© L.A.W.V.VIA-VIA

Een plotselinge plichtpleging om op maandag 13 augustus in Heerlen een hoekkastje op te halen brengt Charles en Theo op het idee om hieraan ook een korte wandeling in het Limburgse heuvelland in de omgeving van Simpelveld te plannen. We besluiten op tijd naar Heerlen te vertrekken en rijden na het ophalen van het hoekkastje door naar Simpelveld. Het is rond het middaguur als we op het terras van Shoko een plekje zoeken voor de lunch. Dus eerst even een hapje eten en daarna op pad!

© L.A.W.V.VIA-VIA

Het is de bedoeling de korte rondwandeling vanaf de Markt in Simpelveld te starten en langs de Eyserbeek via De Auw Meule naar het kleine buurtschap Bulkem te wandelen. Een klimmetje brengt ons dan door het Bulkemsbroek naar Bosschenhuizen. Hier volgen we de veldweg met zicht op de molen van Vrouwenheide naar het bosgebiedje van Vrouwenheide, met 216 meter het hoogste punt dat volledig op Nederlandse bodem ligt. De route gaat dan naar Ubachsberg langs Restaurant De Leuf en aan Wijngoed Fromberg voorbij . Over het hoog gelegen open landbouwgebied met zicht op Heerlen dalen we af langs enkele vervallen kalkovens en keren langs de Putberg terug via Hoeve Keverberg en de buurtschap Huls. Er volgt nog een laatste afdaling via het Molsberger Voetpad 't Kempke naar het vertrekpunt in Simpelveld.

