[IMAGE]

In de laatste week van de zomervakantie is het eigenlijk de laatste jaren een gewoonte geworden om met de leden van "Via-Via" een flinke fietstocht te maken. Peter had dan ook voor 17 augustus de toeristische fietsroute: Heideroute in de omgeving van Essen - Kalmthout net over de grens onder Roosendaal uitgezocht. Verzamelen was het in Zevenbergen en onder het genot van koffie en gebak moest eerst de vakantie besproken worden. Daarna op naar Essen. Met was even zoeken voor we bij het Karrenmuseum en Kiekenhoeve aan de Moerkantse baan waren.

Deze abdijhoeve uit 1767 werd gerestaureerd: de schuur tot feest- en tentoonstellingsruimte, de stal tot café-restaurant, de graanzolder eveneens tot verbruikszaal. In de rond het erf gebouwde wagenloods werd het Karrenmuseum ondergebracht. Een stuk vergane glorie is alzo zorgvuldig voor het nogeslacht bewaard. Men ziet er even goed een nuttig dameskoetsje, als een grove brouwerswagen, kompleet met kloeke biertonnen, een deftige Engelse tilbury, een speelse Fronse tonneau en zowaar het karretje van een Antwerpse scharensliep, dat zijn filmdebuut maakte in De Loteling.

Nog steeds werkt men aan de uitbreiding: een smidse, een boomzagerij, een wagenmakerij en het koetshuis werden de laatste jaren gerealiseerd. De Kiekenhoeve bewijst, dat oud en nieuw best samen gaan. De sfeer van weleer bleef gehandhaafd en men serveert er zowel hedendaagse maaltijden als stevige Kempische kost en de niet te versmaden koffietafel.

Naast de parkeerplaats van het Karrenmuseum en Kiekenhoeve, is het regionaal VVV-infokantoor "De Tasberg" gevestigd in een oude, omgebouwde hooischuur. Hier kan men terecht voor alle mogelijke informatie omtrent deze streek, gelegen aan beide kanten van de landsgrens. Vanaf deze parkeerplaats bestegen we het stalen ros en fietsten richting Essen. Hier achter de Kiekenhoeve ontplooit Domein Hemelrijk zijn uitgestrekte bossen van naald- en loofbomen, 100 ha groot tussen de Moerkantse Baan en de Nederlandse grens, nu eigendom van de familie de Helder, die hier een tweede arboretum met wandelwegen aanlegt.

Even voor de spoorbrug loopt het fietspad over een korte afstand samen met de GR 5, die we ook elders zullen ontmoeten in Horendonk. Rechts van de Moerkantse Baan het bejaardentehuis St. Michiel en links van de weg het Gemeentepark. Aangekocht uit het voormalige eigendom Calmeyn, werkt het gemeentebestuur hier zijn plannen uit: wandelwegen, grasvelden en een herfenkamp. Sport- en speelterreinen komen het geheel nog vervolmaken.

We passeren de achterkant van het station van Essen. Voor het openen van de binnengrenzen van de Europese Unie was Essen een belangrijk internationaal grensstation waar wagonladingen in- en uitgeklaard werden. Dit gebeurde op een terrein van 20 ha groot, waar wissel- en zijsporen lagen en in de ruime goederenhallen. Aan het einde van de weg links, bemerk je de Quarantainestallen, opgericht in 1896, met eigen spoor- en loskaden, aansluitend op de internationale spoorlijn. Deze stallen werden voor de oprichting van de Europese Unie gebruikt om binnenkomend levend vee enkele dagen af te zonderen en te onderzoeken op besmettelijke ziekten. De lange veestallen, onder rode pannendaken, de straatjes met keiwegen, de pleintjes onder robiniastruiken doen denken aan een middeleeuws begijnhof. In de Quarantainestallen werden een speeltuin, kinderboerderij en een taverne ondergebracht. Zij doen ook dienst als snuffel- en curiosamarkt.

We rijden over het spoor en zijn in de Grensstraat: rechts ligt België, links Nederland. In de verte zie je de kerktoren van Nispen (gemeente Roosendaal). Met Instituut Mariaberg, thons eigendom van de Zusters van Berlaar, werd oorspronkelijk in België "juist over de grens" ingeplant, door een Nederlandse kloosterorde, die de katholieke opvoeding van de Nederlandse kinderen op die wijze veilig stelt.

