© L.A.W.V.VIA-VIA

Na de 3 wandeldagen in de eerste maanden van 2013 hebben we stiekem de hoop dat de weergoden op de geplande wandeldag van woensdag 10 april ons gunstig gezind zullen zijn. Afgesproken is om die dag in het gebied tussen Hilvarenbeek, Goirle en Esbeek op stap te gaan. Charles heeft een rondwandeling uitgezet, die ons vanaf het Vrijthof in Hilvarenbeek door de ommelanden van Hilvarenbeek, het Land van de Hilver, richting Goirle zal leiden. De route voert over het Landgoed Gorp en Roovert langs enkele vennen, de Reuselsche Ley en Landhuis De Leenhof, waar volgens de overlevering de humanist Johannes Goropius Becanus (1519-1572) geboren zou zijn. Vervolgens steken we door naar de Roovertsche Heide, die we bijna helemaal rondwandelen. Langs de noordzijde van Esbeek gaat de route door open landschap door het buurtschap Veldhoven en keren we terug naar het centrum van Hilvarenbeek, waar we op het Vrijthof onze wandeling gestart zijn.

De gebruikelijke mail om alle belangstellenden op de hoogte te brengen, levert 6 reacties op. Harrie, Karst Arie, Hans, Wil en Charles zullen van de partij zijn. Zij melden zich op woensdag 10 april in de St. Sebastiaanstraat op de parkeerplaats bij Museumbrouwerij De Roos, direct gelegen aan het Vrijthof in Hilvarenbeek. Ziet het er onderweg naar het vertrek nog wat somber uit en krijgen we nog wat verdwaalde regendruppels op de voorruit, eenmaal aangekomen op de afspraak is het droog! Wellicht geldt ook nu het gezegde: “Regen voor acht uur is nooit van lange duur!”. Charles, Hans, Arie en Wil komen vanuit Loon op Zand net voor Harrie en Karst vanuit Breda aan, zodat we meteen van start kunnen gaan.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Voor deze rondwandeling vetrekken we vanaf het Vrijthof in het centrum van het landelijk gelegen Kempische dorp Hilvarenbeek, Het Vrijthof is als uniek Frankisch marktveld in 1967 tot beschermd dorpsgezicht verklaard. Al in de 15e eeuw groeit het dorp uit tot een welvarende plaats, omdat het langs een handelsroute ligt. Getuige aan de periode is de aan de oostzijde van het Vrijthof gelegen R.K. Kerk Sint Petrus' Banden, een Gotische kerk uit de 14e en 15e eeuw. De toren met rijk versneden en gedetailleerde haakse steunberen is met een hoogte van 75 meter een prachtig exemplaar van de Kempense baksteengotiek en is draagt een spits met door een open koepeltje bekroonde peer uit 1615. De kerk, nog ouder dan de toren, heeft een verrassend interieur met fraaie barokaltaren, zeldzaam koperwerk en een uitzonderlijk mooi bewerkte preekstoel. Het orgel (1840) is van de hand van Bernard Petrus van Hirtum (1792-1875), die lange tijd ook organist op dit orgel is en het onderhield tot ver in de 19de eeuw. Het orgel is in 1969 opnieuw gerestaureerd.

