SENTIER SAINT DAGOBERT - DAG 5
Traject La Maison Blanche - Cesse - Stenay 8 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cesse - Markering Sentier Saint Dagobert

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek











La Maison Blanche
Ongeveer 8 km
Deze laatste dagetappe Is kort en zal ons terugbrengen naar het startpunt van deze rondwandeling. We vertrekken vanaf La Maison Blanche aan de D30. De route leidt ons dan door vlak en open gebied naar de brede en vlakke Maasvallei. Cesse is het laatste dorpje dat we aandoen op het Sentier Saint Dagobert. Bij het verlaten van Cesse wandelen we dicht langs de oever van de Maas tot we langs het fabriekscomplex van Munksjö Stenay en het voormalige spoorwegstation van Stenay de D947 bereiken. Vanaf lier gaat de route richting Stenay, waar we na oversteek van de Maas het centrum bereiken en op de Place Raymond Pointcaré het eindpunt ligt. Na aankomst maken we nog van de gelegenheid gebruik om een bezoekje te brengen aan Mouzay en het Chateau Haut-Charmois. Het zijn plekken om een laatste indruk te krijgen van Saint Dagobert II, die hier nog in ere wordt gehouden.

ROUTEBESCHRIJVING

Vanaf het vertrek bij La Maison Blanche wandelen we richting Stenay en nemen na 300 meter na een klein klimmetje linksaf langs bossage een veldweg, die wat overgroeid kan zijn. Langs het grasland dalen we licht in een afzink, waar we na de kleine windmolen verderop het beekje Ravin du Rousseloi oversteken en stijgen dan weer door de velden. Met de bocht naar rechts komen we op een geasfalteerde veldweg. Deze volgen we 30 meter rechtdoor om dadelijk rechts een dalend asfaltwegje te nemen dat achtereenvolgens de Ravin du Rousseloi en de Ruisseau de Cesse kruist. Hier passeren we de enige routemarkering van het Sentier Saint Dagobert, die we op alle wandelkilometers tot nu toe zijn tegengekomen! Zo komen we uit op een T-splitsing bij een grote landbouwschuur en slaan hier linksaf.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op weg van La Maison Blanche naar Cesse
Dan kruisen we weer eens de oude spoorbedding van de al jaren geleden opgeheven spoorlijn door de Maasvallei, de Ligne Stratégique, die we op onze wandelroute al verschillende keren zijn tegengekomen. Wat rest zijn hier aan beide zijden van het asfalt restanten van de overgroeide rails en aan de rechterzijde een oude spoorwachterwoning. We blijven de Rue de la Chamaille rechtdoor volgen tot op de doorgaande weg in het dorpje Cesse. Het is een klein aantrekkelijk forenzendorpje met veel boomgaarden en ommuurde tuinen, waarvan de oorsprong al teruggaat tot 973. Gelegen in de vlakke en weidse Maasvlakte heeft het ooit toebehoord aan de Abdij van Mouzon. De Priorij Sainte Marguerite van rond de 10e of 11e eeuw is in 1260 bevolkt met 6 Benedictijner monniken, die ook afhankelijk zijn van Abdij van Mouzon. Maar de kapel wordt verwoest omstreeks 1840. Daarnaast heeft het dorp ook vaak geleden onder oorlogen en epidemieën; maar gelukkig hebben de inwoners het recht om hun toevlucht te nemen binnen de stadswallen van Stenay. In de 19e eeuw wordt hier op industriële manier suiker gewonnen uit suikerbieten. Al in 1829 gebeurt dit met de eerste stoommachine, gebouwd in Londen. Maar deze ging in 1827 verloren bij een brand Er waren ook drie distilleerderijen en vooral een brouwerij, die al bestond in 1775, maar die haar deuren in 1866 sluit. Maar helaas is het oude erfgoed verwoest door de hevige gevechten op 26 en 27 augustus 1914, als rondom Cesse door Franse en de Duitse regimenten, die de Maas zijn overgestoken, fel gevochten is om elke meter terrein.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Cesse - Oude spoorwegovergang aan de Rue de la Chamaille
