© L.A.W.V.VIA-VIA

Na de laatste wandeldag in juni hebben we afgesproken om in de vakantieperiode maar te kijken of er ergens een moment te vinden is om toch nog op pad te gaan en een wandeldag te plannen. Begin augustus zijn Hans en Will naar Oostenrijk, Arie zit in Frankrijk, Karst is naar Zeeland en Harrie neemt even rust. Paul en Charles zijn gewoon thuis en besluiten om toch iets te ondernemen. Uit de vrijetijds bijlage van De Limburger heeft Charles een wandeling in handen gekregen in de omgeving van Beesel, Reuver en Kessel. Na bestudering van de route overlegt hij met Paul en samen prikken ze een datum om naar Limburg af te reizen. Woensdag 6 augustus wordt in de agenda gezet. Nu maar hopen dat ook de weergoden meewerken, want in de aanloop naar die dag is het alles behalve mooi weer!

Op woensdag 6 augustus staan we met een stralend zonnetje op en vertrekken Paul en Charles al om 7.30 uur vanuit Loon op Zand. Morgenstond heeft immers goud in de mond! Zonder problemen op de snelweg, het is immers vakantietijd, komen ze nog voor de klok van 9.00 uur aan in Beesel. Het Midden-Limburgse is nog niet ontwaakt. De auto krijgt een keurig parkeerplekje naast de St. Gertrudiskerk en zo kunnen we van start voor de dagwandeling. Charles heeft de route tevoren uitgezet en zal vanaf dit punt langs Kasteel Nieuwenbroeck over Bussereind richting Reuver voeren. Langs Wijngaard Hoeve Roozendaal en Recreatiepark Lommerbergen gaat de route dan voorbij aan de Lambertuskapel vanwaar we dan over de Oude Veerweg naar de veerpont bij Kessel wandelen. Na de oversteek van de Maas volgen we het fietspad op de oever van de Maas stroomopwaarts, waar we door natuurgebied de Weerdbeemden in het buurtschap Hanssum aankomen. Het voetveer zet ons dan over naar Rijkel om door bosgebied Donderberg en Rijkel naar Beesel terug te keren.

De rondwandeling start vanaf het centrum van het in Midden Limburg gelegen Beesel, dat voor het eerst vermeld wordt in 1275 als het dorp vanaf dan samen met Belfeld eeuwenlang één schepenbank vormt. Lange tijd horen beide plaatsen bij het Overkwartier of Spaans Opper Gelre. In 1713 komt het samen met nog enkele ander gemeenten aan de Verenigde Provinciën als Staats Opper Gelre. Startpunt is de parkeerplaats aan het Mariaplein, het kerkplein bij de St. Gertrudiskerk. De H. Gertrudis, in de kerk uitgebeeld als abdis in habijt met een sluier over de strakke hoofdkap, waaraan een kindoek is bevestigd met in haar rechterhand staf, waarlangs twee ratten omhoog kruipen en in haar linkerhand het evangelieboek, wordt hier aangeroepen om hulp tegen rattenplaagziekte en hevige koortsen. De oorsprong van deze kerk gaat terug tot 1157, als tijdens de sloop in 1840 op een houten balk de tekst wordt ontdekt: "Wij van Elmpt hebben die kerk gebouwd anno 1157". Het oorspronkelijk Vroeg Romaanse uit maaskeien opgetrokken zaalkerkje is dan al toegewijd aan St. Gertrudis en wordt in 1839 door een storm verwoest. Slechts enkele beelden, kruisen, kerkbanken en een 16e eeuwse hardstenen doopvont blijven bewaard. De huidige R.K. Parochiekerk van Beesel stamt uit 1842 en is gebouwd in Neo-Barok naar een ontwerp van Maastrichtse architect Jean Dumoulin (1800-1857). Vanaf 1926 wordt het kerkgebouw vergroot naar door architect Caspar Franssen (1860-1932 uit Roermond waarbij de bouwstijl verandert in Neo-Gotiek. In november 1944 wordt de kerktoren tijdens een heftig granaatvuur tussen de Geallieerden en de Duitse bezetter in puin geschoten. De uit 1464 daterende 1600 kilo zware klok wordt ongeschonden onder het puin teruggevonden en in 1955 is de wederopbouw voltooid.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Bij vertrek vanaf het Mariaplein naar de Markt vallen meteen vallen een viertal keramische, religieuze taferelen op van kunstenaar Piet Schoenmakers (1919-2009). Deze kunstwerken uit 1956 heeft hij oorspronkelijk gemaakt voor de inmiddels gesloopte Petrus en Pauluskerk in Haarlem en zijn hier in 2002 geplaatst. Niet vreemd dat dit werk naar hier is teruggekeerd. Beesel is immers nationaal en internationaal bekend vanwege zijn keramiek. In 1923 start hier St. Joris keramische industrie, een onderneming die nog steeds bestaat en nu met name voor de bouw werkt. In de jaren 1930 tot 1960 heeft St. Joris kunstateliers naast werk voor kerken en de openbare ruimte ook gebruiksgoed en vazen vervaardigd onder de naam Terraco. Kunstenaars als Piet Schoenmakers (1919-2009), Mathieu Boessen (1912-1998) en Frans Lommen (1921-2005) hebben hier gewerkt. Ook Handwerk Loré (1955-1981) en Ciro Keramiek zijn actief geweest in Beesel. Op de markt gaat onze route naar rechts langs de terrasjes op de Markt, voorbij aan etablissement De Troubadour, oorspronkelijk Huize Cruysberg, waar een plaquette op de gevel aangeeft dat hier Burgemeester Joannes Petrus Henricus Bernardus Hubertus Janssen in 1830 geboren is. We volgen de Cruysbergstraat en gaan op de T-splitsing linksaf de Ruys van Splintersingel in.

