuur die in 1991 is gerestaureerd. De boerderijen in Giersbergen hebben een zeer opmerkelijke oversteek, een deels doorlopende dakconstructie, die gelegenheid biedt om bepaalde werkzaamheden bij regen toch uit te kunnen voeren.

Door Giersbergen wandelend in oostelijke richting komen we verderop langs het Giersbergs Boerinneke van Giersbergen, een sculptuur van de beeldhouwster Carla Vrendenberg (1943). Het is een blijvende herinnering aan dat feit dat Giersbergen in 1995 het 750-jarig bestaan viert. Bij Café Restaurant ‘De Drie Linden’ aangekomen, wordt het tijd voor de middagpauze, waar we ons de koffie met een warme broeder goed laten smaken. We vervolgen de route van het Hertogenpad langs wandelrouteknooppunt NR-91 en NR-90 en houden links aan langs de parkeerplaats waar de klinkerweg overgaat in een onverharde weg langs enkele recreatiehuisjes. We wandelen langs de bosrand over de Giersbergse Baan met in noordelijke richting zicht op weilanden en akkerland voorbij aan wandelrouteknooppunt NR-93 en NR-89 steeds in oostelijke richting. Na goed 1,5 kilometer komen we bij wandelrouteknooppunt NR-17, waar we linksaf slaan en Nationaalpark Loonse en Drunense Duinen definitief achter ons laten. Het gaat in noordelijke richting en we steken de Margrietweg over om naar De Helvoirtse Hoeve te wandelen, een chique restaurant dat de wandelaar niet meteen uitnodigt om zich hier even te verpozen. Langs de parkeerplaats van De Helvoirtse Hoeve leidt de route ons naar links door het bos en om ons dan bij het draaihekje opnieuw naar links te leiden. Langs de bosrand gaat het naar rechts tot aan het Afwateringskanaal van 's-Hertogenbosch naar Drongelen, gegraven tussen 1907 en 1911 om Het Bossche Broek bij ’s Hertogenbosch te ontlasten bij wateroverlast.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de dijk langs het Afwateringskanaal van s' Hertogenbosch naar Drongelen gaan we naar links tot aan de brug, waar we het wandelknooppuntennet van de Loonse en Drunense Duinen verlaten. Bij de brug aangekomen steken we het kanaal over en volgen het asfalt tot aan de kruising van de Ritskampen met Honderdbunderweg. Hier steken we opnieuw over en vervolgen het Limietpad, een verhard fietspad en wandelpad. Opvallend zijn in dit gebied de lange smalle kavels met kaarsrechte polderwegen en met sloten, die in deze Honderd Bunder polder door slagenverkaveling zijn ontstaan. Aan het einde van het Limietpad komen we aan De Zeeg. Deze polder De Zeeg tussen Drunen en Nieuwkuijk is een uitstekend biotoop voor diverse weidevogels, zoals de kievit, grutto, scholekster en wulp. Op weilanden en akkers maken ze nesten en proberen ze hun jongen groot te krijgen. Rechtsaf De Zeeg op komen we aan de Nieuwkuijkse Weg, die we naar links inwandelen noordwaarts. Over de Nieuwkuijkse Weg komen we langs de skeeler- en wielerbaan De Heuvelen en bereiken de bebouwing van Nieuwkuijk, waarbij de Emmamolen op de Meerdijk dominant het dorpsbeeld bepaalt.

