DER EIFELSTEIG - DAG 12
Traject: Neroth - Neunkirchen - Daun - Gemündener Maar 15 Km

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neroth - Monument voor het Mausenfallenmuseum

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek










Centrum Neroth
Ongeveer 15 km
Bij vertrek uit Neroth voert de route langs het “Mausefallenmuseum” om dan vanuit het kleine Kylldal de steile markante vulkaankegel van de Nerother Kopf te beklimmen. Op de top in het eeuwenoude beukenbos wandelen we langs de Mühlsteinhöhle en de ruïne van de Burg Freudenkoppe. Dan verloopt de wandeling langs de verwoestende stormschade van de orkaan Xynthia en bereiken we over een hoogvlakte en met een lange afdaling Neunkirchen. Om vervolgens naar Daun te komen moet eerst de top van de Warth beklommen worden om dan in een steile afdaling de eerste bebouwing van Daun te bereiken. Met een grote boog door het buitengebied komen we in het centrum van toeristische Daun. Nog een laatste traject door de oude villawijk aan de Wehrbüsch en het Kurpark Daun en dan komen we aan het eindpunt van onze dagwandeling: de parkeerplaats aan het Gemundener Maar met het Waldcafé Daun.

ROUTEBESCHRIJVING

Voor deze etappe van de Eifelsteig is Neroth vertrekpunt. Het Eifeldorpje Neroth wordt voor het eerst vermeld in het jaar 1388 en is ontstaan uit de kleine buurtschappen Niederroth, Hundswinkel en Oberroth. Het achtervoegsel “roth” betekent zoveel als “rooien” of “toegankelijk maken” en stamt uit de 12e eeuw en duidt op een plek waar het bos verdwenen is. In die tijd behoort het dorp tot het Kurfürstentum Trier. Na de verovering van het Kurfürstentum Trier in 1794 door de Franse troepen krijgen de Fransen het bestuur over Neroth. Uit Franse familienamen als Leclaire, Jaquemod en Brackonier blijkt dat een aantal Fransen zich in die tijd hier hebben gevestigd. Ook vinden we in het archief van de parochiekerk St. Wendelinus sinds 1744 de familienaam Jenisch, een rondtrekkende zigeunerfamilie, die alleen in de wintermaanden in Neroth neerstrijken. In die tijd is het voornamelijk de landbouw waarvan de bevolking leeft, maar door de ongunstige klimatologische ligging mislukt de oogst vaak en ontstaat er aan het begin van de 19e eeuw grote armoede. Het is de leraar Theodor Kläs, in 1802 geboren en die op zijn vele reizen door Duitsland en Europa het draadvlechten heeft geleerd, deze vaardigheid in 1840 naar Neroth brengt en de vrouwelijke bevolking leert muizenvallen en rattenvallen te maken. Het zijn dan de mannen, die soms maandenlang bepakt met deze vallen door Duitsland, maar ook naar Slowakije, Zwitserland en zelfs Hongarije trekken om deze overal te verkopen en zo de karige welvaart behouden voor hun gezin en het dorp Neroth. Tot in de jaren 70 van de vorige eeuw als Josef Pfeil als laatste zijn beroep opgeeft, blijft deze draadvlechtnijverheid in Neroth bestaan.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neroth - Oude werkplaats in het Mausenfallenmuseum
Nu rest nog alleen het “Mausefallenmuseum” waar we een indruk krijgen van die belangrijke huisnijverheid die heel wat mensen een inkomen bezorgd heeft in de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw. De vooral ronde gevlochten muizenvallen zijn veruit het meest gekende eindproduct van deze draadvlechtkunst, maar er zijn ook andere voorwerpen uit metaaldraad vervaardigd: manden voor het opbergen van eieren, schuimspanen, bloemenkorven, muilkorven voor dieren, bijenmaskers, onderleggers voor strijkijzers of hete kookpotten, kapstokken, eikloppers of vruchtenkorven. In het voormalige schoolgebouw uit 1844 wordt deze herinnering aan het uitgestoven handwerk levend gehouden en is de originele werkplaats uit 1885 met zelfontwikkelde machines en gereedschappen tentoongesteld. Een monumentje voor het museum laat de muis in alle facetten zien.