Hier bereiken we aan de oostelijke rand van Beesel, op de hoek naar Kasteel Nieuwenbroeck, de kasteelkapel, die in 1910 is gebouwd in opdracht van Baron Ruys van Splinter. Waarschijnlijk omdat zijn enige kind kiest voor het kloosterleven. Hier maken we even een uitstapje naar Kasteel Nieuwenbroeck, ooit gesticht op de plaats waar de beek het Broek een oude Maasmeander verlaat en resten van boerderij Broick, wat zoveel als “broek” betekent, de voorloper van het kasteel vormt. Deze beek voedt de grachten van het kasteel en de bijgebouwen, die zo op een rechthoekig omgracht terrein staan met een tweetal siertuinen. De huidige landschappelijke aanleg ontstaat pas in de loop van de 19e eeuw. Het omgracht kasteel met de naam 'Nieuwenbroeck' duikt voor het eerst op in een akte van 1563 waarbij als eigenaar worden genoemd Graaf Johan van Holthuysen en diens gemalin Helwich van Holtmeulen. Zij verpanden in dat jaar de kasteelboerderij aan Aernout van Eijll en diens vrouw Alitgen van Schaik. Het complex bestaat uit een in het midden van de 16e eeuw opgetrokken bakstenen hoofdgebouw met twee haaks op elkaar staande vleugels en een lagere haakse aanbouw met trapgevels met Renaissance vensteromlijstingen. Toegang verschaft de vrijstaande poortvleugel met een torenvormig ingangspaviljoen in het midden. Boven de poort zien we een fronton met gebeeldhouwd alliantiewapen en op het schilddak van dit middengedeelte twee windvanen (1731). In het hoofdgebouw bevindt zich o.a. een stucplafond in Lodewijk XVI-stijl en een bordessteektrap met balusterleuning. Het huidige uiterlijk is mede tot stand gekomen door verbouwingen die zijn uitgevoerd door de familie Bosman (ca. 1730) en familie De Collignon (ca. 1760). Later komt het kasteel in bezit van de familie Ruys en familie Ghyczy - Von Kempis. In 2005 heeft er nog een restauratie plaats gevonden.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Terug op de Ruys van Splintersingel wandelen we met de klok mee langs de slotgracht na Kasteel Nieuwenbroeck en volgen we de markeringen van het wandelroutenetwerk. De route voert ons achter langs het prachtige witgeschilderde kasteel en leidt ons langs akkers en weiden naar de Bakheide, waar we linksaf slaan. Bakheide is een oud moeras- en heidegebied die onstaan is uit en langs een oude Maasmeander, dat in het midden van de 17e eeuw in gebruik is als weidegebied voor het vee. Op het kruispunt van Bakheide met de Schansweg wandelen we naar links. Waarschijnlijk wordt deze Schansweg voor het eerst genoemd in een akte uit 1649 als er sprake is van een schans, als een met gracht en wallen versterkte vluchtplaats voor de boerenbevolking. Mogelijk is hier een enkel huis ook permanent bewoond geweest. Op 2 april 1661 wordt de versterking door de Schepenen en Gezworenen beschikbaar gesteld voor het onderhoud van een nieuw te stichten kapelanij, maar wel met de voorwaarde, dat de vluchtplaats in geval van oorlog beschikbaar moet blijven om er huisjes te bouwen en er tijdelijk te wonen. Van dit recht wordt in 1673 onder de dreiging van Franse troepen nog gebruik gemaakt. Aan het einde van het asfalt staat we op de Bussereindseweg in het buurtschap Bussereind. Deze weg loopt langs de rand van de oude Maasarm en is wellicht een van de oudste wegen in Beesel, waarlangs van oudsher vele boerderijen staan, waarvan er tot in de 18e eeuw vele tot laat- of leengoederen van Kasteel Nieuwenbroeck behoord hebben.