De Emmamolen is nog als korenmolen in functie, maar tevens zijn in de molen een café en een kleine molenwinkel gevestigd. De molen is een zogenaamde stellingmolen, die uit verschillende verdiepingen bestaat en op de 5 zolders vinden we 2 opslagzolders, een meelzolder, de steenzolder met de molenstenen en de luizolder met het hijswerktuig voor alle onderliggende zolders. De molen, vernoemd naar Emma van Waldeck-Pyrmont, koningin der Nederlanden, is in 1886 gebouwd voor rekening van Adrianus Rombouts, een in 1855 te Elshout geboren molenaar, heeft een eenvoudige baard, die donkergroen geverfd en wit afgebiesd is met in grote letters de naam 'Emma'. Twee generaties Rombouts hebben met deze molen gewerkt tot in 1960 Anton Rombouts de molen aan de gemeente Vlijmen verkoopt. In 1966-1967 wordt de Emmamolen restaureert. Tot 1987 is deze molen uitgerust met twee bijzondere geklonken roeden: de binnenroede van het fabricaat De Prins van Oranje en de buitenroede een Pannevis. Beide zijn vervangen, maar worden wel als 'souvenirroede' naast de molen bewaard. In 2006 is het niet-originele kruirad weer vervangen door een kruilier in Brabantse stijl.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aangekomen bij de Emmamolen vinden we het opnieuw een goed moment om de benen even te strekken en te genieten van een verfrissing op het terras. Het is eigenlijk wel tegen onze principes om zo vaak voor een pauze neer te strijken op een terrasje. We kunnen de verleiding niet weerstaan!! We vervolgen de route naar rechts over de Meerdijk, die verderop overgaat in de Heidijk en de zuidzijde vormt van de bebouwing van Nieuwkuijk. De Meerdijk en Heidijk zijn eeuwen geleden aangelegd om Nieuwkuijk en het verderop gelegen Vlijmen tegen overstromingen van de Maas te beschermen. In dit gebied ten zuiden van deze dijken stroomt vroeger bij hoogwater de Beerse Maas als overlaat. De dijken moeten het ten noorden ervan gelegen, hogere, gebied tegen dit hoogwater beschermen. Dit lukt niet altijd afdoende en zo is er op 30 december 1880 een dijkdoorbraak over een lengte van 150 meter met een ernstige overstroming. Hierdoor ontstaat het 4 hectare en 15 meter diepe Nieuwkuijkse Wiel. Heel Nieuwkuijk stroomt over en de inwoners moeten op zolder zitten terwijl de dieren verdrinken. Zekere 41 huizen spoelen helemaal weg, 68 huizen zijn beschadigd en slechts 125 huizen zijn ongedeerd. De mensen vluchten naar de Vliedberg, waar later de gelijknamige wijk is gebouwd. Het duurt nog lang voordat Nieuwkuijk de ramp te boven is. Het dijkdoorbraakmonument van Legs Boelen aan de Meerdijk houdt die herinnering levend.

Het Nieuwkuijkse Wiel heeft na de WOII een tijd als openluchtzwembad dienst gedaan, maar is in de jaren 70 van de vorige eeuw in onbruik geraakt. De plas is nu ornithologisch van belang. Het overlaatgebied ten zuiden van de Heidijk omvat verder het Nieuwkuijkse Bosje, een voormalig hakhoutbosje op de grens tussen de voedselrijke overlaatvlakte en de voedselarme zandgrond. Het bosje meet 8 hectare en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Op de dijk groeien stalkaars, kattendoorn en gewone salomonszegel. Verder naar het zuiden hebben we zicht op het natuurgebied Vlijmens Ven, dat beheerd wordt door Natuurmonumenten. In totaal is dit gebied meer dan 500 hectare groot en het kalkrijke kwelwater dat in dit laaggelegen gebied omhoog komt, wordt afgevoerd door de Vlijmensvense Hoofdloop, maar wordt nu zoveel mogelijk in het gebied vastgehouden, waardoor de akkers deels omgevormd worden tot bloemrijke graslanden. Het gebied van het Vlijmens Ven met daaraan aansluitend de Vughtse Gement vormt een verbindende schakel tussen de natuurgebieden van de Baardwijkse overlaat in het westen naar de Moerputten en het Bossche Broek in het oosten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We kruisen de Vliedbergweg en vervolgen de Heidijk langs de sportvelden tot we de Lavendelweg bereiken. Hier staat op de hoek het restant van wat eens een dorpspomp moet zijn geweest. Verder wandelend komen we aan de Vendreef, die we oversteken. Zo komen we aan het voormalige tracé van de Langstraatspoorlijn, in de volksmond het Halve Zolenlijntje, refereert aan de schoenenindustrie en is natuurlijk ironisch bedoeld voor de inwoners van deze streek. De schoenindustrie in de Langstraat is rond 1830 zeer welvarend en er is behoefte aan een sneller vervoer dan met paard en wagen. De bouw van deze spoorlijn van Lage Zwaluwe via Waalwijk naar ’s-Hertogenbosch start echter pas in 1881, maar in 1890 rijden er dagelijks treinen. Er is tijdens de aanleg, die moeizaam verloopt door overstromingen en stakingen door muggenplagen, wel rekening gehouden met het eventueel in een later stadium dubbelspoors maken van de spoorlijn, wat nog te zien is aan de brugpijlers van de Moerputtenbrug in het natuurgebied de Moerputten. De spoorlijn wordt volledig gefinancierd met de opbrengsten uit Nederlands Indië.

