VESTINGWANDELING MAASTRICHT

© L.A.W.V.VIA-VIA


Maastricht was tot in de tweede helft van de vorige eeuw een vesting: zware muren en buitenverdedigingswerken moesten de stad beschermen tegen aanvallers. Deze wandeling van ongeveer anderhalf uur voert je langs de overblijfselen van de middeleeuwse stadsmuren en langs enkele gebouwen met een militair verleden.

Vanuit het Dinghuis, het VVV-informatiekantoor ga je linksaf, de Kleine Staat in. Je neemt vervolgens de eerste straat links, de Maastrichter Brugstraat, en bereikt zo de oude Sint Servaasbrug. Deze imposante brug was tot in de vorige eeuw de meest noordelijke vaste oeververbinding over de Maas en vormde één van de redenen waarom Maastricht voor machthebbers zo'n begeerd bezit was. Zij was vroeger de enige verbinding tussen de twee delen van de vesting, die op beide oevers van de rivier was gelegen. De laatste boog van de brug aan Wyckse zijde bestond vroeger uit hout en kon in oorlogstijd zo nodig worden weggenomen.

Je steekt voor de brug de weg over en gaat voor de kiosk naar rechts de trappen af. Vanaf deze Maasoever heeft u een mooi zicht op Wyck, het stadsdeel op de oostelijke oever van de Maas. De kademuur aan de overzijde was vroeger een onderdeel van de stadsmuur van Wyck; wat verderop kunt u dan ook nog het Waterpoortje en een muurtoren ontdekken. Na enkele tientallen meters bereik je een halfronde uitbouw, die in 1984 werd gebouwd als markering van de plaats waar de Romeinen aan het begin van onze jaartelling een eerste brug over de Maas bouwden.

De Romeinen waren ook de eersten die in Maastricht verdedigingswerken aanlegden. In de vierde eeuw werden in deze buurt stadsmuren gebouwd, waarvan in onze tijd de restanten bij opgravingen werden teruggevonden. Bij de stoplichten aangekomen steekt u de weg, de Maasboulevard, over, rechtdoor tot voorbij de ingang van de parkeergarage. Aan uw linkerhand treft u dan achter een vijftal oude kanonlopen een deel van de eerste middeleeuwse stadsmuur uit 1229 aan. Recht voor u lag vroeger de Onze Lieve Vrouwepoort, die in 1867 werd gesloopt, slechts het oude wachthuis, nu in gebruik als kiosk, bleef gespaard. Je beklimt nu de muur, de Onze Lieve Vrouwewal, en loopt door totdat je de Jekertoren en de Helpoort bereikt, die eveneens deel uitmaakten van de eerste stadsmuur en rond de eeuwwisseling werden gerestaureerd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Je gaat onder de Helpoort door en treft dan rechts in het Stadspark de Pater Vincktoren aan. Bij deze toren begon de tweede stadsmuur, die aan het eind van de dertiende en in de veertiende eeuw werd gebouwd. Je vervolgt nu je weg links van de Helpoort en loopt rond het witte Pesthuis, dat eigenlijk een watermolen is. Aan de overzijde van het riviertje de Jeker beklim je naar links de trappen. Zo kom je bovenop het rondeel de Vijf Koppen, dat samen met het rondeel Haat ende Nijt in 1516 werd aangelegd als een kleine uitbreiding van de vestinggordel, die ook wel eens de "derde stadsmuur" wordt genoemd.

Het rondeel de Vijf Koppen heette aanvankelijk de "Drie Duiven", maar kreeg de wat lugubere naam nadat in 1638 op de borstwering de hoofden van vijf terechtgestelden waren tentoongesteld. De veroordeelden werden ervan verdacht de stad opnieuw aan de Spanjaarden in handen te willen spelen. Drie van de veroordeelden waren inderdaad fout geweest, maar de schuld van de andere twee, waaronder de minderbroeder pater Vinck, was twijfelachtig. Maastricht was in 1579 na een langdurig en bloedig beleg door de Spanjaarden onder aanvoering van de hertog van Parma ingenomen en bleef gedurende meer dan vijftig jaar in Spaanse handen. Pas in 1632 wist Frederik Hendrik, de stedendwinger, de stad te heroveren.

Je vervolgt nu je weg over de Poort Waarachtig, een neogothische doorgang door de stadsmuur, die na de opheffing van de vesting in 1867 werd gebouwd om een goede verbinding naar de eerste buitenwijk, het villapark, te krijgen. Het pad leidt achter langs het rondeel Haat ende Nijt en je passeert de toegang tot een van de kazematten in dit rondeel.

Deze rondelen waren namelijk al berekend op het nieuwe vuurwapen of kanon, dat in de loop van de zestiende eeuw steeds meer in gebruik kwam. Niet alleen was op het bovenoppervlak voldoende ruimte voor het opstellen van enkele stukken geschut, maar ook vanuit kazematten in het binnenste van de rondelen konden de verdedigers met vuurwapens schieten.

Je loopt nu verder langs het riviertje de Jeker, passeert een klein sluisje en steekt vervolgens via het eerste bruggetje het water over. Onder een poortje door bereikt u de Sint Pieterstraat, die je oversteekt en naar links volgt. Ter hoogte van de splitsing van wegen bevond zich vroeger de Sint Pieterspoort, één van de stadspoorten in de tweede stadsmuur. De poort verdween in de vorige eeuw, maar een deel van de stadsmuur bleef gespaard. Je kunt achter langs de muur lopen door de Nieuwenhofstraat en bereikt dan op de hoek een klein poortje in de muur.