Op de Bussereindseweg gaan we rechtsaf en een eindje verder slaan we linksaf de Muizenhoekerweg in en volgen opnieuw de markering van het wandelroutenetwerk. Al gauw gaat het asfalt over in een zandweg, die op de oude landkaart van landmeter Smabers aangeduid staat als Clootjenswech. We komen langs de schuttersweide en wandelen door agrarisch gebied waar rozen, tarwe, aardappelen, bieten en maïs verbouwd worden. Na bijna 2 kilometer komt Reuver in zicht en slaan we op de T-splitsing linksaf, de Hovergelei in. Aan de Beeselseweg bij de Mariahoeve steken we over en volgen de markering van het wandelroutenetwerk meteen de Hoendercampweg naar rechts, waar we even verderop de nog jonge wijngaard van Hoeve Roozendael op het gelijknamige landgoed passeren. Op de T-splitsing bij de hoeve met Bed & Breakfast gaat onze route naar links. Zo komen we op de Roozendaelseweg langs de oostzijde van recreatiepark De Lommerbergen, een bosrijk park en één van de grotere bungalowparken van Landal GreenParks. Uiteindelijk komen we voorbij een boerderij uit 1672 op de Kesselseweg en gaan naar rechts. Hier op de hoek staat De Kamp of Camperhoff, een van de oudste boerderij van Beesel, die wellicht ooit tot de goederen van de Graven van Kessel en later Kasteel Nieuwenbroeck heeft behoord. Nu is De Kamp verbouwd tot woonhuis. Hier tegenover nemen we de onverharde weg. Over deze Sangersweg leidt de route ons naar de Lambertuskapel, die rechts naast het pad ligt.

Deze Lambertuskapel is toegewijd aan de H. Lambertus (ca. 653-708), die als zendeling onder de Toxandriërs, de bewoners van het Frankische Rijk in het gebied tussen Maas, Schelde, Dijle en de moerassen van de Peel, heeft gewerkt. Vanaf ongeveer 670 tot aan zijn dood is hij bisschop van Maastricht. Volgens de overlevering zou hij op deze plaats gepredikt hebben in een kleine door hem gebouwd Middeleeuws zaalkerkje. Mogelijk is de kapel in de 12e of 13e eeuw herbouwd als parochiekerk van Reuver door de Graven van Kessel, die hier aan de oevers van de Maas uitgestrekte bezittingen hebben. In 1830 stort de oude kapel in en rond 1834 worden tussen de resten van de kapel diverse munten gevonden, waaronder twee deniers van Graaf Floris IV van Holland (1210-1234). De vondst van schedels en andere beenderen lijkt te wijzen op de aanwezigheid van een kerkhof. In 1845 bij het afscheid van rector Theo van Wielick (1819-1845) wordt op de plek van de voormalige St. Lambertuskapel een herdenkingskapel gebouwd. In 1899, drie jaar na het 12e eeuwfeest van Lambertus, wordt op de St. Lambertusheuvel vóór deze kapel uit maaskeien op initiatief van pastoor Jacques Vrancken (1851-1929) een grotere Neo-Gotische kapel gebouwd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf de voorzijde van St. Lambertuskapel vervolgen we de wandeling over het onverharde bospad en steken even verderop de kruising van Oude Veerweg en Berkenweg over. Aangekomen bij de het volgende wandelknooppunt gaat de route naar links en als het landschap zich opent kiezen we de markering naar links. Dit pad staat op de kaart vermeld als Vissersweg. We laten nu het bosgebied achter ons en komen in open terrein met uitzicht op het op de overzijde van de Maas gelegen Kessel, een oud Maasdorp, dat ontstaan is rond een wachttoren uit de 10e eeuw. De oudste geschriften over Kessel stammen waarschijnlijk uit het eind van de 11e eeuw als Keizer Otto I van het Heilige Roomse Rijk zijn neef en vazal Graaf Ansfried tot Graaf van Kessel benoemt. De Graven van Kessel bewonen het Kasteel Keverberg tot door geldgebrek de laatste Graaf van Kessel Hendrik V in 1279 het kasteel verkoopt aan Reinoud I, Graaf van Gelder. Tijdens de Spaanse Successieoorlog werd het kasteel door Staatse troepen in brand gestoken en daarna weer herbouwd in een drie verdiepingen hoog bakstenen gebouw door de Familie van Merwijcks. In 1779 sterft het geslacht van Merwijck uit en erft Caspar Baron van Keverberg het gehele bezit, inclusief het kasteel van Kessel, dat dan voor het eerst de naam Keverberg krijgt. Als de laatste adellijke bewoner van kasteel Kessel in 1876 sterft, wordt het een onderkomen voor Duitse schipperskinderen en komt het in 1903 toe aan de Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid, die er een klooster en meisjespensionaat onderbrengen. In WOII is het Kasteel Keverberg bezet door Duitse soldaten, die het bij hun aftocht opblazen en in brand steken. De binnenmuren worden geheel vernield en door de ontstane brand blijft niets heel van het interieur. De burcht van Kessel is nog slechts een ruïne, waarvan enkel nog de ringmuur nog overeind staat met nissen en kantelen, een gedeelte van de weergang, de muren van de grote zaal, de zijtoren en de poorttoren. Het kasteel wordt nu gerestaureerd.