In de oudste vermelding komt de naam Hilvarenbeek voor als Beek. We vinden die in een akte uit 1157, aanwezig in de Abdij van Tongerloo, waarin een tweetal hoeven in erfpacht worden gegeven aan deze Abdij. In de 14e eeuw staat het dorp bekend als “Beke der heyliger Hildevardi”, mogelijk een verwijzing naar Hilsondis, de vrouw van Graaf Ansfried, later Bisschop van Utrecht. Hilsondis, stichteres van de Abdij van Thorn, zou de eerste stenen kerk in Beek gesticht hebben. Vanaf de 14e eeuw treden ook de Hertog van Brabant en de Bisschop van Luik mede op als Heren van de heerlijkheid Hilvarenbeek. De rechten van de Brabantse hertogen komen in 1648 in handen van de Staten-Generaal, die van de Bisschop van Luik in handen van een aantal adellijke geslachten, de families Van Herlaer, Van Horne, Van Leefdael, Van Petershem en Van Merode. De rechten van de Heren van Hilvarenbeek verdwijnen in 1798 en in 1810 wordt Hilvarenbeek officieel een gemeente. Het Vrijthof heeft vroeger een openbare functie. Het is de plaats waar handel wordt gedreven en het is het centrum van bestuur en rechtspraak. Op dit Frankisch marktveld, omzoomd door het groen van de lindebomen, valt in het bijzonder de majestueuze linde uit 1676 op, waaronder vroeger recht is gesproken. In de direct nabijheid van deze boom staat op een sokkel de markante bronzen kop van Anton van Duinkerken (1903-1968), gemaakt door Arthur Spronken. Anton van Duinkerken, pseudoniem voor Willem Asselbergs, was journalist, schrijver, redenaar en hoogleraar. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was hij dé spil van de Groot-Kempische cultuurdagen en een graag geziene gast in Hilvarenbeek als eredoctor van de Pickwick Club, op 15 februari 1943 opgericht door cultuurminnend Hilvarenbeek.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We lopen vanaf het Vrijthof de Wouwerstraat in en komen meteen op de hoek van St. Sebastiaanstraat langs museumbrouwerij De Roos, een unieke authentieke dorpsbrouwerij die dateert van omstreeks 1850 en in 1933 stilgelegd. De brouwerij is tot die tijd in bezit van de Familie de Leyer. Het feit dat een groot deel van de inventaris nog aanwezig is, maakt deze brouwerij tot een uniek monument en object van industriële archeologie met een brouwinstallatie op takkenbossen gestookte met open koperen ketels uit de tweede helft van de 19e eeuw. Doordat niet wordt overgeschakeld op pils, gaat de brouwerij ten onder. In 1993 worden de brouwerijgebouwen met brouwerij, woonhuis en poort aangewezen als beschermd monument door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. De museumbrouwerij is enkele jaren geleden in haar oude luister hersteld en is in het weekend geopend. Door de Wouwerstraat vervolgen we onze wandeling en komen even verderop langs een monumentaal fabriekspand, dat uit 1905 stamt. Het is gebouwd voor de firma M. de Lang en Co. als sigarenfabriek onder een steile mansardekap met wolfeinden. Oorspronkelijk zijn op de begane grond het tabaksmagazijn, op de verdieping de sigarenmakerwerkplaats en op zolder de sorteerkamer met elk een oppervlakte van 8 x 9 meter. Door een gang en trappenhuis gescheiden, liggen in het oostelijk gedeelte van de sigarenfabriek op de begane grond aan de straat een schaftlokaal met erachter de kistenkamer en privaat. Op de verdieping het kantoor en twee droogkamers en op de zolder twee magazijnen, waarvan het meest zuidelijke het sigarenmagazijn is geweest. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van de sociaal-economische ontwikkeling van de nijverheid in de Brabantse Kempen en als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van huisnijverheid naar een meer grootschalige sigarenproductie. Het is architectuurhistorisch en industrieel-archeologisch van belang vanwege de sobere stijl en de constructieve en technische voorzieningen.