We vertrekken vanuit het centrum van Simpelveld. Het dorp heeft een rijk verleden. Een miljoen jaar geleden stroomt de rivier de Maas nog door Simpelveld en de rivierbedding moet destijds kilometers breed zijn geweest. Alleen de Vrouwenheide en de Huls bevinden zich dan als eilanden boven de waterspiegel. Maar nog langer geleden, tussen de 70 en 120 miljoen jaar, is alles in deze omgeving zee met krijtafzettingen van de kalkrijke skeletten van kleine zeediertjes. Rond 4000 voor Christus wonen in de streek de Bandkeramiekers, genoemd naar de soort versiering van hun aardewerk. De Romeinen strijken hier neer rond 50 voor Christus en zorgen voor een periode van redelijke rust en welvaart. Handel en landbouw zijn de belangrijkste economische activiteiten, getuige de opgravingen van diverse Romeinse villa's, die gebouwd zijn in de jaren 75 en 100. Brandsporen doen vermoeden dat ze verwoest zijn bij een inval van Germanen na het jaar 250. Opmerkelijk is op 11 december 1930 de vondst van een paar zandstenen sarcofagen uit die Romeinse Tijd, waarvan er een inmiddels wijd en zijd bekend is als "de Romeinse Sarcofaag van Simpelveld". Met een bijzondere binnenkant, omdat deze in reliëf is gebeeldhouwd. Deze sarcofaag heeft een prominente plaats gekregen in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Pas in Middeleeuwse kronieken uit 1137 van de Abdij Rolduc wordt het dorp als “Simplevei” genoemd. In 1147 heeft men het over Simpleviensis ecclesia, of de Simpelvelder kerk. In 1155 worden de namen Semplovei en Senplovoir gebezigd. Pas vanaf 1334 wordt de naam Simpelveld vermeld.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Vanaf de Markt gaat de route bij de rotonde rechtuit het Doctor Poelsplein over om direct na het pleintje even linksaf te slaan tot aan de Eyserbeek. Deze Eyserbeek ontspringt in Bocholtz en loopt dan via Simpelveld naar het dorp Eys, dat zijn naam dankt aan dit riviertje, om dan bij Gulpen in de Geul te stromen. We volgen het voetpad langs deze nog jonge beek in de Brandstraat. We steken de Hennebergstraat tot voorbij het St Josefkapelletje waar we linksaf door het moerassige broekbosje de Eyserbeek wandelen. Bij het bruggetje naar rechts oversteken naar een monumentale Limburgse carréhoeve. Aan de rechterkant hebben we zicht op de “Auw Meule”, een oude watermolen en nu een monument. Deze Oude Molen of Molen van Houben is een middenslagwatermolen, die als korenmolen is ingericht en tot in de jaren '60 van de vorige eeuw heeft gedraaid. Nu zijn enkel nog het rad en een stuk van de wateraanvoer naar het toenmalige bovenslagrad aanwezig. De molen is oorspronkelijk uit 1774 en is in 1786 in eigendom van Johann Hubert Jehenné uit Aken, die ook eigenaar is geweest van de verder stroomafwaarts aan de Eyserbeek buiten Simpelveld gelegen andere watermolen, de Bulkemsmolen. De watermolen blijft lang in Duits handen en komt dan later in bezit van de familie Berger, die met vergunning van het Provinciebestuur van Limburg, omstreeks 1860 een stoommachine plaatst om de maalcapaciteit te vergroten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Na de eeuwwisseling wordt een nieuw waterrad in de molen geplaatst omdat het bestaande houten waterrad uit het begin van de 19e eeuw door zijn afmetingen van 3,43 meter middellijn bij een breedte van 0,90 meter niet langer voldoet aan de voor die tijd vereiste molencapaciteit. Het nieuwe waterrad met een middellijn van 5 meter en een breedte van 1,5 meter en is nog steeds aanwezig in de later aangebouwde, overdekte uitbouw aan het molenhuis. Het water uit de vijver wordt dan via een betonnen goot naar het rad geleid waar het op een hoogte boven de as op de schoepen stroomt. In 1919 wordt Hendrik Hubert Houben de nieuwe eigenaar samen met zijn zoon Wiel Houben. De molen is sindsdien meer bekend onder de naam "Molen van Houben". In 1922 wordt een nieuwe molenvijver aangelegd ter vervanging van de tot dan toe gebruikte vijver, die niet veel meer was dan een verbreding van de Eyserbeek en die onvoldoende water kan bergen om de vereiste maalcapaciteit van de molen te blijven garanderen. Het bedrijf wordt in 1950 nog uitgebreid met een magazijn voor opslag van graan- en meelproducten, maar ondanks dat houdt het bedrijf in 1960 op te bestaan en wordt de Eyserbeek in het dorp overkluisd. In 1961 worden de grond boven de molen onteigend, de vijver gedempt en stuwrechten afgekocht, waardoor de status als watermolen definitief verloren gaat. Nu rest enkel de herinnering.