STADSWANDELING DOOR OIRSCHOT
De geschiedenis heeft vele sporen nagelaten in Oirschot. In de straten en steegjes, op de smalle kerkenpaden, op de Markt met de monumentale Petrusbasiliek en vooral op het aloude Vrijthof. Het is de rijkdom van een dorp waarop menige stad jaloers kan zijn.
Vraag de mensen in Oirschot niet om een stadsgids, want die hebben ze niet. Logisch ook. Wat moet een dorp met een stadsgids? En dat ze in een dorp wonen, daar zijn die van Oirschot behoorlijk trots op. Misschien hebben verre voorvaderen zich ooit de blaren op hun tong gekletst om bij deze of gene adellijke heer stadsrechten los te peuteren. Vergeefse inspanningen die toentertijd zullen zijn betreurd, maar anno 2000 niet meer.
Vraag bij de VVV dus om een dorpsgids, en dan verschijnen er zelfs twee stuks op de toonbank. Vraag die van Oirschot ook niet naar het mooiste dat ze bezitten, want dan kan een pijnlijke stilte vallen. Het mooiste van Oirschot is namelijk niet meer. Al 56 jaar niet meer. Het mooiste waren volgens de overlevering de fameuze gotische koorbanken en preekstoel die Eindhovenaar Jan Borchmans tussen 1508 en 1511 van een ongekend rijke versiering voorzag. Een am-algaam van hemelse en duivelse koppen, die in 1944 ook niet gezamenlijk opgewassen waren tegen de vernietigende kracht van de oorlog. Ze gingen voorgoed ten onder in het vuur na een zinloze beschieting.
Vraag die van Oirschot liever naar het vele moois dat ze nog wel bezitten, in en rond de beschermde dorpskern die ze zo graag - en met reden - 'de mooiste van Brabant' noemen. Of neem gewoon zelf de proef op de som, ga op het terras van café St. Marten zitten, bestel een kop koffie met een warme Oirschotse muts en kijk schuins uit over de met kastanjebomen bezaaide Markt. Te wensen valt er dan niet veel meer.
Of ga ter bedevaart - wat goed bij de meimaand past - naar de witgekalkte kapel van Onze Lieve Vrouw van de heilige Eik, even buiten Oirschot, midden in de bossen waar alleen vogels rumoeren en de Beerze (ook Smalwater geheten) meanderend doorheen trekt. Waar kaarsen branden, de snijbloemen vers zijn, in een aparte grot een piëta staat en een Antoniuskapelletje net groot genoeg is voor een offerblok (’brood voor de armen'). Ook dit behoort die van Oirschot toe.
Rondtrekkende Frankische stammen stonden rond de zesde, zevende eeuw aan de basis van Oirschot, van schoot, scoet of scot, hoger gelegen land in moerassig gebied, waarop de oeros (ura, oro of oor) zijn leger had. Het was een Heerlijkheid, het was een Vrijheid, het beleefde de priesterwijding van de heilige Odulphus, het kende betrekkelijke welvaart (zestiende eeuw) en bittere armoede (Tachtigjarige Oorlog), het specialiseerde zich in de meubelindustrie en het was de geboorteplaats van de KVP-leidsman Romme.
Op papier laat geschiedenis zich gemakkelijk vangen in één alinea. In werkelijkheid heeft de historie vele gedetailleerde sporen nagelaten in de straten en steegjes van Oir-schot, op de smalle kerkenpaden die her en der het dorp doorkruisen en verrassende inkijkjes bieden in achtertuinen en voorkamers, op de Markt met de monumentale Petrusbasiliek en vooral op het Vrijthof, de veruit oudste plek. Daar staat ook het veruit oudste gebouw, de tufstenen, in Romaanse stijl opgetrokken Mariakapel uit de elfde, begin twaalfde eeuw. De bijnaam is boterkerkje omdat het tijdens de reformatie dienst deed als boterwaag.
Aan de zuidkant van de kapel - in gebruik als Nederlands Hervormde kerk - liggen twee grafstenen, groen uitgeslagen, eentje is gebroken. Hier rusten Willem van Haarst, gestorven in 1853 (’Hij sliep op Schoonoord in om in een schoner oord te ontwaken') en Joh. Söhngen, overleden in 1866. Alleen met heel veel geduld zijn nog wat letters en getallen te ontcijferen.
Voor de heilige non van Oirschot werd nooit een grafsteen gehouwen. In het wereldse leven heette ze Maria Margaretha van Valckenisse, in het Oirschotse klooster der Karmelietessen werd ze Maria Margaretha der Engelen. Ze was begiftigd met stigmata, werd bezocht door visioenen en gekweld door ziektes. Op haar sterfbed, in 1658, ging haar laatste wens in vervulling: haar lichaam veranderde in olie - om in een godslamp te kunnen branden. Uiteraard liep het volk te hoop toen zich onverklaarbare genezingen voordeden. Het Staatse bestuur maakte er snel een einde aan.
