SENTIER SAINT DAGOBERT - DAG 2
Traject Montmédy - Marville- Jametz - Juvigny-sur-Loison 26 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Marville - Grande Place

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek








Montmédy
Ongeveer 24 km
Deze dagetappe is lang maar boeiend! We starten vanuit Montmédy met een paar kilometer asfalt naar het typisch Lotharings dorp Villécloye. We steken hier het riviertje de Othain over. Door het Bois de Villécloye en over bos- en veldwegen dalen we af naar Bazeilles-sur-Othain en bereiken dan verderop het piepkleine Flassigny. Dan gaat de route naar het zeer bijzondere kerkhof van Saint Hilaire. Vanhier dalen we af naar het rustieke oude stadje Marville. Nu volgt een lang traject naar Jametz. Onze route verloopt hier door het uitgestrekte Bois des Huttes. Van Jametz wandelen we steeds in de nabijheid van het riviertje de Loison langs Remoiville en Louppy-sur-Loison naar het eindpunt in Juvigny-sur-Loison.

ROUTEBESCHRIJVING

Voor deze etappe vertrekken we vanuit Montmédy vanaf de parkeerplaats bij de Aldi-supermarkt in de richting van Villécloye. Meteen aan de linkerkant van de weg ligt een Duits oorlogskerkhof. Op deze oorlogsbegraafplaats rusten 2464 Duitse soldaten en officieren die tijdens de WOI zijn gesneuveld. Daarnaast zijn hier ook de graven van 19 Belgische, 4 Britse, 155 Franse, 36 Italiaanse en 168 Russische soldaten. Tot Villécloye wandelen we een kleine 2 kilometer over een asfaltweg, waarbij we aan de linkerzijde een mooi uitzicht hebben over de valleien van Othain en Chiers en de dorpjes die er vrij harmonieus in het landschap liggen. In Villécloye dalen we even om de Othain over te steken en 100 meter verder gaan we rechtsaf de Rue de l'Eglise in. Zo komen we langs de 18e eeuwse Église Saint Maximin met ervoor de gedenkzuil voor de gevallenen van WOI. Opvallend zijn een aantal mooie oude zandstenen huizen uit de 17e-19e eeuw, een bouwstijl die aansluit bij die van de Gaume en duiden op een periode van voorspoed. Aan het einde van de straat wandelen we naar links, de Rue du Chaufour in. We passeren een bron en even verderop het kerkhof met op het oude gedeelte vele gietijzeren kruisen, die de grafzerken sieren.

© Price of Glory - Forum Eerste Wereldoorlog
Montmédy - Deutscher Soldatenfriedhof WOI
Kort na het kerkhof maakt de weg een bocht naar rechts. Een informatiebord geeft hier uitleg over de unieke flora met orchideeën in het kleine reservaat met kalkgrasland dat we passeren. Dit asfaltweggetje voorbij Villécloye gaat al snel over in een onverharde weg en we komen in het Bois de Villécloye. Op een driesprong houden we rechts aan. Verderop op een kruising van bospaden bij een majestueuze eik wandelen we rechtuit en volgt er een lange afdaling door het bosgebied La Haute Vigneulle tot voor ons de kerktorenspits van Bazeilles-sur-Othain opdoemt. Langs een veldkruis tussen 2 dikke lindebomen komen we in het verstilde dorp. We dalen af naar de kerk Église Saint Martin uit 1755 met klokkentoren uit 1827 en houden er rechts aan om nog even verder linksaf af te zakken tot de 18e eeuwse brug over de Othain. Hier in de nabijheid heeft ooit de oude watermolen uit 1700 gestaan, die met zijn drie waterschoepen de molen voor meel en de pers voor olie hebben aangedreven. Rechtdoor over de Othain klimmen we door de Rue Haute uit het beekdal van de Othain tot we op een T-splitsing met de D207 staan, waar we bij het wegkruis de asfaltweg linksaf nemen door het bosgebied Les Claires Chênes. Aan onze linkerzijde hebben we een panoramisch uitzicht op Bazeilles-sur-Othain. Hogerop draait deze weg naar rechts en stijgt flink door het Bois du Pont naar een uitgestrekt landbouwplateau.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Bazeilles-sur-Othain - Op pad in het Bois Les Claires Chênes