Bij het verlaten van de bebouwde kom gaat de Wouwerstraat over in Klein Loo en komen we in de ommelanden van Hilvarenbeek, het Land van de Hilver. Het landschap wordt open en voorbij Tuinontwerp Fré van Dal slaan we naar rechts een breed zandpad in dat ons naar wandelknooppunt 42 brengt. Hier gaat de route naar rechts over Groot Loo Tot aan wandelknooppunt 43, waar we voor de boerderij naar links tussen de weilanden door inslaan over een veldweg, het Broekstraatje. Het pad komt uit in de Loosche akker en op de splitsing met het Kooijstraatje bij wandelknooppunt 44 gaat het in noordelijke richting tot het kruispunt van veldwegen met De Geul. De groengele markering wijst ons naar links. Over de weilanden hebben we in noordelijke richting zicht op de Adahoeve, een melkveebedrijf. Als we nu doorlopen bereiken we langs de wandelknooppunten 49 en 19 de bosrand van Landgoed Gorp en Roovert. Hier volgen we het Nestven met links de bosrand en rechts het open landschap. Het Nestven ligt op de voormalige Beeksche Heide tussen Goirle en Hilvarenbeek en is in 2008 in de oude glorie hersteld door een gedeelte van het bos rondom het Nestven te kappen. Op de eerste splitsing, waar het Nestven naar rechts richting Goirlese Dijk gaat, nemen we de route rechtdoor het bos in. Het eerste bospad rechts leidt ons om het ven heen en met de bocht naar links en rechts komen we aan een breed zandpad dat ons in noordwestelijke richting tussen de akkers door naar wandelknooppunt 97 leidt . Naar rechts gaat de route om bij de derde afslag naar links het bospad in te slaan.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Deze zandweg verloopt door een bosgebied dat op de topografische kaart vermeld staat als “De Witte Duinen”. In een periode van werkloosheid heeft de Gemeente Hilvarenbeek, bij wijze van werkverschaffing, de hier oorspronkelijk gelegen zandverstuiving geëgaliseerd en met dennen beplant, waardoor een uniek stuk natuurschoon definitief verloren is gegaan. Alleen de naam is gebleven! We lopen door tot op de T-splitsing, waar we naar links gaan en doorlopen tot de plek waar het oorspronkelijk bospad naar rechts nu geblokkeerd wordt door een kuil en zandhoop. Omdat dit bospad wel op de kaart staat omzeilen we de hindernis en steken door naar het open landbouwgebied. Hier gaat onze route even naar rechts om voor de bosrand links rond het landbouwgebied te wandelen. Dit deel van Landgoed Gorp en Roovert staat bekend als Beeksche Heide. Langs de bosrand op de grens van Goirle en Hilvarenbeek pikken we de groengele markering van het wandelroutenetwerk weer op en wandelen we naar rechts. We steken de verharde Molendijk over bij wandelknooppunt 98 en staan dan even verderop aan het Bankven.

Dit ven ligt aan de noordzijde van het natuurgebied Gorp en Roovert is ontstaan door ontginning van turf. De naam heeft betrekking op een kleibank die toen en misschien nog wel, zich in de diepte onder het ven bevindt. Hier groeien planten die kenmerkend zijn voor deze omgeving, zoals grote lisdodde, wederik, wolfspoot, moeraswalstro, oeverkruid en pilvaren. In winterse dagen als het vriest dat het kraakt kun je hier de schaatsenthousiasten van Goirle vinden. Want wat is er mooier dan op deze plek je rondjes te schaatsen of bochten te zwieren. Het roept herinneringen op aan oud Hollandse schilderijen met winterpret. Maar nu was het er nat en geen ijs.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Langs het Bankven gaat de route verder over het brede zandpad tot aan het bospad naar links net voor het landschap open wordt. Langs een perceel populieren komen we aan het gebied De Voordpaal. Hier even naar rechts en dan linksaf langs de bosrand tot de eerste kruising, We slaan hier rechtsaf en volgen het bospad dat ons langs het Haneven leidt. Het Haneven is een geschikte plek voor de dodaar, een kleine ronde watervogel, de wintertaling en de blauwe reiger. Voorbij het Haneven maakt de route een bocht naar links om meteen aan de Horstakker rechtsaf door te steken tot aan de Roovertsche Ley komen. We staan hier aan de zuidzijde van het buurtschap Breehees, dat voor het eerst vermelding staat in een document van 1419. De naam moet duiden op een aaneengesloten reeks van heesgronden. Onder "hees" wordt verstaan een met kreupelhout begroeid stuk grond, dat bij hoog water onderliep en "bree" of "breed" slaat op het oppervlak. Dit komt door het water van de Roovertsche Ley, die door het gehucht stoomt. Omdat Breehees oostelijk van dit stroompje gelegen is behoort het tot Hilvarenbeekse grond en dit betekent dat het kerkelijk gezien vóór 1880 tot de parochie Hilvarenbeek behoord heeft.