Waar de Vissersweg overgaat in de Oude Veerweg hebben we een panoramisch zicht op Kessel waar de Kasteelruïne en de R.K. Kerk O.L.Vrouw Geboorte beeldbepalend zijn. In 1236 moet hier al een kerk hebben gestaan met nieuwbouw in 1460, die door oorlogen aan het einde van de 16e eeuw afbrandt. In 1613 wordt de kerk herbouwd. Bij de afbraak daarvan wordt in 1869 er een Romeins heidens altaar ontdekt, dat jammer genoeg verloren is gegaan. Architect Pierre Cuypers ontwerpt de nieuwe kerk, die in WOII door Engels en Duits granaatvuur zwaar beschadigd is en op 17 november 1944 wordt opgeblazen. De explosie verwoest toren, schip, dak en gewelven, maar ook het inventaris en het nieuwe orgel vielen ten prooi aan het oorlogsgeweld. Pas in 1953 is de kerk geheel hersteld.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Een ander opmerkelijk feit, dat zich hier op de oever van de Maas bij de kerk O.L.Vrouw Geboorte en het kasteel heeft afgespeeld, is het neerstorten van de Avro Lancaster Mk I HK569 AA-Q van het 75 Squadron RNZAF op 21 juli 1944 om 1.25 uur. Het toestel is die avond opgestegen vanaf Mepal, Cambridgeshire in Engeland voor een raid op de Fischer Tropsch olieraffinaderij in Homberg Duitsland, maar wordt in Heibloem, Limburg aangevallen en zwaar beschadigd door een Duitse nachtjager gevlogen door Oberleutnant Dietrich Schmidt van het 8/NJG1. De bommenwerper heeft als bemanning: piloot Flight Sergeant Neil Douglas Davidson, navigator Sergeant Arthur Ernest John Goddard, radiotelegrafist Sergeant Douglas Corris, boordmecanicien Sergeant Robert Gerald Sloman, boordschutter Sergeant Raymond Stanley Lang, Flight Sergeant Henry John Hiscox staartschutter, bommenrichter Sergeant Thomas Gilbert Little. Piloot Neil Douglas Davidson vliegt het zwaar beschadigde en brandende vliegtuig over de Maas richting Reuver en maakt een bocht om op de Maas te landen. Hij slaagt er niet in, raakt de oever en het toestel explodeert. Sergeant Thomas Gilbert Little weet zich te redden met zijn parachute maar raakt hierbij zwaar gewond en krijgsgevangen gemaakt. Hij overleeft in krijgsgevangenenkamp Mühlhausen WOII. De staart van het vliegtuig met staartschutter Flight Sergeant Henry John Hiscox komt voor de crash in het maïsveld maar hij overleeft niet. Hij wordt twee weken later pas gevonden en begraven op het kerkhof van Beesel. Door de impact en de daaropvolgende explosie worden van de piloot en de overige crewleden geen resten gevonden. Ter nagedachtenis aan deze gebeurtenis is op 21 juli 2011 voor de gevallenen een monument onthuld.