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier op de T-splitsing wandelen we naar links de Raffelsbergweg in tot aan het Rioolwaterzuiveringsinstallatie van de Gemeente Simpelveld. Net voor het hekwerk leidt ons het Bulkems Oude Molenvoetpad naar links direct op de oever van de Eyserbeek. Zo bereiken we het buurtschap Bulkemsbroek, waar we aan de overzijde van de Eyserbeek zicht hebben op de eerder vermelde Bulkemse watermolen. De route voert langs de weinige bebouwing tot we na huisnummer 23 naar rechts het voetpad volgen dat ons met trapjes in de steile helling omhoog leidt. Door enkele draaihekjes komen we aan een keerplaats met bankje dat ons naar het zuiden een weids panorama biedt richting Duitsland met Vaalserberg en de bossen rondom Vijlen. We volgen de klim over het asfalt van de Putsbergerveldweg tot midden in het van oudsher boerengehucht Bosschenhuizen staan met zijn karakteristieke Limburgse carréboerderijen. Op het kleine pleintje midden in de Bosschenhuizen op een T-splitsing aan De Ling, wat letterlijk braakliggend stuk grond betekent vinden we een kapel gewijd aan het H. Hart. Deze is gebouwd uit Kunradersteen in 1958 naar plannen van A.F. Brenninkmeyer op de plaats van een oudere kapel uit 1922-1923. Eerder hebben hier al verschillende wegkruisen gestaan. De kapel heeft een ongelijkzijdig zadeldak, dat met dakpannen is gedekt. Op de voorgevel staat een smeedijzeren kruis. De rondbogige toegang heeft een laag smeedijzeren hekwerk. De letters 'Fr. S' en 'Ph. G.' daarin zijn de initialen van de aannemer Frans Strijthagen en zijn echtgenote Ph. Geurts. De linkerwand is uitgevoerd in glas-in-beton en boven een altaar staat een H. Hartbeeld. Ervoor ligt een plantsoen en er is een rustbank voor voorbijkomende wandelaars.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Hier bij het kapelletje gaat de route naar links de Weegerweg in. Deze klimt en na het laatste huis nemen we het voetpad rechtdoor langs het prikkeldraad tot we op de onverharde Trintelerbosweg uitkomen, die we blijven volgen. Naar links hebben we over de velden zicht op de hoogstgelegen windmolen van Nederland, de monumentale korenmolen “Op de Vrouwenheide” uit 1857. Op 27 augustus 1858 koopt Leonard Joseph van de Weyer, graanhandelaar en molenaar te Wittem, op Vrouwenheide een perceel heide en laat er een windmolen bouwen. Een kleine gevelsteen heeft het opschrift J. v.d. W. 1857. De molen zou de eerste zestig jaar weinig veranderingen ondergaan, en heeft een zware bakstenen romp, een betrekkelijk kort gevlucht van ongeveer 24 meter, een kleine geasfalteerde kap en een dunne houten staart met verbindingstukken tussen de lange en de korte spruit gehad. Doordat de bakstenen en het metselwerk niet van geweldige kwaliteit zijn, moet de romp tegen doorslag van hemelwater geteerd worden, waardoor hij de bijnaam de ‘Zwarte Beer’ krijgt. Van 1876 tot 26 februari 1904 is de molen in het bezit van de familie Van de Weyer, daarna wordt de windmolen met bouwland, heide en boomgaard en het molenaarshuis, verkocht aan Lambert Verbeek, die de molen in 1912 aan uit het Noord-Brabantse Bladel afkomstige Leonardus de Win verkoopt. Op 23 september 1919 wordt Joep Smeets uit Ubachsberg eigenaar, die molen in 1925 doorverkoopt aan Hendrik Hubert Marie Vaessen, wiens vader in Ubachsberg een elektrische maalderij bezit. Door de aankoop van de windmolen komt het gehele gemaal in handen van de familie Vaessen. Het gevolg voor de molen is dat er praktisch niet meer met de wind wordt gemalen.