Aan de bosrand negeren we linksaf de weg in de richting Othe en we wandelen rechtdoor langs de weidse akkers met tarwe, gerst en koolzaad. Voorbij de afslag aan de rechterzijde naar het boerderijencomplex Le Haut Mont gaan we voor het bos naar links het onverharde pad in. We kiezen ervoor vanaf hier de gemarkeerde route van de GRP aux Marches de Meuse Nord te verlaten en een eigen route te kiezen. We volgen dit onverharde pad opnieuw langs uitgestrekte akkers en voorbij een gietijzeren veldkruis dalen we af naar het piepkleine gehucht Flassigny, dat tot het midden van de 18e eeuw politiek in tweeën is gedeeld in Flassigny la Grande en Flassigny le Petit, gescheiden door een stroompje. We komen het gehucht binnen via Grande Flassigny door de Grande Rue en staan al snel bij de Église Saint Martin uit 1759 die een klokkentoren met een zadeldak heeft en een hoofdbreuk met een enkel schip. Binnenin is een 18e eeuws hoofdaltaar te bewonderen, dat bijzonder mooi bewerkt is met een draaiend tabernakel. Ook staat er een prachtige preekstoel uit de 18e eeuw waarop een zaaiscene te zien is. Rechts ernaast ligt de oude pastorie uit 1743. Aan de andere zijde van de kerk staat een kasteelachtige versterkt huis met ronde stenen hoektoren met vierkante schietgaten en een peperbus dak. De latei aan de zuidelijke deur geeft 1572 aan. Dit kasteeltje heeft in het verleden toebehoord aan de familie Des Chalets de Kompasje en later de familie Reumont. Ervoor staat de dubbele hardstenen drinkbak van de bron die zich nog met water vult.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Panoramisch uitzicht op Bazeilles-sur-Othain
Aangekomen op de T-splitsing gaat de route naar links en over het stroompje passeren we bij het verlaten van Petit Flassigny aan de linkerzijde opnieuw een machtig herenhuis, een groot rechthoekig gebouw met een voorgevel in Renaissance stijl en veel ramen en een tuin rondom. Maar dit kasteeltje heeft duidelijk achterstallig onderhoud en heeft niet meer de uitstraling uit de tijd dat het in handen is geweest van de familie Reumont, waarvan verschillende afstammelingen een belangrijke rol hebben gespeeld in het beheer en de politiek van de streek. In de bocht naar rechts bij een klein kapelletje gaan we rechtdoor omhoog en lopen langs de stenen muur over een onverhard pad. We klimmen door bos en komen op het hoogste punt langs een mooie oude linde die zijn takken grillig uitspreidt. Rechtdoor en langzaam afdalend door het bosgebied La Maladrerie houden we bij het open weidegebied rechtdoor aan langs het prikkeldraad en negeren de afslag rechts. De grasbaan geeft ons aan de linkerzijde een panoramisch uitzicht over de vallei van de Othain en het recreatiedomein 'Vallée de l'Othain' met zijn camping, chalets en een zwembad.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Flassigny - Bron met Église Saint Martin en kasteeltje
Als we in de helling aan onze rechterzijde een de kleine onopvallende doorsteek zien, nemen we dit smalle bospad omhoog en staan binnen enkelen tientallen meters aan het kerkhof van Saint Hilaire. Deze haast verborgen gelegen kapel en kerkhof van Saint Hilaire is een bezoek meer dan waard! De geschiedenis van deze plek gaat minstens terug tot in de 5de eeuw! Er stond hier toen wellicht al een eerste eenvoudig kerkgebouw, voorafgegaan door een nog oudere tempel. Het huidige Romaanse kerkje dateert uit de 12e eeuw met ook een paar gotische stijlelementen uit de 14e eeuw, zoals het ciborie boven het zijaltaar en het vierkante koor met een gewelf van puntige bogen. In de kapel van het Heilig Graf staat het 14e eeuws zwartmarmeren altaar en de sarcofaag van Curé Hues (1345). Als in de 13e eeuw in Marville de huidige