Langs dit “Mausefallenmuseum” met muizenmonument voert de route van de Eifelsteig, nadat we in de Hauptstrasse vertrokken zijn voor de dagwandeling. In de bocht naar rechts naar Oberstadtfeld wandelen we linksaf de Layenstrasse in richting Daun en komen even verderop voorbij het boven beschreven “Mausefallenmuseum”. Er tegenover staat de Kirche St. Wendelinus. Resten en fundamenten van de oorspronkelijke kapel uit 1716, die in 1782 door een kerk is vervangen zijn nu nog terug te vinden. Zo is links achter het in 1984 gerestaureerde Barok altaar, afkomstig uit het Kloster Himmerod, nog de apsis van de vroegere kerk te zien en waar nu de doopkapel is, was vroeger de ingang. Het vergrote deel van de kerk heeft de vorm van een tent, waarin zich het volk Gods verzamelt. Het nieuwe hoofdaltaar is van basaltlava en weegt 8 ton met erboven Christus als Pantocrator omringd door engelen die Hem prijzen. Waar de Layenstrasse met een bocht naar links gaat, kiezen we voor de Untere Föhr naar rechts en laten de bewoonde wereld achter ons. We wandelen langs de kleine Kyll en passeren de waterzuiveringsinstallatie.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nerother Kopf - Wegkruis voor Marlene en Peter Pantenburg
Als we doorlopen komen we aan een bruggetje en verlaten we het dal van de kleine Kyll door naar links de helling op te wandelen door het bos richting Pützborn. Het bospad wordt steeds steiler en we houden rechts aan over het mountainbikepad tot we op weer een bospad komen. Hier naar rechts en voor de steengroeve zien we een onduidelijk pad naar links tussen de bremstruiken en hoge adelaarsvarens door. Duidelijk aan de linkerzijde is een modern stalen wegkruis met plaquette te zien. Hier wordt de herinnering levend gehouden van de dood van Marlene en Peter Pantenburg, die hier beiden op 15 augustus 1954 op tragische wijze om het leven zijn gekomen bij de ontploffing van een ontsteker van een V1 uit WOII. Dit pad leidt ons naar een imposant beukenbos, naar de top van de vulkaankegel, de Nerother Kopf. De markante vulkaankegel van de Nerother Kopf met een hoogte van 647 meter bestaat uit poreus lavagesteente met een grote hardheid en is 15.00 jaar geleden ontstaan, als hier de aarde gloeiend magma heeft uitgebraakt. Aan de nu beboste breukrand vinden we nog grote lavabrokken en de Mühlsteinhöhle waaruit tussen de 13e en 17 eeuw molenstenen zijn uitgehakt. De Nerother Kopf dankt zijn naam aan Keizer Nero en volgens een sage zit er de duivel op.

