SENTIER SAINT DAGOBERT - DAG 4
Traject Dun-sur-Meuse – Mont-devant-Sassy - Halles-sous-les-Côtes - La Maison Blanche 26 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op Dun-sur-Meuse vanaf de brug aan de Rue de la Meuse

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek









Dun-sur-Meuse
Ongeveer 26 km
Op deze lange voorlaatste dagetappe vertrekt vanaf de parkeerplaats in de Rue des Clouyéres in Dun-sur-Meuse. We steken de Maas en het Canal de l’Est over en klimmen uit de Maasvallei door het Bois du Mont naar Mont-devant-Sassey. Nu volgt eerst de route door het Bois Grande Rappe, waar de markeringen deels ontbreken en we aangewezen zijn op het gebruik van de GPS. Als we de Ruisseau de Froide Fontaine zijn overgestoken en voorbij Ferme de Sainte Marie komen, vervolgen we de wandeling door het Bois de Montigny en Bois de Halles naar Halles-sous-les-Côtes. Vandaar langs de dorpjes Beauclair en Beaufort-en-Argonne over veel asfalt bereiken we het uitgestrekte Fôret de Dieulet. Een brede steenslagweg brengt ons naar het eindpunt La Maison Blanche aan de D30.

ROUTEBESCHRIJVING

We vertrekken vandaag voor een lange dagwandeling vanaf de parkeerplaats aan Rue des Clouyéres in het centrum van Dun-sur-Meuse. Het is een dorp dat tussen de Maas met het daaraan parallel verlopende Canal de l’Est en de steile helling van Dun-Haut ligt. Hierdoor is alleen lintbebouwing mogelijk met een nauwe doorgaande weg, de D494, in het Val Dunois. Van verre is duidelijk zichtbaar dat Dun-sur-Meuse gedomineerd wordt door de in Dun-Haut gelegen robuuste Église Notre Dame de Bonne Garde. Deze Gotische kerk is gebouwd rond 1350 door een gulle schenking van Geoffroy IV, Baron d'Apremont-la-Forêt , Heer van Dun, en zijn vrouw Marguerite de Sully-sur-Loire. Pas in 1552 krijgt de kerk haar huidige naam als de burgers van Dun-sur-Meuse de Maagd Maria om hulp vragen bij de verdediging van de stad. De Kerk en het Mariabeeld worden tijdens de Franse Revolutie vernield en daarna weer hersteld. Opvallend is het 18e eeuwse hoogaltaar met luifel van hout en marmer, preekstoel en orgel. Als Dun-Haut in WOI volledig wordt verwoest, is de kerk is het enige gebouw dat gespaard blijft. Hier is ook de plek waar in de 11e eeuw Godefroy II van Bas-Lotharingen, Graaf van Ardennen, een kasteel bouwt, dat in 1402 wordt uitgebouwd door de Heren van Apremont met een verstrekte ommuring. De hertog van Bouillon verovert de versterkte burcht in 1592 en in opdracht van Lodewijk XIII wordt het kasteel in 1642 ontmanteld.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Dun-Haut - Église Notre Dame de Bonne Garde
Door de Rue des Clouyéres komen we aan de oever van de Maas, waar we linksaf over de brug de route door de Rue de la Meuse vervolgen. Links van ons is de Maas en rechts het Canal de l’Est. Op de kruising aangekomen gaan we rechtsaf over de sluis en laten Dun-sur-Meuse achter ons. We komen in het dorpje Dun-Doulcon en volgen de Avenue de la Gare. We passeren de camping van Dun-Doulcon en kruisen de oude spoorbedding van de inmiddels al jaren geleden opgeheven spoorlijn door de Maasvallei, de Ligne Stratégique. Wat rest zijn hier aan beide zijden van de straat restanten van rails en naar links het oude station Dun-Doulcon. Kort na deze passage slaan we rechtsaf de Rue des Étangs in. Deze lopen we helemaal uit en negeren de bocht naar links. Aan het einde van het onverharde pad lopen we over een dijkje langs de velden tot we aan een veldweg komen. Naar rechts zien we nog een viaduct van de voormalige Ligne Stratégique, die we zojuist zijn overgestoken in Dun-Doulcon. We volgen het onverharde pad naar links tot op de D313 en slaan her rechtsaf. Op deze D313 passeren we een boerderij aan de linkerzijde en als er over Ruisseau de Jupille een bocht van 90° naar rechts komt, nemen we het onverharde pad rechtuit. In de verte achter ons hebben we een mooi zicht op de Église Notre Dame de Bonne Garde, hooggelegen boven Dun-sur-Meuse.