grotere Église Saint Nicolas wordt gebouwd, blijft Saint Hilaire bewaard als begraafplaats. In de Spaanse bloeiperiode van Marville laten de lokale notabelen en rijkere handelsfamilies hun rijke zandstenen grafmonumenten op het kerkhof plaatsen. Veel van die zerken zijn later ondergebracht in het schip van het kerkje van Saint Hilaire, dat nu gerestaureerd wordt en tijdelijk gesloten is voor bezoek. Dit geldt ook voor het ossuarium met daarin sinds 1897 de keurig gerangschikte vele duizenden schedels en knoken uit een periode van 4 eeuwen, die nu ook voor een periode elders zijn opgeslagen. Maar het loont zich om even door de rijen grafzerken te wandelen met een aantal expressieve grafzerken uit de 16e eeuw.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Marville - Begraafplaats Saint Hillaire
Langs het huis van de bewaker verlaten we het kerkhof van Saint Hilaire en kiezen op de parkeerplaats het voetpad naar rechts. Door een steil bomenlaantje dalen we af in de richting van Marville, waar we de drukke N43 oversteken en rechtdoor Marville binnenwandelen. Met de bocht naar links komen we verderop aan een viersprong voor de brug over het stroompje van de Ruisseau du Crédon. Onze route gaat hier rechtuit, maar het is aan te raden over de brug een bezoekje te brengen aan het kleine centrum dat bekend is het grote aantal in de Spaanse Renaissancestijl gebouwde huizen tijdens de Spaanse overheersing van de Gaume. Marville behoort dan tot de Spaanse Nederlanden. Het merendeel van deze prachtige huizen is gebouwd met een lichtgele poreuze kalksteen, die typisch is voor de streek. De laatste jaren is een groot aantal van de huizen in het dorp gerenoveerd. Maar er moet nog veel gebeuren om alles weer in de oorspronkelijke schoonheid terug te brengen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Marville - Ruïne Couvent des Bénédictins 16e eeuw
Toch gaat de geschiedenis van Marville veel verder terug dan de Renaissance. In het begin van de 12e eeuw behoort het gebied van Marville aan de Abdij van Rebais en wordt er een Benedictijnen klooster gevestigd. Even later laat Graaf Thiébaut I (1158 -1214), Graaf van Bar en Luxemburg er een versterkte vesting bouwen en ontstaat het dorp. Zijn erfgenamen laten het graafschap achter aan de Graven van Bar en Luxemburg, waardoor van 1270 tot 1659 de neutraliteit van het stadje verzekerd is. Uit deze periode stamt ook de Église Saint Nicolas, waarvan de bouw op initiatief van Gravin Ermesinde du Luxembourg (1160-1214), echtgenote van Graaf Thiébaut I op de overgang van de 12e naar de 13e eeuw als priorij begonnen is. Gothische elementen stammen uit de 14e eeuw. Het blinde schip met vijf traveeën mondt uit in een vijfkantige apsis. In de zijbeuken, die gebouwd zijn tussen 1472 en 1536, vinden we zeven zijaltaren voor de gildes. De oorspronkelijk Romaanse klokkentoren op de eerste travee is in de 18e eeuw door brand verwoest en in de 19e eeuw in Barok stijl herbouwd. De in de 15e eeuw vernieuwde westelijke deur, is aan de binnenzijde gedecoreerd met de heilige Maagd met kind. Het oorspronkelijke orgel is in 1841 vervangen door een Andantino orgel van de Gebroeders Chambry, door de Duitsers in 1917 is ontmanteld. Nu is er opnieuw een klankrijk orgel. Laat-Gotische vensters sieren de zijkapellen en verder staan er enkele bijzondere beelden uit de 15e en 18e eeuw, altaren met altaarstukken en Gotische tabernakels en grafzerken. De buitenzijde is onlangs geheel gerestaureerd met de karakteristieke kalkzandsteen uit de streek.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Marville - Decor Marville in de film Suite Française