© L.A.W.V.VIA-VIA

In de oorlogsjaren 1940-1945 doet de molen dienst als opslagruimte. Na de bevrijding van Maastricht op 14 september 1944 door eenheden van het Eerste Amerikaanse leger bevrijd, wordt op 16 september vanuit Valkenburg ook Ubachsberg bevrijd door de Amerikanen. In die tijd bevindt zich in de molen “Op de Vrouwenheide” een Engelse uitkijk- en luisterpost van de Royal Air Force voor het opsporen van Duitse vliegtuigen tijdens het Ardennenoffensief. Als in januari 1945 de Engelsen het bevel krijgen deze post te verplaatsen, wordt bij de ontruiming een brandende benzinekachel omgestoten. De molen brandt helemaal af. Hendrik Vaessen verkoopt van de restanten van zijn uitgebrande molen in 1955 aan Hubert Jozef Leonard Gerardsen en in de jaren 1958 en 1959 wordt de molen, op grond van zijn unieke standplaats, uitwendig hersteld. Voor de kapconstructie worden onderdelen van de windmolen van Maarheeze gebruikt. De oude ijzeren potroeden, die in 1923 als tweedehands roeden zijn gestoken, zijn na de brand nog in een zodanige staat dat zij na reparatie geschikt zijn om nog voor een stilstaande molen dienst te doen. De molen wordt dan ingericht als Café-Restaurant en Galerie met terras van waaruit je een fraai uitzicht op de omgeving hebt. In oktober 1975 sluit het Café-Restaurant en op 17 december 1976 werd de muziekpedagoog Fred Piepers de nieuwe eigenaar. Hij brengt de molen zoveel mogelijk in de oude staat terug en maakt het interieur voor bewoning geschikt. De romp wordt hersteld en in 1989 begint de restauratie van het uitwendige molenwerk, waarbij de kap vernieuwd wordt en de middellijn ervan met 1,20 m. vergroot. Vernieuwd worden windpeluw, spruiten, staartbalk met kruilier en schoren, de voeghouten verlengd door het aanbrengen van nieuwe delen. De vorm van de kap en de bediening van de vang met een Hollandse wipstok blijven gehandhaafd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Aan het einde van de onverharde Trintelerbosweg komen we aan de kruising Vrouwenheide, Veeweg en Weg door het Boschveld. Een veldkruis siert deze splitsing van wegen. We staan nu op het Plateau van Ubachsberg, een hoogte die ontstaan is door de erosie van omliggende rivieren en beken in een ver verleden. Het gebied is nu een golvende laagvlakte dat langzaam afloopt richting het westen en aan de zuidzijde begrensd wordt door het dal van de Eyserbeek. Aan de zuidwestzijde ligt het Geuldal en aan de noordzijde het dal van de Geleenbeek en de zijbeken in het Bekken van Heerlen. Centraal op het plateau ligt het kerkdorp Ubachsberg, dat vanuit alle kanten alleen bergop te bereiken is. Bosgebiedje De Vrouwenheide (216 meter boven NAP) is de hoogste heuveltop, die volledig op Nederlandse bodem ligt, en een geologisch monument bestaande uit getuigenheuvels. In het bos op de Vrouwenheide zijn nog de fundamenten te vinden van een oude uitkijktoren, die enkel nog staat vermeld op oude stafkaarten.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We steken de kruising recht over en volgen de Veeweg richting de bebouwing van Ubachsberg. Aan de Wijnstraat gekomen steken we recht over en volgen het smalle doorsteekje langs de huizen en het weiland tot we op de Scheepensstraat staan. Linksaf en aan het einde opnieuw naar links komen we verderop aan Restaurant De Leuf, een één-sterren-Michelin-restaurant in een authentieke vakwerkboerderij uit 1769. Hier gaat onze route rechtsaf. We houden even verderop rechts aan en komen op de Breedenweg nu langs het Wijngoed De Fromberg. De 3 hectare grote wijngaard is de hoogst gelegen wijngaard van Nederland en is volledig op het zuiden gericht met een hellinghoek, die vrijwel gelijk is aan de ideale hoek waarop de druivenstok het best gedijt. De bodem bestaat uit een mineraalrijke löss bovenlaag gemengd met holoceen grind op een ondergrond van mineraalrijke mergel. Zo maakt Wijngoed Fromberg wijnen als: Fromberg Auxerrois, en frisse mousserende Brut Rustique. Vanaf Wijngoed Fromberg voert het voetpad aan een wegkruis voorbij En nemen het eerste onverharde pad naar rechts, waar we op het Plateau van Ubachsberg komen. Deze hoogvlakte wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van Kunrader kalksteen dat op verschillende plekken aan de randen van het plateau nog zichtbaar is. Deze kalksteen werd in de 21e eeuw nog gewonnen in de Kunradersteengroeve op de noordrand van het plateau. Andere groeves waren onder andere Groeve Putberg op de Putberg, Groeve De Keverberg op de Keverberg, de Groeve Kunderberg en de Groeve Midweg. De Kunrader kalksteen bleek zeer geschikt voor het branden van kalk in kalkovens. Met name rond de Eerste Wereldoorlog stonden op de randen van het plateau meer dan veertig kalkovens waarmee dit gebied een hotspot was van kalkbranden in Zuid-Limburg. Van deze tientallen kalkovens zijn er in de 21e eeuw nog enkel restanten over.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Op dit plateau ligt ook het Natuurreservaat Kunderberg, een natuurgebied dat bekend staat om zijn bijzondere kalkflora. Deze flora kan er gedijen door de kalk in de grond en het juiste beheer van het gebied door de mens. Zo zijn kalkgraslanden ontstaan door ontginning van de hier gelegen hellingbossen. Op de ontstane open vlakte heeft men schapen vrij laten rondlopen en die ervoor hebben gezorgd dat het bos niet heeft kunnen terugkeren. In de loop van de 20e eeuw zijn de schaapskudden verdwenen en daarmee ook de kalkgraslanden. Met de herintroductie van het Mergellandschaap in de 70er jaren van de vorige eeuw, is er opnieuw een begin gemaakt met het beweiden van het gebied, zodat op de schrale hellingen de specifieke kalkflora weer terugkeert. We vinden er plantensoorten als Geelhartje, Zandmuur en Wilde tijm en in juni ziet de berg geel en paars van de harige ratelaar en van vele hier voorkomende orchideeën.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We volgen het onverharde pad, dat op de topografische kaart vermeld staat als Daalsberg. We hebben een wijds uitzicht in de richting van Heerlen. Als het pad met een bocht naar rechts daalt, gaat het over in een typisch holle weg. Onder aan deze holle weg komt het pad uit op de Daelsweg en staan we bij de restanten van de voormalige dubbele kalkoven Schneiders. De kalkoven is tegen een helling gesitueerd en heeft twee ovenmonden. Het front van de oven is vervaardigd uit Kunradersteen en de ovenmond in Kunradersteen en veldbrandsteen. De kalkoven is voorzien van steunberen en voor de ovenmond is een gewelfde overkapping. Deze kalkoven bezit cultuurhistorische en architectuurhistorische waarden vanwege de toegepaste techniek en hoge functionele zeldzaamheid.