Als we in de klim door het eeuwenoude beukenbos bijna aan de top van de Nerother Kopf komen, staan we voor de Mühlsteinhöhle. De toegang tot de grot wordt afgesloten door een hekwerk. Op de rotsen aan de rechterzijde vinden we een opvallende gedenksteen. Hier in de Mühlsteinhöhle is in de nacht van 31 december 1919 op oudejaarsavond de Nerother Wandervogel opgericht door de idealistische tweelingbroers Robert Oelbermann (1886-1941) en Karl Oelbermann (1886-1974). Het is een jeugdbeweging, die een afsplitsing is van de Wandelvogel, opgericht op 4 november 1901 door Karl Fischer en waarvan de leden zich afkeren van de kapitalistische maatschappij van de volwassenen en zich terugtrekken in de natuur met een hang naar vriendschap, natuur, solidariteit, vrijheid en broederschap. De beweging van de Nerother Wandervogel ontstaat uit onvrede na WOI als de idealen van de oorspronkelijke Wandervogel in een politiek jasje worden gegoten en veel Duitsers sympathie gaan vertonen voor het Nationaal Socialisme van Adolf Hitler. Het “Verbond van de Mühlsteinhöhle” wordt in 1933 gedwongen zich op te heffen en gaat ondergronds om in WOII dapper weerstand te beiden tegen het Naziregime. Dit moet Robert Oelbermann in 1941 met de dood bekopen in het concentratiekamp Dachau.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nerother Kopf - Gedenksteen Nerother Wandervogel met Robert en Karl Oelbermann
Eenmaal op de top van de Nerother Kopf zien we de ruïne van de Burg Freudenkoppe, die in 1337 al wordt vermeld als Castrum Froudenkube. De eigenlijke burcht is gebouwd door Koning Johann von Böhmen en Graaf van Luxemburg in het jaar 1340 en maakt deel uit van een uitgebreide verdedigingslinie, die hij laat bouwen tussen Trier en Luxemburg ter bescherming van de noordoost grens van zijn Graafschap. De verdediging is gericht tegen de expansiepolitiek van Kurfürst Erzbischof Balduin van Luxemburg (1285-1354). Maar Kurfürst Erzbischof Balduin van Luxemburg maakt bezwaar tegen deze linie bij Karel I, de zoon en opvolger van Koning Johann von Böhmen. Karel I van Luxemburg, de latere Keizer Karel IV, draagt dan de burcht in 1346 over aan de Kurfürst Erzbischof Balduin van Luxemburg, die de burcht inzet als steunpunt en uitvalsbasis bij de belegering van Daun. De eenvoudige burcht wordt na 1440 door de toenmalige Prefect en latere Dompropst Philipp von Sierck uitgebouwd. De Burg Freudenkoppe wordt in 1460 voor het laatst vermeld, wat doet vermoeden dat enkel jaren later verlaten is en in verval raakt. Daarna is er weinig bekend over de geschiedenis van de burcht, alleen dat hij in 1689 door de Franse troepen verwoest is en dat daarna nog slechts resten van muren zichtbaar zijn. De burcht is aan drie kanten omgeven met een droge gracht en de nog bestaande resten van de ruïne Burg Freudenkoppe zijn in 1984-1985 gerestaureerd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Nerother Kopf - Ruïne Burg Freudenkoppe
Verder leidt de route van de Eifelsteig ons over de Nerother Kopf steil naar beneden en we laten het bos achter ons en betreden een vlak weidelandschap. Toch is dit moeilijk aangezien de storm Xynthia, die hier op 28 februari 2010 over de Eifel raast, verwoestende sporen heeft achtergelaten. Hier aan de voet van de Nerother Kopf heeft de orkaan een groot aantal dennenbomen ontworteld en de route van de Eifelsteig geblokkeerd. Boswachter Gerhard Herzog van het Forstamt Daun heeft het originele idee de door de storm ontwortelde bomen zo te laten liggen en door het bouwen van een 2,5 meter hoge trap met een lengte van 15 meter deze hindernis te overwinnen, waardoor de wandelaar een indrukwekkend beeld heeft van de stormschade. Na deze passage komen we opnieuw aan een bosgebied en houden links aan en vervolgens naar rechts. Opnieuw wandelen we over een hoogvlakte met een wijds uitzicht naar het noorden. Dit wisselt voortdurend tot de bospaden naar links afbuigen en we afdalen naar een beekdal. Naar rechts tussen weilanden en een beboste helling aan onze rechterzijde komen we in Neunkirchen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op Neunkirchen
Het Eifeldorp Neunkirchen wordt voor het eerst vermeld in 1190 in een oorkonde van Abt Gerhard von Prüm, waarin Neunkirchen onder de macht valt van het klooster Niederprüm. De naam Neunkirchen, Nunkyrchen of Nuinkyrchen betekent zoveel als "Neue Kirche" of "Nonnenkirche". In elk geval is het in die tijd een groot dorp met een eigen kerk. In 1210 wordt Neunkirchen door Gravin Alveradis von Molbach aan het klooster Niederprüm geschonken. Maar in 1222 worden Neunkirchen en het nabij gelegen Pützborn door de Graaf van Vianden in leen gegeven aan de Graven van Manderscheid. Door de eeuwen heen blijft Neunkirchen in leen van de Graven van Manderscheid. Zo gaat Diederich VI van Manderscheid in 1562 naar Vianden en bevestigt Willem van Oranje, Graaf van Nassau en Vianden nogmaals de leen van Neunkirchen en Pützborn. Met de dood van Diederich VI in 1593 sterft de mannelijke lijn van de familie Manderscheid-Schleiden-Virneburg uit. En in 1969 verliest het dorp zijn zelfstandigheid en wordt stadsdeel van Daun.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neunkirchen - Am Kirchberg met Kirche St. Anna
Nog voor we de L28 bereiken slaan we links af de Nachtigallenweg in en komen in het centrum van Neunkirchen. Naar rechts door de Goldammerweg lopen we door tot Am Kirchberg, die leidt naar de op een heuvel gelegen Kirche St. Anna, in 1823 nieuw gebouwd op de fundamenten van een eerdere kerk uit 1780. Toch laat de geschiedenis van Neunkirchen zien dat al in 1190 hier een godshuis gestaan heeft, waarvan de oorsprong terug gaat naar een heidense offerplaats. Als Neunkirchen in 1803 een zelfstandige parochie wordt, is de kerk te klein, bouwvallig en renovatie blijft uit. Als het dak instort sluit de Dauner Landrat Avenarius de kerk. In 1823 verrijst een nieuw kerkgebouw, wordt de toren verhoogd en het oostelijk schip gebouwd. Toch wordt de kerk al in 1889 vergroot met de aanbouw van een gewelfde zijbeuk en in 1913 nog met een uitbreiding naar het westen en verlenging van het middenschip met 6 meter. In 1914 wordt de verbouwing feestelijk gevierd en aan St. Anna gewijd.