Aangekomen bij wandelknooppunt 67, nog voor de brug over de Roovertsche Ley, gaat onze route naar links. De meanderende Roovertsche Leij is hier beeldbepalend en zoekt hier in noordelijke richting kronkelend door het bos zijn weg. Wij volgen de oever van deze beekbedding aan de oostzijde. Er liggen een reeks intieme bosweitjes, omzoomd door zware zomereiken. In de steile, geërodeerde buitenbochten broedt de ijsvogel. De binnenbochten gaan over in zandige, slibrijke strandjes. Het beekbegeleidend bos is biologisch het rijkst en kent een afwisselende broedvogelbevolking. Wij lopen stroomopwaarts, passeren wandelknooppunt 94 en even verderop zien we, de kronkelende Roovertsche Leij volgend, aan de overzijde, verscholen in het bos, de langgevelboerderij de Nieuwe Hoef uit 1641, de plaats waar vroeger de tiend werd geheven door de landeigenaar en waarin nu een partycentrum gevestigd is.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De Nieuwe Hoef dateert is oorspronkelijk een zogenaamde ‘spijker’, een ‘spicarium’ of tiendhoeve. Een tiendhoeve is een grote opslagschuur waar goederen in opgeslagen worden. Boeren moeten er de pacht - elke tiende schoof was voor de landeigenaar - betalen aan de leenheer. Dit is een vorm van belasting of huur. Er bestaan in die tijd verschillende soorten van tienden: veetiend, kleinveetiend, zuiveltiend of graantiend. De Nieuwe Hoef is in gebruik als een opslagplaats voor de ‘vruchten des velds’. Binnen in de Nieuwe Hoef loopt een zware balk, waaraan de waag gehangen. Deze waag is een grote ‘evenaar’ waarmee men goederen kon vergelijken en wegen. In het woonhuis heeft de rentmeester gewoond, die alles wat binnen komt aan goederen, opschrijft, controleert, opstapelt en bewaakt. Later zorgt hij dat het volgens de wens van de eigenaar wordt vervoerd, geruild of verkocht. Als Napoleon aan het bewind komt en het geld de ruilhandel van goederen vervangt, wordt de schuur als specifieke opslagplaats overbodig. De pacht wordt voortaan met munten van zilver of goud, florijnen of dukaten voldaan, die in de kluis worden opgeborgen. Die originele kluis uit 1835 staat nu in ‘Den Herd’ op de Nieuwe Hoef. Als nog later de banken in opmars komen, wordt ook het rentmeesterschap op de Nieuwe Hoef overbodig. Zo wordt de tiendhoeve voortaan als boerderij in gebruik genomen. Zo geeft het huurcontract van 7 september 1894 aan dat de Nieuwe Hoef voor 6 jaar verhuurd wordt aan Antonius de Keizer, die 75 gulden huur betaalt plus een kar stalmest per jaar aan de eigenaar. Hiervoor mag hij dan 1 paard, 3 melkkoeien en 3 stuks ‘levig’ vee houden. Na de dood van Antonius de Keizer hebben Adrianus en Cornelis Poulissen en Anneke van Iersel nog in de Nieuwe Hoef gewoond. Cornelis Poulissen is eerder eigenaar geweest van de nabijgelegen, in 1912 door blikseminslag tot aan de grond toe afgebrande Boerderijherberg 'In Het Paradijs'. Het uithangbord van dit café is als enige gered en prijkt nu nog steeds, weliswaar gerestaureerd, in de Nieuwe hoef.