Het grenskantoor Essen had, met zijn vele expeditieburelen, op een doordeweekse dag iets opwindends. Met bood ongetwijfeld een beeldend schouwspel. De weg op naar links voert naar Nispen, een kerkdorp van gemeente Roosendaal. Even buiten Nispen is er een mooi fietspad langs de Molenbeek en die route brengt je in hartje Roosendaal.

We zijn nu aan De Bijster, maar voor we de tocht verder zetten, wijzen we even op het mooie gemeentehuis (1 km verder), gelegen langs de zuidzijde van het met linden omzoomde driehoekige dorpsplein, het Heuvelplein, waar in 1844 het gedenkteken voor de gesneuvelden van 1830 werd opgericht.

Met huidige gemeentehuis werd in 1952 in moderne landelijke stijl gebouwd. In de voorgevel een beeldhouwwerk in harde steen door L. Van Esbroeck, uitbeeldend O.L.Vrouw, patrones van Essen, met de Essense bevolking - man, vrouw, kind .- onder de symbolen van staf en mijter, twee ossenkoppen en een lam, met de woorden "Fortiter et Patienter' (sterk en geduldig). De rijke raadszaal en het modern interieur werden versierd met zes prachtige schilderijen, in bruikleen gegeven door het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Op de tweede verdieping, het Oudheidkundig Museum, met boerenkamer, folklorezaal, gildekamer, herberg, pronkkamer, ambachtszaal en een kapel opgericht met de resten van de vernielde dorpskerk.

Op de weg hierheen zagen we de O.L.Vrouwenkerk, gebouwd in l952 en versierd met glanzende bruinhouten beelden van Albert Poels. De vierkante toren in Boomse baksteen rijst op als een Italiaonse campanile. Aan de rand van het centrum, in de Essendonkstraat, staat het oudste gebouw van Essen, de Oude Pastorij (15de eeuw). Oorspronkelijk herendomein van jonker Jan van Belots, geschonken aan de Norbertijnerabdij van Tongerlo, was het gedurende vele jaren de pastorie van de norbertijnerpastoor van Essen-Nispen. Met gerestaureerde gebouw kreeg zijn bestemming als Cultureel Centrum. Bezienswaardig zijn de watergrachten en het geboomte rond het grasplein, in gebruik als gemeentelijk feestpark met speeltuin.

We vervolgen het toeristisch fietspad bij De Bijster. Wel even oppassen bij het oversteken van de grote weg! De toerist, wandelaar of fietser, wordt hier geconfronteerd met grootschalige villa- of landhuisbouw, bewoond door Nederlanders die de drukte van Roosendaal ontvluchten en een onderkomen hebben gezocht in "de Oase van Rust". Je rijdt nu over de Kleine Aa, die Essen doorkruist. En toch ben je hier in de beemden van het beekdal, typerend voor het Essense landschap. In het beekdal ben je nogenoeg op het laagste punt van de gemeente, 10 m boven de zeespiegel. Een eindje verder rijden we over de brug van de Roosendaalse Turfvaarf, eens een belangrijke waterweg voor het turfvervoer van de Nieuwmoerse ontginningen naar de Roosendaalse markt, nu nog een rustig beekje in "een Oase van stilte".

Zo belanden we in de ongerepte heide en de dennenbossen van Horendonk, bekend onder de naam gemeentebossen. We kruisen de weg van Horendonk naar Schijf en rijden door het gemeentelijk wandelbos, dat binnen zijn ruige schoonheid uitnodigt tot een stevige wandeling.

Hier in Horendonk vinden we op ons fietspad eveneens de bewegwijzering van de GR 5. Weldra verlaat je voorlopig Essen over de brede oosterhelling, waar de eertijds gelegen vennen en stilstaande waters door de boeren omgevormd werden tot vruchtbare landbouwgronden. Hier op dit traject waren we al eens tijdens een wandeling in de omgeving van Schijf.

Langs de Kleine Horendonk, Venetië en de vaart die vroeger een turfkanaal was, bereiken we Nieuwmoer, een uitgestrekte en praktisch volledig op landbouw afgestemde wijk van Kalmthout. Je treft hier geen bossen aan, maar ruime vergezichten met kleine en grote boerderijen en vredig grazende koeien. Nu in de zomer ruikt het hier heerlijk naar hooi. De straatnamen 'Jeroom Beckersstraat' en 'Jos Tilborghsstraat' verwijzen naar een pionier-expeditieleider in Congo en een befaamd organist/componist, beiden geboren in dit eenvoudig Kempens dorp.