De Oude Veerweg volgend komen we op de Kesselseweg, die ons uiteindelijk brengt bij de veerpont die ons als voetganger voor 20 cent naar de overkant van de Maas brengt. Al in het jaar 1364 worden de veerrechten verpand door Hertog Eduard van Gelre aan Graaf Jan van Meurs. In het midden van de 16e eeuw is het veer eigendom van Jasper van Merwijck. Het zogenaamde Meurse pandschap zal blijven bestaan tot aan de Franse Tijd, waarna het over gaat in handen van de Nederlandse domeinen. Ook dit veer over de Maas heeft een ligplaats aan de linkeroever van de Maas, die over het algemeen steiler is dan de oostoever, waardoor het veer een veiliger plek heeft als het bij hoog water uit de vaart moeten worden genomen. Aangekomen op kade aan de Kesselse zijde brengt ons een kort klimmetje naar de kruising bij het pleintje Veers. Hier staat het in 1769 gebouwde Oude Veerhuis, waar we naar links onze wandelroute vervolgen. Bij de Y¬splitsing met het wegkruis volgen wij links de Haagweg, die hoog op de oever van de Maas in zuidwestelijke richting verloopt. Na enige tijd gaat de Haagweg bij de Neptunusstraat over in een fietspad, dat ons in het buurtschap Kessel-Eik langs het Bedrijf Kuypers Kessel naar het kruispunt met de Maasstraat brengt. Bij wandelknooppunt 93 komen we bij twee kapellen, een ruïne van een kapel uit 1892 en aan de overkant een moderner veldkapelletje.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier slaan we linksaf waar de brede veldweg eerst een bocht naar rechts maakt en verderop naar links. Dan betreden we Natuurgebied De Weerdbeemden, gelegen ten zuiden van Kessel-Eik waar het Maasdal overgaat van breed naar smal. Begin 19e eeuw bestaat het winterbed van de Weerdbeemden uit laaggelegen weilanden en lossen hooilandpercelen met lokaal struiken en hagen. Oppervlaktewater is in die tijd niet aanwezig. Vanaf de jaren 30 van de vorige eeuw vindt er op relatief kleinschalige wijze kleiwinning plaats, aanvankelijk met paard en wagen en later met een treintje. Niet alle kleiputten zijn gehercultiveerd en daardoor is er open water en moerasbos ontstaan. Staatsbosbeheer is sinds 1985 eigenaar van een gedeelte van de Weerdbeemden en start natuurontwikkelingsproject op met het Bedrijf Kuypers Kessel. Zo hebben De Weerdbeemden zich ontwikkeld tot een gebied van 20 hectare met een prachtige flora en een grote diversiteit aan broedvogels, vlinders, libellen, sprinkhanen en amfibieën. Het grasoppervlak wordt vanaf 2004 begraasd door een kleine kudde Galloway runderen. De wegmarkering blijven we volgen over brede en smalle paden langs wandelknooppunt 42 en 43 door het afwisselende mooie natuurgebied en het bosgebied hoog boven de Maas.

Vanuit het bos hebben we op verschillende plekken zicht op de onder ons liggende Maasplassen en zien op de Maas plezierboten passeren. Het bospad leidt ons naar het fietspad bij wandelknooppunt 35 en een bruggetje over het gekanaliseerde beekje de Neers, die hier in de Maas uitmondt. Over de kanaaldijk brengt de route ons naar het buurtschap Hanssum bij Neer, waar het voetveer ons voor € 1,80 opnieuw de Maas overzet. Op de andere oever wandelen we in de richting van het gehucht Rijkel, dat zijn naam wellicht te danken heeft aan “Rijkholt”, wat kan duiden op een bosrijke omgeving. Rijkel wordt mogelijk al in de 10e eeuw vermeld in verband met de H. Liudgerus (742-809), Bisschop van Münster, als nederzetting of versterking langs de Maas. In de 14e eeuw wordt de buurtschap met zekerheid genoemd als Rikel, waar later diverse bezittingen van Kasteel Nieuwenbroeck hebben gelegen. De oude bebouwing van Rijkel is grotendeels verbouwd of gesloopt, maar alleen het enig bakhuis van de Gemeente Beesel is hier bewaard gebleven. We wandelen voorbij aan de Einderhof met een particuliere kapel, toegewijd aan O.L.V. van Lourdes en in 1927 gebouwd ter vervanging van een oudere, vervallen kapel. Verderop gaan we naar rechts richting Donderberg en komen langs de kapel Onze Lieve Vrouw van Smarten, de oudst bewaard gebleven kapel (1781) van Beesel onder de knoestige takken van een lindeboom, symbool van vruchtbaarheid, die zich beschermend over het kapelletje buigt.