Na goed 2 kilometer, op het punt waar de Roovertsche Leij naar rechts afbuigt in het bos, leidt de route ons in zuidoostelijke richting. We verlaten even de groengele markering en lopen achter een landhuis door met links akkers die ons uitzicht geven op het boerderijen complex van Groot Hoef. Met de bocht mee komen we bij wandelknooppunt 93. Hier staan we bij de het Landhuis De Leenhof. In de 17e eeuw is al sprake van dit huis op Gorp, genaamd "de Montenshoeve" en in de 18e eeuw "Leenhofke op Gorp". Volgens de overlevering zou op deze Kempische boerderij met torentje taalgeleerde, humanist en lijfarts van de zusters van Karel V, Johannes Goropius Becanus (1519-1572), als Jan Gerartsen van Gorp geboren zijn. Een gevelsteen verwijst naar deze geleerde Johannes Goropius Becanus (1519-1572), wellicht de beroemdste inwoner van Hilvarenbeek, die in 1569 het boek ‘Origines Antwerpianae’ uitbracht. Het boekwerk gaat over de oorsprong van de taal. In zijn werk gaat Johannes Goropius Becanus op zoek naar de oudste taal van de wereld, de oertaal en komt tot de conclusie dat het Nederlands de oudste taal is en dat Adam en Eva dus Nederlands spraken. De Leenhof is het centrum van het Leengoed Gorp, waarvan Wouter van Gorp in 1312 leenman was. De familie Van Gorp alias Schellekens blijft leenman tot 1556. Zij worden opgevolgd door Peter Cornelis Daems en in 1589 door de familie Montens. In 1758 wordt Cornelis Bles uit Tilburg de nieuwe eigenaar en in 1819 in handen van ridder Paul Joseph Jean de Bosschaert, Heer van Bouwel, woonachtig te Antwerpen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We zijn hier in het hart van Landgoed Gorp en Roovert, bijna 1200 hectare, waarvan ongeveer 400 hectare wordt gebruikt voor de landbouw. Oude ontginningen in dit gebied zijn belangrijk geweest voor het ontstaan en uitbreiding van het landgoed. Al in de 13e eeuw wordt dit gebied in cultuur gebracht en als leengoed uitgegeven door de Hertogen van Brabant. Deze oude ontginningen, met de omringende bossen en woeste gronden, komen in de loop der tijd steeds meer in één hand. In 1868 wordt het landgoed eigendom van de Familie Zerezo de Tejade, een adellijke familie van Spaanse afkomst. Doordat de gemeente Hilvarenbeek geld nodig heeft, kan Familie Zerezo de Tejade het landgoed uitbreiden met de aankoop van ‘gemeijnten’, gemeenschappelijke gronden, die na de Franse Tijd eigendom zijn geworden van de gemeente. Op dit grondgebied laat Baron Eugene François Joseph de Zerezo de Tejada omstreeks 1870 een jachthuis bouwen. Door de twee torentjes wordt dit huis in de volksmond ‘het kasteeltje op Gorp’ genoemd. Voor het kasteeltje, dat in de nabijheid van De Leenhof staat, zien we een beeld van de Romeinse godin van de jacht, Diana. In 1920 gaat het landgoed over naar de huidige eigenaar, textielfabriekant Van Puijenbroek uit Goirle. Hij laat grote delen beplanten met productiebossen van afwisselend naald- en loofbomen.

Vanaf De Leenhof lopen we in zuidwestelijke richting en komen langs de recent gerestaureerde boerderij Klein Hoef. Op de T-splitsing houden we links aan en lopen door tot waar het bos zich opent en we uitkijken over de landbouwgronden van De Bunt. Naar links hebben we zicht op de verderop gelegen modelboerderij op Landgoed Gorp en Roovert. Het zandpad krijgt hier een vrijliggend fietspad. Dit is meteen de plek om gezeten op de slagboom de proviand uit de rugzak te verorberen. We zijn immers tot nu toe geen enkel bankje tegen gekomen voor een rustpauze! Als we na een half uurtje opbreken gaat de route van hier naar wandelknooppunt 78. Doorlopend komen we op uit bij een boerderij met de typisch rood-zwarte luiken voor het Landgoed Gorp en Roovert, gelegen aan de onverharde weg, de Roovert of Roovertsche Baan. We volgen deze brede weg naar links en lopen door tot er tegenover De Bunt, een bospad naar rechts gaat. We komen nu in het gebied van de Roovertsche Heide. Aangekomen op de groengele markering van het wandelroutenetwerk even naar links en bij wandelknooppunt 76 naar rechts een kaarsrecht bospad in dat 2 kilometer langs de Roovertsche Heide loopt in zuidoostelijk richting. Het hele gebied van de Roovertsche Heide is omrasterd en niet toegankelijk.