Op de T-splitsing met de Grand Rue aangekomen zien we links de Église de l’Assomption de la Vierge. Van deze huidige kerk is de eerste steen in 1892 gelegd. Gebouwd in Neo-Romaanse stijl, zijn toch een aantal interessante elementen uit de oude kerk bewaard gebleven, zoals de doopvont uit de 12e eeuw, de 18e eeuwse preekstoel en de banken die waarschijnlijk afkomstig zijn van de Priorij Sainte Marguerite. Op de Grande Rue wandelen we naar rechts tot aan de laatste huizen van het dorpje. Dan gaat de route linksaf en volgen we de veldweg door de brede maasvallei tussen de weilanden en akkerlanden door tot op een duidelijke T-splitsing. We bevinden ons hier nu zo’n kleine 200 meter van de Maas. We wandelen nu naar rechts en krijgen voor ons zicht op een industriecomplex. Daar aangekomen verloopt het pad aan de linkerzijde voorbij aan het terrein van Munksjö Stenay, een van oorsprong Fins bedrijf dat verpakkingsmateriaal maakt. Aan de rechterzijde vinden we het voormalige station van Stenay met verlaten rangeerterrein. Deze Gare de Stenay is oorspronkelijk in 1875 gebouwd bij de aanleg van de spoorverbinding door de Maasvallei van Sedan naar Lérouville voor het vervoer van passagiers en goederen, maar ook uit strategische oogpunt. Vanaf september 1914 maken de Duitsers gebruiken om manschappen en materiaal naar het front in Verdun te vervoeren vanuit hun steunpunt in Stenay. Bij de snelle opmars van Amerikaanse troepen In november 1918 vernietigen de Duitsers het station, alle gebouwen en de infrastructuur op de linkeroever van de Maas. Het station wordt in een andere stijl herbouwd aan het einde van de oorlog. Het baanvak Verdun-Stenay wordt buiten bedrijf gesteld in 1959. Het traject van Stenay naar Sedan blijft tot 1990 in gebruik maar ligt er nu verlaten bij.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Stenay - De Meuse
Zo komen we op de D947 en vanaf hier is het voor ons nog maar 1,5 kilometer naar het eindpunt. We wandelen over de Avenue de 18ième Batallion de Chasseurs à Pied, vernoemd naar het bataljon dat hier in de kazerne Chanzy was gelegerd om in WOI op de verschillende slagvelden in de Lorraine met de Duitsers een bloedige strijd te leveren. Bij het binnenwandelen van Stenay komen we allereerst over de Maas en vervolgens passeren we de sluis van het Canal de l’Est. Over nog een kleine zijarm van de Maas, waaraan de jachthaven ligt bereiken we de bebouwing van de stad, Naar rechts hebben we over de doodlopende Maasarm zicht op de oude watermolen Moulin Le Cygne.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Stenay - Moulin Le Cugne en Canal de l’Est
We zijn nu echt in het centrum van deze oude stad, waarvan de geschiedenis terug gaat tot in de prehistorie als zich hier in het gebied de eerste bewoners vestigen op de terrassen aan de Maas dicht bij de uitgestrekte bossen, natuurlijke weiden en bouwland. Later zijn het de Galliërs. De Romeinen bouwen op dit kruispunt van heerbanen een versterking. In de Middeleeuwen is Stenay de residentie van de laatste Merovingische koning Dagobert II, die na te zijn vermoord hier zijn laatste rustplaats vindt. Later komt het stadje achtereenvolgens in handen van Godfried van Bouillon, de Hertogen van Lotharingen en de Prins van Condé. Zo is hier in de loop der tijden een van de sterkste forten van de Maasvallei ontstaan en Stenay wordt een belangrijk strategisch punt. Van 1639 tot 1697 is Stenay de hoofdstad van de toenmalig militaire regio, ook als de stad in 1654 door Lodewijk XIV wordt veroverd op de Spanjaarden en de citadel deels wordt ontmanteld. De Renaissance wordt ook zichtbaar in de bouw van prachtige herenhuizen die het stadsbeeld bepalen, maar ook in de militairen complexen die verrijzen. Want het belang van het leger wordt niet vergeten. Daarom is de bezetting van de Stenay door het Duitse leger in WOI een ramp. Daarna blijft tot 1940 de stad nog onderdeel van de Maginotlinie. Na WOII is er economische en demografische herstel en wordt Stenay gemoderniseerd. Men gelooft weer in de toekomst. Maar ook hieraan komt door de economische crisis rond het jaar 2000 een einde.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Teylers Museum Haarlem - Penning Inname Stenay (1654)