Langs de Maatjesstraat rijden we 'de Maatjes' binnen. De Maatjes is een grensoverschrijdend geklasseerd natuurgebied met afwisselend rietvelden en vochtige weilanden. Hier en daar bevinden er zich kleine broekbosjes en er zijn ook prachtige visvijvers aanwezig. Met grootste gedeelte van het rietveld, ongeveer 50 ha, ligt in Nederland. In Vlaanderen telt het gebied bijna 8 ha. Sinds 1992 is de Vlaamse Gemeenschap begonnen met percelen in het gebied aan te kopen. Met beheer is gericht op het behoud en het bevorderen van het weide- en rietvogelbestand in het gebied. Vooral in het voorjaar heeft deze plaats een grote aantrekkingskracht op vogels. Enkel de openbare wegen zijn toegankelijk.

Hier dwong een plotselinge regenbui ons even op een overdekte picknickplaats te schuiten. Er was zo gelegenheid voor een kopje koffer uit de thermosfles en een hapje. Vervolgens volgden we gedeeltelijk de Vissersstraat en rijden zuidwaarts over de Marijnloop en de Broekloop naar Wuustwezels grondgebied. Aan de scherpe bocht waarlangs je Wuustwezel binnenrijdt, zie je links in de weide de grenspaal nr.232, het raakpunt van de gemeenten Kalmthout, Wuustwezel en Zundert. We bevinden ons nog steeds in het natuurgebied de Maatjes. De plaatsnamen verraden het: Begijnenmoerenweg, Rietvenweg, Kruisvaartstraat. Vroeger een gebied van heide en vennen, waar tijdens de late middeleeuwen een ware turfnijverheid bloeide, met een geordend net van kanalen, die naar de turfmarkt van Roosendaal leidden.

Nu is het een gebied met een prachtig uitgestrekt landschap zoals men ze nog zelden ziet. Na het opdraaien van de Rietvenweg kruisen we weldra de Hoofdbaanwatering en duiken de eerste landbouwbedrijven weer op. Even nog en je komt aan op het kruispunt met de Heistraat en de Kruisweg. Op dit knooppunt van de oude verbindingsbaan tussen de twee garnizoensteden, Antwerpen en Breda, bevond zich een nederzetting, die reeds grote bekendheid genoot einde zeventiende eeuw. De huidige taverne maakte er deel van uit. Ze deed destijds tegelijk dienst als herberg, logementhuis, posthuis, brouwerij en zetel van het St.Niklaasgilde die instond voor het vervoer van moer en turf. Vermelden we nog dat Napoleon op 6 mei 1810, op huwelijksreis met zijn tweede vrouw, gebruik gemaakt heeft van deze stopplaats, vandaar door volksoverlevering de naam "Napoleonshoeve".

Je bevind je hier op 1 km van het centrum van Wuustwezel met de prachtige kerk, het oud gemeentehuis en de dekanij. Even verderop staat een gedenksteen uit de jongste wereldoorlog ter herinnering aan het feit dat de Engelse troepen hier een Duitse aanval, ter herovering van Antwerpen tot staan brachten.

Via een agrarisch landschap rij je het gehucht Sterbos binnen. Na de Nieuwmoerse en daarna de Kalmthoutsesteenweg te hebben overgestoken, kom je in een typisch landbouwgehucht, vermoedelijk het oudste van Wuustwezel, waarvan de Sint-Willebrorduskapel van Westdoorn het middelpunt is. De huidige kapel werd gebouwd in 1613, nadat de vorige in 1590 tijdens de godsdienstoorlogen verwoest was. Van oudsher woonden tegenover de kapel de wagenmaker en de smid, die we er nog terugvinden, zij het dan in een moderner bedrijf. We bevinden ons op de oude baan van Antwerpen naar Breda. De ontwikkeling van dit gehucht werd afgeremd, nadat, op bevel van Napoleon, de Bredabaan naar zijn huidige plaats werd verlegd. We volgen nu nog even deze oude verbindingsweg die al kronkelend door het landschap naar Gooreind leidt.

In het centrum van Gooreind staat de Sint-Jozefkerk (1939 van architect Huyghe) met er omheen direct aan de grote parkeerplaats het kerkhof. Donkere wolken pakken zich hier boven ons samen en nog voor de bui losbarst zoeken we een goed heenkomen in een plaatselijk café, waar we koffie en een Croq Monsieur bestellen. Even tijd voor een lunchpauze, dus!