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Zicht op Mont-devant-Sassey met Église Notre Dame de l'Assomption
De route voert ons al klimmend even door open terrein, waar we dan op de V-splitsing rechts aanhoudend het Bois de Mont betreden. Dit bospad blijven we volgen tot we op hoogte komen en afdalen richting Mont-devant-Sassey. De wandeling naar dit dorpje is ook weer schitterend. Het uitzicht wordt gedomineerd door de indrukwekkende Église Notre Dame de l'Assomption, die hoog boven de Maasvallei en het dorpje met amper 100 inwoners uittorent. In de 18e eeuw wonen hier nog meer dan 700 inwoners. De oorsprong van dit kerkgebouw gaat terug tot in 1059 als de zusters Augustinessen uit hun klooster, gesticht in 692, in het Belgische Andenne verjaagd worden door de Graaf van Henegouwen en hier in Mont-devant-Sassey een nieuw klooster stichten. De kerk wordt gebouwd tussen de 12e en 14e eeuw met zowel Romaanse als Gotische stijlelementen. In latere eeuwen wordt er bijgebouwd in de bouwstijl van dat moment. Zo is de kerk ook nog versterkt aan de basis met verdedigingsmuren maar komt toch zwaargehavend uit de vele oorlogen die in de 17de eeuw zijn gevoerd. Toch is het beeldhouwwerk van het portaal bewaard gebleven en behoort tot het tot één van de mooiste van heel Lotharingen met Bijbelse onderwerpen: de 12 apostelen en taferelen uit het leven van Christus en uit het Oude en Nieuwe Testament. Ook de crypte is nog intact.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mont-devant-Sassey - Portaal Église Notre Dame de l'Assomption met Adam, Eva, Moses, Abraham en Noë
Door de Rue du Sagnaux en de Rue Grande staan we midden in het dorpje. Het is haast uitgestorven en van bedrijvigheid is geen sprake. Dit is in het verleden zeker anders geweest. Tot aan het einde van de 18e eeuw trekken de familievaders van Mont-devant-Sassey maandenlang langs ’s heren wegen om als rondreizende schoenmakers hun diensten aan te bieden. Daarna zorgen landbouw, veeteelt en wijnbouw voor inkomsten. Maar ook vestigt zich hier vanaf 1826 de klokkengieter Claude - Alexis Farnier. Als hij in 1854 aan cholera overlijdt samen met 3 van zijn kinderen, zet zijn zoon Gustave en daarna kleinzoon Charles met succes de klokkengieterij voort tot 1908, als de familie door de griepuitbraak opnieuw getroffen wordt. In dat jaar sluit de fabriek definitief. De productie wordt over al die jaren geschat op ten minste 1226 grote klokken uit de gieterij, die in heel Frankrijk en de Franse Koloniën zijn verkocht! De grootste klok woog 5724 kilo! Een wel heel bijzondere bron van inkomsten is tot op heden het verzamelen en verwerken van brandnetels, die gekookt worden als spinazie en als soep of gebruikt worden bij de bereiding van wijn. Tijdens WOI werden brandnetels zelfs gebruikt voor het maken van canvas voor de zandzakken in de Duitse loopgraven. Maar brandnetel wordt vandaag de dag ook nog steeds gebruikt bij de vervaardiging van papierpulp voor bankbiljetten!