Het laatste stukje van de route gaat door de Rue Aristide Briand tot we met de bocht naar links uitkomen op de Place Raymond Poincaré bij het museum van de Cercle Saint Dagobert. Hier zijn we vijf dagen geleden gestart en nu beëindigen we hier onze rondwandeling Sentier Saint Dagobert. Wat nog overblijft, is een bezoek aan de Église Saint Pierre et Saint Paul in Mouzay en het Château Haut-Charmois. Het zijn de plekken die in de vele verhalen, legendes en overleveringen de geest van Koning Dagobert levend houden! Dit willen we in elk geval ook voelen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mouzay - Église Saint Pierre et Saint Paul
Het dorpje Mouzay ligt op goed 3 kilometer ten zuiden van Stenay en dankt zijn naam ongetwijfeld aan het Latijnse Mosa - Maas. Met een oppervlakte van 3573 hectare is deze gemeente de op één na grootste van het departement. Hiervoor zorgt natuurlijk het Fôret Domaniale de Woëvre met een oppervlakte van 1580 hectare. De ontdekking van een groot aantal Gallo-Romeinse archeologische overblijfselen op het grondgebied geeft al vroege bewoning aan. Ofschoon dichtbij Stenay gelegen ontwikkelt Mouzay zich tot een klein en onafhankelijk stadje dat omstreeks 1826 zelfs 2000 inwoners heeft. De zekere welstand is af te lezen aan deurstijlen van de 18e eeuwse huizen. Typisch bij de oude boerderijen en schuren is de brede ruimte tot de straat, waar de mest kon worden gedeponeerd. De agrarische activiteiten waren belangrijk. Zo werd er op grote schaal hooi geleverd aan het Franse leger en was er export naar elders in geval van conflicten. Maar daarnaast zijn het de borduurateliers waar lokale ondernemers aan vaak honderden vrouwen werk verschaffen. Hun prachtig borduurwerk was voor koninginnen uit heel Europa. Met de uitvinding van de eerste Cornely borduurmachine in 1865 door de Franse Ingenieur Antione Bonnaz (1836-1915) verdwijnt met WOI en de crisis van 1929 langzaam dit ambacht. Vandaag de dag is het de exploitatie van Maaszand en grind in de weidegebieden in de uiterwaarden van de Maas en de betonfabrieken waarmee de kost wordt verdiend. De grindgaten, die hierdoor ontstaan worden daarna geleidelijk teruggegeven aan de natuur en zijn zo een paradijs van flora en fauna.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mouzay - Troon Saint Dagobert II
Maar we zijn vooral gekomen voor de parochiekerk Église Saint Pierre et Saint Paul. Voor we de kerk binnengaan, trekt op de zuidwesthoek een eigenaardig gevormde blok kalksteen de aandacht. De lokale legende vertelt dat dit de troon van Koning Dagobert II is. De Église Saint Pierre et Saint Paul is een eenvoudige in Neo-Romaanse stijl gebouwde kerk met een schip met 2 zijbeuken en afgesloten met koor. Helaas zijn bijna alle Middeleeuwse elementen van de oude kerk verloren gegaan. Opvallend is het kerkmeubilair met banken en preekstoel, dat stamt uit de 18e eeuw. Het Barok altaar is omgeven door een zestal Korinthische zuilen met daarop een houten luifel. Verder zijn er zijaltaren en een aantal oude schilderijen. Ook de patroon van Frankrijk: Jeanne d’Arc is duidelijk aanwezig. Maar voor ons zijn de gebrandschilderde glas-in-lood vensters het meest opmerkelijk. Speciaal is in de linkerzijbeuk het venster van Saint Dagobert II, een geschenk van de parochianen aan de gemeenschap van Mouzay. Het is vervaardigd in het atelier van Albert-Louis Vermonet Pommery in Reims. Aan de zijde van Saint Dagobert II zien we links het de gebrandschilderde glas-in-lood vensters van de H. Lodewijk IX en rechts het venster van de roeping van Jeanne d’Arc door de H. Catharina, de H. Margaretha en de aartsengel Michaël.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Château Haut-Charmois - Toegangspoort 1615