Weer op de fiets duiken we het groen in van de Goorbosstraat. Halfweg de Goorbosstraat staat een merkwaardig gebouw, de Duiventoren genaamd. In 1829 door Dominee Samuel Locke, opgericht als een soort vakantiewoning voor zijn parochianen. Met gebouw had aan de achterzijde een duiventoren (vijf verdiepingen hoog, waarvan de bovenste voor de duiven werd gebruikt). De toren is reeds in 1845 afgebroken, maar de naam bleef wel bestaan. Met spookachtige sfeertje rond dit gebouw is wellicht ontstaan doordat er in de 19de eeuw twee moorden zijn gepleegd. Nu is de huidige eigenaar begonnen met een grondige renovatie. Even verder tussen de rust van het groen worden we dan plotseling overrompeld door een metershoge watertoren. We verlaten Wuustwezel, want het laatste stuk van de Leemdreef ligt op Kalmthouts grondgebied. Je treft hier weer een open agrarisch landschap aan. We steekt de gevaarlijke rijksweg Brasschaat-Essen over en volgen de Franseweg tot juist voor de Beauvoislaan. Links nemen we het smalle fietspad langs de N-zijde van het militair domein.

Aan de overzijde van de Beauvoislaan ligt het centrum. De moderne Openbare Bibliotheek en de geklasseerde Oude Pastorie uit 1636, met een zonnewijzer tegen de buitenmuur, vormen een prachtig geheel, gelegen aan een verzorgd, groen plein met rustbanken en een fontein. De O.L.V. kerk ernaast is opgetrokken in neogotische stijl en dateert uit 1897. Tijdens de twee wereldoorlogen kreeg de kerk het hard te verduren. Aan de Beauvoislaan ligt het Provinciaal Suske en Wiske Kindermuseum op nummer 98. Met museum is de verbouwde villa van wijlen Willy Vandersteen, geestelijke vader van de striphelden Suske en Wiske.

Wij komen in de Franseweg, die we volgen tot aan het fietspaadje rechts. Dit paadje loopt langs de noordkant van het militair domein 'Klein Schietveld'. Het mondt uit in de Rode Weg. Aan deze weg vertrekt een bewegwijzerd wandelpad van 12 km door het Klein Schietveld. We zijn nu in de zuidoostelijke, bosrijke villawijk van Kalmthout.

Als we de Kapellensteenweg overgestoken zijn, vinden we op de hoek aan de linkerzijde de Oude Withoef, oorspronkelijk een abdijhoeve uit de 18de eeuw. De Withoeflei voert ons tot het centrum van de wijk Heide. Eerst vermelden we het station van Heide. De halte dateert uit 1897; het station zelf uit 1911. Rond het station ontstond een woonkern en dankzij de spoorlijn groeide Heide uit tot een toeristisch centrum. Hotels en pensions openden hun deuren. De enige overblijver daarvan is de taverne 'Cambuus', vlak tegenover het station. Ondertussen zijn er nieuwe horecazaken verschenen in deze buurt. In de wachtzaal van het station heerst een sfeer van de striphelden Suske en Wiske.

Voor de Ingang van het station vind je het bronzen Dankbaarheidsmonument voor de bevrijding van Kalmthout door de Canadezen. Aan de overzijde van het station, naast de speerweg, schittert het standbeeld van Suske en Wiske. Dat beeld werd ontworpen naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van de twee stripvrienden. Als je met het gezicht naar het station staat, merk je in de rechteronderhoek van het beeld het silhouet van striptekenaar Willy Vandersteen op. Een beetje verder staat de jonge, maar schilderachtige kerk van Heide.

Via de Max Temmerman-, de Koningin Astrid- en de Heibloemlaan fietsen we langs de Withoefse Heide naar de grote parkeerplaats van het natuurreservaat 'De Kalmthoutse Heide'. Hier is een bezoekerscentrum opgericht dat drie instanties huisvest: het natuureducatief centrum 'De Vroente', het Bijenteeltmuseum en het infokantoor van de Dienst voor Toerisme. Vanaf de parkeerplaats vertrekken verschillende bewegwijzerde wandelpaden. De Vroente is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en stelt op een moderne manier de verschillende biotopen van de Kalmthoutse Heide tentoon.

We zetten de fietstocht voort door de Heibloemlaan in te rijden en daarna links de Kijkuitstraat in te slaan. Je fietst nu door een stukje landelijk gebied waar de laatste jaren grote delen grond verkaveld zijn. Je fietst langs het spoor dat je oversteekt bij de volgende overweg. Vooraan in de Cassenboomlaan vind je midden in een grasperkje de Cassenboom of Kassemse Eik. Deze reuze eik werd aangeplant rond 1806 en is beschermd. Langs de atletiekbaan en een voetbalveld fiets je naar de Heuvel. Hier staat aan de linkerkant het station van Kalmthout en over de spoorweg aan de rechterkant ligt het befaamde Arboretum, een provinciaal domein met een unieke verzameling bomen, struiken, vaste planten en bodembedekkers.