We vervolgen onze wandeling via de trap die u bovenop de tweede stadsmuur brengt, maar het loont de moeite om ook even onder het poortje door te lopen en een kijkje in het park te nemen. Het stuk stadsmuur waar u nu overheen loopt geeft een goede indruk van de aanpassingen, die in de loop van de zestiende eeuw werden aangebracht om de oude stadsmuren te laten funktioneren in een tijd waarin de vuurwapens steeds meer op de voorgrond kwamen in de strijd. De romantische muurtorentjes met hun spitse daken zijn veranderd in eenvoudige halfronde uitbouwen, die sterk lijken op de twee rondelen die we eerder zagen. Zo kreeg men meer ruimte voor het opstellen van verdedigend geschut. De oude torens en de ruimte achter de oorspronkelijke muur werden aangevuld met grond waardoor ze beter tegen geschutvuur bestand waren.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Je wandeling over de muur eindigt bij de waterpoort de Reek. Deze waterpoort liet één tak van het riviertje de Jeker door de stadsmuur passeren, van dat water werd binnen de vesting dankbaar gebruik gemaakt door de vele watermolens en door handwerkslieden zoals de leerlooiers. Een tweede tak wordt voor de stadsmuur langs geleid en had vroeger een funktie als gracht. Door een aantal sluizen te sluiten kon destijds het terrein voor het zuidfront van de vesting vrijwel geheel onder water worden gezet.

Je vervolgt je weg de trappen af en komt zo in de Heksenstraat, aan het einde van dit straatje loopt u links voor het conservatorium langs de Bonnefantenstraat in en volgt deze tot aan de hoek bij het voormalige Bonnefantenklooster. Deze gebouwen zijn lange tijd als kazernes bij het garnizoen in gebruik geweest, pas in onze eeuw werd het zwaar onderkomen complex gerestaureerd en kreeg het een bestemming als museum.

Het Bonnefantenmuseum is inmiddels al verhuisd naar het Céramique-terrein en in het oude klooster is nu een deel van de bibliotheek van de Rijksuniversiteit Limburg gevestigd. Je maakt nu een scherpe bocht naar rechts en komt in de Looiersgracht. Vlakbij de hoek zie je nog een klein restant van de eerste stadsmuur, die in deze omgeving gedeeltelijk achter en in de huizen nog bestaat. Op het kleine pleintje rechts staat een beeld van een ezel en van daaraf heeft u een mooi gezicht op het "Huis op de Jeker". Aan het einde van de straat sla je linksaf de Grote Looiersstraat in. Vooraan in die straat tref je Fons Olterdissen, een van de bekendste Maastrichtse dialectschrijvers, aan met een klein maar aandachtig gehoor. Bedenk verder dat midden door deze straat - waar nu de auto's geparkeerd staan - in vroeger tijden de Jeker gestroomd heeft. Het grote geel geverfde pand ongeveer in het midden van de straat rechts, nr. 17 was in oorsprong een armenhuis - zie de tekst boven de ingang- en herbergt nu na een bewogen geschiedenis de Gemeentelijke Archiefdienst. Vanaf 1794 - het jaar waarin de stad voor de derde keer door de Fransen werd ingenomen - was hier het militaire hospitaal gevestigd, nadien werden er ook diverse andere militaire instellingen gehuisvest.

Aan het einde van de straat passeer je aan je rechterhand eerst de Kleine Looiersstraat, waar de Jeker eertijds zijn weg vervolgde en slaat daarna rechts het Lang Grachtje in. Hier kom je opnieuw aanzienlijke resten van de eerste stadsmuur (1229) tegen met halverwege de restanten van een muurtoren. Tot in de eerste helft van onze eeuw was de nu zichtbare stadszijde van deze vestingmuur hier geheel aan het oog onttrokken doordat onder de muurbogen kleine arbeiderswoningen gebouwd waren; het Lang Grachtje was destijds niet meer dan een steeg.

Je bereikt nu opnieuw de Sint Pieterstraat en slaat linksaf. Het gebouwencomplex recht tegenover het Lang Grachtje is het oude Minderbroedersklooster waarin momenteel het Rijksarchief in Limburg is gevestigd. Nadat de Minderbroeders uit de stad waren gejaagd als gevolg van het verraad van 1638, kreeg het gebouw al snel een militaire bestemming. De kerk en een deel van het klooster werd in gebruik genomen als arsenaal en voordat het militair hospitaal naar het armenhuis in de Grote Looiersstraat verhuisde was ook die instelling hier ondergebracht.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Je vervolgt je weg, neemt de derde straat links, de Bredestraat, en bereikt dan het Vrijthof. Dit centrale plein diende in vroeger tijd voor het garnizoen tot wapenplaats en het zal u dan ook niet verbazen naast de indrukwekkende St. Servaas-basiliek de voormalige Hoofdwacht aan te treffen, een gebouw dat in eerste instantie in 1738 tot stand kwam maar in 1774 vanwege de slechte fundering geheel opnieuw moest worden opgetrokken. Via de Grote Staat, de hoofdwinkelstraat, kun je vanaf het Vrijthof het Dinghuis weer bereiken.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld en kwam tot stand dankzij de medewerking van de Stichting Maastricht Vestingstad, Postbus 230, 6200 AE Maastricht.
Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 02-10-2000 door C.P.J. Aerssens