Na dit bezoek gaat het over de Rue de Charmois naar het buurtschap Charmois, waar op de afslag naar links een veldkruis met op een sokkel een Maltezerkruis staat. Een landweggetje leidt naar een tweetal kastelen, die ooit in bezit zijn geweest van de Heren d’Herbeumont en de familie Charmoye. Al meteen aan onze linkerhand staat het Château Bas-Charmois met 2 torens, dat nauwelijks opvalt. Het ligt verscholen achter hoge bomen en stamt uit de 17e eeuw op Middeleeuwse fundamenten uit 1299. Het ondergaat in de 19e eeuw een metamorfose en heeft een Neo-Renaissance uitstraling gekregen. Onze interesse gaat veel meer uit naar het even verderop gelegen Château Haut-Charmois. Het is de plek waar volgens overlevering het levenloze lichaam van Koning Dagobert II direct is heengebracht, nadat hij door een van zijn volgelingen is neergestoken. Dit is gebeurd op 23 december 679 tijdens de jacht in het Bois de Woëvre, als hij rond het middaguur uitrust tegen een grote eik en in gebed verzonken is. Het is volgens de legende gebeurd bij de bron van de Arphays die nu de naam draagt Fontaine de Saint Dagobert. Maar in die tijd heeft het huidige Château er natuurlijk nog niet gestaan. Toch wijst alles erop, dat toen hier al een nederzetting of versterking moet zijn geweest en ook de aanwezigheid van een Gallisch Romeinse nederzetting wordt in teksten genoemd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Crypte Saint Dagobert II Stenay - Gevelsteen moord op Koning Dagobert II
Aangekomen bij het Château Haut-Charmois zien we, dat het omsloten wordt door een gefortificeerde boerderij met bijgebouwen. Het robuuste uiterlijk van het kasteel doet denken aan het einde van de Middeleeuwen, wellicht door het defensieve karakter van de locatie. Het grondplan van het kasteel is met vier bastion torens, waarvan 3 met 2 verdiepingen. Aan de zijde van de binnenplaats is de begane grond 2 meter hoger, wat te zien is aan de trappen die naar de toegangspoort leiden. Bij aanpassing in 1615 (Dit jaartal is boven de ingang aangebracht) is grotendeels de oorspronkelijke bouw van voor de 17e eeuw behouden gebleven. In 1870 wordt het gebouw een boerderij. Van het hoofdgebouw werd de helling van het dak afgebroken en de stenen lijst verwijderd om hooiramen mogelijk te maken. De haardplaats wordt afgebroken en afgevoerd naar het Château Bas-Charmois en ook het poorthuis wordt afgebroken. Rond 1978 is het Château Haut-Charmois helemaal vervallen. Dan wordt het kasteel eigendom van de familie Bonnefoy en in 1987 komt de restauratie op gang. Zorgvuldig wordt er gewerkt om het gebouw in de oorspronkelijke toestand terug te brengen. Gestaag worden houten gebinten vernieuwd, maar ook vloeren en plafonds, evenals het dak. De ramen worden naar hun oorspronkelijke grootte terug gebracht en de natuurstenen ornamenten in de juiste vormen gehouwen. De uitstraling van weleer keert terug.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Château Haut-Charmois - Bierbrouwerij Charmoy
Het Château Haut-Charmois is privébezit van de Familie Bonnefoy. Maar bezoek aan deze plek is mogelijk, want Alain Bonnefoy heeft een kleine bierbrouwerij in de bijgebouwen ondergebracht. Hier wordt al meer dan 10 jaar door hem een viertal verschillende artisanale biertjes gebrouwen, die luisteren naar de namen: Charmoy Blonde. Charmoy Ambrée, Bière de Mars en Bière de Noël’. Voor ons een reden om toch even aan te kloppen en ons na zijn rondleiding en uitleg te laten verleiden het blonde en amber bier op ons wensenlijstje te zetten! Zo’n bezoekje zou op een lange dagwandeling wellicht iets te veel zijn geweest, maar het is nu een perfecte afsluiting van de 5 wandeldagen op het Sentier Saint Dagobert.

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110O Carignan
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110E Montmedy
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111E Sivry-sur-Meuse
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111O Stenay
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3210O Damvillers
- TopoKaart IGN 1:50 000, Nord Meusien





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-08-2017 door C.P.J. Aerssens