Een paar meter verder op de Donderbergweg slaan we rechtsaf het natuurgebied Donderberg in. Aan de westzijde van dit bosgebied, gelegen bovenop rivierduinen, is de dalwand steil naar beneden naar een dode Maasarm, waarin de Swalm uitstroomt en die dan verderop uitmondt in de Maas. Dit golvende bosgebied loopt naar het zuidwesten het hoogst op en daarnaast bevindt zich nog in het zuidoosten een meer solitaire heuvel. In 1654 wordt de Donderberg of Donnerbergh voor het eerst vermeld en een eeuw later in 1754 wordt de naam den Donderbergh algemeen gebruikt. Historisch gezien wijst een dergelijke naam naar een heilige heuvel gewijd aan Donar, de dondergod Thor in de Germaanse mythologie. Een andere optie is dat de naam zou verwijzen naar Tanaros, een Gallische riviernaam. We volgen de routemarkeringen langs de wandelknooppunten, terwijl we naar het zuiden zo nu en dan zicht hebben op de sterk meanderende Swalm, die ruim 30 kilometer stroomopwaarts ontspringt in een moerasgebied nabij het Duitse plaatsje Tüschenbroich. Eenmaal opnieuw op de Donderbergweg wandelen we naar links en houden bij het huisje rechts aan tot we over de Gubbelsweg opnieuw midden in het gehucht Rijkel staan op de Frankische driehoek.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Onze wandelroute gaat nu noordwaarts en we nemen de St. Antoniusweg. Hier volgen we het asfalt tot we naar rechts een bospad nemen dat bekend staat als de Schooltweg. We steken zo het bosje recht door en bereiken het open gebied aan de Bovenste Solbergweg, een zandpad dat ons in noordelijke richting naar Beesel leidt. Opvallend is hier naast de gebruikelijke routemarkering van het wandelnetwerk de markering van het huurvaarderspad, een ommetje in de buurt van Beesel dat herinnering levend houdt aan de tijd dat tot het begin van de 18e eeuw grote hoeveelheden boomstammen in de vorm van houtvlotten vanuit Frankrijk en de Ardennen via de Maas zijn afgevoerd steden langs de rivier, met als belangrijk eindpunt Dordrecht. Deze Maasvaart gebeurt door het gilde van huurvaarders, die hun diensten door hun goede kennis van het vaarwater beschikbaar stellen als loods of houtvaarder. In Beesel worden dan de vlotten opnieuw gefatsoeneerd omdat bij hoog of laag water de stammen vaak uit hun verband gerukt zijn. Achter Beesel komen de vlotters dan weer in rustiger water. Als de Roermondse landmeter Smabers het Huurvaarderspad rond 1781 intekent op zijn kaarten, behoren de grote houttransporten al lang tot de verleden tijd. Daarna raakt ook het Huurvaarderspad in vergetelheid. Maar sinds kort is dit pad tussen Rijkel en Beesel en Rijkel over een korte afstand weer te volgen.

Het landweggetje richting Beesel leidt ons langs het sportcomplex, waar de Bovenste Solbergweg uitkomt in de Burgemeester Janssenstraat. Nu nog even naar links om dan verderop nogmaals links via het Mariaplein en het Kerkpad door te steken naar de parkeerplaats bij de St. Gertrudiskerk, waar we deze rondwandeling in de omgeving van Beesel zijn gestart. Maar voor we de terugreis beginnen, genieten we nog even na op het terras van etablissement De Troubadour onder het genot van een Trappistje. Daarna rijden we huiswaarts en zijn we goed en wel in Loon op Zand gearriveerd dan bast een hevige regenbui los! Gelukkig zitten we nu droog.

Charles Aerssens
28 augustus 2014



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 28-08-2014 door C.P.J. Aerssens