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kapitein Joseph Hassler (1881-1966) - Luitenant Erwin Rommel (1891-1944)
Opponenten bij de gevechten rondom Mont-devant-Sassey
Op de kruising wandelen we linksaf door de Rue de Moranville het dorp uit. Het asfalt gaat al snel weer over in steenslagverharding. Aan de rechterzijde ligt de helling van het Bois de Mont. Hier heeft zich van 30 op 31 augustus 1914 een van de meest gewelddadige gevechten in de Maasvallei afgespeeld. Als op 30 augustus de 26e en 27e divisies van het 13e Duitse legerkorps de Maas oversteken om Mont-devant-Sassey in te nemen, krijgt het de Franse commandant Kapitein Joseph Hassler van het 124e Infanterie Regiment opdracht het dorp te bezetten. Twee bataljons waaronder het Bataillon de Joinville nemen positie in in het Bois de Mont, de 3e bataljon blijft in de reserve. Een gewelddadige strijd ontbrandt met het Duitse 124e Land Infanterie Regiment en maakt het de Franse militairen onmogelijk op te rukken naar het dorp. Die de avond bivakkeren ze onder zwaar artillerievuur in het bos. Op 31 augustus worden opnieuw de oude posities ingenomen en wordt de strijd hervat, die hard en dodelijk is. De Duitse soldaten met de nog jonge Luitenant Erwin Rommel nemen de rand van het bos onder vuur en verhinderen de doorgang naar Mont-devant-Sassey. Ze infiltreren van rechts en van links en zetten rond 2 uur in de middag een frontale aanval in. Onder dit hevige vuur wordt het 124e Infanterie Regiment van Kapitein Joseph Hassler gedwongen zich terug te trekken met veel verliezen en slaagt er niet in het dorp te ontzetten. 300 infanteristen vallen in handen van de vijand. De Franse troepen trekken zich terug naar Villers-devant-Dun, waar ze hun bivak opslaan. Tijdens deze gevechten hebben de Franse Kapitein Joseph Hassler (1881-1966) van het Bataillon de Joinville en Duitse Luitenant Erwin Rommel (1891-1944) zeker oog in oog met elkaar gestaan. Na deze slag vinden de dorpelingen de lijken van 22 Fransen en 23 Duitsers. Een monument staat nu op de plaats waar de dorpelingen de omgekomen soldaten tijdelijk in het bos hebben begraven.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op pad langs Ferme de Sainte Marie
Het onverharde pad door het bosgebied Grande Rappe blijven we al klimmend een paar kilometer volgen en negeren alle zijpaden. Er is onderweg weinig markering! Op het hoogste punt in het bos komen we op een open plek waar een aantal paden bij elkaar komen. Hier moeten we goed opletten en de GPS is daarbij een goed hulpmiddel! Rechtsvoor nemen we een niet zo duidelijk pad dat verderop overgroeid is. Enkel nog door de route te volgen met behulp van de GPS zoeken we een weg door het ongebaande bosgebied, waar helemaal geen sprake meer is van een pad. We dalen af naar de beekvallei van de kleine Ruisseau de Froide Fontaine, die we een paar honderd meter naar rechts volgen tot we uitkomen bij een bruggetje aan de D205. Hier zien we links het asfaltweggetje dat rechtsaf de route naar de Ferme de Sainte Marie aangeeft. Dit asfaltwegje klimt door het bos omhoog en komt nu op een wijds landbouwplateau. We wandelen voorbij aan de afslag naar de Ferme de Sainte Marie aangeeft. Het steenslagpad daalt licht en brengt ons langs de bosrand. Als we het Bois de Montigny betreden, slaan we na een paar 100 meter rechtsaf een brede grasbaan in. Verderop komen we uit op een Chemin Forestier die we rechtdoor volgen. Op het punt waar deze bosbouwweg naar links afbuigt wandelen we rechtsdoor over de grasbaan. Als de grasbaan overgaat in een zandweg houden we op de Y-splitsing in het Bois des Halles rechts aan. We dalen en komen uit op een asfaltweg. Nog steeds naar beneden wandelend komen we het dorpje Halles-sous-les-Côtes binnen en houden links aan de oude Lavoir.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Halles-sous-les-Côtes - Église Saint Barthélémy en het Lavoir