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Omstreeks 1903 wordt deze Roovertsche Heide aangekocht door de Oranjebond van Orde, een anti-socialistische vereniging, opgericht in 1883 in Utrecht door anderen Jonkheer Johan Hora Siccama van de Harkstede (1853-1928), met als doel door het ontginnen en bebossen van woeste gronden werkgelegenheid te verschaffen voor de in armoede levende bevolking uit de steden. Met het aanbieden van werkgelegenheid probeert men onrust onder de fabrieksarbeiders te voorkomen. De Oranjebond werkt in de loop van haar bestaan steeds nauwer samen met de Nederlandse Heidemaatschappij, die op 14 september 1923 de Oranjebond overneemt. 1976 wordt dit gebied aangekocht door het Brabants Landschap. Door grootschalige boskap over de periode 1978-1993 is weer een groot deel van de oorspronkelijke heide teruggekeerd. Een oppervlakte van ongeveer 100 hectare wordt begraasd door runderen en schapen die het heidegebied in stand houden. Daarnaast zijn door opheffing van oude bedrijfspaden grote, rustige bosvakken gecreëerd. Deze zijn zeer geschikt als broedplaats voor vogels.

Doorlopend langs de westzijde van de Roovertsche Heide komen we bij wandelknooppunt 91 en slaan hier naar linksaf in de richting van wandelknooppunt 37. De route voert ons in een bijna rechte lijn langs de zuidzijde van de Roovertsche Heide, die aan het oog wordt onttrokken door een bosrand. Bij wandelknooppunt 37 aangekomen verlaten we de groengele markering en lopen rechtuit tot we op de volgende kruising van bospaden opnieuw de groengele markering van het wandelroutenetwerk oppikken en uitkomen bij wandelknooppunt 70. Hier gaan we naar rechts en komen aan het eind van het bos uit bij de oude boswachterswoning ‘Oranjebond van Orde’ uit 1905 en ontworpen door de Hilvarenbeekse architect A. Verhoeven. Het huis ligt oorspronkelijk aan de nu al lang verdwenen tramlijn naar België en is gebouwd op de plaats van de afgebrande boerderij 't Zand. De oude bomen in de naaste omgeving van het huis wijzen hier nog naar. Oorspronkelijk heeft het een andere indeling met een ossenstal, bergplaats voor gereedschappen en wagenhuis. De stal en wagenhuis zijn bij het woonhuis getrokken. Tussen het oude woon- en bedrijfsgedeelte zit een sprong in de voorgevel. Het opgaande werk bestaat uit handgevormde rode baksteen gemetseld in kruisverband, voorzien van een zwarte cementen plint. Boven het woongedeelte zien we in de topgevel een tegeltableau met de naam van de ontginningsmaatschappij "Oranjebond van Orde". Deze topgevel is niet authentiek. Oorspronkelijk is hier een chalet-achtige bekroning met makelaar en windveren. De boswachterswoning valt op de landschappelijke omgeving door zijn sobere ornamentiek en de gaafheid van het exterieur.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf wandelknooppunt 93 gaat onze wandeling langs de bosrand van de Roovertsche Heide noordwestwaarts tot we bij wandelknooppunt 99 rechtsaf slaan in de richting van Hilvarenbeek, waarop we nu zicht krijgen uitkijkend over de weilanden en velden. Zo passeren we wandelknooppunt 02 en steken hier rechtover naar het asfalt van Veldhoven. Duidelijk zichtbaar is hier het agrarische buitengebied van Hilvarenbeek. Net voor we op Veldhoven aankomen bij wandelknooppunt 97 passeren we een hardstenen bank met daarop de tekst: “Herinnering aan de begraafplaats van de verdwenen joodse gemeenschap van Hilvarenbeek. Project van de heemkundige kring Joannes Goropius Becanus. Legaat Corrie Cramer 1931 – 2006”. Deze bank is hier geplaatst aan het Alidapad, genoemd naar het Joodse oorlogsslachtoffer Alida Lion uit Hilvarenbeek, die in 1943 in Auschwitz overleden is. We slaan bij het wandelknooppunt rechtsaf de Koestraat in. De Koestraat is een van de oudste straten van Hilvarenbeek. Een van de opvallendste gebouwen is de voormalige pastorie met koetshuis op nummer 23, gebouwd omstreeks 1834 door Pastoor Martinus van Asten nadat hij op deze plek de oude schuurkerk en pastorie, het voormalige huis van kanunnik Andries van den Nieuwenhuijsen, heeft laten afbreken. Het is ook hier in Hilvarenbeek dat na de Vrede van Munster in 1648 de Protestanten de Katholieke eredienst verbieden. Maar in 1671 wordt aan de Koestraat een schuurkerk gebouwd die in 1760 door de familie Smulders uit 's-Gravenhage geschonken wordt aan de katholieke geloofsgemeenschap van Hilvarenbeek.