We wandelen door de Grande Rue waar de “Grandeur” duidt op de rijkdom van weleer. Maar de glans van deze ooit grootse markstraat met zijn kapitale panden met sierlijke gevels uit de Spaanse tijd (16de -17de eeuw) is verbleekt en heeft dringend onderhoud en een lijkje verf nodig. Waar is de tijd gebleven dat talrijke ambachtslieden en gilden zich hier vestigden en de weverijen voor een bloeiende handel zorgden! Marville was zondermeer het belangrijkste stadje van de streek, maar die glorietijd zou nooit meer terug keren. In 2013 echter staat het pittoreske plaatsje nog een aantal maanden in de belangstelling als decor voor de film Suite Française, een romantisch oorlogsdrama uit 2014 van regisseur Saul Dibb met in de hoofdrollen Michelle Williams, Matthias Schoenaerts en Kristin Scott Thomas. De film is gebaseerd op de gelijknamige novelle van schrijfster Irène Némirovsky. Vandaag de dag telt het stadje niet eens de helft van de inwoners die er een paar eeuwen geleden woonden.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Marville - Lavoir de la Baurette
Vanuit de Grande Rue keren we terug de brug over het stroompje van de Ruisseau du Crédon. Hier gaan we op de viersprong bijna rechtdoor de Rue de Remoiville in. Even goed opletten! Na 200 meter is er bij de laatste lichtmast naar rechts een smal pad dat naar het Lavoir de la Baurette voert. Deze wasplaats met 8 wasbekkens wordt gevoed door een stroompje, dat afkomstig is vanaf de verderop gelegen Moulin de Sébastopol en stroomt dan uit in de Ruisseau du Crédon. De moeite waard voor een bezoekje! Nu slaan we na goed 50 meter linksaf de Rue de Chavillard en laten weldra de bebouwing achter ons. We houden het asfalt naar rechts aan in en stijgen flink naar een open landbouwplateau. Aan onze rechterzijde is in de verte de afrastering van het voormalige militaire luchtveld te zien, dat van 1953 tot 1967 door de Canadese luchtmacht in gebruik is geweest als NAVO-basis voor vele oefenopdrachten Hier waren 3 eskadrons gevestigd met Sabre MK5, Avro CF-100 Canuck en na 1962 Lockheed F-104 Starfighter. Nu ligt de landingsbaan er vrijwel ongebruikt bij. Onderweg is er weinig bewegwijzering omdat er bijna geen steunpunten zijn. Na 1,5 km komt er scherp van links een asfaltweg vanaf Marville bij. De mogelijkheden naar rechts negeren we tot we op een duidelijke kruising voor de onverharde weg linksaf kiezen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Jametz - Trofee Bois des Huttes
We verlaten hier het eentonige asfalt en dalen af tot na het bosgebiedje aan onze linkerhand en voorbij het onverharde pad naar links. De helling klimt hier weer een beetje en dan slaan we scherp rechtsaf over de grasbaan tot aan het bosgebied. Hier betreden we rechtuit het uitgestrekte Bois des Huttes. Voor de jachthut met aan de balk een aantal jachttrofeeën slaan we linksaf. Duidelijk wordt dat het de paden ongebaand zijn en we met de GPS onze route nauwgezet in de gaten moeten houden! We nemen de eerste grasbaan naar rechts, die geleidelijk klimt naar een hoogte van 283 over een afstand van 400 meter. Hier gaat onze route duidelijk naar links. Aan de toestand van deze brede grasbaan, die op veel plaatsen is omgewoeld, is duidelijk te zien dat in dit uitgestrekte bosgebied de wilde zwijnen in grote rotten aanwezig zijn. We volgen de grasbaan op dit traject zo’n 2 kilometer tot het punt waar het bos aan de rechterzijde ophoudt. We kiezen vanaf dit punt een wel heel ongebruikelijke route. We willen immers niet terug naar de asfaltweg die we eerder hebben verlaten. We maken gebruik van de GPS door naar links de helling door te steken tot het open stuk waar de hoogspanningsleidingen verlopen. Hier krijgen we ook zicht op ons volgende doel: het dorpje Jametz. Langs een akker slaan we rechtsaf naar een onverhard pad en volgen dit tot aan de bebouwing van Jametz. We steken rechtover en bereiken langs de Église Saint Pierre -ès -Liens (1803) de doorgaande D905.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op weg naar Remoiville