Naar rechts door de Neunkirchenerstrasse bereiken we de L28, die we oversteken en de route door de Bachstelzenweg vervolgen. We passeren Gasthaus NeunKirchener Mühle en net voor we opnieuw op de L28 uitkomen, stuurt de wegwijzer ons naar links via de houten vlonders door moerassig gebied en over de beek. Op het bospad van de Neunkirchener Mühle gaan we naar rechts en komen even verderop bij een picknicktafel met banken. Hier gaat het naar links en het is opnieuw klimmen geblazen! Even verderop voert het pad ons naar rechts en zoekt de route zich in slingerende bochten een weg bergop. Tegen de klok in wandelen we rond de Warth met een hoogte van 413 meter, vanwaar we zo nu en dan een glimp opvangen van het in zuidwestelijke richting gelegen stadje Daun. Als we het idee hebben de top van deze heuvel bereikt te hebben, moeten we op een kruispunt van paden nogmaals rechtdoor klimmen en dan nog twee keer naar rechts tot aan een picknickplaats. Hier hebben we tussen de bomen door een prachtig uitzicht op het onder ons liggende Daun met de op een heuvel gelegen Dauner burcht.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op Daun met de Dauner Burg
Vanaf deze picknickplaats gaat de route alleen nog naar beneden. Het steile pad slingert de heuvel af en we bereiken de eerste huizen van Daun aan de Alter Neunkirchenerweg, die we naar links aflopen tot het kruispunt met de Bitburgerstrasse. Hier bij de voetgangersoversteekplaats gaan we naar de andere zijde van de straat en wandelen naar rechts om dan langs het scholencomplex de route van de Eifelsteig te vervolgen. De Schulstrasse overstekend gaat het met een ruime bocht naar rechts tot we langs het sportcomplex opnieuw op de Schulstrasse uitkomen. Naar rechts om het schoolgebouw heen dalen we door de Rinderstassen en Rosenbergstrasse af. We staan nu in het centrum van Daun aan de Leopoldstrasse. Hier vinden we naar rechts het plaatselijk Kur- und Verkehrsamt Daun.