De Langstraatspoorlijn speelt echter een onbelangrijke rol in het spoorwegnetwerk. Alleen in WOII valt de spoorlijn ongeschonden in Duitse handen vallen en transporteren ze veel doorgaand verkeer over de spoorlijn. De Duitsers vernielen bij hun terugtocht de spoorlijn en pas in september 1945 wordt begonnen met de wederopbouw. In 1946 komt de lijn weer in gebruik voor goederen en in 1947 voor reizigers. Op 1 augustus1950 valt het besluit de reizigersdienst op te heffen en op 28 mei 1972 rijdt de laatste goederentrein tussen Raamsdonk en ‘s Hertogenbosch en wordt de gehele lijn gesloten, een slachtoffer van het plan Herwag, de reorganisatie van NS goederen. Delen van het Halve Zolenlijntje worden aan het einde van de vorige eeuw omgebouwd tot fietspad en op het oude tracé van Vlijmen naar ’s Hertogenbosch door het natuurgebied De Moerputten met de Moerputtenbrug wordt een wandelpad aangelegd en hierover gaat nu de route van het Hertogenpad.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We volgen dit traject rechtsaf richting ‘s Hertogenbosch en komen allereerst aan de Venkantbrug, een 33 meter lange brugverbinding in het voormalige Halve Zolenlijntje, die stamt uit 1886. Deze brug over de Nieuwe Bossche Sloot is in WOII door het Duitse leger opgeblazen en gunt zo de Geallieerden geen enkel strategisch voordeel. Na een provisorisch herstel is onlangs de brug gerestaureerd en maakt zo het natuurgebied De Moerputten beter toegankelijk voor wandelaars. De Venkantbrug bestaat uit twee identieke brugdelen van elk 16,20 meter lang, die beiden in het midden van de brug rusten op een massief gemetselde bakstenen pijler met een dekplaat van gewapend beton. Aan weerszijden rust de brug op gemetselde landhoofden in baksteen en natuursteen. Opvallend is echter dat bij de restauratie de beide brugdelen op de bakstenen middenpijler een weinig doorhangen!!