Langs het monument voor de gevallenen van WOI op het kleine pleintje tegenover de Église Saint Pierre -ès-Liens wandelen we de Rue de la Place in en slaan aan het einde linksaf. In de Rue du Moulin wijst een lege plek naar de plaats waar aan een kleine aftakking van de Loison ooit een watermolen moet hebben gestaan. Op de T-splitsing gaat de route naar rechts en passeren we voor de rode brug over de Loison de Chapelle Notre Dame du Grand Pont. Deze kapel is aan het begin van de 20e gebouwd om een beeldje te kunnen plaatsen van Maria met kind, dat na WOI in een oude boom is gevonden. Nu is het beeld in de kapel verdwenen! Het asfaltwegje steekt na het kapelletje de brug van de Loison over. Daarna gaat onze route onmiddellijk rechtsaf over de onverharde weg op de oever van de Loison en gaat later over in een grasweg, die naar links afbuigt. Door een bosje en langs weilanden arriveren we bij een schaduwrijke picknickplaats met verscheidene tafels. Hier nemen we het rustige en eigenlijk mooie asfaltwegje naar rechts. Dit wegje leidt ons helemaal tot naar Remoiville. Een Jakobsschelp verraadt dat de geelrode bewegwijzering vanaf hier het gezelschap krijgt van het pelgrimspad naar Santiago de Compostela.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Remoiville - Markering Pelgrimspad naar Santiago de Compostela
Over de brug van de Loison steken we de D69 over en wandelen Remoiville in door de Rue du Pont. De Lotharingse huizen van dit dorp uit de 18e en 19e eeuw zijn voornamelijk boerderijen met grote karrenpoorten en kleine arbeidershuizen met kleine openingen. We zijn hier in het dorp van Sint Jacobus, dat ligt aan één van de vele routes naar Santiago de Compostela. Nog voor de Église Saint Jacques, gebouwd in 1783 en bekroond met een imposant leien klokkentoren uitlopend in een achthoekige toren, slaan we linksaf de Rue du Moulin in om dan rechts de Rue Saint Jacques te vervolgen. We passeren het kerkhof met naast de begraafplaats het zandstenen calvariekruis Croix Saint Jacques, daterend uit 1748 en een rijksmonument. De voorstelling is een Calvarie met Christus, Maria en Maria Magdalena en waarschijnlijk Johannes. Langs het kerkhof dalen we af tot de doorgaande weg D69. Links over de Loison hebben we zicht op Louppy-sur-Loison met op een heuvel gelegen het 17e eeuwse Château, de restanten van een feodaal kasteel en de Église Saint Martin.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Louppy-sur-Loison - Zicht op 17e eeuwse Château en Église Saint Martin
We slaan rechtsaf op de D69 en komen aan het open veld links langs de weg aan de voet van de ruïne van het oorspronkelijk feodale kasteel uit de 13e of 14e eeuw, gebouwd door graaf Thibaut I van Bar. Nog slechts een gedeelte van de muren is behouden gebleven. Ooit zijn die muren geflankeerd door vier hoektorens en omgeven door diepe grachten gevoed door de Loison. Een uitstapje van de route leidt ons linksaf naar Louppy-sur-Loison naar het grote imposante 17e eeuwse Château, gebouwd in 1620 door Simon II de Pouilly in een rijke, verrassende en monumentale Renaissance stijl. Het kasteel heeft tijdens het beleg van Montmédy in 1657 als verblijfplaats gediend van de Zonnekoning Lodewijk XIV. Het kasteel is nu privé bezit en kan dus alleen aan de buitenkant bewonderd worden. Bijzonder aan het kasteel zijn tuin, orangerie, robuuste duiventil op de binnenplaats en kapel. Verder springen vooral de mythologische scènes boven de poorten en de vele wapenschilden van de familie de Vassinhac d'Imecourt in het oog. Rechts omhoog langs de kasteelmuur komen we op het dorpsplein met de Neo-Romaanse Église Saint Martin uit 1878. De kerk is gebouwd op de ruïnes van het oude kasteel en heeft de vorm van een Latijns kruis met drie beuken met vooruitstekend transept. In de kerk vinden we naast het Neo-Romaanse interieur, gebrandschilderd ramen, die de herinnering van de oudste families in het dorp en in het bijzonder van familie de Vassinhac d'Imecourt levend houdt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Louppy-sur-Loison - Op pad in het dal van de Loison naar Juvigny-sur-Loison