We rijden de mooie Linde- en Kastaniedreef door en komen langs het prachtige landgoed van de Markgraaf. In dat domein werd aanvankelijk turf ontgonnen. Van 1650 tot 1750 waren hier de visvijvers van de parochie van Kalmthout. De parochie was in die tijd onderhorig aan de witheren van de Abdij van Tongerlo. De Markgraaf kreeg zijn huidige naam in de 19de eeuw van de toenmalige eigenaar, notaris Gheysens, die in Antwerpen aan de Markgravelei woonde. Nu zie je nog het kasteel en de pittoreske hoevegebouwen, die in privé-bezit zijn.

Aan de volgende kruising, die in de volksmond 'de ster' wordt genoemd, komen we uit de wijk Hoek in het noordwesten van Kalmthout. Over de Verbindingsstraat, die niet toegankelijk voor auto's is, fietsen we over de Kalmthoutse Heide. Dit is de enige verharde fietspad door het reservaat. Op een mooie plekje tussen het uitgestrekte Stappers Ven en de Drielingsvennen maken we halt om het landschap eens beter te bekijken. We willen de fietsen over het wildrooster rijden om te pauzeren, maar bijna onmiddellijk worden we aangesproken door een "boswachter" met de mededeling dat dit niet de bedoeling kan zijn.

We raken in gesprek met hem over het beheer door de Vlaamse Gemeenschap van de Kalmthoutse Heide, dat deel uitmaakt van het grenspark 'De Zoom-Kalmthoutse Heide'. Met park is een aaneengesloten natuurgebied dat zich aan beide zijden van de Belgisch-Nederlandse grens uitstrekt en een oppervlakte beslaat van ongeveer 3750 ha. De oprichting van het grenspark is een belangrijke stap om het totale gebied beter te beschermen en te beheren. De natte natuurontwikkeling heeft grote prioriteit, een grensoverschrijdend natuurgebied in wording. De grondwaterspiegel wordt verhoogd en vrijkomende agrarische gronden worden beplant met inheemse boom- en struiksoorten. Bovendien wordt aangesloten op natuurgebieden als Wouwse Plantage, Buisse Heide, Rucphense Bossen en de natuurgebieden tussen Essen en Zundert.

We werden overstelpt met een stroom aan informatie over deze grensoverschrijdende natuuraanpak. Maar we konden ook nog even de schilderwerken van 2 Vlaamse kunstschilders bewonderen, die met hun artistieke producten ons passeerden. Even later vervolgden we onze heerlijke rit door de natuur van de Kalmthoutse Heide en bereikten we opnieuw de gemeente Essen. We passeren een boerderij met terras. We twijfelen of we stoppen of doorrijden. Toch maar even omkeren. Maar als blijkt dat er geen bier getapt wordt, besluiten we door te rijden naar ons eindpunt bij de Kiekenhoeve.

Nu rijden we langs de rand van de Nolse Duinen, waar zich het waterwinningsstation van Pidpa bevindt, dat voor een groot gedeelte voorziet in de waterbevoorrading van het Antwerpse. ingeklemd tussen Nolse Duinen en Moerven, ligt in een oase van bomen en groen het klooster, de kerk en het College van de Paters Redemptoristen, het Rauwmoershof. Op de torenspits een levensgroot H. Hartbeeld, met vlak er onder een glazen, niet te bezoeken cabine met oriëntatietafel, van waaruit een prachtig uitzicht van Breda, over Bergen op Zoom, tot op de glanzende Westerschelde. Met klooster is privé-eigendom, dus niet toegankelijk voor het publiek.

Langs de laagliggende weiden van het Moerven bereiken we de Velodreef, waar een mooie villawijk is uitgebouwd. Zo bereiken we de Kiekenhoeve en het Karrenmuseum, waar we vanmorgen de auto's hebben achtergelaten. Nu is het hier een drukte van belang. Voldaan laten we hier op het zonnige terras het Belgische bier goed smaken en een hartig hapje wil er ook wel in. Tegen 16.30 uur keren we huiswaarts. Met was een fantastische fietsdag, ondanks een drupje regen.

Charles Aerssens 7 September 2000



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 03-03-2001 door C.P.J. Aerssens