We staan eigenlijk meteen midden in een van de meest sprekende en best bewaarde voorbeelden van een typisch Lotharings dorp. Tot aan de 19e eeuw floreert Halles-sous-les-Côtes en sporen van die rijkdom zijn nog steeds zichtbaar, hoewel verbleekt. De Église Saint Barthélémy met de ernaast het Lavoir met aangrenzend bassin om paarden te wassen en de huizen van de wijnboeren en marskramers getuigen van die een reeds lang vergane tijd. Het zijn de marskramers die in de 19e eeuw vanaf 2 februari op Maria Lichtmis tot 15 augustus op Maria Hemelvaart hun gezinnen achterlaten en onderweg zijn als reizende kooplieden om hun snuisterijen, kousen of schoenen aan de man te brengen. Zij keren daarna huiswaarts voor de oogst en de traditionele bedevaart van de Notre Dame de Montserrat die hier jaarlijks in september wordt gehouden. Het is een overblijfsel uit de 16e eeuw als de Spanjaarden de verering van hun Zwarte Madonna naar hier meenemen. Maar ook de ijzermijnen in de directe omgeving van het dorp, die ijzererts leveren voor de ijzergieterijen in Stenay, zorgen voor welvaart. Zij worden in 1847 gesloten. Daarnaast vinden we er wijnbouw en fruitteelt. Bepalend voor het dorpsbeeld is de centraal in Halles-sous-les-Côtes gelegen Église Saint Barthélémy, gebouwd in 1788 met de plaatselijke steen. De klokkentoren stamt uit 1855, het koor en het schip worden tussen 1867 en 1868 gerealiseerd. We zien er een beeld van de Spaanse Zwarte Madonna van Montserrat (Spanje) en een buitengewone kunstig in steen uitgevoerd altaar en communiebanken met veel oog voor symboliek en religie. Ook het naast de kerk gelegen Lavoir met een aangrenzend bassin om de paarden te wassen is een juweeltje en prachtig gerestaureerd. Het stamt uit de 19e eeuw is één van de meest originele in de dit gebied. Het is open aan alle vier kanten en heeft 18 kolommen met Toscaanse kapitelen. Aan de voorzijde is een kleine fontein.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Beaufort-en-Argonne - Église Sainte Catherine
We verlaten het dorp vanaf de Église Saint Barthélémy door de Rue de la Rochelle, waar het asfalt na de laatste huizen op het einde overgaat en een steenslag weggetje. Opvallend aan het pad zijn hier de vele fruitbomen en boomgaarden. We volgen het pad met de bocht naar rechts en slaan verderop opnieuw rechtsaf. In het open landschap krijgen we voor ons zicht op dorpje Beauclair. We bereiken de grote weg D947 en volgen deze rechtsaf tot net voorbij het oorlogsmonument voor de gevallenen van WOI en Église Saint-André uit 1835. Dan slaan we linksaf de D30 in naar Beaufort-en-Argonne. Deze asfaltweg volgen we door de velden met enkele bochten tot in het centrum van Beaufort-en-Argonne, een klein dorp gelegen te midden van weilanden en aan de rand van het uitgestrekte Forêt du Dieulet in een vochtig gebied met kleine beekjes en stroompjes. Dit heeft ertoe bijgedragen, dat meer dan de helft van de huizen in de 19e eeuw uit vakwerkhuizen bestaat, die gebouwd zijn met een houten constructie met erin een vlechtwerk van tenen, bestreken met een mengsel van stro en leem uit de kleiachtige bodem.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Beaufort-en-Argonne - Op weg naar het Fôret de Dieulet