Vanaf het dorpsplein dalen we af naar de D69 en wandelen even naar links om voor de brug over de Loison, ter hoogte van een grote ijzeren poort aan de linkerkant van de weg, rechtsaf een oud onverhard pad in te slaan. Aan de rechterzijde komen we langs de op de helling gelegen Chapelle de la Madeleine. Het schip dateert uit de 11e eeuw met nog Romaanse ramen en in de 16e eeuw verlengd met een nieuw gewelfd koor. De bijzonderheid van deze kerk is vooral het altaarstuk uit de late 15e eeuw. In 1840 wordt er op verzoek van Graaf Charles Theodore Gideon Vassinhac een grafkapel gebouwd met opening naar het koor om er de familieleden te begraven. De kerk is versierd met fresco's, beelden van de verrijzenis en de verschillende apostelen, maar ook de wapenschilden van de heren van Louppy-sur-Loison. Rondom de kerk ligt het kerkhof. Het schitterend pad leidt ons allereerst langs een onderkomen en verwaarloost lavoir met 2 bassins uit het midden van de 19e eeuw. We wandelen eerst een tijdje in de vallei van de Loison. Verderop wordt het een grasbaan en karrenspoor en loopt op een verhoogd talud tussen de weiden. Steeds rechtdoor komen we uiteindelijk in de bocht uit aan de D142. Linksaf over het asfalt bereiken we na de oversteek van de Loison de bebouwing van Juvigny-sur-Loison.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Louppy-sur-Loison - Ornament van de voormalige Abbay de Juvigny
We steken recht over en wandelen de Rue Basse in, die een weinig klimt, om dan linksaf de Rue de l’Abbaye in te slaan. Hier heeft ooit een beeldbepalende oude Benedictinessen abdij gestaan, waarvan de grondlegging teruggaat tot het jaar 872 als Richilde (845 - 910), de tweede vrouw van Karel de Kale (823-877), dit klooster sticht met de H. Scholastica als beschermheilige. Haar relikwieën en die van St. Benedictus werden naar Juvigny-sur-Loison overgebracht. Vanaf 1124 tot 1792 floreert de abdij. Tweeëndertig abdissen volgen elkaar op aan het hoofd van dit nonnenklooster. Maar na de Franse Revolutie raakt het gebouw in onbruik en vervalt. De graaf van Vassinhac d'Imecourt, eigenaar van het Château de Louppy-sur-Loison en neef van de laatste abdis van Juvigny, herstelt een gedeelte van ruïnes en sticht er een religieus internaat voor jongens. Onder leiding van de katholieke broeders krijgt de school een bepaalde bekendheid. Het gebouw is nu in gebruik door de stichting Perce Neige, een gezinsvervangend tehuis en educatiecentrum voor geestelijk gehandicapten. Aan het einde van de Rue de l’Abbaye slaan we rechtsaf waar we in de richting van de dorpskerk Église Saint Denis nog een indrukwekkend stuk van de oorspronkelijke muren rond de abdij zien. Bij de Église Saint Denis is het eindpunt van dit lange wandeltraject.

DAG 3
Traject: Juvigny-sur-Loison - Lion-devant-Dune - Dun-sur-Meuse 23 km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110O Carignan
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110E Montmedy
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111E Sivry-sur-Meuse
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111O Stenay
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3210O Damvillers
- TopoKaart IGN 1:50 000, Nord Meusien





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-08-2017 door C.P.J. Aerssens