We vervolgen de wandeling aan de overzijde van de Daelsweg achter het heggetje in de richting van Ubachsberg om dan in de flauwe bocht linksaf te slaan tussen het prikkeldraad door. Aan het einde van dit pad komen we opnieuw bij de restanten van de dubbele kalkoven Kuvers gelegen in de helling van de Putberg en nu eigendom van Staatsbosbeheer. Naar rechts gaat hier de route langs de bosrand en het weiland en we passeren een bronnetje, dat hier spontaan aan de oppervlakte komt. De Putberg bestaat namelijk uit Kunradersteen en kalkzandsteen dat poreus en daardoor waterdoorlatend is. Het verzonken hemelwater komt dan aan het oppervlak als het onderliggende gesteente niet waterdoorlatend is, zoals hier. Aan het einde van dit pad bereiken we een laagstamboomgaard en kiezen de route naar links. Zo komen we na een tweetal draaihekjes bij Hoeve Keverberg. De boerderij komt voor het eerst in 1380 in de archieven voor en wordt in de 19de eeuw in de as gelegd. In 1890 wordt de hoeve herbouwd in Neo-Gotische stijl. Het woonhuis heeft nog de oude overwelfde kelders. Aan de voorzijde bevindt zich een torenvormig bouwdeel met kantelen en een balkon op consoles en op de met kantelen versierde toegangspoort prijkt het opschrift “Ora et Labora”, waarmee verwezen wordt naar de Benedictijnse orderegel “bidt en werk”. Op de binnenplaats en aan de rechterzijgevel van de hoeve bevinden zich aan- en bijbouwen van omstreeks 1970 en 1990.

© L.A.W.V.VIA-VIA

De route gaat naar rechts en de verharding brengt ons naar de Wijnstraat, die we schuin naar rechts oversteken om dan door de Kapelweg in het buurtschap Huls uit te komen. Even naar links komen we aan de plek waar op het hoogste punt van het buurtschap een de Jozef Arbeiderkerk heeft gestaan. Hier stond ooit een H. Hartbeeld met een kleine kapel. Maar De oudere inwoners van het boven op een hoge heuvel gelegen gehucht wilden rond 1950 liever een eigen kerk en men besloot om op eigen kosten van de gemeenschap een hulpkerk te bouwen binnen de parochie van Simpelveld. In 1954 had men het geld bij elkaar gebracht. In de periode 1955-1956 werd de kerk gebouwd en ingezegend op 20 september 1956. De Jozef Arbeiderkerk is per 1 januari 2012 aan de eredienst onttrokken en in februari 2018 volledig gesloopt. Nu rest een altaar monument met de kerkklok en een gebrandschilderd raam.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Even verderop slaan we linksaf de Bouwerweg in en kiezen voor een route door het buitengebied. Nu volgt enkel nog een afdaling naar rechts over een holle weg om naar het centrum van Simpelveld te komen, waar het startpunt van deze rondwandeling is. Na een paar honderd meter gaat het laatste traject voor het buurtschap Molsberg naar rechts over Voetpad ’t Kempke en wandelen de helling af naar de bebouwde kom van Simpelveld, waar op de Grachtstraat even naar links in het centrum de wandelroute eindigt. Voor ons was deze rondwandeling een aardig tussendoortje. We konden immers het nuttige met het aangename verenigen!

Charles Aerssens
29 augustus 2021



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 29-08-2021 door C.P.J. Aerssens