Opmerkelijk is dat Beaufort-en-Argonne een belangrijke rol gespeeld heeft in de geschiedenis van deze streek. In 1188 wordt voor het eerst in een handvest door de Graven van Stenay en Grandpré de volledige onafhankelijkheid “Bellofortis” vastgelegd. Het dient zo als voorbeeld voor de regio. Helaas is het originele handvest tijdens een brand in het dorp in 1914 verloren gegaan. Het dorp heeft een paar oude gebouwen uit het verleden in de traditionele architectuur van de Lorraine. Allereerst het kasteel, een versterkt huis met binnenplein en een hoektoren van 5 meter in het vierkant en 15 meter hoog. De latei boven de prachtige voordeur draagt het jaartal 1664. De resten van de stevige muren en de kelders herinneren eraan dat de bewoners hier hun toevlucht konden zoeken bij conflicten. De molen is als oliemolen in bedrijf tot WOII. Beaufort bezat tussen 1827 en 1861 ook een smederij in het nabijgelegen Maucourt en een dakpannenfabriek.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Fôret de Dieulet - le Refuge de Bruyères
Naast de Église Sainte Catherine ligt een kleine begraafplaats met de graven van 2 Franse soldaten van het 120e Régiment Infanterie, gesneuveld tijdens gevechten 1n 1914. Ook zijn er vijf oorlogsgraven van het Gemenebest. Hier is de laatste rustplaats van Flight Lieutenant G.C. Cooke, Pilot Officer A.M. Camplin, Pilot Officer B.C. Goodwin, Sergeant F. Morrell en Sergeant M. Reynolds. Het is de Engels -Australische bemanning van de Avro Lancaster I R5574 ZN van het 106e Squadron RAF, die op 21 december 1942 om 16.50 vertrok vanaf RAF vliegbasis Syerston in Engeland met als missie een bombardement op de stad München in Duitsland. Om onbekende redenen stort het toestel neer in Beaufort-en-Argonne. De Duitse oorlogspiloot Ofw. Kurt Karsten van het 7./NJG 4. claimt het toestel te hebben neergeschoten. Bij de crash komen alle zes bemanningsleden om het leven, vijf liggen begraven op deze begraafplaats. Het zesde bemanningslid Flight Sergeant B.G. Louch is vermist geraakt.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Op pad in het Fôret de Dieulet
Langs de kerk wandelen we rechtdoor de Rue du Château uit tot op de Y-splitsing. Hier gaat de nieuwe route van de GRP aux Marches de Meuse Nord rechtsaf. Wij kiezen ervoor het oude traject naar links te blijven volgen. Wat saaie kilometers hebben we nu voor onze voeten en we wandelen lang over asfalt. Het asfalt gaat even voorbij de jachthut Le Refuge de Bruyères over in een onverhard pad. Zo bereiken we toch het grote Forêt de Dieulet en voorbij de slagboom kiezen we een stuk verder, in de bocht naar links, de grasbaan scherp rechtsaf. Deze grasbaan gaat dan over in een brede bosbouwweg met steenslag. Vanaf nu blijven we deze weg de hele tijd volgen tot we aan het einde met een flauwe bocht naar links aan een slagboom uitkomen. Hier komen we onder de hoogspanningslijnen door op de D30 uit. Aan de overzijde is ons eindpunt van de dagetappe: Maison Blanche.

DAG 5
Traject: La Maison Blanche - Cesse - Stenay 8 km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110O Carignan
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3110E Montmedy
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111E Sivry-sur-Meuse
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3111O Stenay
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3210O Damvillers
- TopoKaart IGN 1:50 000, Nord Meusien





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-08-2017 door C.P.J. Aerssens