Daun is een oud stadje gelegen midden in de Vulkaan Eifel aan het riviertje de Lieser. Al rond 700 voor Christus hebben de Kelten zich hier gevestigd op en rond de lavakegel, die ze als versterking gebruiken. Zo is de naam “Daun” ook van Keltische of Romeinse oorsprong en betekent zoveel als “omheining” of “fort”. Aan het begin van onze de jaartelling komen ook de Romeinen in dit gebied en zij laten vele sporen na in Daun en de omgeving. Tijdens de Merovingische periode wordt door de plaatselijke heersers de burcht gebouwd en vanaf het jaar 1337 wordt Daun als stad genoemd als deze wordt toevertrouwd aan Koning Johann van Bohemen. In de loop der eeuwen wordt de stad en de burcht meerdere keren verwoest of geplunderd. Zo is het Kurfürst Erzbischof Balduin van Trier die in 1353 de burcht verwoest, als deze een roofridderburcht geworden is. Maar het zijn ook de Franse troepen van Lodewijk VIV die in 1689 de burcht verwoesten. Na de verwoesting van de burcht tijdens de successieoorlog van de Palts komt het slot in 1712 in handen van de Kurfürst Erzbischof van Trier en Hertog van Lotharingen, Karel-Jozef, die op de resten van de oude burcht op het steile basaltgesteente van een uitgedoofde vulkaan midden in de stad Daun het Kurfurstliches Amtshaus bouwt. Dit voormalig jachtslot komt in 1981 in privébezit en is nu het slothotel Kurfurstliches Amtshaus.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Daun - Fontein voor het Kur- und Verkehrsamt Daun in de Leopoldstrasse
Vanaf het Kur- und Verkehrsamt Daun vervolgen we de Leopoldsstrasse in zuidoostelijke richting. Deze drukke winkelstraat dankt zijn aan Leopold Josef Maria (1705-1766), Graaf van Daun, die als veldheer in het Oostentijkse leger van Keizerin Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780) Frederik de Grote van Pruissen verslagen heeft in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) in de slag bij Hochkirch (1758). Deze straat gaat over in de Burgfriedstrasse. De route van de Eifelsteig loopt door tot aan de Waldenbungert en gaat naar rechts over de Lindenstrasse verder het dal in tot we op de Wirichstrasse uitkomen, vernoemd naar Wirich Philipp Lorenz (1668-1741), Graaf van Daun, vader van de eerder genoemde Leopold Josef Maria (1705-1766). Hij is ook Oostenrijks veldheer met overwinningen in 1706 in de slag bij Turijn en in 1707 in de slag bij Napels. In 1724-1725 wordt hij tijdelijk Stadhouder in de Nederlanden in dienst van de Habsburgers.

In de Wirichstrasse wandelen we naar rechts tot de kruising met de Wehrbuschstrasse bij de parkeerplaats van het Ziekenhuis Maria Hilf. We slaan deze straat in en volgen de route met de bocht mee naar links. Zo komen we op de Philosophenweg, die door een gegoede woonwijk uit 1888 met statige villa’s gaat. Vanaf hier zijn er wandelwegen naar de beboste Wehrbüsch, een 492 meter hoge vulkaankegel met panoramisch uitzicht op Daun en het Lieserdal. Als we de bebouwing achter ons hebben gelaten, dalen we af naar de Alte Poststrasse, waarover tot 1910 de postkoets van Daun naar Manderscheid naar het dal van de Lieser gaat. We slaan even links af om dan meteen naar rechts de nog kleine Lieser over te steken en langs de mineraalwaterfabriek van Dauner Sprudel, waarvan al sinds 1548 bekend is dat het bronwater een heilende werking heeft. Hier betreden we het Kurpark Daun. Langs een vijver verloopt de route van de Eifelsteig voorbij aan de Dunaris Quelle. Het is een plek waar het heilzame bronwater met een lichte ijzer- en zwavelsmaak in een drinkbekken stroomt. Er is ook een Kneipp waterbak, waar je op blote voeten doorheen kunt lopen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Daun - Kurpark Daun met Dunaris Quelle
Als we het Kurpark Daun uitlopen moeten we naar links en de Lieserweg oversteken. Via een trap bereiken we de drukke Maarstrasse L46, de doorgaande verbinding van Daun naar Manderscheid. Ook hier steken we over en lopen links om het Hotel Restaurant “Zu den Maaren”, dat op de hoek ligt. Het asfalt brengt ons naar de parkeerplaats bij het Gemündener Maar, waar Waldcafé Daun het eindpunt is van onze dagwandeling.

DAG 13
Traject: Gemündener Maar - Üdersdorfer MÜhle - Manderscheid 20 Km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- Wanderkarte Eifelverein 1:25 000, NR.19 Vulkaneifel um Gerolstein
- Wanderkarte Eifelverein 1:25 000, NR.20 Daun - Rund um die Kraterseen
- Wanderkarte Eifelsteig 1:25 000, NR.516 Publicpress

GIDSEN:

- Wanderführer Eifelsteig, Hans-Peter Schmitz, Teil 1: Aachen - Blankenheim, ISBN 978-3-921805-565
- Eifelsteig Wanderführer, Christiane Rüffer-Lukowicz, Jochen Rüffer, ISBN 978-3-761622-094
- EifelSteig Schöneres Wandern Pocket, Ulrike Pollert, Wolfgang Todt, ISBN 978-3-934342-286





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 02-11-2010 door C.P.J. Aerssens