Het klooster van de Karmelietessen in de Nieuwstraat biedt nu onderdak aan bejaarde nonnen. Bleijendaal is de naam voor dit wat curieuze gebouw waarvan de kapel bijna ongemerkt overloopt in het huiselijk deel, Karmel St Jozef.
In die Nieuwstraat liggen veel afdrukken uit het verleden, van aardse komaf (burgemeestershuis Den Eendenpoel uit 1620), of van geestelijke (de voormalige pastorie uit 1850) of zelfs van mondaine (Huys Theater de Drey Keerse, met om de hoek - in de Kerkstraat - spreeuwenpotten aan de muur en het wonderlijke, in hout gesneden deuropschrift ZMDWDVZ - wat niet anders dan een verwijzing naar de weekdagen kan zijn).
Aan de Koestraat, met het statige Hof van Solms, in 1669 gebouwd door de ongediplomeerde chirurg Arnoldus Fey (’de kwakzalver van de Meijerij', noemde Lodewijk XIV hem), ging onlangs het deksel op een stukje verleden. Brouwerij De Kroon, uit 1773, is niet meer. Bavaria ontfermde zich over een van de laatste zelfstandige biermakers in Brabant; het Kroon pilsener (’volgens eeuwenoud recept') en het Oirschots Wit worden sindsdien in Tilburg gebrouwen. Er bestaan vage plannen om de brouwerij in een biermuseum te transformeren.
Religie is nooit ver weg voor wie door Oirschot dwaalt, niet alleen vanwege de overal bovenuit stekende Petrustoren, maar bijvoorbeeld ook door toedoen van kanunnik Jan Daems van Nuenen. Hij bewoonde in de zeventiende eeuw het trapgevelhuis op Molenstraat 27, identiek aan het vroegere drossaardhuis op 29 (nu apotheek), en had zijn pastorie op 15. De prachtig gerestaureerde huizen tussen beide nummers werden 'gefonddeerd in 't jaer 1613 by wylen de heer Jan Daems van dry manswoonningen en twee vrouwenwoonningen'. Eenpersoonsbehuizingen voor twee arme 'geestelijke maagden' en drie arme mannen of vrouwen.
Het Noyenstraatje met de reusachtige Merodeboom, Pad Eendepoel, de Heistraat met het Beelaertshofje, de sfeervolle Dekanijstraat, de Schoolstraat met de Latijnse School, de Kloosterstraat met het kloostercomplex Nazaret, allemaal leiden ze weer onweerstaanbaar naar de Markt. Daar klopt Oirschots hart, mede dankzij ontvangsterij De Beurs, café De Wildeman, restaurant De Zwaan, De Gelagkamer, In de Smidse en al die andere panden, bijzonder van buiten, gastvrij van binnen. Een lentezon, een terrasstoel, een Oirschotse Witte, meer valt daar niet te wensen.
ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING OIRSCHOT
Een van de mooiste marktpleinen van Brabant ligt in Oirschot. Dit marktplein is beschermd dorpsgezicht en de kastanje- en lindebomen, de gaaf bewaarde oude huizen, winkeltjes en hotels herinneren aan een rijke historie. Het boerenland rondom Oirschot doet ook niet aan schoonheid ander. U ziet er veel eiken en populieren langs de wegen en weggetjes.
U begint de wandeling op de Markt, in het hart van het dorp. Uit de archieven is gebleken dat het marktplein, vroeger Vrijthof geheten, kleiner was dan nu. De Markt is in 1958 bestraat. Vooral aan de zijde tegenover de hoofdingang van de kerk zie je enkele bijzonder aardige gevels. Helaas is niet alles even goed gerestaureerd. Dit kunt u zien aan her winkelpand op nummer 13.
1. Het meest indrukwekkende gebouw van Oirschot is de gotische Sint Pieterskerk. Wanneer de oorspronkelijke kerk werd gebouwd is niet bekend. Waarschijnlijk rond 1200, want in 1207 bestond er in Oirschot al een kapittel en dat zal wel aan een grote kerk verbonden zijn geweest. In 1462 brandde het bouwwerk af en men begon met de bouw van de kerk zoals u die nu ziet. In de loop der tijden heeft de kerk veel te Iijden gehad van stormen en oorlogsgeweld. Het gevolg hiervan is dat er al sinds de eerste helft van de 17e eeuw geen spits meer op de toren staat. Het barokke hoofdaltaar stamt ult 1699 en het marmeren doopvont is 18e-eeuws. In de tweede wereldoorlog werd de kerk in brand geschoten, waardoor de bereomde houten koorbanken verloren gingen. De toren is in 1960-1962 in zijn oude glorie hersteld.