Over de voormalige spoordijk door natuurgebied De Moerputten gaat de route van het hertogenpad nu verder. Met een oppervlakte van 120 hectare is het gebied De Moerputten een van de weinig overgebleven laagveenmoerassen ten zuiden van de grote rivieren. De Moerputten bestaat uit veel verschillende terreintypen. Zo zijn er hooilanden, rietvelden, moerassen, open water en wilgenstruwelen te vinden. Het natuurgebied is omsloten door de polders Gement, Honderd Morgen, Rijskampen, de Bossche wijk Kruiskamp en buurtschap Deuteren en Vlijmen. De naam geeft aan dat het een nat gebied is. Door de lage ligging heeft hier vroeger een sterke veenvorming plaatsgevonden en die veenlaag is dik genoeg om te worden ontgonnen. Tot omstreeks 1920 is er turf afgegraven in de Moerputten, waardoor er twee plassen zijn ontstaan: de Lange Putten van 30 hectare, waarover nu de grote Moerputtenbrug ligt, en een kleinere, de Moerput. Sporen van veen-ontginning zijn nog te zien in het landschap. Er zijn talrijke zogenaamde legakkers. Het gebied is tevens een prehistorische rivierbedding. Het gebied heeft een rijke maar kwetsbare flora en fauna en vormt een belangrijk onderdeel van de ecologische hoofdstructuur van Nederland. We vinden er reeën, vossen en roofvogels als de buizerd. Ook zijn in het gebied actief enkele vlindersoorten uitgezet, zoals het pimpernelblauwtje. Op de pijlers van de Moerputtenbrug zijn korstmossen, bladmossen en muurvarens te vinden, waaronder de in Nederland zeldzame en beschermde steenbreekvaren.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Midden in dit natuurgebied De Moerputten wandelen we over de 585 meter lange Moerputtenbrug, gebouwd in de jaren 1882-1885, die nu volledig is gerestaureerd en als wandelpad dienst doet! Nadat de brug voor de slopershamer is gered door acties van de Federatie Behoud Langstraatspoorbruggen en tot rijksmonument is verklaard in 1995, wordt Staatsbosbeheer in 1997 eigenaar van deze brug. De brug is na de sluiting van het Halve Zolenlijntje ernstig in verval geraakt en de giftige loodmenie bladdert af in het onderliggende water en komt in de kwetsbare natuur terecht. Om deze vervuiling te stoppen en de brug te conserveren wordt in opdracht van Staatsbosbeheer in april 2004 begonnen met de restauratie. Daarbij is ruim 13 ton oude lagen verf en teer afgestraald en wordt er 9.000 liter verf op gespoten in de oorspronkelijke kleur okergeel die onder de oude lagen verf tevoorschijn was gekomen. Dit project is mede mogelijk gemaakt door Europese fondsen. Een hele klus voor een bouwwerk met een overbrugging van 36 achter elkaar gelegen massief gemetselde bakstenen en hardstenen pijlers met vakwerkbruggen met geklonken hoofdliggers van elk 16,2 meter lengte met evenwijdige randen met ertussen verticalen en vallende diagonalen met in het midden enkele velden met tegendiagonalen. De brug rust op gemetselde pijlers met ruimte voor een tweede spoorbaan, een constructie die representatief is voor bruggen in de tweede helft van de 19e eeuw. De brug is vervaardigd van smeedijzer, waarvan er nog maar enkelen zijn in Nederland. De Moerputtenbrug heeft niet voor niets een historische, waterstaatkundige en spoorweghistorische zeldzaamheid en betekenis als een van de langste regionale spoorbruggen in ons land, een relict van een verdwenen vitale oost- westverbinding met sociale, infrastructurele en industriële herinneringen aan een belangrijke periode uit de geschiedenis.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Als we de moerputtenbrug zijn overgelopen, blijven we de oude spoordijk volgen tot de route ons naar rechts voert. Zo komen we op de Deutersestraat waar me naar links wandelen langs de voormalige Wachtpost 39 aan het oude Halve Zolenlijntje. Hier wandelen we het buurtschap Deuteren binnen, het eindpunt van onze dagetappe van het Hertogenpad. De auto staat nog keurig op ons te wachten bij Garage Tiesje Verhoeven. Op naar Café Restaurant De Roestelberg waar we vanmorgen vertrokken zijn en de auto van Karst op ons wacht. Jammer genoeg moeten we voor de zoveelste keer ervaren dat Café Restaurant De Roestelberg ook op deze haast zomerse woensdag gesloten is, terwijl de parkeerplaats uitpuilt met auto’s van wandelaars. Onbegrijpelijk dat deze locatie vergeet dat er op zulke middagen omzet gemaakt kan worden met zulk mooi toeristisch aanbod voor de deur!

Charles Aerssens
31 maart 2011



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 04-04-2011 door C.P.J. Aerssens