Dit pand uit 1834 doet dienst als pastorie tot 1954 als Pastoor dr. E. Kocken een nieuwe pastorie op de Vrijthof laat bouwen en van de Koestraat naar de Vrijthof verhuist. Maar nog altijd straalt de voormalige pastorie de allure uit, die het begin 1900 heeft gekregen onder de toenmalige bouwpastoor Leonardus Jurgens (1852-1916), zoon van een margarine-baron uit Oss, heeft begin 1900 de pastorie de allure gegeven die het nu nog altijd uitstraalt. Niet alleen de robuuste buitenkant met aan de zijkant aan de ene kant de diensterswoning en aan de andere kant het koetshuis, maar vooral ook de entree, de vele ornamenten aan de plafonds en geëtste ramen, verraden de ambities van deze pastoor die hier gewoond heeft van 1901 tot aan zijn overlijden in 1916. Van 1965 tot 1984 is de pastorie in gebruik als jeugdherberg. Daarna is het pand door de jeugdherbergcentrale verkocht en hebben erin de loop der tijd vele restauraties plaatsgevonden. Zo is in de voormalige serre van Koestraat 23 achter het behang een muurschildering naar voren gekomen met afbeeldingen van de oude kerk van Esbeek, waarop meneer pastoor vanaf de pastorie uitzicht had. De plaatselijke kunstschilder Janus Kluitmans heeft in 1986 de muurschildering gerestaureerd. Nu is er de Bed&Breakfast ’t Vatikaan gevestigd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van de Koestraat komen we weer op het Vrijthof, waar we onze rondwandeling gestart zijn. Hier staat ook het oorlogsmonument 'Feniks', een bronzen beeld van een vogel, geplaatst op een voetstuk van natuursteen met de tekst: 'ZIJ DIE VIELEN' en de namen van de 25 burgers van Hilvarenbeek die in de Tweede Wereldoorlog of tijdens de politionele acties in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogsgeweld zijn omgekomen. Het is een sculptuur van Jacques Kreykamp (1916-1971) en is onthuld op 9 oktober 1960. De naam van de eerder genoemde Alida Lion (1917-1943) ontbreekt hier, maar sinds september 2011 heeft zij hier naar joods gebruik een eigen steen gekregen. Hier eindigen we onze wandeling. Tijd nu om op het terras van Grand Café De Zwaan neer te strijken en onder het genot van een Bikse Tripel van Electrische Bierbrouwerij en Limonadefabriek “De Roos” van Firma H.F. de Leijer Hilvarenbeek, net om de hoek, na te genieten van een geslaagde wandeldag. Voor deze wandeldag hebben we ook als enthousiast wandelaar Wil van Heeswijk weten te strikken en hopen dat we ook op volgende wandelingen op hem mogen rekenen. Plannen hebben we nog genoeg en zo spreken we af elkaar bij leven en welzijn weer te treffen op woensdag 15 mei aanstaande. Ook dan weer in de buurt van Hilvarenbeek-Esbeek als we Herberg “In den Bockenreyder” als startpunt kiezen voor een rondwandeling bij de Flaes!

Charles Aerssens
19 april 2013



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 19-04-2013 door C.P.J. Aerssens