2. Je laat nu de Markt even achter je en loopt naar het Stadhuis. Met de bouw van dit gemeentehuis met trapgevel is men in 1463 begonnen. In 1513 brandde het gebouw ult, zodat het grotendeels herbouwd moest worden. Het werd in zijn oorspronkelijke staat gerestaureerd met zijn fraaie, hoge trapgevels, hetgeen geheel in harmonie is met de rest van het marktplein.
Tegenover het stadhuis staat een pomp. Langs de zijgevel van het stadhuis wandel je rechtdoor de Torenstraat in. Rechts zie je het gebouw van het voormalige kantongerecht en links op de hoek van de Kerkstraat het merkwaardige gebouw “Huize Diest’. Je gaat hier linksaf de Kerkstraat in tot aan de eerste zijstraat. Dit is de Nieuwstraat, waar je rechtsaf gaat.
3. Kort hierna zie je aan uw linkerhand het oude huis Bleijendaal, een Karmelitessenklooster. Verderop in de Nieuwstraat kunt u nog meer interessante woningen bewonderen. Je wandelt nu even terug naar de Markt en gaat rechts de Koestraat in.
4. Het statige huis op nummer 16 aan uw linkerhand is het Hof van Solms, vroeger een tehuis voor bejaarde zusters Franciscanessen. Tegenwoordig een party- en congrescentrum. Tegenover het Hof van Solms moet u even een blik werpen op huize 'de Pauw'.
5. Je gaat weer terug richting Markt en bij de Lakenhal gaat u rechtsaf het huidige Vrijthof op.
6. Hier staat het Boterkerkje, de voormalige Lieve Vrouwekerk uit de 12e eeuw. Deze is uit tufsteen opgetrokken en in romaanse stijl gebouwd. Waarschijnlijk was dit de eerste parochiekerk van Oirschot. In 1664 kregen de schepenen toestemming van de Raad van State om het kerkje als waag te gebruiken: het ging de naam “Boterkerkje” dragen. Sinds 1800 wordt het gebruikt voor de Nederlands-Hervormde eredienst. In de kerk moet je eens letten op de 13e eeuwse houten kapconstructie en het uit 1751 daterende orgel van Ludovicus de Backer uit Middelburg.
Als je de kerk uitloopt en linksaf gaat, dan zie je in de zijmuur een merkwaardige steen die een draak met het Sint Andrieskruis uitbeeldt.
Je gaat nu rechtsaf de Molenstraat in. Links heeft u een leuk doorkijkje in een typisch Oirschots steegje, met rechts daarvan op de nrs. 12 en 13 enkele aardige voorbeelden van recente restauratie.
7. lets verder in de straat aan de rechterkant ligt Huize Groenenberg daterend ult 1613. Het heeft een aardige trapgevel. Als je terugwandelt richting Markt, passeer je de “Boterkerk” aan de achterzijde. Let u eens op de bestrating ervoor. Deze geeft namelijk de contouren aan van het vroegere (gotische) koor, dat omstreeks 1880 grotendeels werd gesloopt.
Je vervolgt je weg en gaat rechts de Rijksluisstraat in, welke haar naam dankt aan het 'Rijckers sluysken', dat aan deze weg gelegen heeft, maar waarvan nu niets meer te zien is. De route voert naar links naar de Gasthuisstraat. Op de hoek zie je de grote Oirschotse stoel. De Gasthuisstraat ontleent haar naam aan het Sint Jorls Gasthuis. Je kiest de weg tegenover het gasthuis en komt in de Dekanystraat. Voor de deur van het witte huis 'Sint Jacob' op nr. 3 zie je een molensteen, waaruit blijkt dat de woning vanouds eigendom was van een molenaarsfamilie.
Als je de Dekanystraat uitloopt, passeer je de Schoolstraat. In dit straatje ligt een van Oirschots oudstegebouwen, de zogenaamde Latijnse School. Of de Latijnse School er inderdaad haar onderkomen had, is nog niet bewezen.
8. Je loopt de Schoolstraat voorbij en dan zie u je aan de rechterkant het Volkskundig museum de Vier Quartieren, waar je een verzameling kunt bezichtigen van ijzeren voorwerpen en gereedschappen, glas, aardewerk en hout. Je loopt nu rechtdoor, de Deken Frankenstraat in, waar je het Stadhuis al weer ziet. Je bent nu terug op de Markt.
VVV Oirschot
St. Odulphusstraat 11
tel: 0499-550599.
Bron: Volkskrant - Traject 6 mei 2000 Frans van Schoonderwalt
Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".
Gegenereerd op 19-08-2000 door C.P.J. Aerssens